De wedstrijd in Blankenberge is wat mij betreft vlug samengevat. Geen al te beste benen van in de start en dan afzien als de beesten om er toch nog het beste van te maken. Ik ben zonder twijfel het diepst moeten gaan van al de races die we dit jaar moeten rijden hebben.
Het klinkt misschien een beetje vreemd, nu Pete ongetwijfeld wat in de put zit met een 2de keer pech op rij, maar op een bepaald moment flitste het zelfs door mijn hoofd "Waarom is Pete nu plat gereden en ik niet ?". Zozeer zat ik op mijn tandvlees dat het me op dat moment de enige mogelijkheid toescheen om de wedstrijd te beƫindigen zonder gezichtsverlies.
Door de felle tegenwind was onze slechte startpositie (helemaal achteraan) geen nadeel. Niemand wilde op kop rijden, dus het pak troepte samen. Ik zat goed voorin, kort achter Jasper en Nick, maar door een manoeuvre van het peleton (plots schoot het peleton in actie, alles kwam op een "lint" met de nodige zwenken naar links en rechts) verloor ik aansluiting. De hoofdjes werden kleiner en verdwenen uit beeld. Geen nood, direct daarna zag ik Pete passeren. Het peleton maakte weer en zwenk en Pete herinnerde zich de lessen wiskunde (de korste weg tussen 2 punten is de rechte) en sneed met krachtige tred in de wind een hoek af. Ik was niet in staat een antwoord te brengen op dit Huzarenstukje. Ook dit hoofdje werd kleiner en verdween uit beeld. Ik ben al leuker gestart. Door mijn slechte start, was ik verplicht alle mul zand stroken te lopen (wegens te veel volk in de weg van het ideale pad). Pas na de afdaling van de dijk voelde ik mijn motor aanslaan. Plots bleken de mensen die tegenwind allemaal te snel voor me reden, nu een stuk te traag. In mijn omgeving sprong iedereen af om een stuk zacht zand te kruisen maar dit obstakel kon ondergeschrevene op snelheid (al fietsend) nemen.
Net daar, zie ik een verwaaide ziel met verbijsterde blik...Pete. Lek ! Doodzonde. Ik roep hem nog iets toe en herstart mijn inhaalrace maar niet voor lang. De trap moet ik door het vele volk wandelend op en op de wegel kan ik het tempo van de anderen niet volgen. Ik beklaag me al dat ik zo weinig spanning op de banden heb staan. Terug op het strand blijft de situatie status quo. Ik fiets wat rapper dan de meeste maar neem de slechte golvenbrekers met de nodige omzittigheid. Tegen wind, me weggestoken in de groep. Aan Zeebrugge probeer ik de sprong te maken naar de groep voor me. Een fatale vergissing (doordat iedereen er loopt lijken de afstanden veel korter dan ze in werkelijkheid zijn) en overschatting van mijn huidige vormpeil. Ik moet maar een 20tal meter lopen, de rest werk ik al rijdende af. Het gaat hard. Slechts 1 iemand slaagt er ook in op de fiets te blijven en samen gaan we richting dijk. Door een fout manoeuvre van mijn metgezel moet ik er vroeger af dan gewild in de strook om op de dijk te komen. Door het plotse blokkeren van de spieren (en wellicht de overmoed in de strook richting plateau van Zeebrugge) schiet een kramp in mijn been...Lap, nog meer dan 2 volle rondes. Doordat ik tot aan de trap niet meer moet lopen, valt de kramp al bij al mee. De groep voor me is dada (dat was ze al lang maar nu pas besef ik dit ten volle), en op de wegel na de trap kan ik het tempo van mijn metgezel weer niet aan. Algauw blijkt dat dit niet enkel aan het tempo van die gast ligt maar vooral aan mezelf. Als ik terug op het strand komt, herken ik in mijn groep een aantal mensen die ik richting plateau had losgereden. Bij het keerpunt maak ik een foute stuurbeweging kom, naast de mat en moet lopen. Weer krampen en nu veel erger dan de eerste keer. Bovendien voel ik dat de batterijen beginnen opraken. Nochtans nog ver te gaan (bijna 2 nog ronden!). Vanaf dan is het aanklampen en afzien voor dood. Gelukkig (zelfs op een miniverzetje - binnenblad) het lopen vermijden door als enige alle zandstroken te blijven rijden. Richting plateau van Zeebrugge moet ik telkens maar een 20tal meter lopen (lees: wandelen), de rest kan ik fietsen. Misschien dan toch geen foute keuze : die lage bandenspanning. Het heeft me telkens wat recuperatie (waar iedereen buiten adem bovenkomt) en brengt me helemaal voorin de verbrokkelde groep (ondanks het wandelen). Maar een echt voordeel (in plaatsen) levert het me niet op. De verzamelde voorsprong ben ik bovenaan de trap telkens weer kwijt. Aan de finish ben ik volledig leeg. Ik heb zelfs wat last met mijn motoriek en met mijn evenwicht. Eerlijk gezegd vond ik het een mooi parcours maar ik heb er bitter weinig plezier aan beleefd. Nick heeft een mooie wedstrijd gereden. Blitzstart Nickyboy is back.
Tot slot nog iets over de pronostieken. Pete zat er duidelijk naast toen hij mij de hoofdvogel toedichtte (zo zie je dat ik niet altijd roet in de ogen strooi als ik een vormdipje aangeef). Volgens mij was Rutgers pronostiek juist geweest (al weet je natuurlijk nooit hoe de wedstrijd had gelopen als Pete zijn kansen had kunnen verdedigen want hij was duidelijk wel sterk - in dat geval had ik kunnen cashen bij de bookies).
Voila, na deze inspanning ga ik me weer in mijn zetel gaan ploffen. Een opmerking van Gianni flitst door mijn hoofd toen ik zei dat ik liever s middags rijd : "Maar neen, das toch tof zo, dan heb je nog iets aan je dag". ????? Bij deze.