De eerste les die ik volgde, was oefeningen chemie. Groep T
ontving ons zeer goed en een begeleider bracht ons naar een klein lokaaltje.
Daar mochten we meteen tussen de andere studenten gaan zitten en daardoor leek het
net alsof we op school waren. De prof sprak ons en de studenten op een normale, vriendelijke
manier aan en dat creëerde een goede sfeer. De les begon met het verbeteren van oefeningen die de studenten
hadden moeten voorbereiden en daar hadden wij niet veel aan. Daarna gaf hij
nieuwe oefeningen op en vroeg of we ze mee wilden maken. Dat was iets te
moeilijk voor ons omdat we de achterliggende theorie niet kenden. Anders zouden
de oefeningen wel doenbaar geweest zijn.
In de namiddag bleef ik op Groep T om een hoorcollege over fysica te volgen. Deze les ging door in een aula en dat gaf meteen een heel andere sfeer. De prof begon met een nieuw hoofdstuk over de druk op vloeistoffen met grote volumes. Omdat we in het middelbaar ook al over druk hebben geleerd, kon ik deze keer wel goed volgen. Dit hoofdstuk was niet super tof, maar ik vond het wel interessant genoeg om eens als les fysica op een hoge school gevolgd te hebben. Ik was al lang van plan om later sterrenkunde en dus ook fysica verder te studeren en deze les heeft de doorslag gegeven.
'Leven als god in Frankrijk' is een spreekwoord dat heel goed bij dit boek past. De familie Deschryver is een zeer welvarende familie. Vader zit in de
politiek, nonkel Leo staat aan de top van 'de tapis plain' ... Ze
hebben banden met allerlei belangrijke personen. Katrien Deschryver
leeft dus zoals een god. Zij wordt door iedereen aanbeden en is het
mooiste meisje. Maar af en toe slaat het noodlot toe en gebeurt er een
ongeluk waardoor heel haar wonderbaarlijke leventje in elkaar stort.
Niemand praat nog tegen haar en haar identiteit verandert van 'fee' naar
'feeks'. De laatste keer dat ze zo'n ongelukje heeft, waarbij ze haar man
vermoordt, stort heel de familie Deschryver ineen. Er gaan mensen dood
en rechercheur De Decker doet heel het zaakje uit de doeken.