Vertrek vrijdagavond en zaterdag 26 juli (dag 1)
Onze 4 daagse richting Lago Titicaca begon in de busterminal van Arequipa. We hadden om 22u afgesproken met Lucho en voor één keertje waren we niet te laat, niet op tijd maar zelfs een beetje te vroeg - tot grote opluchting van Lucho die we wel al eens lieten wachten. De bus vertrok om 22u30 en al vlug waren Julie en Sofie in dromenland.. Rond 4u ´s ochtends, nog lang voor zonsopgang, arriveerden we in Puno waar we slaapdronken overstapten op een kleine combi (minibusje) richting een mooi plekje om van de zonsopgang te genieten. Buiten was het ijskoud, binnen in het busje gewoon heel erg koud. Gelukkig waren we voorzien op deze Siberische temperaturen en hadden we zowat al onze kleren aan: een drietal pulls, windstopper en jas, handschoenen, sjaal, muts, thermisch ondergoed (voor Sofie waren dit alpaca kousen van de markt in Arequipa)...
We stopten in een klein dorpje genaamd Juli. Julie was in de wolken van het dorpje dat naar haar genoemd was. We installeerden ons voor het ontbijt op het strand van Lago Titicaca en genoten van zijn adembenemende schoonheid. Volgens Sofie moet dit wel één van de mooiste plekjes op aarde zijn.
Als ontbijt waren er massa´s kippenbroodjes en heel wat broodjes met kaas, omdat zowel wij als Lucho voor iedereen ontbijt hadden voorzien! Om ons te warmen dronken we cocathee, iets dat ook nuttig blijkt te zijn tegen de hoogteziekte want jullie weten het misschien maar lago titicaca ligt op 3800 m hoogte en is hiermee één van de hoogste meren ter wereld!
Gelukkig waren we al behoorlijk geacclimatiseerd en hadden we van de hoogte geen last.
De zon warmde ons al vlug helemaal op waardoor enkele van onze pulls in onze rugzak verdwenen.
In Juli namen we opnieuw een combi richting het grensdorp Peru-Bolivia. Julie en Sofie beslisten om naar La Paz (de hoofdstad van Bolivia) door te reizen dus namen ze afscheid van Luis die meteen naar Copacabana ging.
Op dat moment waren we ons nog niet helemaal bewust van wat ons in het dorpje desafuadero de grens- te wachten stond. Alle verkeer stopte daar dus moesten we even te voet verder.. De echte grens werd gevormd door een brug die je te voet over moest.
Vooraleer je naar Bolivia kon moest je echter je passport in orde brengen, hiervoor moest je eerst aanschuiven een rij van zo`n 2 uur en 75 m lang. Julie en Sofie lieten zich van hun minst sympathieke kant zien en staken stiekem voor om voor het vallen van de avond in La Paz aan te komen. Nadien moesten we nog een andere stempel gaan halen in een andere bureautje en dan pas konden we vrij de grens over wandelen.
Eens aangekomen aan de andere kant, moesten ook in Bolivia nog wat paperassen in orde gebracht worden... gelukkig was hier geen al te lange rij!
Na enkele Soles te hebben gewisseld in Bolivianes (de plaatselijke munteenheid), gingen we ook zoek naar een combi die ons naar La Paz zou brengen. Het viel ons meteen op dat Bolivia nog erg anders was dan Peru: goedkoper, andere klederdracht, nog stoffiger, chaotischer en minder verharde wegen.
Omdat er door het lange weekend in Peru veel Peruvianen op vakantie gingen, moesten we bijna vechten voor een plaatsje in de combi. Op elkaar gepropt als sardientjes in een doosje zetten we onze tocht verder. Het uitvoeren van controles en opzetten van wegblokkades is de favoriete bezigheid van het Boliviaanse leger, dat trouwens goed vertegenwoordigd wordt in het straatbeeld.
Toen we dachten aangekomen te zijn in La Paz, bleek dit maar El Alto te zijn. We moesten dus nog afdalen naar het centrum, want de stad ligt in een kom.
We namen een andere combi richting centrum, maar deze bleek niet zo ver te raken door een parade die de hele hoofdstraat innam. We slenterden de stad door op zoek naar een Hostal. Door de feestelijkheden waren deze echter iets voller dan voorzien waardoor onze zoektocht ook langer werd dan gepland.
Gelukkig vonden we na de tip van een behulpzame hollander het Adventure Brew Hostal. Eindelijk een beetje rust voor het arme hoofd van Sofie dat tegen dan behoorlijk wat pijn deed. Na het lekkere avondmaal konden we er weer helemaal tegen en gingen we nog op zoek naar een ijsje dat enkele koekjes en DVDs werd.
Ondertussen liep de parade op zijn eind, de traditioneel verklede uniefstudenten (die sinds 7u ´s ochtends door de straten dansten) gingen naar huis, de zatlappen werden alleen nog maar zatter en de kraampjes sloten.
Zondag 27 juli (dag 2)
De dag kon van begin af aan niet meer stuk: onze Hostal bleek de beste Peruviaanse WARME douche te hebben én een zalig zoveel-je-kan-eten pannenkoekenontbijt met caramel en confituur. Julie moet nu nog steeds lachen met het woord caramel omdat die meer aan Sofie`s broek hing dan aan haar pannenkoek.
Na ´t ontbijt gingen we verder de stad verkennen, net als de dag ervoor was er weer een grote chaos in de hoofdstraat. Deze was opnieuw afgesloten, dit keer niet voor een parade maar voor een zeepkistenrace voor kindjes. Dit gaf echt grappige beelden omdat de snelle kisten vergezeld werden door moto-politiebegeleiding.
Misschien is er wel elke dag een goede reden om die hoofdstraat af te sluiten en voor een verkeersramp te zorgen. Julie en Sofie lieten het niet aan hun hart komen en gingen shoppen! Als jullie weten dat Bolivia nog goedkoper is dan Peru kunnen jullie al wel raden hoe vol onze rugzakken al wel zijn!
Als middagmaal lieten we ons verleiden door de plaatselijke fastfoodketen waar we elk één en halve hamburger aten met frietjes. De halve hamburger leek wel al eens overreden te zijn door een autobus door de vakkkundige verdeelkunsten van Julie. Jammer dat we daar geen foto van hebben! Ons 3.5 bolivanos (35 eurocent) ijsje moesten we echter betalen met een briefje van 20 wat natuurlijk een onmogelijke teruggeefopdracht was voor de ijsjesventer. Gelukkig kwamen we onze amerikaanse kamergenoot Christian tegen die ons uit de nood hielp.
We haasten ons naar de busterminal om de laatste combi te halen richting Copacabana (een stadje aan het Lago titicaca), deze vertrok normaal om 4u... maar Bolviaanse tijdrekeningen zijn nog slechter dan de Peruviaanse dus vertrokken we natuurlijk veel later! De weg nog Copacabana was een echt parcours vol hindernissen. Zo was er eerst de plaatselijke markt, reden we over de oude spoorwegbrug, werden we meermaals door militairen gecontroleerd (die ons dan nariepen met chiao mi amor en een vettige knipoog), namen we de boot (een boot voor ons bustje èn rugzakken en een andere boot voor de passagiers) en moesten we ten slotte stoppen omdat het busje dreigde uiteen te vallen met een onheilspellend geluid (en waarschijnlijk ook vuurwerk, aan de reactie van de auto achter ons te zien).
Toch toch geraakten we veilig en wel én met AL onze bezittingen in het maritieme dorpje (natuurlijk inclusief militaire zone). We zochten een Hostal en besloten onzelf te trakteren op trucha (=vis, ook al noemt het steak op de kaart en dacht Julie dus dat het vlees was)
We gingen vroeg slapen, wetende dat we de volgende ochtend om 6u30 moesten opstaan... Voor alle zekerheid barricadeerden we toch maar onze deur met het derde bed die in onze kamer stond, je weet maar nooit met dat gammele slotje.
Maandag 28 juli (dag 3)
Zoals afgesproken worden we om 6u30 gewekt door de vriendelijke hostaluitbaatster.
We namen ontbijt en vertrokken naar de kleine haven om er de Andes-Amazonia boot te nemen richting La Isla del Sol. Het wil nu wel net lukken, maar het was de eerste dag dat we echt wolken zagen. Omwille van Zuid-Amerikaanse redenen moesten we tot tweemaal toe van boot wisselen alvorens we konden vertrekken.
We kozen voor een plekje op het bovendek waar we genoten van frisse-zeg maar koude- lucht en een mooi uitzicht. We stapten na 2u30 varen op het Lago uit aan de Noordkant van Isla del Sol. Van daar stond ons een trekking te wachten van officieel 3 uur naar de andere kant van het eiland. Julie en Sofie deden hier echter een ganse dag over door volgende omstandigheden: ze vonden een prachtige picknickplaats op het strand, bananen voederen aan loslopende varkentjes, massas foto`s nemen, onderhandelen over louche ingangsticketten, heilige plaatsen onheiligen, babbelen en tetteren en ondertussen maar rood worden door de zon en wind.
Op het einde van onze tocht werden we begeleid door de 11-jarige Freddy die ons naar één van zijn Hostels moest leiden.
`s Avonds gingen we iets eten met de twee vriendelijke maar iets wat specialere Braziliaanse broers. We moesten erg lang wachten voor we iets op ons bord kregen maar onze spaghetti viel uiteindelijk toch wel mee.
Dinsdag 29 juli (dag 4)
Een ochtendzicht op het Lago Titicaca met een lekker ontbijt, bestaande uit brood met confituur (wat anders), koffie of thee en een vruchtensapje. Dat moest ons sterk maken voor onze wandeling naar de haven. Het hostal in het dorpje lag op een berg, dus moesten we nog even stappen naar het haventje waar een boot ons opnieuw naar het vasteland zou brengen. Hoewel het eenvoudig leek (gewoon naar beneden), slaagden we erin toch de verkeerde beneden te kiezen. Sportief als we zijn, klommen we dan maar opnieuw de berg op om dan het juiste pad naar onze boot te nemen. Al lopend uiteraard want de tijd drong, deze keer ging onze boot immers op tijd vertrekken.
Onze volle boot (70 opvarenden, 4 zwemvesten aanwezig) arriveerde na een tweetal uur terug in Copacabana. Hier spendeerden we onze laatste Bolivianos en dollars aan nog meer souvenirs, een fles heerlijke Gloria-drinkyoghurt en koekjes voor op de bus(sen).
Opeenvolgend namen we volgende bussen: Copacabana naar Khasani (de grens), Khasani naar Yunguyo, Yunguyo naar Puno, Puno naar Arequipa.
Op de weg naar Puno zagen we plots een menigte. Er bleek een ongeval te zijn gebeurd. Een auto was te pletter gereden. Hoewel er langs de kant geen enkel obstakel is waar te nemen, was de wagen toch volledig per total. Jammer genoeg vrezen we ook voor het leven van de inzittenden.
In Puno trokken we van het busstation naar het centrum met een motortaxi op 3 wielen. We speelden even de toerist op de hoofdplaza en in de drukke toeristische straat (waar de winkelwaren dubbel zo duur waren als in de zijstraatjes). We ontdekten dat we goede deals hadden gesloten in Copacabana. Veel keuze om te dineren hadden we niet, dus gingen we een klein lokaal restaurantje binnen waar we een heel menu aten voor 2.50 soles per persoon.
Na lang rondzwerven in het centro van Puno, namen we onze gereserveerde plaatsen in op de bus van Puno naar Arequipa.
Om 4u30 konden we onder ons warm donsdeken in Mirta´s huis kruipen en zat ons lange reisweekend er helemaal op.
31-07-2008 om 00:00
geschreven door Julie 
|