Op 1 januari werd traditioneel de laatste PDC wedstrijd van het
vorige seizoen gespeeld en het volgende tornooi voor tourkaarthouders
start pas op 31 januari. Dat betekent niet dat er in januari niet
gedart werd. Het weekend na de PDC WK-finale begon namelijk het BDO
WK. De kleine tegenhanger van de PDC stond dit jaar echter bol van de
controverse. Een paar dagen voor het tornooi startte kwam er de
melding dat het prijzengeld gehalveerd werd voor de winnaar. Van
£100,000 naar £50,000. De winnares bij de dames zou nog maar £8,000
krijgen. Uiteindelijk heeft de winnares bij de dames wel nog £10,000
ontvangen, maar bij de heren was het een drama. De winnaar mocht
uiteindelijk £23,000 ontvangen. En dat is heel weinig als je het
vergelijkt met de PDC. Daar verdienen de spelers die de laatste 32
halen al £25,000.
Dat is echter niet het enige probleem dat de BDO heeft. Des
Jacklin, de voorzitter is misschien zelfs het grootste probleem. Een
probleem die tot de totale ondergang kan leiden. Ziet hij wel in in
welke problemen de BDO zit? Hij legt ook altijd de schuld bij
anderen. Ik heb hem nog nergens horen zeggen dat hij ook fouten heeft
gemaakt. Tegenwoordig is de BDO natuurlijk niet meer wat het
oorspronkelijk was. Net na de splitsing met de PDC konden ze zich nog
staande houden tot en met het vertrek van Raymond Van Barneveld in
2006. Daarna werd het moeilijk en de laatste jaren lijkt de vrije val
helemaal ingezet met als dieptepunt dit jaar. Van de 40 deelnemers
aan het wereldkampioenschap zetten maar liefst dertig spelers de stap
naar de Q-school om eventueel een tourkaart te winnen voor op het PDC
circuit te kunnen spelen. Ook bij de vrouwen is er een kleine exodus
naar de PDC toe. Daar staat ook de helft van het deelnemersveld
ingeschreven voor Q-school.
Niet iedereen zal natuurlijk een tourkaart halen, want het niveau
is natuurlijk heel hoog en er zijn maar een beperkt aantal
tourkaarten te halen. Halen de spelers de tourkaart niet, dan hebben
de spelers de keus om op de Challenge Tour en/of de Development Tour
(voor spelers jonger dan 24 jaar) te spelen of om terug te keren naar
de BDO. Een combinatie is ook mogelijk. De BDO heeft echter ook nog
een andere probleem en dat is de WDF. De wereld dartsfederatie. Die
zijn bezig om hun kalender aan te passen en misschien wel nog
belangrijker, om een nieuwe major te organiseren. Als dat succesvol
verloopt kan het wel het einde zijn voor de BDO.
Maar dat is geen ramp voor de dartswereld. Je hebt natuurlijk
enerzijds het profdarten en daarnaast het amateurdarten. Het
profdarten zit natuurlijk goed bij de PDC. Voor de amateurs heb je nu
nog een aantal mogelijkheden. Voorlopig is er de BDO en de
nevenrankings van de PDC. Maar uiteindelijk is het de bedoeling van
de WDF om al die amateurs samen te brengen in hun major en dat lijkt
me de beste keuze. Ik hoop persoonlijk ook dat het die richting
uitgaat, want het is niet logisch dat een Britse bond een
wereldkampioenschap organiseert. Dat is de taak van een
overkoepelende bond, de WDF dus. Hun hoofdtaak blijft natuurlijk om
darts in zo veel mogelijk landen populair te maken en dat lukt
voorlopig wel, want er staan al 40 landen op de kalender die een
tornooi organiseren. De komende periode wordt het dus uitkijken naar
de plannen van de WDF met hun major(s). Ook bij de BDO zullen ze dat
met aandacht volgen.
Het meest ideale scenario is natuurlijk dat de BDO samenwerkt met
de WDF. Probeer nu anders maar aan een dartsleek uit te leggen hoe
het komt dat Tibault Tricole op een derde plaats staat op de WDF
ranking en dat hij op de BDO ranking pas op een 24ste plaats staat.
Dat is dan ook nog maar één voorbeeld. Mijn voorkeur gaat zeker uit
naar de WDF. Die hebben met hun World Cup en Continetal cups ook nog
eens orginele tornooien waar je met een nationaal team kan spelen. En
niet zoals in de PDC World Cup twee singels en één koppel, maar een
echte teamgame. Dat mag echter nooit verloren, want iedere darter wil
ooit wel eens in het nationaal team spelen als hij begint en dat moet
zo blijven. Leve de WDF.
|