De wijsheid van het leven bestaat uit het uitschakelen van onbelangrijmke dingen (gezegde uit China)
Gisteren avond hebben we een bezoek gebracht aan de kerk.
Dit dorp bestaat uit een kerk waarvan men van heinde en verre naar een
lichtshow komt kijken over het leven van de pelgrims.
Verder zijn er twee restaurantjes en 80 inwoners.
De restaurantjes zijn open in het weekend, dus hebben we gisteren zelf ons
potje gekookt, en nog wat geprofiteerd van de laatste zonnestralen en dan naar
bed.
We hadden trouwens de refuge weer voor ons alleen. Voor 13euro per persoon
zorgt de gemeente ervoor dat je als pelgrim kan slapen, douchen en koken;
probeer dit bij ons maar eens te vinden.
Deze morgen zijn we na het ontbijt om 08:08h vertrokken.
30Km na de kerk puften we reeds omhoog door het bos, een weg was er niet, wel
karresporen tot 60cm diep. Eénmaal boven was het tijd om te drinken en onze
fleece op te bergen.
Langzaam stijgend ging het nu verder over een smal asfalt-pad.
Als we op het einde van dit pad naar rechts afbuigen zien we in de verte de
bergtoppen door de wolken steken, terwijl we vol verwondering staan te kijken
verdwijnen langzaamaan de wolken en komen de bergen in al hun glorie te
voorschijn.
Hun besneeuwde flanken schitteren in de zon. Nu de wolken verdreven zijn, zien
we voor ons glooiende bergweiden verschijnen met hier en daar een dorp
verscholen achter enkele bomen of een bergrug. Op het einde van deze smalle
asfaltweg stuurt de GR78 ons door een smalle poort, een holle weg van max. 60cm
breed, langs sappige weiden begroeid met talloze bloemen.
We duiken de diepte in, op het diepste punt word ons geen rust gegund, door een
andere poort en een andere holle weg kruipen we terug omhoog.
Hier en daar ontwaren we een vervallen boerderij van een keuterboerke.
Holle wegen, dieptes en hoogtes wisselen elkaar af tot we uiteindelijk op een
smal asfaltpad belanden. Hier word ik opgewacht door een woest blaffende hond.
Ik waarschuw Mariette dat ze rechts van mij moet lopen, met mijn wandelstok in
de hand klaar om ons te verdedigen stappen we verder. Uiteindelijk heeft hij
het begrepen en geeft de hond ons een
vrije doorgang.
Enkele honderden meters verder nemen we een rustpauze op een rotsblok.
Blijkbaar is dit de zonneplaats van talrijke hagedissen.
Als we ons op het rotsblok neerzetten zien we overal hagedissen wegvluchten,
maar de verleiding van de zon is te groot, na een paar minuten komen ze ons
terug vergezellen.
Mariette aanschouwt hun manier van zonnebaden terwijl ik het volgende verhaal
verzin voor onze kleinkinderen.
Het verhaal van de
lelijke boom
Heel, heel lang geleden toen de aardbol nog niet helemaal af
was, vond onze lieve heer nog een grote open vlakte in Buzy in Frankrijk.
Mensen leefden er toen nog niet op deze plaats. Hij besloot op een nacht een
bos te schapen( toveren). Het bos bestond uit beuken en eikenbomen, die recht
naar de hemel groeide om trots met hun kruinen te wiegen. Maar ergens bijna in
het midden van het reusachtige bos stond een boom krom gegroeid met grillige
takken. Zijn stam stond vol met builen en bulten en goed 1 m van de grond was
een gat in de stam. Terwijl de andere bomen strots en zwijgzaam naar boven
groeide en op alles hoogmoedig neerkeken, had onze lelijke boom een speciale
gave ontwikkeld of gekregen. Hij kon namelijk praten met de dieren. Op zijn
kronkelige takken speelden eekhoorns enkwamen volgels uitrusten na een lange
vlucht. Aan zijn wortels zaten konijnen, vossen en soms beren vredig naast
elkaar te luisterennaar wat de boom te vertellen had. In het gat va de boom
hadden bijen hun huis gemaakt waar ze van de heerlijke nectar van de bloemen
honing maakte. Op hun beurt deelden zij hun honing met bruintje de beer, want
die was verlekkerd op honing. Zo ging het honderde jarenvredig zijn gangetje.
Tot op een dag een krijgsheer op zijn paard door het reisachtige bos kwam
gedraafd. hier in Buzy bouwen we onze burcht sprak hij tot zijn onderdanen.
Maar om een burcht te bouwen had hij veel hout nodig en zijn onderdanen eten te
geven had hij landbouwgrond nodig. Zo besliste hij op een dag om in dit bos de
mooiste bomen om te hakken, voor het bouwen van zijn burcht. Zo zou er ook
plaats vrijkomen om aan landbouw te doen. Na een tijdje kwamen de houthakkers
wel heel dicht bij de plaats waar onze leleijke boom stond. De dieren hadden
gehoord dat de volgende dag onze lelijke boom zou worden omgehakt voor
brandhout. Ze gingen met zn allen naar de lelijke boom om dit onheil te
vertellen. Onthutst aanhoorde hij hun verhaal, maar wat kon hij in hemelsnaam
doen. Hij die altijd zo goed geweest was voor de dieren, ze allemaal een thuis
gegeven had en ze getroost had wanneer het nodig was.
Die nacht barste er een hevig onweer los boven het bos, een
harde donderslag onmiddellijk gevolgd door een felle bliksemschicht, die zich
vlak voor de wortels van de boom in de grond boorde, gaf de lelijke een
wonderbaarlijke kracht .Plots kon hij zijn wortels bewegen en al wiegend kon
hij zich voort bewegen. Ren, ren zo snel je kan riepen zijn vrienden de
dieren.Toen de trotse hooghartige bomen onze lelijke boom zagen wegrennen,
trokken zij uit alle macht aan hun wortels, maar helaas geen enkele kon
vluchten. Ze zouden sterven om een burcht te bouwen.
Tegen de vroege morgen kwam onze lelijke boom doodmoe aan
bij een oude vervallen boerderijtje, hij had nog juist de kracht om zijn
wortels diep in de vruchtbare grond te graven. Wat schrok hij toen het oude
arme boerke, dat hier woonde met zijn vrouw en zeven kinderen,s morgens buiten
kwam met een enorme bijl in zijn handen en recht op hem af stapte.Net toe hij
zijn eerste houw in de boom wilde kappen kwam zijn jongste dochter buiten en
riepnenen papa neen, dat is onz eboom de mooiste van de hele wereld, wij
willen daar een huisje in bouwen. En zo komt het dat onze lelijke boom nog
altijd met de dieren kan praten, terwijl in zijn kruin kinderen spelen in een
prachtige boomhut. De boom leefde nog lang en gelukkig met de dieren samen met
de boerenfamilie, die nu zoveel jaren later nog altijd op dezelfde plaats wonen.
Einde verhaal en einde rustpauze. We vertrekken verder over
een breed bospad,, steeds hoger. Rechts van ons gaapt de afgrond, links groeien
statige beuken. Op deze weg spot Mariette haar eerste franse ree, komt het door
het schrikken, wie zal het vertellen, éénmaal boven kunnen we niet meer verder
en beseffen we dat we op onze stappen moeten terug keren. Gelukkig zien we na
een paar honderd meter waar we fout zijn gelopen en komen we na een steile
afdaling door een smalle holle weg weer op een asfaltweg terecht. Deze brengt
ons uiteindelijk in Maulien Licharre.
Oh ja we hebben gepicknicked in de berm van de D2 tussen
muntblaadjes (heerlijke geur). Vannacht hebben we in de gitte het gezelschap
van een 77 jarige duitser die in Portigal langs alle heiligdommen is afgefietst
en zo verder naar Santiago en nu verder naar Lourdes fietst. Hij weet nu nog
niet wat hij gaat doen als hij in Lourdes
aankomt.
13 mei 2014 dâoloron-saint-marie â lâhopital-saint-Blaise 26 km
Rust is het loslaten van het verleden en de toekomst en het
laten gaan van angsten (Ebo Rau)
Voordat we gisteren het centrum van Oloron introkken namen
we een rustpauze op de place Saint piere. Op deze plaats vochten vroeger de
ridders ter paard met hun lans om ten gunst te komen bij de dames van adel. De
rue centuelle brengt ons bij de kerkSaint-croir, hier in deze prachtige kerk
met Arabische invloeden laat onze camera ons in de steek(flits werkt niet). Om
de oude kathedraal Saint Marie te bezoeken moeten we eerst langs heel wat
trappen de diepte in om even later over het water weer fel te klimmen. In deze
sobere kathedraal worden nog enkele kunstschatten zeer streng bewaakt. Onze stempel bekomen we hier van een al wat
oudere kerkbewaarder.
Bij onze speurtocht naar onze slaapplaats is nog maar eens
bewezen dat toeval niet bestaat.Recht over de kerk staan naast elkaar twee
gezellige terrassen. Een pelgrim is ook maar een mens en dus besluiten we om
een lekkere capucino te gaan drinken. Als ik naar het rechtse terras afzak zegt
Mariette laten we dat linkse nemen. Als ik dan aan de ober vraag of hij ons
kan zeggen waar de refuge zich bevindt, antwoord hij Ik zal u dadelijk alle
info geven en ook de code om binnen te geraken, want ik ben de
verantwoordelijke, deze avond na 20:00 kom ik afrekenen, geen toeval hé.
In de refuge ontmoeten we Roger en José weer de twee
pelgrims die bij ons op het vliegtuig zaten, samen maken we er een gezellige
avond van. Ik vermoed dat we er weer enkele vrienden bij hebben.
Deze morgen zaten w , naa een goede nachtrust, samen mer
Roger en José, een Nederlandse studente van 19 j, een mexikaanse , een franse
dame en nog enkele fransmannen aan de ontbijttafel.
Onze start is aan de oude kathedraal Roger en José gaan een
andere kant op om over de somport weer op de camino frances te komen in Puenta
La reine. Wij daarentegen gaan verder naar Saint-jean-pied-de-port om daar de
oversteek naar Roncevalles te maken.
Vanaf de kathedraal tot in Moumour, het volgende dorp,lopen
we over asfalt wegen. Hier is het tijd om onze regenkleding te testen. Goed
beschermd tegen de natuurelementen duiken wij vanaf het dorp de diepte in naar
het stadspark, een park met eeuwen oude eiken, een echte rustgevende plaats. Na
de pont César gaat het weer even stijl omhoog. Puffend en hijgend moeten we
éénmaal boven onze regenkleding uitdoen en onze zonnegril opzetten. Hier
verlaten we de asfaltwegen om over een smal pad door het bos verder te gaan.
Nog geen twee kilometer verder hebben we onze regenkledij alweer aan. Als even
later de zon weer schijnt en we langs een struik met boerenjasmijn komen , kan ik
de verleiding niet weerstaan en pluk ik een flinke tak om aan Mariette haar
rugzak te hangen(dat noemt iemand in de bloemetjes zetten). Vandaag geen
bosaardbeien als voorgerecht. In Aren aangekomen is het tijd om iets eten. In
het stadspark nestelen we ons op een bank in het zonnetje, zoals altijd doen we
ook nu onze schoenen uit. Als we ons laatste stukje brood op hebben, moeten we
met al ons hebben en houden in een bushokje vluchten voor een naderende
regenbui. Tegen de wind, maar draag, gaan we even later verder. 2 km later
stuurt de gr ons het bos in, het begint nu echt te stort regenen en binnen 1
minuut is mijn 11 euro broek door en door nat. We lopen door een prachtig bos,
soms op een oerwoud lijkend, afgewisseld met kreupelhout. De weg wordt
gevaalijk glad en de volgende 10 km worden loodzwaar. Het bospad kronkelt,
daalt en stijgd voortdurend, de lemen ondergrond en de gladde rotsen beltten
ons om veel rond te kijken. Uitgeput komen we om 16:00 aan in Lhopital-saint-blaise
, waar we in een gemeentelijke refuge een plaatsje hebben gereserveerd, het zal
niet laat worden vandaag;
Wie door het rijk der dromen durft te lopen, bereikt de
waarheid (Johann Wolfgang Von Goethe)
We waren reeds fris gewassen gisteren avond als de camping
eigenaar kwam aanrijden. Zoals telefonisch beloofd bereide hij een maaltijd
voor ons, Pasta, een spiegelei, lekkere tomaatjes met brood en kaas en om de
dorst te lessen een fles rode wijn. Na een goede nachtrust in onze privé
blokhut stond hij om 07:30 voor onze deur met het ontbijt. Dampende koffie,
zelfgemaakte confituur van framboze en honing en als afsluier een chocolaatje,
en jullie maar denken aan ons, arme sukkelaars .
Om gisteren de camping te bereiken moesten we 5 km van onze
route afwijken, dus werden we door onze campingbaas netjes afgezet op onze
startplaats. Om 08:30 verlieten we Buzy, langs een beekje dat zwart zag van de
jonge forel. Even verder op hadden we het genoegen om met een keuterboerke een
praatje te maken.
Ook al ben je wat ouder zolang je iets bijleerd is alles in
orde. Gisteren was mijn broek doornat van het lange gras, dus vandaag rol ik ze
op tot net onder mijn knieën. Nog voor we één grassprietje tegenkomen. De GR 78
loodst ons even buiten Buzy door een karrespoor langs sappige weiden. Links van
ons zien we in de verte de bergen terwijl de vogels hun mooie serenades voor
ons zingen. luister eens zegt Mariette de vogels zijn net zo blij als wij.
Al wandelend door de weilanden verschijnen de grote
boerderijen met echte koeien(geen dikbillen). Als we in Oyeu-les-bains aankomen
staat de kerkdeur al open, hier branden we nog een kaarsje op vraag van
zoveleom onderweg toch maar eens aan hen te denken. Vele dorpen zien er
verloederd uit, maar hier in Oyeu-les bains is alles aanwezig, zelfs een dansschool.
Een breed bospad brengt ons naar de picnicplaats de 4 eiken,
waar de sporen van een uit de hand gelopen feest nog goed zichtbaar zijn. Het
breed pad gaat over in een smal kronkelend pad waar aan weerszijde de wilde bloemen zich van hun beste zijde tonen.
Als er een open plek komt zien we steeds in de verte de bergen.
Onbekende vogelgeluiden omringen ons en zelfs Mariette kent
niet alle namen van de bloemen die steeds talrijk opduiken. Het is bijna 12 uur
als aan onze rechterzijde de bosaardbeien te voorschijn komen. Dus als
voorgerecht nemen we bosaardbeien en op een boostam doen we ons te goed aan een
Frans brrod vergezeld van sardines in olie, wat kan men zich nog meer wensen.
De resterende kilometers lopen we langs een snelstromende
rivier of door een oerwoud om uiteindelijk over de duivelsbrug in Oloron te
belanden. Voor we in Oloron aankomen cirkelen er 3 gieren boven ons hoofd ofwel
zien wij er op sterven na dood uit ofwel zien die gieren bijna blind.
Elk mensenleven is een reis, en reizen is een kunst (Libert
Van der Kerken)
Een prachtige avond gehad gisteren in Bruges.
Een studio op het 2de verdiep deelden we met een fransman.
Aangekomen in Bruges gingen we op zoek naar mevrouw Péricou, deze vriendelijke
dame had voor ons twee slaapplaatsen in een prachtige studio.
Eenmaal geïnstalleerd en fris gewassen trokken we door het dorp op zoek naar
wat eetbaars.
Paté en een halve liter rosé wijn leek ons een goed idee, samen met wat stokbrood
vormt dit alles een heerlijke maaltijd.
Terwijl we op het terras van een aftandse bar genoten van een glas wijn, zien
we in de verte een pelgrim naderen, ook hij heeft gehoord van het goede
onderkomen bij mevrouw Péricou.
Mariette spreekt dan wel geen Frans, maar ze wil wel alles weten.
Onze franse vriend is wel een speciaal iemand. Wonend in Parijs is hij reeds
voor de 12de keer onderweg naar Santiago.
Hij is leraar in de lagere school en geeft les van september tot februari, de
rest van het jaar is hij onderweg, al stappend wel te verstaan.
Geld of bezit heeft hij niet, speciale ervaringen des te meer.
Zoals het een echte fransman betaamt spreekt hij enkel Frans. Tegen
anderstaligen gebeurt het met handen en voeten, en een tekening erbij.
Uiteindelijk liggen we alle drie om 20h30 in onze bedden op zoek naar het
dromenland.
Deze morgen wist onze vriend nog niet waar hij vanavond zou gaan slapen, hij
stapt ongeveer 40km en zoekt dan een slaapplaats. Bij mooi weer is dat in zijn
tent.
Wij hebben het zekere voor het onzekere genomen en een plaatsje besproken in
Buzy op een camping. De baas zou zelf pas komen rond 19h, maar hij zou een plakaat
op een deur hangen met pelgrim Julien afwachten maar.
We vertrekken in een druilerige regen. 200m buiten de dorpskern leidt de GR78
ons over een smal pad en knie-hoog gras de hoogte in.
Hier wordt het verschil tussen een arme en een welstellende pelgrim snel
duidelijk.
Mijn wandelboek van 11euro is binnen de kortste keren kletsnat.
Terwijl bij Mariette het water geen vat heeft op haar dure waterafstotende
broek.
Het is algemeen bekend dat de GR routes niet de gemakkelijkste zijn.
Maar ze zijn zeker de mooiste. Eénmaal boven in de weiden krijgen we prachtige
vergezichten te zien om even later in Migafet aan te komen.
Hier staat de kerkdeur uitnodigend open, dus gaan we even goede dag zeggen.
Door de kleine ramen is het heel donker in de kerk en is er van het interieur
weinig of niets te zien.
Na Migafet lopen we vervolgens 8km over kronkelende paadjes en houten
bruggetjes dwars door het bos. Fel stijgend en dalend staan we meermaals
puffend stil. Maar wat een pracht valt er ons hier in de regen te beurt.
Kronkelende beekjes, bloemen waarvan we de naam niet kennen en fel groene varens
en dat alles terwijl de vogels ons begeleiden met hun gezang.
Mariette heeft zin in chocolade die normaal boven in haar rugzak zit, rugzak
afdoen is geen optie (te nat en te veel modder) en ik ik vind het natuurlijk
niet, dan maar verder zonder chocolade.
Tot we even verder langs de rechterkant van de weg, tot onze grote verbazing,
bosaardbeien vinden.
Mensen, dat smaakt. Ons moeder had gelijk van die blote knieën.
Tijdens de afdaling naar Saint-Kolonne blijven we regelmatig staan om
bosaardbeien te plukken.
Het is net of er een engeltje op je tong pist, zo lekker.
Als we uiteindelijk in Saint-Kolonne aankomen stopt het met regenen.
Ook hier staat de kerkdeur open, het is ondertussen 12h en na ons bezoek aan de
kerk stel ik voor om twee stoelen uit de kerk te nemen en onze boterham buiten
in het kerkportaal op te eten.
En dan gebeuren de wonderen van de Camino. Bij ons levert dit een GAS-boete op
(arme politici, ik wou eigenlijk onnozele politici schrijven, maar Mariette van
dit een beetje overdreven. Dus, arme politici hou u aub bezig met wat ons
aanbelangt en niet met futiliteiten om uw gemeente- of stadskas te spijzen)
Terwijl wij gezeten op onze kerkstoelen aan het genieten waren van ons
dagelijks brood, komt er een dame naar ons toe met de vraag of het niet te koud
is, en of we geen zin hebben in koffie of thee.
Een kopje koffie lijkt ons heerlijk. Geef me de tijd om de klokken te luiden
zegt ze, en dan breng ik jullie koffie. Even later komt ze terug met twee dampende
kopjes koffie, koekjes en chocolade eieren. Als ik haar bedank en zeg dat we in
Compostella aan haar zullen denken is ze de hemel te rijk.
Even aan mij denken en een gebedje doen, zegt ze; want onze familie heeft het
heel moeilijk op dit moment.
Bij ons vertrek zetten we kerkstoelen samen met de lege kopjes terug in de
kerk, want daar komt ze straks alles weer ophalen. Onze dag kan niet meer stuk.
Aardbeien plukkend wandelen we langzaam richting Buzy waar ons bedje wacht.
soms hoor ik Mariette achter mij tegen de koeien praten, die ze met naam
aanspreekt.
Zouden die koeien zo slim zijn dat ze nederlands verstaan? Wie weet, de
wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Dit is geschreven voor ons buitenverblijf in het zonnetje.
Gisteren avond waren we niet alleen bij de paters. We hebben de kamer gedeeld met een nederlander, een echte ancien, ieder jaar is hij wel ergens onderweg voor minimum 1 maand. Een aangenaam man, hij is ook half Belg, want zijn vrouw is van Turnhout.
Na een frans ontbijt zijn we deze morgen vertrokken in Béttharam, direct stijl omhoog langs de kruisweg. Niet zomaar een kruisweg, iedere statie wordt afgebeeld in een echte kapel. In 2016 bestaat deze kruisweg 400 jaar en dus zijn de kapellen aan restauratie toe. Maar ook deze paters zijn niet van gisteren, iedere gift hoe klein ook wordt sterk aangemoedigd.
Al stijgend (wat had je gedacht) worden we langs de kruisweg getrakteerd op prachtige vergezichten, terwijl ook hier de wilde bloemen niet ontbreken.Op het einde van de kruisweg met de gekruisigde christus en de moordenaars bevind zich een kerkhof waar overwegend geestelijke hun laatste rustplaats gevonden hebben. Een eind van de kruisiging staat een grotere kapel ter ere van de verijzenis, in deze kapel wordt de mis nog opgedragen.
Van hieruit gaat onze tocht verder door het bos tot we terug op een asfaltweg belanden aan la croix des hauteurs, waar we een schitterend vergezicht krijgen op de besneeuwde bergtoppen. We volgen steeds de GR 78, die ons langs prachtige plaatsen leidt. Soms staan we stil om naar het zingen van onbekende vogels(althans voor ons) te luisteren, even later moeten we stoppen om naar het sjirpen van de krekels te luisteren.
Plots bevinden we ons in het oude Jougoslavië waar tijdens ons verblijf de krekels nooit ver weg waren.
Mijn moeder zaliger heeft me dikwijls gezegd "gij manneke, gij moet onze lieve heer bedanken op uw blote knieën", toen wist ik niet wat ze bedoelde, maar nu begrijp ik het des te meer. Als je hier in het midden van al deze pracht kunt lopen met iemand die je heel dierbaar is, dan moet je daar dankbaar voor zijn, want zo vanzelfsprekend is het allemaal niet. Terwijl we enkele kilometers voor dorp Asson in de berm naast de weg een rustpauze nemen cirkelen er plots ietwat zwarte vogels in de lucht. Volgens mij gieren, maar niet volgens Mariette, die promt haar verrekijker boven haalt, of het nu gieren of buizerds zijn, we moeten verder. In Asson belanden we op het terras van een café - restaurant, hier wordt het probleem van de gier opgelost. De potron verteld ons vakkundig dat men het verschil van de gier en de buizerd ziet aan de vleugels, want inderdaad in de verte vliegt een gier zoekend naar een kreng van een wild dier of een koe, terwijl dichterbij een buizerd door de lucht zweeft. De patron is de vriendelijkheid zelve en helpt ons aan een adres voor de nacht (een voltreffer zou later blijken). Als dank nemen we hier ons middagmaal (kip met patatjes en sla). De kip is een kippetje, maar met de patatjes en het brood eten we toch ons buikje rond.
Het zicht op de besneeuwde bergen is prachtig en als ook de vlinders en de salamanders verschijnen zijn we de koning te rijk, na 15 km en 6 uur stappen komen we in Bruges aan. Ja je leest dit goed, ongeveer 2,5 km/u gemiddeld, maar wel genoten tegen 200 km/uur.
Na een slapeloze nacht van 4 uur was er belgerinkel om 02:15. Mariette kwam op het lumineuze idee om koffie te zetten, kwestie van wakker te worden of fit te geraken, want slapeloze nachten kunnen vermoeiend zijn.
Waarom ben ik in godsnaam toch zo zenuwachtig?
Als nonkel Patrick om 02:50 op de stoep staat zegt Mariette "3 uur is 3 uur, ik moet nog koffie drinken en schoenen aandoen !!"
Amaai ik besef nu al dat het aanpassen zal worden, maar ja ik heb ook tijd genoeg de volgende weken.
Wat is het prettig vertoeven op de high way 's morgens in de vroegte. Feilloos loods nonkel Patrick de wagen van tante Marleen langs de weinige trucks. Nog even onze juiste weg zoeken op de luchthaven om daarna te genieten van een Java koffie in een kartonnen beker, en zo gaan onze eerste een andere richting uit.
Als we later de daling naar Lourdes inzetten krijgen we uit het vliegtuig een prachtig zicht op de besneeuwde toppen van de Pyreneeën. Plots besef ik dat we ergens over deze reus moeten geraken.
Een shuttlebus brengt ons voor 2 euro tot in Lourdes waar we op het infokantoor een stadsplan van Lourdes , een kaart tot in Sint-Jean-pied-de-port en een telefoonnr bekomen om een plaats te reserveren deze nacht, allemaal met de glimlach en gratis.
We zijn nog nooit in Lourdes geweest, en men had ons gewaarschuwd voor de comercie, maar wie hier enkel de commercie ziet heeft hier eigenlijk niets te zoeken. De vele zieken en of gehandicapte mensen die samen met hun vrijwilligers hier troost en hulp zoeken, dat is Lourdes.
Wij zelf hebben hier een aantal kaarsen gebrand en onze gedachten laten afdwalen naar hen die een specifieke wens hadden. Na een bezoek aan de kerk, de grot en het bijwonen van een openluchtmis, waar honderden zieke samen met hun begeleiders intens genieten van deze viering zijn wij op pad gegaan naar Bétharem. Na amper 500 m liepen we al de verkeerde richting uit.Smalle paadjes zijn altijd verleidelijk, maar op het einde van het paadje stonden 2 dames met een sleutel te zwaaien, met de vraag of wij het poortje wilde sluiten.Dit hebben we beleefd geweigerd, want we wisten niet of het de sleutel van de hemel of hellepoort was. Wijselijk op onze stappen terugkerend vonden we na enige honderden meters de juiste weg. Rechts van ons stroomde de gave du piau, links was de berm begroeid met alle soorten bloemen, zelf Mariette wist niet de namen van al deze prachtige bloeiers. Tot in Saint-Pé-de-Bigorre werden we vergezeld door de gave Du Piau, prachtige bloemen zonder namen, de koekoek en ontelbare andere muzikanten. Uiteindelijk kwamen we zonder ruzie maken aan in Bétharam, waar we nu op een terrasje van een goeie pint genieten.
Voor hen die het toch niet willen geloven, ik heb zelf mijn was gedaan en dit relaas geschreven. Tot morgen
Het wordt nu wel kort dag. Nog tweemaal slapen en dan is het zo ver, als alles goed gaat dan staat nonkel Patrick hier om kwart voor drie s' morgens op de oprit. De geschiedenis herhaalt zich bij mij, terwijl Mariette de rustigheid zelve is verschijnen bij mij weer allerlei kwalen. Typische stres pijnen. Iedere dag komt er nu wel iemand aankloppen met het verzoek om een kaars te branden onderweg. Natuurlijk gaan wij dit doen, want niet iedereen heeft het geluk om zomaar te kunnen te vertrekken. Deze laatste week voor ons vertrek is zonder te wandelen verlopen zo kunnen we goed uitgerust starten, hopen we toch. Het is echt ongelooflijk wat er nog allemaal moet gebeuren, de dagen lijken plots te kort te zijn. Vandaag nemen we nog afscheid van onze kinderen en kleinkinderen, om morgen in alle rust alles nog eens op een rijtje te zetten. Twee jaar geleden bij mijn eerste tocht, toen nog alleen, was ik meer ontspannen, want als er toen iets misliep was ik alleen er de dupe van. Want het is zoals het is iedereen vraagt maar zal het wel lukken voor Mariette? En of het voor mij gaat lukken lijkt iedereen vanzelfsprekend te vinden, terwijl dat helemaal niet zo is. Wij zijn van zovele factoren afhankelijk dat het ook nu wel een niet te voorspellen belevenis gaat worden. Dus laten we alles maar zoveel mogelijk op ons afkomen, en genieten we van de mooie momenten als deze zich voordoen. Aan allemaal die niet meegaan, houd de moed er in, en als alles volgens plan verloopt zien we elkaar binnenkort weer.
Aan hen die ons niet kennen. Wij zijn twee prille zestigers, verliefd op het leven en voor een fikse wandeling zijn we snel verleid. Meer is er echt niet te vertellen, zij die ons wel kennen weten dat dit de zuivere waarheid is. In maart 2012 ben ik thuis buiten gestapt en alleen naar Compostela vertrokken terwijl mijn vrouw, Mariette nog ijverig aan het werken was. Na drie maanden bereikte ik het einde van de wereld en de bodem van mijn geldbeugel. Daar aan het einde van de wereld wist ik reeds dat dit niet de laatste keer zou zijn, maar wat ik niet wist was het feit dat ik Mariette had besmet had mijn bacterie. Begin dit jaar heeft zij het arbeidersbestaan vaarwel gezegd samen met mijn plannen om naar Rome te lopen. Drie maanden zonder onze kleinkinderen is een beetje van het goede teveel voor haar, dus werd er gezocht naar de gulden middenweg. Als lid van het Vlaams Compostela Genootschap kan men iedere zaterdag in Mechelen terecht om met ervaringsdeskundigen te praten over het pelgrimeren naar Compostela en daar werd ons de mogelijkheid toegereikt om van uit Lourdes te vertrekken. Twee minuten en dertig seconden later stond ons besluit vast, Lourdes leek ons ideaal als vertrekpunt voor onze pelgrimage. Ondertussen heeft Thomas Cook ons beloofd om ons op 9 mei naar Lourdes te vliegen. De rest zullen we zelf moeten doen. Dat Sint Jacobus de pelgrims een warm hart toedraagt blijkt nog mar eens uit het volgende. Op een nacht werd mijn nicht Magda door Sint Jacobus gewekt met de vraag of haar rugzak die werkloos al een tijdje in de kast lag Mariette niet kon vergezellen naar Compostela. Ondertussen is de rugzak al tientallen malen in en uitgeladen, vele kilometers in binnen en buitenland heeft hij de achterkant van Mariette versierd om uiteindelijk dikke vrienden te worden. We zijn nog niet aan onze pelgrimstocht begonnen en Sint Jacobus waakt al over ons, een rustgevend gevoel noem ik dat. De nodige gidsen en wandelkaarten zijn aangekocht, het internet is afgeschuimd naar nuttige informatie. Nog enkele weken resten ons om nog wat kilometers te vermalen afscheid te nemen van familie en vrienden om dan samen aan ONZE pelgrimstocht te beginnen. Een tocht die niet loopt van punt A naar punt B, maar hopelijk een tocht met een open kijk naar iedereen die we onderweg ontmoeten en een innerlijke reis naar onszelf. De start in Lourdes zal beginnen met het branden van een kaars, daarna is het aan ons om de kaars brandende te houden.
Bedankt beste lezer om deze blog te bezoeken, we hopen om wekelijks onze belevenissen met de postduif te versturen richting thuisfront, want pelgrimeren is volgens mij ook een beetje afstand doen van ons luxe leventje, dus voor ons onderweg weinig of geen hotels maar refuges waar we samen met de medepelgrims snurkend en winden latend iedere avond de nacht in duiken.