Een collega uit Kristianstad, Göran Boman, stelt voor om te zoeken naar de onbekende zoon (die in Kristianstad woont) van Johannes Lövgren. Via het bevolkinsregister komen ze uit dat er 7 vrouwen zijn met een zoon waarbij de vader onbekend is. Ze besluiten hen allen eens een bezoekje te brengen...
Als ze in het dameskapsalon van Margareta Velander aankomen, ontkent de vrouw dat ze ene Johannes Lövgren kent, maar Kurt en Göran vermoeden dat ze iets achterhoudt. Ze besluiten haar zoon, Nils, te bezoeken en hem te ondervragen i.v.m. de vermoordde Johannes Lövgren. Hij blijkt niet thuis te zijn wanneer ze zijn domein betreden. Een houten huis met een schroothoop van metaal en batterijen ervoor geeft hen rare bedenkingen, net zoals de deur die niet op slot is. Ze besluiten binnen snel eens een kijkje te nemen en komen terecht in een stinkend rattenhol (zoals ze dit zelf noemen). Alles is vuil en de vloer ligt bezaaid met slordige voorwerpen. Net als ze weg willen gaan ontdekt Göran een kluisje achter de kachel. Net als de deur, is de kluis niet op slot. In de kluis ligt een plastieken zak, met daarin duizenden Kronen. De schakel is rap gemaakt: toen Kurt Wallander met zijn bank ging spreken zeiden ze dat hij de laatste keer 70.000 Kronen had afgehaald en die in een bruine aktentas had gestopt. Bij de huiszoeking was niets gevonden. Dit zou dus het geld van Johannes Lövgren moeten zijn...
Terwijl de winkel op volle toeren draait, zit de Zweedse televisie ook niet stil. Één van de korpsagenten heeft (geheime) informatie doorgelekt aan journalisten. Natuurlijk konden de journalisten het niet laten om te vermelden dat de daders vermoedelijk buitenlanders zijn.
Kurt Wallander is woedend als hij dit hoort. Journalisten die beweren dat de daders buitenlanders zijn is een zware beschuldiging zonder enig bewijs. Hij kan zich al voorstellen dat wanneer men dit hoort, dit zwaar zal wegen op de Zweedse samenleving; hun tolerantie t.o.v. buitenlanders en vluchtelingen is sowieso al laag, maar wanner men dit hoort zal het racisme pas echt naar boven komen. En het duurt niet lang voor wanneer men er de eerste gevolgen van ondervindt; bij het toevallig passeren van het vluchtelingencentrum te Ystad hoort Kurt Wallander een knal. Iemand heeft de vluchtelingenbarakken in brand gestoken! Met gevaar voor eigen leven besluit Kurt Wallander de vluchtelingen te redden maar het is al te laat. Hij kan niks meer doen want het vuur vat snel. De meerderheid van de vluchtelingen hebben hun barak op tijd verlaten maar tot Kurts teleurstelling liet 1 jongentje uit Libanon het leven.
De aanslag op het vluchtelingencentrum wordt een actueel onderwerp. De politie van Ystad krijgt hierdoor nog meer werk want hoofdcommissaris Wallander moet 2 zaken tegelijk oplossen, of is er een degelijk verband tussen de woorden van de stervende vrouw en de aanslag op het centrum?
Eindelijk komt er schot in de zaak! Een man, genaamd Lars Herdin, is zich komen melden bij het politiebureau. Hij blijkt de broer te zijn van Maria Lövgren. Volgens hem zou zijn schoonbroer een fameuze bankrekening hebben alhoewel hij en zijn vrouw nauwelijks met luxe bleken te leven. Dat geld zou komen van duur verkocht paardenvlees aan de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.Dit opent een nieuwe weg in de lijst met verdachten; Duitse sepparatisten zouden Johannes Lövren uit wraak kunnen vermoord hebben, maar deze gedachte wordt weggeblazen wanneer Herdin er bijna zeker van is dat niemand wist van dat geld. Het enige wat hij nog wist te vertellen, was dat zijn schoonbroer achter de rug van zijn vrouw een kind zou hebben in het noorden. Genoeg om uit te zoeken dus...
Plaatsvervangend hoofdcommissaris Kurt Wallander van de politie Ystad leidt het onderzoek naar de dubbele moord op Johannes en Maria (die in het ziekenhuis overleden is) Lövgren. Hij gaat zelf op zoek naar de buren om informatie te vragen maar wordt bijna omvergeschoten door de oude Nyström die zijn huis uit een struik bewaakt uit angst om zelf ook vermoord te worden. De aanwijzingen om een moord op te lossen ontbreken allemaal wanneer Kurt Wallander met het oude echtpaar heeft gepraat. Een moord wordt gepleegd op 2 stokoude mensen, die wonen in een boerderij op het Zweetse platteland, zonder vijanden, die nauwelijks geld hebben en op hun gemak de dag doorbrachten. Het enige bruikbare element dat commissaris Wallander nog zou kunnen gebruiken waren de woorden die de oude vrouw nog net zei voor ze stierf: "buitenlanders". Moet de politie van Ystad nu alle buitenlanders opsporen of moet men geen belang hechten aan de laatste woorden van een stervende verwarde oude vrouw?
Op het Zweedse platteland wordt een boer, genaamd Nyström, wakker. Zoals alle andere boeren, kan hij niet lang slapen en is het nog vroeg in de ochtend. Hij kijkt door het raam. Zijn vrouw, Hanna, wordt ook wakker en vraagt terug in bed te komen. Maar de oude boer weigert; hij tintelt van de angst. Bij de boerderij een eindje verderop, waar de Lövgrens wonen, is iets vreemds aan de hand: hun paard hinnikt niet. Opeens horen ze alletwee een schreeuw. Hanna pusht haar echtgenoot een kijkje te gaan nemen. De oude Nyström, met de zaklamp in de hand, gaat angstig richting hun boerderij. En inderdaad, er is iets vreemds aan de hand: het keukenraampje is ingeslagen. De oude boer gaat het huis van zijn buren voorzichtig binnen en komt tot de ontdekking dat zijn buurman Johannes Lövren bloederig vermoord is en diens vrouw Maria zwak ademt met een strop rond haar nek.