Esthetica

02-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Wandelen langs stripmuren

  • vrijdag 02 april 2004

 

De 'weik van ‘t Brussels' is volop aan de gang. Met een brede waaier van ernstige en minder ernstige activiteiten wil de Cel Erfgoed van de Vlaamse GemeenschapsCommissie (VGC) het Brusselse dialect promoten. Een wandeling langs de Brusselse stripmuren vertelt veel over het sappige taaltje van de hoofdstad, dus leidt Jef De Keyser, voorzitter van het Brussels Volkstejoeter, geïnteresseerden langs de kleurrijke tekeningen, in het onvervalst Brussels natuurlijk.

Geen betere plaats om het Brussels van binnenuit te leren kennen dan op het Vossenplein, voor het café de Skieven Architek. Jef De Keyser laat de bedrijvigheid op de Loeizemet even achter zich en trekt met zijn nieuwsgierige gevolg naar de kleine straatjes van de Marollen.

,,De stripmuren in Brussel zijn haast allemaal blinde muren'', vertelt hij. ,,Tijdens de bombardementen die Brussel doorstaan heeft, zijn heel wat huizen gesneuveld. Toen is men op het idee gekomen om die muren met stripfiguren te versieren.''

Intussen zijn er dertig striptekeningen te ontdekken in de Brusselse binnenstad. Dat ze veel over het Brusselse leven vertellen, blijkt al bij de eerste stop in Pieremansstraat. Een tekening van Michel Tacq (De Patrouille van de Bevers) twee Brusselse ketten die prutsen met een ladder en verf. ,,Typisch Brussels aan deze tekening is het blauwe scoutsuniform van de Féderation Scouts Catholique'', vertelt De Keyser. ,,De Vlaamse scouts hadden allemaal een kaki uniform, behalve dan de zeescouts.''

Wat lager in de Pieremansstraat prijkt een tekening van de Brusselse tekenaar André Geerts op een indrukwekkend hoge muur. ,,De tekenaar maakt zijn schets op een A4-blad'', verklaart De Keyser. ,,Dat wordt op de muur geprojecteerd en als alles overgetekend is, wordt de tekening ingekleurd en van een beschermlaag voorzien.''

Het valt De Keyser trouwens op hoe weinig last de stripmuren hebben van vandalisme. ,,De tekeningen worden ook van een anti-taglaag voorzien maar blijkbaar hebben de graffitispuiters respect voor de muren. Langs de zonovergoten Vossenmarkt daalt de wandeling naar de Reebokstraat waar de overbekende Bollie en Billie hun stootkar voortduwen. ,,Net zoals de marktkramers die hun waar van en naar het Vossenplein brengen'', weet De Keyser. De Belgische stripheld bij uitstek, Kuifje siert nergens in Brussel het straatbeeld. In het metrostation Stockel daarentegen kom je de personages uit de Kuifjesalbums tegen op twee lange muren. ,,Veel stukken tekst in Kuifje zijn in het Brussels geschreven'', zegt De Keyser. ,,Het Syldavisch, de taal uit het imaginaire Oost-Europese land Syldavië, is eigenlijk Brussels.'' En zo leidt de tocht langs de striptekeningen in de Marollen uiteindelijk naar de Grote Markt. Brusselser kan niet.

Wie de geheimen van het Brusselse dialect wil leren kennen langs de muurschilderingen, kan vrijdag, zaterdag en zondag mee op wandel. De gratis rondleiding vertrekt aan de Skieven Architek op het Vossenplein om 14.30 uur. Op vrijdag is er ook een tocht om 10 uur.

 

 

Wat? : Stripwandeling

Waar?: Brussel

Wanneer?: op woensdag 9 februari om 9.30 uur met de trein

Met wie ?:  Met de school

 

Ø      Ik koos deze activiteit omdat dit me er wel interessant leek. Het was een wandeling door Brussel, dit is eens iets anders dan in een gebouw naar kunst gaan kijken. Ik heb altijd al graag strips gelezen, dus leek het me wel leuk om deze tekeningen eens op de muren van Brussel te zien.

 

Ø      Ik had nog nooit gehoord over Brussel en zijn stripmuren en had ze dus ook nog nooit gezien. Hierdoor leek het me wel leuk om deze te gaan ontdekken en te bekijken. Ik verwachtte dat er een historische achtergrond achter zat, dat er een reden was waarom dat deze strip op deze muur werd geplaatst, wat de emotionele betekenis erachter was, hoe dit werd gedaan, enz.

 

Het eerste wat we te zien kregen, was geen stripmuur maar was een standbeeld. Dit had ik niet verwacht, ik dacht dat we alleen stripmuren te zien kregen en we kregen veel meer te zien.

 

De gids vond ik niet zo goed, we gingen langs muren en ze vertelde gewoon wat er op die muren te zien was. Ze vertelde van welke strip deze tekening afkomstig was en welke personages hierop te zien waren. Wat ook jammer was, was het feit dat ze meer uitleg gaf over gebouwen die rond deze stripmuren lagen, dan over de stripmuren zelf. Ik denk ook dat we zo in tijdnood geraakten waardoor we dus niet alle stripmuren hebben kunnen bezichtigen.

 

Wat ik ook jammer vond, was dat we geen specifieke route volgden. We gingen een straat in en keerden langs die zelfde straat terug om zo elke keer hetzelfde te doen. Er was dus geen echte uitgestippelde wandeling, het was echt het bezoeken van de muren, kriskras door elkaar.

 

Wat ik wel interessant vond, was dat men op sommige stripmuren aspecten kon terugvinden van wat men in de omgeving kon terugvinden. Bijvoorbeeld : een gebouw dat achter deze muur zat, zag je ook op de achtergrond in deze tekening. Of een muurschildering waar er vuurwerk op stond en dat op de muur van een vuurwerkwinkel was geplaatst. Op een muurtekening van Lucky Luke had men op de achtergrond het Atomium getekend. Ik had dit eerst niet gezien en vond het zeer aangenaam dat dit er was. Deze aspecten van de muurtekeningen spraken mij het meest aan.

 

Ik ben door dit artikel te weten gekomen dat deze muurschilderingen allemaal op blinde muren werden geschilderd. Dit zal dus de oorzaak zijn waarom er geen betekenis achter deze muren zit.

 

Zoals in het artikel vermeld werd, was er praktisch geen sprake van vandalisme. Dit vind ik zeer eigenaardig, maar ook zeer positief. Ik denk dat men deze stripmuren zo respecteert omdat dit de stad mooier en fraaier maakt.

 

De striptekenaar tekent zijn tekening niet zelf op de muur. Deze wordt geprojecteerd, overgetekend en ingekleurd door andere mensen. Dit vind ik ergens wel jammer, want dit was een werk van hem en nu wordt dit overgenomen door andere mensen.

 

Ik zou - denk ik - geen stripwandeling meer doen, maar ik vond het een zeer aangename verrassing dat er stripmuren zijn in Brussel. Ik had hier nog nooit over gehoord. Als ik in Brussel ben, zal ik hier zeker aandacht aan besteden en kijken op de muren of ik geen striptekening tegenkom.

 
















Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Koninklijk Ballet van Vlaanderen schittert in “Het Zwanenmeer”


Een minutenlange staande ovatie, dat mocht het Koninklijk Ballet van Vlaanderen afgelopen weekend in ontvangst nemen na de wereldpremière van “Het Zwanenmeer” in de versie van choreografe Marcia Haydée. Hoofdrol was voor de Japanese Aki Saito die, net als de rest van de cast, een prachtprestatie neerzette.

Het Zwanenmeer is ongetwijfeld het meest opgevoerde balletstuk aller tijden. Het origineel van Julius Wenzel Reisinger dateert reeds van 1877 en sindsdien is het balletstuk al ontelbare keren herwerkt. Het stuk kende al verschillende eindes, maar Marcia Haydée keert met haar versie terug naar het origineel.

Marcia, zelf ooit een prima ballerina, gaf haar eigen draai aan “Het Zwanenmeer”. Ze vertrekt dan wel van de standaardversie van Petipa en Ivanov, toch plaatste Marcia de oorspronkelijke legende voorop. Marcia Haydée legt het dramatische zwaartepunt bij de figuur van Von Rothbart. “Het Zwanenmeer bestaat enkel door en voor hem”, zegt de choreografe.

Voor Aki Saito moet haar rol in “Het Zwanenmeer” een droom zijn die in vervulling gaat. Zij mag de dubbelrol van Odile en Odette vertolken, ongetwijfeld één van de moeilijkste rollen in het klassieke ballet. Ruim 30 pirouettes mocht de ballerina voor haar rekening nemen en haast allemaal foutloos, bewees ze dat ze de hoofdrol meer dan waardig is.

Aki Saito is heus niet de enige die schittert in “het Zwanenmeer”. In de prachtige decors van Pablo Nuñez, die tevens ook tekende voor de prachtig kleurrijke kostuums, noteerden we wel meer opmerkelijke prestaties. Zo zagen we ook prachtige balletprestaties van de Belgen Wim Vanlessen (prins Siegfried) en Alain Honorez (Rothbart).

De balletklassieker “Het Zwanemeer” vertelt het verhaal van tovenaar Rothbart en prins Siegfried. Rothbart lokt met zijn betoverende zwanen verschillende prinsen in de val. Wanneer prins Siegfried verplicht wordt een prinses uit te kiezen om koning te kunnen worden, denkt Rothbart een nieuw slachtoffer gevonden te hebben. Siegfried, die eigenlijk enkel uit liefde wil trouwen, wordt namelijk verliefd op Odette, een van Rothbart’s betoverende zwanen. Tijdens het bal ’s avonds duikt Rothbart plots op met Odille (zijn eigen dochter die als twee druppels water gelijkt op Odette). Siegfried belooft Odille (de zwarte zwaan) eeuwige trouw. Als even later blijkt dat Rothbart hem bedrogen heeft, stort Siegfried’s hele wereld in. Met de moed der wanhoop gaat hij toch opzoek naar Odette.

Nog tot 1 februari staat deze betoverend mooie versie van Het Zwanenmeer in de Stadsschouwburg in Antwerpen. Nadien trekt Het Koninklijk ballet van Vlaanderen met “Het Zwanenmeer” nog naar Rotterdam en Gent.

 

 

 

·         Wat: Het Zwanenmeer

·         Waar: Antwerpen : de Stadsschouwburg

·         Wanneer: 18 december 2010 om 15.00 uur

·         Met wie: enkele klasgenootjes: Steffi Dekegel, Elien Vandendoorent, Andy Demaife,…

·         Ik koos deze activiteit omdat ik zelf ballet doe. Ik dans niet op een hoog niveau en wou zien hoe het echt moet. Ik verwachtte er veel van want het Ballet Van Vlaanderen is een hoog balletniveau. Het Zwanenmeer is ook een bekende voorstelling, dus dit moest wel goed zijn.

·         Ik kende het Ballet Van Vlaanderen al. Toen ik klein was, ben ik naar hun voorstelling van  De Notenkraker geweest. Ik weet nog dat ik dit een prachtige dansvoorstelling vond. Ik wist dat men het Zwanenmeer danste op de muziek van Tsjaikowski. Ik had deze muziek al gehoord en vond dit schitterende klassieke muziek.

 

Toen we in de zaal van de Stadsschouwburg zaten, was een soort van muur met gouden, sierlijke krulletjes die op het podium stond het eerste wat we te zien kregen. Toen de voorstelling begon, vervaagde die muur en zag je erachter een man (Alain Honorez) dansen. Telkens als deze man opkwam, werd het podium gehuld in een laag van mist. Zijn kostuum en prachtige bewegingen maakten deze man extra mysterieus. Ik vond hem echt schitterend, deze man gaf de voorstelling zijn waarde. Hij kon zeer sierlijke en mooi afgewerkte bewegingen maken. Hij was voor mij de beste danser. Je zag echt dat hij een soort gruwelijk monster was door zijn sierlijk kruipen op het podium.

 

De decors (zoals deze muur) en de rook waren zeer speciaal en toepasselijk bij deze voorstelling. Zoals men in deze recensie zegt, waren ze prachtig. Men kwam ook op een bepaald moment met een soort bootje op het podium vanuit de coulisse. Dit vond ik zeer speciaal.

 

Ik vind het zeer goed dat Marcia Havdée koos voor het originele einde waar het slechte overwint van het goede. Als het anders afgelopen zou zijn, dan zou ik deze voorstelling minder goed hebben gevonden. Het zorgt voor een dramatisch einde. Ik wist echter niet dat men de eindes al zovele keren heeft veranderd. Ik dacht dat het Zwanenmeer maar één einde kende.

 

De hoofdrolspeelster, Aki Saito, moest zeker en vast de moeilijkste rol spelen. Ze heeft dit schitterend gedaan, al heb ik hier en daar enkele foutjes gezien : toen ze haar pirouettes maakte, is ze onder andere een keer van haar pointe gevallen. Ze heeft haar wel mooi herpakt. Toch vond ik dit wel even teleurstellend.

Wat ik ook zeker een hoogtepunt van deze voorstelling vond waren de 4 kleine zwanen (Laura Hidalgo, Katy Harvey, Eva Lombardo en Ashley Wright). Zij deden samen een ‘pas de quatre’. Hun beenbewegingen waren perfect gelijktijdig, ze hebben niet één keer naar beneden gekeken of zijn geen enkele keer uit hun rol gevallen.

 

De livemuziek van Tsjaikowski was zeer mooi bij deze dansvoorstelling. De muziek was perfect gespeeld en dit zorgde voor een prachtige voorstelling.

 

Ik zal zeker nog eens een voorstelling gaan zien van Het Ballet Van Vlaanderen. Het was echt een geslaagde avond : prachtige muziek, een verzorgd en groots decor en zeer professionele dansers en danseressen.

















Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Zuleikhe Chaudharu en Raqs Media Collective

 

Seen at Secundrabad - Zuleikha Chaudhari & Raqs Media Collective

Waar

Koninklijke Vlaamse Schouwburg, Arduinkaai 7 1000 Brussel

 

 

Zuleikha Chaudhari & Raqs Media Collective

Seen at Secundrabad

event

Een foto uit 1857, genomen door oorlogsfotograaf Felice Beato drie maanden na een muiterij bij de Britse Oost-Indische Compagnie, is het uitgangspunt van Seen at Secundrabad. Vier mannen en een paard poseren voor de lens te midden van beenderen en skeletten. De foto legt een moment uit de koloniale geschiedenis van India vast en suggereert een exact geregistreerd heden. Maar als je weet dat het maken van een foto toen vrij lang kon duren, dan besef je dat deze foto vóór alles het resultaat is van een pure mise-en-scène . Voor dit nieuwe project werkt de Indische regisseur Zuleikha Chaudhari samen met het Raqs Media Collective, een groep van drie kunstenaars die in het circuit van de hedendaagse kunsten een reputatie opgebouwd hebben met hun visueel werk, publicaties en curatorprojecten. Samen nemen ze de foto van Beato haarscherp onder de loep in een bijzondere voorstelling die de uitgepuurde enscenering van Chaudhari verbindt met het theoretische discours van Raqs Media Collective. Seen at Secundrabad is een productie over optisch bedrog en het intrinsiek simultane karakter van verleden, heden en toekomst.

Wat: Seen at secundrabagh van Zuleikha Chaudhari en Raqs media Collective

Waar: Brussel KVS-Box

Wanneer: 12 mei 2011 om 20.30 uur

Met wie: met een paar van de klas : Steffi Dekegel, Glenn Hamelryk, Elien Vandendoorent,…

 

  • We wilden donderdag 12 maart naar het Kunstenfestivaldesarts gaan. Ik had op de site gekeken en wou eerst naar een andere voorstelling gaan. Toen we de tickets wilden bestellen, bleken ze uitverkocht te zijn. We hebben dan een voorstelling genomen die wel nog beschikbaar was. Het was zeker en vast een grote uitdaging. Ik vond het iets anders dan ik gewoon ben. Ik ga al niet veel naar een toneelvoorstelling kijken. Dit bleek er een te zijn rond een foto.
  • Ik had nog nooit gehoord over deze man, laat staan over de voorstelling. Ik wist natuurlijk wel wat het Kunstenfestivaldesarts was. Maar hiervan had ik nog nooit gehoord. Ik had ook op de site gelezen  dat dit zijn World Première was voor dit stuk. Ik wist ook dat het in het Engels ging gesproken worden en in het Indisch. Natuurlijk waren er ook Nederlandse en Franse vertalingen.

 

De performance is een tekstfragment. Dit is een aantekening bij de fotograaf Felice Beato, die een foto maakte van de nasleep van de muiterij in het leger van Oost-India.  Op de foto staat een wit paard, mensen en een tal van menselijke skeletresten met als achtergrond een ruïne.

 

De performance begint heel vreemd. De man zegt niets en neemt een rol zwarte plakband waarmee hij over de grond gaat en deze hieraan bevestigt. Dit doet hij meerdere malen. Ik denk dat de plakband het pad voorstelt dat de reizende fotograaf heeft afgelegd. Door de tape te gebruiken wordt er iets vastgelegd. Hier maak ik de vergelijking met de foto: dit is ook het vastleggen van een gebeurtenis die zich heeft afgespeeld.

 

Hij begint te vertellen in het Engels en soms horen we ook wat Indisch. Dit was soms verwarrend want ik was aan het luisteren in het Engels en ineens schakelde dit naar het Indisch over. Wat hij zei was heel vreemd. Hij gemaakte gebruik van moeilijke woordenschat. Ineens begon hij de jaren af te tellen tot hij stopte bij het jaartal dat de foto was genomen. Dit staat ook voor hoe lang deze foto wel bestaat.

 

Hij speelde, denk ik, elk deeltje van de foto na. Hierbij maakte hij rare bewegingen. Op een gegeven moment stond hij recht en liet hij zich naar achter vallen. Ik denk dat dit staat voor de moeilijkheid van een foto. Alles beweegt en toch moet een fotograaf de juiste foto kunnen maken. Hij blies op een bepaald moment ook een ballon op die hij dan weer los liet. Ik denk dat dit stond voor de oorlog die op deze plaats is geweest, al dat geweld en geschiet. Hij pakte ook een spiegel in de vorm van een man. Hij keek in deze spiegel en ik denk dat dit staat voor de echtheid, de ‘werkelijkheid’ van deze foto. De foto ziet eruit alsof het een spontane foto is. Een spiegel is de weerkaatsing van de werkelijkheid.

 

Men toonde ook elke keer maar een paar delen van de foto, die hij dan elke keer uitbeeldde. Dit vond ik wel een leuk aspect van de voorstelling. Je was benieuwd hoe de foto er nu in zijn geheel ging uitzien. Het doek waar de foto op stond kwam ook altijd maar dichter en dichter. Dit had ik in het begin niet door, ik dacht dat de foto gewoon vergrootte.

 

Op het einde van het verhaal geeft hij een uitleg van de foto. Hierdoor komen we te weten dat dit geen spontane foto is maar dat alles gewoon een mise-en-scène is. Zelfs de beenderen bleken na studie vals te zijn. Ze waren heel mooi en wit. We weten dat dit niet kan want de beenderen van de mensen die daar echt zouden gestorven zijn, zouden in die tijd geen mooi wit skelet kunnen vormen. De originele beenderen waren dus niet van de dode rebellen geslacht in Secundera Bagh. Het waren beenderen van andere mensen.

 

Het spijtige hieraan is dat deze beenderen dus geen verhaal vertellen. Als dit de beenderen zouden zijn van de echte mensen, dan zouden daar schrammen opstaan en zou dit een verhaal vertellen. Maar als we deze informatie niet weten, denken we hier ook niet aan en is alles zoals het ervoor was. Dan vertelt de hele foto een spontaan verhaal.

 

Ik vond het een speciale ervaring. Ik denk niet dat ik nog eens naar zo een performance zou gaan. Ik kijk liever naar een gewoon toneelstuk. Het was een hele verrassing dat dit het resultaat van de voorstelling was. Ik vond het wel leuk om na te denken over wat deze man nu eigenlijk aan het doen was, want soms was dit niet zo duidelijk. Dat er achter iedere beweging die deze man maakte een betekenis zat, spreekt mij ook aan.


30-11-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Javier Marín en Wim Delvoye palmen Kunstberg in

Enkele dagen geleden installeerde Wim Delvoye zijn zeventien meter hoge ‘Tour’ op het dak van het Paleis voor Schone Kunsten. De gotische toren krijgt intussen gezelschap van enkele gigantische sculpturen van de Mexicaanse kunstenaar Javier Marín (°1962).

Maríns project kadert in de feestelijkheden rond de 200ste verjaardag van de Mexicaanse onafhankelijkheid en de viering van honderd jaar revolutie. Een paar maand geleden konden de Brusselaars in dat kader een stadsverdieping hoger, namelijk aan de Gulden Vlieslaan, al kennismaken met het werk ‘Nuestros Silencios’ van zijn landgenoot Rivelino.

Net als de majestueuze reuzen, die hun reis intussen verdergezet hebben naar Duitsland, reizen de sculpturen van Marín heel Europa rond. Na onder andere Madrid, Milaan en Den Haag is Brussel aan de beurt. De installatie ‘Van 3 naar 3’ van Javier Marín spreidt er zich uit over meerdere locaties.

Negen ruiters

Vertrekpunt is de grote hal van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. De twee gigantische ronde sculpturen zijn volgestouwd met menselijke lichamen. Of toch delen ervan. Buiten op het Koningsplein en het Museumplein liggen nog enkele sculpturen, zoals het gigantische vrouwenhoofd voor de Koninklijke Kapel.

Al spreken vooral de negen ruiters die nog een stadsverdieping lager, aan het Albertinaplein, opgesteld staan tot de verbeelding. Hun kleur verdeelt hen in ensembles van drie, waardoor ze als het ware een drie-eenheid vormen binnen het geheel. Op de achtergrond torent het stadhuis boven de huizen uit. Bovendien vormen de ruiters een broodnodig artistiek tegengewicht voor de gigantische bloempotten die sinds kort aan het Centraal Station staan.

Japanse architectuur

In de schaduw van de ruiters ligt de B-gallery, een initiatief van de stad Brussel. De galerij wil jonge plastische kunstenaars via een tentoonstelling en een publicatie een springplank bieden. In het kader van de Zomer van de Fotografie stelt Sarah Van Marcke (°1984) er haar werk tentoon.

Van Marcke exposeert foto’s van haar reis langs architecturale sites in Japan. In haar beelden onderzoekt ze de positie van het menselijke lichaam in de architectuur van onder andere Kenzo Tange en Tadao Ando. Ze integreert voor haar typisch Japanse objecten als halftransparante paraplu’s en witte handschoenen. Ook in de video, die ze samen met Thierry Vandenbussche creëerde, spelen die paraplu’s de hoofdrol.

Elien Haentjens

b. - activiteit: Expo

-          Museum voor Moderne Kunst – BRUSSEL

-          woensdag 10 november 2010

-          Ik bezocht deze tentoonstelling samen met mijn opa.

-          Motivatie: Ik heb deze tentoonstelling gekozen omdat ik niet veel weet over kunst. Mijn opa is kunstenaar en ik dacht dat hij mij hier veel over zou kunnen vertellen. Daarom heb ik hem gevraagd om samen met mij een museum te bezoeken. Hij stelde verschillende musea voor. Ik heb gekozen voor een museum met verschillende kunstenaars in plaats van één kunstenaar omdat je dan verschillende artiesten kan zien. Ik was benieuwd en verwachtte dat ik een overzicht zou krijgen van de moderne kunst.

-          Voorkennis: Ik kende bijna geen enkele artiest die ik in het museum te zien kreeg. Voor het bezoek ben ik op de site van het museum gaan kijken en vond daar de tijdelijke tentoonstelling van Reinhoud en Jules Schmalzigaug. Van de namen Ensor en Delvaux had ik al gehoord. Mijn voorbereiding bestond erin dat ik er met mijn opa over gesproken heb en wat boeken heb kunnen inkijken zodat ik toch wat namen van kunstenaars kende en wat ze gemaakt hebben.

 

 

c. bespreking.

 

Het bezoek aan het Museum voor Moderne Kunst in Brussel was meer dan de tentoonstelling bezoeken.

Het begon al toen wij het Centraal Station uitkwamen en de Kunstberg opliepen. De Kunstberg is eigenlijk de verbinding tussen de boven - en benedenstad. 

Bij het begin van de Kunstberg zagen wij grote ruiterbeelden en later op het koningsplein grote beelden van hoofden van mensen. Ze waren groot en in een rode kleur. De hoofden liggen of staan op hun kop. Ze bestaan uit verschillende delen die aan elkaar gezet zijn met plaatjes.

De ruiters stonden op grote pilaren en waren in 3 verschillende kleuren.

 

Ik ontdekte dat deze van Javier Marin waren.

Hij is een Mexicaanse beeldhouwer. Mexico viert in 2010 tweehonderd jaar onafhankelijkheid en honderd jaar revolutie. Voor deze gelegenheid werden het hele jaar talrijke evenementen in en buiten Mexico georganiseerd en worden de beelden van deze kunstenaar in Brussel op openbare plaatsen tentoongesteld.

 

In het museum zelf zag ik ook nog beelden van Javier Marin. Omdat deze beelden zo speciaal waren heb ik voor een artikel van deze kunstenaar gekozen. Het valt me op dat al deze beelden menselijke figuren zijn. De mens staat in zijn werk centraal. De beelden zien er heel klassiek uit, maar met hedendaagse uitdrukkingen op hun gezichten. Mijn opa zei dat het barok was. Zijn werken zijn uitgevoerd in brons, marmer of kunsthars. Ik zag er ook 2 grote cirkels ongeveer 5 meter hoog. De cirkels zijn opgevuld met stukken van menselijke figuren: armen, benen, hoofden, …De stukken zijn aan elkaar vastgebonden met ijzerdraad. Ook hier zie je weer uitdrukkingen op de gezichten. Ik heb gelezen dat hij deze cirkels associeert met een Azteekse Godin Chalchihuitl, de godin van de rivieren, meren en het oprijzende leven. Hij wil hiermee onze tijd weergeven met de vluchtige jacht naar schoonheid en de angst voor plotselinge vernietiging.

 

Het artikel in a. zegt dat de beelden een artistiek tegenwerk bieden voor de bloempotten aan het Centraal Station. Hier ga ik volledig mee akkoord. Deze beelden zijn voor mij echte kunst, de bloempotten zijn voor mij een versiering van de straat.

 

In het museum was er een permanente tentoonstelling en nog nog 2 tijdelijke tentoonstellingen nl. van Reinhoud D’Haese, een beeldhouwer en van Jules Schmalzigaug.

Reinhoud heeft vooral beelden gemaakt in koperen platen die in de juiste vorm geslagen werden en aan elkaar gelast werden.

Bij Schmalzigaug viel mij op dat sommige werken nogal druk waren met veel beweging. Mijn opa zei dat dit tot de stroming van het futurisme behoorde en dat dit in Italië ontstaan is. Het schetsboek en de leuke geïllustreerde brief spraken mij het meest aan.

Ook het werk van Pierre Alechinsky sprak mij aan. Hij is een Belgisch kunstenaar. Wat mij opviel in zijn schilderijen zijn de kleine tekeningetjes rondom. Mijn opa zei dat dit predella’s zijn. Dit zijn kanttekeningen rond een schilderij. Vaak wordt dit geschilderd in inkt met Japanse penselen. Ik vond dit zeer mooie werken.

 

Ook een werk van Jan Fabre sprak mij enorm aan. Er was een grote bol volgeplakt met kevers ( de dekschilden)  en ook een soort kleed met kevers. Ik vind deze twee stukken prachtig.

Hij werd bekend door zijn tekeningen op vellen papier die volgekrast waren met blauwe balpen (soms ook met een ander motief erin). Hij heeft ook eens een heel kasteel beplakt met balpentekeningen.

In het Koninklijk Paleis in Brussel heeft hij het plafond en de luchters volgeplakt met groenachtige glinsterende kevers. Het waren ongeveer 1500000 Thaise juweelkevers.

In Gent beplakte hij de zuilen van de universiteitsaula met honderden kilo’s sneetjes rauwe ham. Dit lokte veel reacties uit.

 

Op mijn blog staan foto’s van kunstwerken die mij aanspraken. Mijn opa gaf de nodige uitleg. Zo kwam ik heel wat te weten.

 

 

 

 *          *          *





Javier Marin: De ruiters





Javier Marin




Javier Marin




uitvergroting vorige Javier Marin





Javier Marin









Pierre Alechinsky





Jan Fabre




Jan Fabre






Jules Schmalzigaug




Reinhoud D’Haese





Max Ernst



Jean Dubuffet


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

 

FILM : DES HOMMES ET DES DIEUX

 

 

  1. recensie uit de Knack

 

dinsdag 07 september 2010 om 17u52

Des Hommes et Des Dieux: Godverdomd

Xavier Beauvois’ mediteert over de moord op zeven Franse paters in de Algerijnse Atlas, met een sereen noodlotsdrama als gevolg.

Des Hommes et Des Dieux ****
Xavier Beauvois met Lambert Wilson, Michael Lonsdale, Olivier Rabourdin, Philippe Laudenbach, Jacques Herlin

Eerder showde Xavier Beauvois al zijn talent met het aidsdrama N’Oublie pas que tu vas Mourir (1995) en de flikkenfilm Le petit lieutenant (2005), maar nu lijkt zijn internationale moment de gloire pas écht aangebroken. Zijn vijfde langspeler Des Hommes et Des Dieux toont immers niet alleen een regisseur die zijn complexe materiaal volledig beheerst. Dit in Cannes terecht met de Zilveren Palm bekroonde doemdrama boogt ook op een exquise ensemblecast, die ontroert zonder in acteernummertjes te vervallen.

Beauvois inspireerde zich voor zijn nieuwste prent op het controversiële bloedbad uit 1996 in het Algerijnse cisterciënzerklooster van Tibhirine. Zeven Franse paters werden daar ontvoerd, vermoord en daarna ook onthoofd. De aanslag werd opgeëist door moslimterroristen maar – zo bleek later uit documenten van de Franse geheime dienst – zou evengoed het werk van het Algerijnse leger kunnen zijn.

Wie precies achter de slachtpartij zit, is echter niet Beauvois’ besogne, laat staan dat hij de moorden zelf in beeld brengt. In een observerende stijl focust hij consequent op de monniken. Het gaat hem om hoe ze met de bedreiging omgaan, hoe ze hun angsten bekampen en vooral: hoe ze samen tot het besluit komen om ondanks het nakende onheil hun roeping, hun klooster en de moslimbevolking van Tibhirine trouw te blijven.

Wat begint als een semidocumentair verslag van hun dagelijkse bezigheden en rituelen, zie je dan ook gestaag uitgroeien tot een ascetisch verpakt staaltje spirituele suspense en existentiële tragiek. Climax daarbij is de aangrijpende maar asentimentele scène waarin de paters elkaar en hun aardse bestaan stilzwijgend adieu zeggen door zich samen een glaasje wijn en wat muziek uit Tsjaikovski’s Zwanenmeer te permitteren.

Hoewel de zaak de gemoederen indertijd danig ophitste en Beauvois zijn verdoemde protagonisten tot discrete martelaren promoveert, houdt hij zich ver van religieuze polemieken. Zo blijkt broeder Christian (Lambert Wilson), die aan het hoofd staat van het klooster, even bedreven in het citeren van de Koran als de Bijbel, terwijl broeder Luc (Michael Lonsdale) zich ondanks zijn zwakke gezondheid welwillend over de lokale bevolking ontfermt. Bovendien krijgen zelfs de mujaheddin die het afgelegen klooster in de Atlas overvallen om de medicijnvoorraad te jatten de kans om hun visie te ventileren.

De voorzichtige pointe die Beauvois lanceert, is dat respect en humanisme belangrijker zijn dat eender welk dogma van deze of gene religieuze strekking, maar hij doet zonder daarvoor het preekgestoelte te betreden. Finaal openbaart Des Hommes et Des Dieux zich dan ook eerder als een doordachte meditatie over (zelf)opoffering, postkoloniale stress en de cathartische kracht van sobere cinema dan als een sensatiegeil noodlotsdrama vol pathetische poeha. Amen!

Dave Mestdach

 

  1. gegevens over de activiteit

 

-          activiteit : film ‘des hommes et des dieux’

-          gaan zien in Brussel, in de UGC-de Brouckère

-          op 24/09/2010 om u.

-          met mijn mama en haar partner

-          Ik wilde naar deze film gaan kijken omdat de partner van mijn mama deze gezien had en hier heel enthousiast over was. Het is omdat de opdracht een activiteit kiezen is die je normaal gezien niet zou doen, dat ik voor deze film heb gekozen.Ik wou openstaan voor iets anders. Ik zou nooit uit mezelf naar een film over monniken zijn gaan kijken.

Daarom was het ook een uitdaging voor mij.

-          Ik wilde naar deze film gaan kijken omdat ik van de partner van mijn mama gehoord had dat hij heel goed was en dat je hem absoluut gezien moest hebben. De film werd ook druk besproken in kranten, tijdschriften en op het internet. Dat maakte me nieuwsgierig. ik verwachtte een mooie film te zien en een film waar je eens moet bij stilstaan.

-          Ik had geen enkele voorkennis, noch over het onderwerp, noch over de acteurs, noch over de regisseur. De partner van mijn moeder was wel al naar de film gaan kijken, had de film sterk aangeraden, maar wilde niets over de inhoud zeggen. Hij zei enkel dat we de film absoluut gezien moesten hebben. Ik weet alleen dat het een Franse film was. Ik heb de trailer bekeken om iets te weten te komen over de sfeer en de inhoud van de film.


 

 

  1. bespreking

 

De recensie meldt dat de filmmaker vooral wil tonen hoe de monniken met de bedreiging en hun angsten omgaan.Zo vind ik ook dat de twijfel en de angst van de monniken in de film sterk naar voren komt : ze twijfelen tussen blijven in hun klooster in Algerije of het dreigende geweld ontvluchten en dus naar Frankrijk terugkeren.Ondanks de twijfel blijven ze inderdaad trouw aan hun geloof.

Dit wordt mooi in beeld gebracht: alle monniken zitten rond de tafel en stellen elkaar de vraag wat ze gaan doen. Ze hebben elk wel een andere reden waarom ze zouden blijven of vertrekken.De ene wil blijven omdat niemand op hem wacht, de andere wil vertrekken omdat hij ziek is of zoals Jean-Pierre zegt: Depuis quand on obéit aux armes…

Uiteindelijk beslissen ze dat het nog te vroeg is om te vertrekken en zullen ze bidden. Deze scène werd heel mooi verfilmd: de rust en stilte die dit fragment uitstraalt is aangrijpend en de uitdrukkingen op de gezichten van de paters: je voelt de twijfel en ziet de angst. Het is alsof je er middenin zit. Ze respecteren ook elkaars reden waarom ze al dan niet zouden vertrekken en oordelen hier niet over. Er is geen discussie en ze proberen elkaar niet te overtuigen. Iedereen mag zijn zoals hij is.

 

In de recensie staat dat respect en humanisme belangrijker zijn dan godsdienst. Er wordt in de film niet geoordeeld over een godsdienst.De paters komen goed overeen met de moslimbevolking. Er is wederzijds respect en dat is belangrijker dan de godsdienst op zich. Er is ook respect  voor rituelen die bij deze religieuze strekkingen horen. De paters wonen zelfs een besnijdenisfeest mee. Zoals de recensie vermeldt, citeert broeder Christian zowel de koran als de bijbel. De filmmaker stelt zowel de katholieken als de moslims in de eerste plaats als mensen voor met hun twijfels, hun zekerheden, hun angsten, en al hun gevoelens. Dan zie ik welke godsdienst je ook hebt, elke mens dezelfde gevoelens heeft. In de film is er een gesprek tussen een moslimmeisje en een pater over liefde.

De monniken verzorgen ook een moslimterrorist. Hier zie je ook dat in de eerste plaatst de mens telt.

 

Het artikel spreekt van de observerende stijl, een semi-documentair verslag. De film is inderdaad heel traag en rustig en volgt het leven van de monniken. Je staat op en gaat met ze slapen. Deze handelingen worden telkens weer herhaald in de film.De stilte en rust in de film zijn zoals de rust van het kloosterleven.Het is zoals de recensie vermeldt gefilmd in een observerende stijl. Je volgt de monniken in hun dagelijkse leven.Je zit precies in het ritme van het leven in een klooster: het werk in de tuin, de gebeden en kerkdienst met de rituelen en gezangen, de maaltijden.(ze eten ook frietjes).Wat niet in het artikel vermeld werd, is dat er prachtige landschapsbeelden in de film voorkomen die ook een groot stuk van de sfeer uitmaken. Amedée, de oudste pater, zorgde af en toe voor grappige momenten in de film. Door zijn manier van handelen en mimiek. Hier moest ik soms om lachen.

 

Een ander element dat de sfeer in de film bepaalt, is het feit dat er bijna geen instrumentale muziek in de film voorkomt. Er wordt wel veel gezongen door de monniken.Enkel wanneer dit echt nodig is  wordt er muziek gespeeld. Zo wordt op het moment, wanneer de monniken weten dat ze het niet zullen overleven, het Zwanenmeer van Tsjaikovsky gespeeld. Dit was voor mij een aangrijpend moment. Het deed me denken aan het laatste avondmaal. Het is een film die aanzet tot denken.

 

 

*          *          *




















>

Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs