33ste dag - 28 mei 2010 - van Donzenac naar Molenstede
Gisterenavond was het te laat geworden om mijn blog af te ronden. 's Morgens zijn we vertrokken uit Donzenac, een stadje gelegen langs de autostrade E9, een tiental km.voorbij Brive richting Limoges. Via Limoges, Châteauroux en Bourges (steeds autostrade), heb ik in Bourges de N151 genomen tot in Auxerre en van daar de N 77 tot Troyes. In Troyes kon ik opnieuw een autostrade op richting Reims en verder door naar Charleville-Mézieres. Daar heb ik richting Givet gekozen, verder naar Beauraing om dan naar de E411 te rijden en langs Namen, de afrit Thorembaix-St.-Trond, Geldenaken en Tienen thuis te komen rond 20' na 9. Ik had er 947 km. opzitten. Het was een lange dag geweest. In Frankrijk heeft het een paar keer geregend. De totale afstand van de drie dagen, om huiswaarts te keren, bedroeg 2.247 km. Deze afstand is meer dan de tocht die ik gedaan heb en is te wijten aan het nemen van de autostrade's in Spanje die soms naar het zuid-oosten afbogen, waardoor daarna terug naar het noord-oosten moest gereden worden om bij Pamplona aan te komen. De tocht naar Santiago in dertig dagen, zonder rustdag, was voor mij een fysieke uitdaging die ik gemakkelijk heb kunnen volbrengen, dankzij mijn zeer goede voorbereiding. Ik heb ook geen kwaaltjes gehad, zoals blaren of ontstekingen. Zoals men weet ben ik wel gevallen en had mijn linkerarm fel geschaafd, maar dit euvel beïnvloedde mijn prestaties niet. De voettochten 's morgens heb ik altijd tegen ongeveer 6 km/u. kunnen afleggen, zodat ik alle dagen een 50 à 60 wandelaars passeerde, die soms 1 à 2 uren voor mij op pad waren. Het weer was de eerste dagen van mijn tocht (België en 2 dagen Frankrijk) goed om te stappen en te fietsen. Het was een temperatuur die uitermate daarvoor geschikt was. Daarna is het tot na de Pyrenéen echt koud geworden met nu en dan regen er bovenop en als toppunt het helse winterweer bij de overgang van Frankrijk naar Spanje. Vanaf Pamplona heeft het nog een dag of 2 geduurd vooraleer het echt goed weer is geworden. Maar dan was de zon daar met enkele dagen van rond de 30 graden. De laatste 2 dagen, 24 en 25 mei, waren dan weer regenachtig. Op zo'n tocht is men soms ook met zichzelf bezig, maar het is niet zo dat de tocht van mij een ander mens heeft gemaakt, zoals dat bij sommige pelgrims wel gebeurt, althans zo laten ze het voorkomen. Ik heb genoten van de natuur, vooral tijdens het stappen. Zo kan men steeds de typische kenmerken van de streek die men doorkruist herkennen en vergelijken met die je al bent tegen gekomen. Het hele gebeuren in Santiago zelf viel een beetje tegen. De Pelgrims doen ontzettend veel inspanningen om er te geraken en dan als men er is moet men zich aan zoveel veiligheidsvoorschriften onderwerpen, zodat de pelgrim zich een beetje verwaarloosd voelt. Nog een woord van dank aan mijn vrouwtje Louisa, zonder wie ik de tocht (combinatie stappen - fietsen) nooit zou hebben kunnen volbrengen. Ze heeft het soms heel moeilijk gehad vooral om met de auto op de juiste plaats te geraken en ze heeft de gps vaak verwenst. Het is meermaals voorgevallen dat ze 3 à 4 maal bij het doorrijden van een grote stad op hetzelfde punt terug kwam omdat het systeem geen rekening hield met het éénrichtingsverkeer of ook als er wegenwerken bezig waren. Tenslotte dank ik ook iedereen die interesse betuigde in mijn onderneming en dit liet blijken door wat in het gastenboek te schrijven.
32ste dag - 27 mei 2010 - van Burgos tot Donzenac - (750 km.)
Rond half negen vertrokken in Burgos na een ontbijtbuffet in "Rei Arturo". De autostrade gevolgd tot in Pamplona, daarna richting Frankrijk genomen naar Roncevalles ( het laatste bekende Compostela dorp in Spanje als men terugkeert langs de St. Jacobsroute)) en verder door naar St.-Jean-Pied-de-Port, weg die we eerder al namen in de andere richting (Compostelaroute naar Spanje). Tegen één uur geluncht even voorbij St.-Jean-Pied-de-Port. Daarna de gewone wegen genomen naar Orthez, Mont-de-Morsan, Marmande, Périgueux (tesamen zo'n 320 km.). Op deze gewone wegen kon maar tegen een gemiddelde van ongeveer 60/u. gereden worden, wegens de vele wegeniswerken en ronde punten onderweg en ook met het doorkruisen van menig dorp of stad ( vooral door Bergerac met wel 15 rode lichten, waarvan sommige pas na drie à vier maal verandering naar rood konden voorbij gereden worden). Voor Périgueux hebben we dan de A89 genomen (autosnelweg van Bordeaux tot Brive) tot op de autosnelweg die van Toulouse naar Parijs gaat. Deze snelweg zijn we dan na een tiental km. afgereden omdat het reeds kwart voor acht was en er een plakkaat langs de weg stond met aanduiding dat er een hotel was. Zo kwamen we terecht in hotel "La Gamade" in Donzenac. We moesten er onmiddellijk dineren of anders kregen we er geen eten meer. Vanaf hier gaan we morgen over Limoges, Châteauroux, Bourges, Auxerre, Troyes, Reims en Rocroi naar België terug keren. Bij benadering schat ik de nog af te leggen kms op ongeveer 950 km.
31ste dag - 26 mei 2010 - terug huiswaarts van Santiago naar Burgos
Van morgen was het nog regenachtig in Santiago. We zijn rond half negen naar de Cathedraal getrokken, maar moesten hiervoor eerst een vijftal km. door de stad. Toen onze wagen nog kwijtraken in een ondergrondse parking dicht bij het stadspark. Vandaar te voet naar de Cathedraal. Als we daar toekwamen was het al half tien gepasseerd. Het was zeer moeilijk om er binnen te komen. De hoofdingang was verboden terrein. Op zij mocht men ook niet binnen.Dan maar achteraan geprobeerd. Daar stonden lange rijen aan te schuiven voor de krypte. Ik mocht daar ook al niet binnen omdat ik een rugzak bij had. Louisa is dan maar buiten gebleven, zodat ik zonder rugzak wel binnen kon. Het duurde een hele poos eer ik in de krypte geraakte. Toen ik wilde filmen werd ik op de schouder getikt en deed men teken dat zo iets niet mocht. Voor alle duidelijkheid, het zijn politiemensen die de bewaking waarnemen en steeds een aantal mensen doorlaten en dan een vijftal minuten de toegang afsluiten. In de Cathedraal deed een bisschop een mis. We zijn de Cathedraal uiteindelijk kunnen binnen gaan langs nog een andere poort, waar een zwarte politieman, na ons gemonsterd te hebben, ons wel binnen liet. Nochtans zat de Cathedraal volledig vol en was de bisschop aan 't preken. Langs beide zijden van het altaar stonden soldaten opgesteld. We zijn na de preek terug naar buiten gegaan onder toeziend oog van een politieman. Er waren zeker 20 politiemensen die belast waren met de toegang. Na het bezoek aan de Cathedraal, hebben we voor onze kleinkinderen een cadeautje gekocht en voor de familie postkaarten. Dan ben ik naar het bureau gegaan waar men " zijn Compostela" kan krijgen. Dit is een diploma waaruit moet blijken dat men minstens de laatste 100 km te voet of per fiets heeft afgelegd. Het was daar ook aanschuiven. Er zaten daar een zevental mensen die de controle over de echtheid nagingen en vervolgens al dan niet een Compostela uitreikten. De beambte bij wie ik kwam, stond in het begin nogal weigerachtig. Na mijn boekje met stempels te hebben na gekeken, zei hij dat het onmogelijk was in 2 dagen te voet van Sarria naar Compostela te komen (120 km.). Ik legde hem uit dat ik al van in België dagelijks te voet en per fiets de tocht had afgelegd en dat dan nog in 30 dagen. Hij ging er een overste bij roepen waaraan ik ook mijn uitleg verstrekte. Deze man zei dat alles OK was, waarop de andere zonder dralen mij een diploma overhandigde. Voor Louisa kon dit niet omdat ze met de auto de weg naar Santiago had afgelegd. We hebben daarna nog een terrasje gedaan en zijn dan naar onze auto gegaan. Ondertussen was het al half 12 geworden en duurde het nog een half uur eer we Santiago verlaten hadden. We hebben niet onmiddellijk een autostrade kunnen nemen omdat er geen is in de richting van de Camino. Na ongeveer 100 km. konden we in de omgeving van Lugo de A6 op (autostrade van Coruna naar Madrid). De gps zorgde ervoor dat we een flinke omweg gedaan hebben om in Burgos te geraken. In plaats van langs Léon te rijden heeft het systeem ons de autoweg naar Madrid laten volgen tot voorbij Valladolid en ons dan terug naar boven gestuurd om zo Burgos te bereiken waar we langs de autostrade terecht konden in hotel-restaurant "Rei Arturo". Morgen komen we korter bij huis en gaan ergens in Frankrijk overnachten.
30ste dag - 25 mei 2010 - van Melide naar Calzada en Santiago (23 km. + 32)
Deze morgen heb ik besloten toch maar eerst de voettocht te doen en in de namiddag te fietsen, waardoor mijn schema diende aangepast te worden. Het begon al goed! De verkeerde richting genomen om kwart voor 9. Ik heb ongeveer 2 km de N 547 gevolgd in de richting van waaruit we gisteren zijn gekomen. Dit kwam omdat we gisteren rondgereden hebben in het stadje en niet bemerkt hebben dat het hotel op de N 547 lag bij het binnen komen van Melide ipv van bij het verlaten ervan. Zonder nadenken ben ik op pad gegaan om de N 547 te volgen, maar dit was dus richting van waar we gekomen waren. Louisa kwam terug gereden na bijna 20 minuten en zegde dat het GPS-systeem haar altijd maar wilde naar de andere kant van de stad sturen. Ik heb dan alles eens grondig nagezien en stelde vast dat het GPS-systeem het bij het rechte eind had. Onderweg had ik ook al opgemerkt dat sommige namen me bekend voorkwamen. We zijn dan met de auto terug gereden tot de andere zijde van de stad waar de N 547 verder loopt. Daar kon ik ook onmiddellijk het St-Jacobspad nemen. Het was vandaag regenachtig. Regelmatig viel er een bui en meestal waren ze nogal hevig. Het lanschap was ongeveer zoals gisteren (bergachtig). In de valleien, waar hier en daar grote open plekken waren, was er plaats voor landbouw, namelijk mais. Op de andere open plekken, was het zoals gisteren, daar zag men koeien en ook schapen in weiden. De huizen waren van betere makelei dan wat ik gisteren zag. Tegen 11 u. ben ik goed nat geworden ondanks het feit dat ik mij bijna een kwartier goed kon verschuilen achter een dikke boom. De afspraak was dat ik zou gaan tot Calzada en Louisa tot voorbij het dorp zou rijden en langs de kant van de N 547 zou wachten. Het was dik één uur en ik had minstens 23 km. afgelegd vooraleer we mekaar gevonden hadden. Na de middag heb ik dan het laatste stuk per fiets afgelegd zo'n 32 km., terwijl Louisa bleef wachten in Amenal. Het was bijna vier uur eer ik bij de Basiliek geraakte. Ik had mij niet voorgesteld dat die zo moeilijk te vinden zou zijn. Je ziet die natuurlijk al van ver liggen als je San Marcus en de Monte do Gozo passeert, maar eens in de stad is het moeilijk, zelfs al ben je in het oude centrum. Om er te geraken moet je de stad ongeveer 4 km. doorkruisen. Ondertussen hield ik de aanwijzingen van de Camino nauwlettend in de gaten. Maar op zeker moment, in het drukke verkeer, heb ik de Caminoplaatjes toch uit het oog verloren. Ik ben dan maar het oude centrum binnen gereden en daar heb ik na wat zoeken de kathedraal toch gevonden. Ik heb ze gefilmd en ben dan maar terug gereden naar Almenal dat op 15 km. van Santiago ligt. Na nog eens goed nat te zijn geworden was het al 5 uur door eer ik terug bij Louisa was. We hebben toen besloten om in het 1ste hotel dat we tegen kwamen te gaan logeren. Dat diende zich al gauw aan bij het binnen rijden van Santiago nl. Hotel San Jacobo. Morgen gaan we onze tocht dan defintief afsluiten door naar de kathedraal te gaan en naar de Rua do Vilar 1, om onze COMPOSTELA te gaan afhalen. Het doel is bereikt na een voettocht van meer dan 650 km en een fietstocht van rond de 1.500 km. ULTREIA !!!! Morgen komen we in de loop van de dag reeds stilaan huiswaarts, waarna in principe nog twee of drie dagen van doen zullen zijn om thuis te geraken.
29ste dag - maandag 24 mei 2010 - van Sarria naar Portomarin en Melide (22km. + 41 km.)
Gisterenavond is het etentje met de mannen uit Kalmthout er niet meer van gekomen. Het weer was te zwoel, zodat we het hotel niet meer verlaten hebben. Deze morgen was er onbijtbuffet vanaf half acht. Een hele groep Duitsers die gisterenavond ook aan 't dineren waren, hadden hun valiezen al naar een busje gebracht alvorens te ontbijten. Deze mensen doen de Comino op georganiseerde wijze. 's Avonds is hun eten al op voorhand besteld, want ze krijgen allen hetzelfde voorgeschoteld en 's morgens mogen ze apart ontbijten. Wij zelf zijn zo 'n 20' na acht vertrokken en hebben tot juist buiten de stad gereden zodat ik direct op de juiste weg kon vertrekken tegen half negen.Op dat moment scheen de zon en was het al 14 graden warm. Na een vijftal kilometer kwam ik dan terecht op het Caminopad. Er liep veel volk op. Niet te verwonderen, want vele Spanjaarden vertrekken vanuit Sarria naar Santiago omdat Sarria maar een 120 km. verwijderd is van Santiago. Vandaag ben ik door een armoedige Gallicische bergstreek getrokken. De mensen leven er zoals onze ouders vijftig jaar geleden. Er zijn geen dorpen die naam waardig, doch wel een hoop van zeer kleine gehuchtjes met soms maar 4 à 5 huizen. De bewoners zijn keuterboertjes met enkele koeien. Dat was vooral te merken aan het Caminopad dat op vele plaatsen onder de koeienstront bedolven lag. In sommige van die gehuchtjes hebben boeren hun schuur omgetoverd tot een café-bar, andere verkopen er prularia. Op enkele plaatsen kon men niet over het Caminopad wegens water en modder en werd er over een alternatief pad gegaan. In de loop van de voormiddag was het overtrokken geworden. In Portomarin kwam ik toe tegen kwart na twaalf. Louisa stond opgesteld met de wagen op een plekje dicht bij de brug. Die brug loopt over het stuwmeer en geeft alleen langs daar toegang tot het dorp. Een gedeelte van het dorp verdween in 1962 wegens de aanleg van een stuwdam. De waardevolle gebouwen werden steen na steen terug opgetrokken aan de overzijde van het meer, waar ook het nieuwe dorp verrees. We zijn de brug overgereden en hebben aan de overzijde van het meer op een helling, een lommerrijk plekje opgezocht om te lunchen, want ondertussen scheen de zon weer volop. Rond 20' na één kwamen de 2 Nederlanders omhoog gereden die bij Louisa al eens gestopt waren in Torres del Rio. Het zijn mannen van Breskens (Zeeland) die de Camino per fiets doen. De ene vroeg aan Louisa hoeveel boeken ze ondertussen al gelezen had. 10' minuten later ben ik aan mijn voorlaatste fietstocht begonnen naar Melide. Na een vijftal km. reed ik de Nederlanders vlot voorbij op een klim die 12 km. zou duren. Beiden hun fiets is natuurlijk zwaar beladen en ze trappen dan nog zo'n kleine versnelling dat ze nauwelijks vooruit geraken. Boven op de helling was het een aantal kilometers op en af, waarna het overwegend bergaf ging tot in Melide, een stadje iets groter dan Diest. Louisa had haar auto deze keer geparkeerd op een parking langs de grote weg. Daar het nogal bergaf was en ik dacht dat ik nog een paar kilometer diende te rijden, kreeg ik erg laat in de gaten dat de auto op die parking stond, zodat ik een twintigtal meter op mijn passen diende terug te keren. Ondertussen was het weer al een tijdje opnieuw betrokken. We hebben weeral wat tijd nodig gehad met het zoeken naar een geschikte logeerplaats. Op de eerste plaats waar we wilden logeren, was men het hotel aan 't verbouwen. Op de volgende plaats was alles volzet, maar de receptioniste belde naar een ander hotel om te zien of daar nog plaats was, hetgeen bleek. Ze gaf me een kaartje mee met het adres en de naam "Carlos 96" , zodat ik niet veel hoefde te zoeken. Het heeft zo juist geonweerd. Dat zat er aan te komen na de zwoele dag van gisteren. Morgen ga ik de rangorde omkeren en eerst fietsen om 's namiddags dan te voet Santiago te bereiken. Ultreia!!!!!
28ste dag - zondag 23/05/2010 - Villafranca -La Faba - Sarria (21 km. + 19 km.)
Vandaag terug een zonnige dag met temperaturen tot 30 graden en geen wolkje aan de hemel. De voettocht ging heel goed, omdat ik de hele voormiddag in de lommer kon lopen. Wel moest steeds langs een asfaltweg gegaan worden, maar daar kwam praktisch geen verkeer door. In alle dorpjes die ik tegen kwam wordt de Camino uitgebuit. 3 à 4 Bar-restaurants met terras en enkele Albergue's. In de eerste supermercado heb ik voorraad ingeslagen om 's middags te eten. Als ik in La Faba toekwam was het kwart na twaalf en ik was om kwart voor 9 vertrokken. Louisa had mij onderweg al gebeld dat ze op een wegje stond dat maar goed anderhalve meter breed was boven in de heuvels en ze zei me dat ze terug naar beneden zou komen. Ik kwam juist in Faba toe, toen ze afgereden kwam. Volgens haar had ze onnoemlijke problemen gehad om de auto gedraaid te krijgen. Ze was niet meer aan te spreken en niet voor reden vatbaar. Ik kreeg alles over me heen, juist of kon ik weten in welke staat de wegen zich bevinden en hoe breed ze zijn. Ze sprak om er onmiddellijk mee op te houden. Geen enkel argument kon haar overhalen om onze tocht verder te zetten. Na een poos zijn we dan toch wat verder gereden om een plaats te zoeken waar we konden eten. Na het eten was ze terug bereid om wat te rijden. Ik heb dan tot in Triacastela met de wagen gebold en ben vandaar met de fiets naar Sarria gereden zo'n 20 km. verder. Bij mijn aankomst daar was ze tevreden omdat ze op een goede weg gereden had. In Sarria, een nogal grote stad, was het moeilijk om een hotel te vinden. Op twee plaatsen was alles volzet. Ten slotte zijn we in hotel Alfonso IX binnen geraakt met veel moeite. Ook daar was alles volzet. De receptioniste kon wel nog een suite aanbieden. Ze heeft van de normale prijs een heel pak euro's afgedaan zodat ik de suite toch kon nemen.Vandaag hebben we de Belgen van Kalmhout weer gezien. Eén ervan heeft zijn telefoonnummer gegeven om hem te bellen om deze avond ergens samen te gaan eten. Ook iets uitzonderlijk vandaag: 2 tractors, één met een caravan, de andere met een woonwagen die naar Compostela reden. De ene was een Belg, de andere een Duitser van respectievelijk Burg Reuland en Bitsburg. Allebei hadden ze hun nationale vlag aan hun tractor hangen. In Samos waar de twee mannen uit Kalmthout ook waren, heb ik enkele minuten met die twee rare kwieten gesproken.
27ste dag - 22/05/2010 - San Juan - Rabanal - Villafranca (22 km + 58 km)
Van morgen alles terug OK met het openen en sluiten van onze auto. Na het ontbijt vertrokken voor mijn voettocht van San Juan naar Rabanal. Een totaal ander lanschap. Geen landbouw meer maar sterk heuvelende gebieden met struiken, bomen en soms bossen. Heel warm weer en geen enkel wolkje aan de hemel.Vandaag werd het meer dan 30 graden. Daardoor ging het niet meer zo goed als de vorige dagen en moest ik tegen iets minder dan 6 km/u vooruit. De belgen uit Kalmthout passeerden me met een leuke begroeting. Deze week heb ik ook al heel vaak "Buon Camino" gezegd, de begroeting als je een andere pelgrim tegen komt. De vorige dagen ging ik er altijd rond de 60 voorbij, vandaag maar een stuk of dertig. Ik was rond half negen vertrokken en 10' na twaalf kwam ik in Rabanal aan. In de dorpjes die ik passeerde waren er geen kruidenierswinkels of bakkers, zodat we deze middag genoodzaakt waren in een bar-restaurant in Rabanal te gaan eten. Op de binnenkoer was het er druk, maar we konden er ons toch gezellig installeren. We hebben er een koffie genomen met een pincho tortilla (tortilla met brood). Zo'n gebak is maagvullend. Louisa kreeg de hare niet op. Tegen half twee dan de fiets op voor een lange tocht naar Villafranca del Bierzo. Van in Rabanal (1.160 meter ) was het iets meer dan 8 km klimmen om de top van de St. Jacobsroute te bereiken nl. een hoogte van 1.504 meter op de Cruce de Hierro. Daarna was het ongeveer 5 km op- en neergaand. Dan begon een lange afdaling van ongeveer 14 km. om een hoogteverschil van 900 meter te overbruggen. Ik waande mij in de ronde van Frankrijk, maar moest toch heel voorzichtig zijn in de haarspeldbochten. Als ik onder was, had ik nog een paar km. te doen om in Ponferrada te komen, een redelijke grote stad waar het weer zeer moeilijk was om de juiste weg te vinden. Al bij al lukte het wel aardig (een drietal keer de juiste richting gevraagd). Eens uit de stad was het steeds op dezelfde weg blijven om in Villefranca te geraken. Louisa had 's middags opnieuw naar Astorga moeten rijden en had vandaar de autostrade genomen naar Villafranca. Zij had er bijna honderd km. opzitten. Ik had haar aangeraden de autosnelweg te nemen zodat ze niet door Ponferrada hoefde te rijden. We hebben wel wat rond gereden om een overnachtingsplaats te pakken te kunnen krijgen. Uiteindelijk zijn we terecht gekomen in een casa rural "llave". We konden hier het avondmaal niet gebruiken, maar morgenvroeg wel het ontbijt. We zijn dan maar naar een restaurant getrokken om er een pelgrimsmaaltijd te gaan eten. Die maaltijden zijn praktisch in ieder restaurant te verkrijgen aan democratische prijzen van 10 à 11 euro de man. Daar zit een voorgerecht in, een hoofdgerecht en een dessert. Drank is er eveneens in begrepen (wijn of water).
26ste dag - 21/05/2010 - El Burgo - Villamoros de Mansilla - San Justo de la Vega (23km + 35 km)
Het weer wordt met de dag beter. De voorgaande 2 dagen waren al erg goed met temperaturen die vlot boven de twintig graden waren en de hele dag zonneschijn zonder enig wolkje aan de hemel, maar vandaag was het uitstekend weer tot 25 graden en geen wind meer. Gisteren had Louisa de 2 Italianen uit de Dolomieten nog gezien en er was een Belg uit Kampenhout gestopt die wat gebabbeld had met haar omdat hij dacht dat ze de vrouw was van de Limburger die hij onderweg was tegen gekomen. Die Limburger was ik geweest. Inderdaad hij had al fietsend zo'n honderd meter meegereden met mij en zal gedacht hebben dat ik een Limburger was omdat ik ABN met hem sprak. Deze morgen eindeloos gegaan tot het eerstvolgend dorpje. Langs de linkerkant van het pad stonden niets anders dan platanen die 10 meter van elkaar stonden en misschien een jaar of tien oud waren. Reliegos heette het dorpje en er waren daar nog grotwoningen bij het binnenkomen van het dorpje. Van daar naar Mansilla de la Mulas was nog eens 6 km en de rij platanen liep gewoon verder. Het landschap was vlak en de landbouw was minder aanwezig dan de voorgaande dagen, want er lagen grote stukken land braak en, in de omgeving van beekjes had men hectaren populieren aangepland. De laatste 5 km gingen dan tot mijn eindbestemming van deze voettocht. Het was 25' na 12 als ik daar in Villamoros de Mansilla toekwam en Louisa reeds een hondertal meter op voorhand zag staan. Na het eten zijn we om kwart na één vertrokken per auto, want Louisa wilde niet meer alleen door een grote stad rijden. Ze had teveel meegemaakt in Burgos en Léon kan je gemakkelijk vergelijken met Burgos. Het was ongeveer 8 km tot Léon en daarna nog een 10-tal km om buiten de bebouwde agglomeratie te geraken tot het eerstvolgend dorp van waaruit ik dan per fiets verder zou rijden. Louisa heeft gelijk, want het is echt zottenwerk om door zo'n stad te rijden. De gps geeft steeds maar verkeerde inlichtingen waardoor je soms 3 à 4 maal dezelfde plaats passeert, ook al omdat het systeem niets afweet van éénrichtingswegen en de meeste ronde punten niet kent daar die de veelal recentelijk werden aangelegd. Zo heb ik ook ongeveer een uur rondgetoerd vooraleer buiten de stad te geraken. Tegen iets na half drie zat ik toch op de fiets in Valverde de la Virgen voor een tocht van 35 km. naar San Justo de la Vega. Eerst moet ik nog wat klimmen, want Léon ligt in een kom. Daarna was het landschap terug fel heuvelend, zodat ik verschillende klimmen heb moeten doen. Tegen kwart na 4 was ik in San Justo en heb Louisa moeten bellen om te weten waar ze stond. Uiteindelijk vonden we elkaar toch en stonden praktisch voor het pension dat we dachten te nemen om te overnachten. Vermits we er niet konden eten en ook niet ontbijten zijn we verder gereden naar Astorga, een stad die 4 km verder ligt en waar het aanbod voor overnachting veel groter is. We hebben nochtans ook wat moeten rond rijden. Eerst waren we in een soort hotel gehouden door geestelijken. Dat stond mij niet aan. Uiteindelijk, na wat zoeken, want de gps deed ook hier rare bokkesprongen hebben we hotel Peseta gevonden. Toen we onze auto uitgeladen hadden en ik de auto wilde sluiten ging dat van geen kanten. Na alles in 't hotel te hebben gebracht ben ik opnieuw gaan proberen en gingen alle deuren op slot behalve de linkerdeur achteraan die zelfs niet meer dicht kon. Uiteindelijk ben ik na een kwartiertje terug gegaan en heb de sleutel in het kinderslot gestoken en daar wat gedraaid tot alle deuren klikte en ze terug open waren. Het was een heikele affaire geweest en Louisa sprak al van Touring Wegenhulp op te bellen. Ik wil toch voorzichtig blijven want zulke rare toestanden kunnen zich morgen opnieuw voor doen.
25ste dag - 20/05/2010 - Villalcazar - Calzadilla de la Cueza - El Burgo Ranero (24 km + 47 km)
Het was deze morgen maar slappe kost voor het ontbijt. We kregen een bord met daarop een baguette in 2 gesneden ter grote van een sandwich. Daarbij een cupje boter en een cupje jam. Na vraag van van de uitbaatster wat we erbij wilde drinken, hebben we een kop koffie genomen en dat was het dan. Nadat mijn broodje op was, ben ik echter opnieuw brood gaan vragen voor mij. Ik kreeg terug een bord gevuld met dezelfde eetwaren als erop het eerste bord lagen. Na betaald te hebben zijn we maar gauw vertrokken, want het waren onvriendelijke mensen. Alles was precies teveel gevraagd. Ik ben vanaf het hotel-restaurant mijn voettocht begonnen naar Calzadilla de la Cueza om 20' voor 9. Het eerste stadje dat ik tegenkwam was ook het laatste want het volgende was mijn eindbestemming. Ik moest dus zorgen dat ik daar in Carrion de los Condes de nodige voorraad insloeg voor het middageten. In het stadje was het ook markt. Ik moest van daaruit nog 18 km door vlak land en een 6 meter breed Caminopad dat ook de boeren gebruiken om op hun land te geraken. Het was niet meer uitsluitend graan dat op de velden stond, maar ook grote velden erwten en gras. Op een bepaald ogenblik was er een boer een tiental ha. gras aan 't afrijden met een machine dat precies een dorsmolen was. De weg leek wel eindeloos. Na een 6-tal km. stond er plots een mobilhome langs de kant. Ik dacht wat komt die daar doen. Er stonden enkele plooibare stoelen en er zaten 3 man en nog een andere stond in de deuropening van de mobilhome. Als ik voorbij ging riep de man van de mobilhome of ik een kop koffie wilde wat ik maar al te graag aanvaardde. Toen pas kreeg ik in 't oog dat er nog 2 pelgrims een koffie aan drinken waren. Ik kreeg een hele kuip koffie en de helper van de baas gaf me melk en zuiker en zegde neem maar een koekje ook en je geeft wat je wilt. Ik heb ze een euro gegeven en als ik vertrok zei de baas: ik zal je drinkbus vullen met goed koud water. Dat was welkom wat mijn bus was bijna leeg. Ik kon er voor de volgende 12 km. weer tegen. Ik ben in Calzadilla toegekomen om kwart voor 1. Louisa stond weer eens op de juiste plaats. Elke dag worden onze afspraken beter en beter. Tegen 2 u., en na lekker gegeten te hebben, moest ik nog een fietstocht van 41 km afhaspelen van Calzadilla naar El Burgo Ranero. Het vlakke landschap werd opnieuw heuvelig. Maar dat was geen enkel probleem, want ik krijg al twee dagen de hulp van de wind die stevig uit het noord-oosten blaast zodat ik de heuvels nu tegen 20 per uur kan nemen ipv tegen 11 a 12. Ook deze middag lagen de dorpen dun gezaaid. Na 7 km kwam ik Ledigos tegen en na 21 km Sahagun. Ik volgde de N120. Op een bepaald moment moest ik die verlaten maar ik wist niet waar omdat er geen dorpen zijn. Ik ben dan toch in een dorp geraakt en zag op mijn kaart dat ik al een 7 a 8 km te ver zat en dat ik de juiste afslag gemist had. Daar heb ik aan een boer, die met zijn tractor passeerde, gevraagd waar de richting naar El Burgo was. Hij wees mij naar een asfaltwegje aan de overkant en zegde dat het nog bijna 10 km was. Ik volgde het wegje maar na een paar honderd meter veranderde dat in een veldweg met kiezel. Zo heb ik ongeveer een km. door het landschap gereden. Maar dat veldwegje veranderde nogmaals in 2 sporen gemaakt door de voertuigen van de boeren. En plotseling was ook dat gedaan en zag ik alleen nog maar sporen op het gras. Ik kon niet meer fietsen en moest mijn fiets voort duwen, op een bepaald ogenblik zelfs door de modder. Ik had echter altijd enkele huizen in zicht waar ik trachte naar toe te gaan. Op zeker ogenblik werden de sporen echter terug een kiezelweg en kwam ik in een klein dorpje uit. Daar nog eens gevraagd naar El Burgo Ranero en ik zat juist, want nog geen tien minuten later was ik er en zag de Louisa al van in de verte staan met de auto. De tocht was 7 km meer dan gepland en ik was hier om kwart na 4. Na vijf minuten hadden we al onderdak gevonden in hotel-restaurant El Peregrino. Hier vonden we vriendelijke mensen. Ook internetgebruik was geen probleem, want ze hebben hier 4 pc's die daarvoor gebruikt kunnen worden. Om half 7 kunnen we hier ook dineren.
24ste dag - 19/05/2010 - Tardajos - Hontanas - Villalcazar de Sirga (21 km + 49 km)
In pension-bar-Ruiz hadden we alles voorhanden: we konden er slapen, dineren en ontbijten aan een schappelijke prijs. Onze kamer lag wel op de 2de verdieping en was te bereiken langs een nogal steile trap. De douches en WC's lagen in de gang recht tegenover onze kamer.Het restaurant waar we gisterenavond konden eten lag naast nog een andere bar van de dezelfde uitbater. In allebei stonden jonge mannen, waarschijnlijk zonen, terwijl in het restaurant een jong meisje alles regelde. Deze morgen hebben we dan ontbeten om 20' na 7 in de bar waar boven ons verblijf lag. Daarna hebben we alles in de auto geladen en wat verder in het dorp gezocht naar een slager en bakker. Beide winkels waren dicht. Daar aan de bakkerswinkel kwamen we de Italianen tegen die we gisteren morgen verlaten hadden. Ze vroegen waar we gegeten hadden want zij moesten nog ontbijten. Daarna ben ik dan maar vertrokken en heb tegen Louisa gezegd dat ik onderweg wel wat zou kopen voor 's middags. Dat was geen probleem, want in elk dorpje dat je tegen komt is er wel een winkeltje waar je alles kunt kopen ivm eten. In het tweede dorp, Hornillos del Camino, ben ik bij een kruidenier binnen gewipt en heb daar vlees, brood, bananen, koffiekoeken en wat chocolade gekocht en in mijn rugzak gestoken. Tussen dat dorp en Hontanas ligt er geen ander dorp meer. Het is van Hornillos nog 11 km tot Hontanas. De hele voormiddag heb ik op een slingerend pad gelopen tussen de graanvelden. Kilometers en kilometers niets anders dan tarwevelden links en rechts van het Caminopad. Ook een drietal windmolenparken waren er te zien. Van als ik in Spanje ben, heb ik er zeker al een stuk of vijftien gezien. Ze staan altijd boven op hoogvlaktes en hinderen niemand, want in de verste verte zijn er geen huizen te bespeuren. Iets voor twaalf was ik in het dorpje Hontanas, waar het geen probleem was om Louisa te vinden. Zij zelf had het ook gemakkelijk gevonden. Met mijn meegebrachte voorraad hebben we er smakelijk gegeten. Tegen 1 uur ben ik dan aan mijn fietstocht begonnen naar Villalcazar de Sirga. 9 kms. gingen sneltreinvaart tot voorbij het eerste dorp Castrojeriz. Daar had ik het idee om per fiets het Caminopad te nemen. Na ongeveer een kilometer was het echter steil bergop (erger dan de muur van Hoei) en dat bleef meer dan 1km duren. Het was onbegonnen werk om er al fietsend op te geraken. Dan maar de hele weg stoten tegen 3 à 4 km/u. Boven even verpozen en wat filmen van op de hoogvlakte. Er was daar een prachtig uitzicht over de wijde omgeving. Na een vijfhonderdtal meter kwam ik aan een enorme afdaling. Ik moest niets anders doen dan de remmen dicht houden. Maar plotseling, op zo'n 100 meter voor ik beneden was, sloeg ik toch onderuit wegens de losliggende kiezelsteentjes. Mijn hele linkerarm was toegetakeld ( bloed met stof vermengd ) en wat verhakkeld vlees. Met mijn zakdoek en water uit mijn bidon heb ik mijn arm wat proper gemaakt. Mijn linkerbeen was op een tweetal plaatsen ook wat geraakt. Daar ik op mijn buik vooruit was geschoven was de tiret van mijn heuptas wat open gegaan zodat mijn fototoestel en camera ook wat geschuurd hadden. Mijn fototoestel werkte niet meer, maar mijn camera was nog in goede staat. De ketting was van mijn fiets af. Na alles wat in orde gebracht te hebben vertrok ik gaand tot ik de volledige afdaling achter de rug had. Na wat gefietst te hebben, ontdekte ik dat ik mijn horloge niet meer om de pols had en dat ik ook mijn zonnebril niet meer op had. Dus terug naar de onheilsplek. Daar lag mijn bril in een greppeltje, terwijl mijn horloge half onder het stof bedolven lag. De armband was echter stuk. Ik ben dan weeral al gaand naar beneden gegaan. Eens ik terug kon fietsen en na nog een 2-tal km. kwam ik terug op een asfaltweg. Ik heb de natuur niet meer bewonderd maar ben ik gestrekte vlucht naar mijn einddoel gefietst nl. Villalcazar. Onderweg ben ik wel een bronnetje tegen gekomen, waar ik mijn wonden helemaal proper gemaakt heb. In Villalcazar stond Louisa op de afgesproken plaats.Ze had die gemakkelijk en zonder problemen bereikt. We hebben dan gauw voor onderdak gezocht. We kwamen terecht in het dorp bij hotelas "Las Cantigas". We konden er deze avond dineren en morgenvroeg kunnen we er ook het ontbijt nemen. Morgen gaat de voettocht naar Calzadilla de la Cueza en de fietstocht naar El Burgo Ranero. Het was vandaag prachtig weer zonder enig wolkje aan de lucht ( 24 à 25 graden ), maar er was wel een stevige bries uit het noord-oosten. Vandaar dat ik goed kon fietsen als ik in westelijke richting reed.