25 juli : Dit is het einde .......en dat doet de deur niet dicht.
Kampeerders maakten (vreugde) vuren op het strand van de baai voor ons. Gegarandeerd nachtlawaai. Inderdaad, eenmaal terug wakker geschoten en 1x midden in het putteke van de nacht opgeschrikt. Voor de rest was het stille rust zoals dit alleen in de hemel kan zijn.
Croissantjes smaken ook in Schotland als ontbijt, zeker nu de zon de laatste dagen Frans schijnt.
Wij gaan de Cullin Hills bedwingen. Wij zijn vroeg en vinden nog net een plaatsje op de parking waar de tocht begint. Aan deze parking was de vorige dag de opstopping, de onetrackroadfile.
Wij beginnen eraan met weinig volk, de watervallen en watervallletjes beroeren onze romantische zielen. De Brittle komt van hoog en zoekt zich een grillige weg met watervallen. Wij moeten ze volgen, dichtbij. Aanvankelijk leuk avontuurlijk, maar later rossig en steep. Voorzichtigheid is de boodschap.
Klauteren op handen en voeten; steun zoeken op onze wandelstokken. Wij zijn vierpotig. Van rots naar rots springen kunnen wij wel, maar de kleine kiezelsteentjes doen ons schuiven en de zeer smalle richels naast de afgrond wordt gatgewijs genomen. Wij zijn de eersten samen met een ander koppel die de weg banen. Voor ons gaat het niet meer. Niet meer genieten, teveel risico's. Op onze stappen dalend terugkeren. Maar dat is zeker geen sinecure. Oppassen voor schuifaffen. Een aantal mensen passeren ons naar boven en vragen hoelang nog/hoe ver nog. Dat was lang geleden dat wij dat nog eens gehoord hebben.
Beneden, de laatste mijl en half komen wij de ware toeristen terug tegen; hoe schoon de watervalletjes. Bussen lijken gelost. Maar verder dan het eerste gemakkelijke pad geraken ze niet; was ook hun doel niet.
Wij schuiven nog eens uit en vinden onze auto terug op de parking. Er heeft zich eentje achter/naast onze auto geparkeerd. Heksentoeren om er uit te geraken. Zeer scheve kant. Goede copiloot bekoopt het met het overrijden van haar voet.
Wij rijden naar de andere kant van de glenn Brittle naar Sligachan. Wij hebben zin in een kop koffie en taartje. Het leek ons een pittoreske plaats toen wij hier de eerste keer voorbijreden. Ingenomen door toeristen. Wij verder en genieten van ons taartje in Broadford.
En weer slaan wij een single road in en de landschappen zijn weer spectaculair; majestueuze bergen, glimmende lochs, weidse valleien. Wij klimmen naar de kimmen. Wij dalen af naar de dorpje Elgol. Een aanlegkade. Drie vissersboten. Twee caravans van waaruit ze boottochten verkopen en organiseren. Dolfijnen spotten, zeetobben gadeslaan, een zeearend zien duiken......Het is toerisme op maat. Niet overdreven.
Uit de glimmende zee reizen de Cullin Hills als een feniks. Piekende puntige pieken aaneengeregen. Blauwe lucht waarin de schapenwolkjes slapen.
Met dat zicht zetten wij ons campertje neer. Een duik in het koele water. Opnieuw zijn wij op het einde van de wereld en ja de deuren naar groot geluk openen zich. Een openbaring. Nu de avond valt goud op het water. Lichte schapenwolken dekken de pieken zachtjes toe. Een warm dekbedje.
Straks zullen wij ook zacht dromen.
26 juli: De landelijkheid.
Opstaan aan een haventje, gered met Europese steun. De koeien loeien ons wakker. Met tientallen zijn ze uit de hogergelegen weiden afgezakt om te drinken van de zee, om te snuffelen, om te peuzelen aan de visserskoorden. Een tweetal vissers arriveren en verjagen de koeien . Ze omsingelen onze auto. Te verbaasd voor een foto.
De vissersbootjes kiezen het vrije sop.
De cullintoppen reiken tot de donkere dreigende grijze wolken. Het gaat regenen denk ik. Het regent. Hier begint de mystiek. De verhalen.
Wij kronkelen terug. De baaien waren lichter en luchter bij zon. Ik ben een zonnenkind. De regen voor de nacht als de weemoed komt.
Wij stoppen bij een kerkhof. Maar hier bleek honderd jaar geleden ook marmer gedolven te worden. Kon wedijveren met Carrara. De spoorlijn naar de haven een paar mijl verderop naar Broadford werd mede door belgische experts aangelegd. Honderd jaar geleden.
Wij zien ook veel verwijzingen naar Old Station. Ja vroeger waren de sporen die ons vervoerden. Nu is het allemaal Old. Komt het terug? New.
Wij slaan een avontuurlijke onetrackroad in. Smal. Kramikkige staat. Hellingen van zeker 20%. Toppen zonder zicht erachter. Wondermooi landschap ook bij wolk en regen. Wij zijn op weg naar een overzet naar Shiel Bridge. Glenelg is het overzetdorpje aan het Loch Duich. Merkwaardige oude overzet. Het platform staat op draaias. En dus aan de oever wordt er weggedraaid. De veermannen en vrouw zijn bijzonder vriendelijk en piloteren ons secuur op en af. Mogelijk gaan er drie van ons type auto's op de boot. Wij zijn echter alleen. Op tegenovergestelde richting waren er twee.
Het is nog vroeg en daarom is er weinig verkeer en dat maakt het kronkelen en draaien op onetrackroad doenbaar, ook bij regen.
Vaarwel mooi eiland van de Hemel. Heiland, schreef ik bijna.
Op weg via een drukke dubbelrichtingsbaan naar Fort William. Miezerig. Niet veel zin om nog iets te doen. Eerst middageten.
Ben is bergtop. Wij kamperen aan de voet van de hoogste berg van Groot-Brittanië, de Ben Nevis. Dan weer bedekt door de wolken, dan weer beregend, dan weer even zonbeschenen. Toch maar naar het infopunt van den Ben Nevis.
Wij trekken ons stoute schoenen aan en zullen het weer trotseren.
Wij rijden door de Glen. Glen is een smal dal. De Glen Nevis. Nevis is de naam van de bergrivier. In die diepe smalle kloof rijden wij negen km tot wij niet verder meer kunnen. Eerst nog brede weg en dan weer onetrackroad.
Een wandeling in die diepe kloof van driekwartuur laat ons een spectaculaire waterval aanschouwen. Wel 90 meter stort het bruisende water zich neer in de, op deze plek, brede vallei. Het geweld van de natuur kan geweldig mooi zijn. En wij mensen staan altijd opnieuw weer perplex bij deze grootsheid. An Steall heet ze, de waterval. En de regen die hield op bij al deze schoonheid.
Nu een rustige avond tegemoet.
27 juli : Scottish weer.
De Ben Nevis in wolken en regenbuien gehuld. 300 dagen per jaar, zegt men. Wij wachten af. Onze tocht gisterenavond was zo mooi dat wij vandaag terug willen wandelen. Maar alle zin ontbreekt bij die koude miezerigheid. Wij wachten. Soms striemend. Neen het is vakantie. Wij rijden naar het alom geroemde Loch Lomond.
Regen is ons part. Zon is af en toe de baas. En dan op een hoogvlakte naar Glencoe. Prachtige wandelbergen. Bulderde watervallen. De coe die
door de smalle Glen stuitert. Ja moe, zo 'n coe. Wij zeggen: we love you.
Wij hopen op meer : Lomond wordt beschreven als de koningin van de meren. Met in het meer talloze eilanden; velen in privé-bezit. Het valt ons tegen. Wij krijgen het meer te weinig te zien. De baan is smal en alle aandacht op de weg is geboden. Wij stoppen bij het schattige stadje Luss.
Hier kunnen wij niet aan voorbij als eerbetoon aan onze kleinzoon Luss, straks naar de eerste kleuterklas.
Het dorpje is een toeristische topper met "bokrijkse" allures. Bebloemde vissershuisjes van weleer. Nostalgische etalage.
Wij eten bijzonder lekker in een superrestaurant Luss seafoodbar. Delicious. Heerlijke zalmschotels. En als voorgerecht carpaccio van smoked monk fish bestrooid met geroosterde amandelen. Hmm, hmm.
Als troost voor het weer kan dit tellen.
Voldaan gedragen wij ons toeristisch.
En hop naar de andere zijde van Loch. Daar is een camping nabij Cashel. Wij krijgen een plek aan de oever van het Loch. En maken nog een fikse wandeling van bijna twee uur langs de "Banks" van het Loch. Op strand en door het bos met prachtige zichten op het meer en een paar eilandjes. Een stukje van de West Highland Way. Dé wandelweg hier.
Weeral tevreden mensen.
28 juli : Go south
Wat te doen? Wind, regendruppels, schuimkopperij op het Loch ? Plan is om te wandelen op de west Highland Way. Rowardennan en dan verder.
Het weer nodigt niet uit. Onetrackroad tot Rowardennan. Wat te doen?
Wij zien tussen de druppels door dat het mooi is. Wij genieten vanuit de auto. Dat is plezier, maar voor ons plezier in het wat zeurderig weer gaan wandelen. No way. Dan maar go South, naar Glasgow.
Of beter gezegd naar Stepps. Met de trein op 20 min van Glasgow centrum. Daar logeren wij in de "red deer vllage". Een dorpje op zichzelf; huisjes voor + 50tigers. Een afgesloten gepensioneerden oord met andere woorden. Maar ook een campingplaats voor een dertigtal campers en plaats voor tenten. Wij zaten dus op de juiste plaats gezien onze leeftijd.
Het praktische in elk geval was dat je via de trein zonder zorgen in het centrum van de stad afgezet wordt.
Een eerste kennismaking met de stad van de Rangers en van Celtic. De enen de blauwen, de anderen de groenen, de enen de protestanten en de anderen de katholieken. En men verkocht voetbaltruitjes met " supporter"( rangers of Celtic ) en "supporter van die Celtic of de rangers verslaan". Voetbal is oorlog zei een bekend journalist ooit.
Wij zijn geïmponeerd door de fraaie George Square. Walter Scott kijkt er tevreden neer op andere monumenten zoals Queen Victoria, James Watt, Robert Burns....en de omringende rijkelijke en monumentale gebouwen. Wie is hier de vader des vaderlands? Ja , de dichter/ schrijver.
Het stadhuis mogen wij nog net binnen.... Open mond voor de marmeren trappen, de rijkelijke plafonds, de geraffineerde deuren .... Een herinneringshoek voor de verpleegsters in de oorlogen .... Een beeltenis van Nelson Mandela .....
Rijkelijke schoonheid en respect voor diegenen die hun leven geven voor de solidariteit, de strijd, de mensen, de werkers... Want dat is Glagow. Een groots industrieel verleden, een travaillistisch verleden... Verloren industrie, verloren werk ... Opnieuw de rug rechten.... People make Glasgow ...... Is de slogan van de stad nu. Great. Again, again.
En dat zien wij later terug : in het People's Palace. Deze naam alleen al of een stanbeeld van La passionaria met opgeheven vuisten, een eerbetuiging aan deze Schotten die in de Spaanse burgeroorlog sneuvelden.
Eerst de tabaksindustrie, later de zware industrie van kolen en ijzer maakten deze rijkdom aan gebouwen. En leverden ook grote kunst in de architectuur.
En dat was nu net de afternoontea - verrassing : The willow tea room: een art nouveau pareltje van Charles Rennie Macintosh. Gesloten wegens renovatie. Dan maar naar zijn "school of art", gesloten wegens renovatie na brand. En tot overmaat ... ook de Burrell Collection gerenoveerd dicht. Wat doen wij dan nog in Glasgow ? Wij bezoeken nog een moderne tentoonstelling in het moderne gebouw van de " school of art". Ook daar houden wij van.
En een troostvolle thee/koffie in café Nero.( een keten, maar toch gezellig)
Onze eerste kennismakingtocht zit erop. Drie hoogtepunten gesloten. Glasgow zal het moeten kunnen de komende dagen.
29 en 30 juli : Glasgow maakt het goed.
Treintje naar de Cathedraal van St. Mungo. Deze man bracht het christendom naar deze streken en dat was voor Rome wat waard; zelfs zoveel dat bezoek aan zijn graf gelijk stond met een bedevaart naar Rome. Het houtenschipplafond en afscheiding tussen koor en schip ( een afscheiding tussen clerus en gepeupel ) vallen op. En een benedenkerk met een zuilenwoud waarin onze vriend Mungo zijn rust gevonden heeft. Heel speciaal was het moderne millenium glasraam dat een blauwe zee in de Cathedraal laat vloeien. Kerken blijven hoedanook onze culturele geschiedenis vertellen. En daarom bezoeken wij ook het aanpalende museum of Religious Life and Art. Knap gedaan. Een juiste maat van museum; geen overdaad waar je moe van wordt.
De verschillende religies : exemplaren van hun kunst; voorbeelden van hoe ze omgaan met leven ( alle stadia - geboorte ... ) en dood .
O Dood O Eeuwigheid.
De oplopende necropool met grafkelder, obelisken, Keltische kruisen...is een illustratie van de vroegere bourgeoisie en haar rijkdom. Waar liggen de werkers, de armen?
De wrede prediker Knox troont hoog op zijn zuil boven alles uit. Wie was de grootste prediker van het vaderland?
Wij komen van onze berg af op weg naar "vlooienmarkt" the Barras. Die zijn niet opgesmukt en zeer proletarisch. Anders dan de zgn. Verfijnde overdekte markten in andere steden. Wij steken door naar de glagower Green. Een aangenaam groot groen Park. De wintertuin is een koninkelijke serre in the People's palace. Victoriaans. Ijzer- en glaswerk van adelijke schoonheid. Planten en bloemen alom.
Voor het paleis een triomfantelijke terracota fontein met de symbolen van de macht van de kolonisator : Australië, Zuid-Afrika , India , Canada ... De Doublon Fountain.
Het museum : de ziel van Glasgow, Schotland ? Het verhaal van de tabaksbaronnen, de strijd van de wevers, de vrouwen, de coöperanten. Het leven van de arbeidende mens in zijn wonen.. Werken...Tramkaartjes...rantsoenbonnen.... En overal ook het respect voor diegenen die in oorlogen hun leven gaven.
Buiten zien wij het dogenpaleis? Een voormalig tapijtfabriek waarvan de baas zich in Venetië waande. Wij zoeken het "west brewery"restaurant. Lopen wat verloren in het park. En keren op onze passen terug want ondergebracht in dogenpaleis aan de achterzijde. En zoals ware Dogen hebben ons tegoed gedaan aan het lekkere eten en de "PINT
" van de brouwerij. Een aanrader.
Voldaan trekken wij verder. Een mooie wandeling langs de Clyde. Eerder waren wij Bonnie bonnie Lochmond. Bonnie & Clyde.
Wij steken samen La passionaria onze vuist op. En van een paradox zijn wij ook niet bang. Wij stappen bijna argeloos in een groots winkelcentrum in de Argylestreet. Kooplieden in een moderne tempel. De stadsinfodienst had ons gewezen op feestactiviteiten in deze wijk. Wij doorlopen de straatjes van deze wijk vol met kraampjes. Kopen wat worst en kazen.
Mooier en weer adelijk zijn de de winkelgalerijen met hun glazen overkoepelingen in gekruld smeedijzer. De mooiste is Princess galerij. De chicste de juwelenblinkende Argyle galerij.
Tijd voor onze afternoon tea. Een tweede Willow tearoom. Een herstelde Macintosh room. Wij hebben de keus tussen het feminiene of het masculiene salon. Er is een wachtrij. Wij twijfelen. Bij de blauwe masculiene Chinese salon is er minder volk. Houten geometrische blauwe afsluitingen, lage designstoelen, lager plafond ...wit ...gedekte tafels, muren en plafond. Mannelijke gezelligheid? Hier kunnen wij direct aanschuiven.
Wij kiezen voor het nog meer witte feminiene. Hoge rugleuningstoelen. Een woud van sierlijke hoogstaande houten spijlen. De tafeltjes keurig wit gedekt. Het personeel even gedistingeerd. Met de pink omhoog proeven wij profijtig van ons taartje en scone. Hoe schoon , dank u sir Macintosh. De hoge leuningen van de stoelen geven het gevoel van intieme hoekjes.
Tot slot bezoeken wij de The Lighttower. Een modern gebouw met verschillende activteiten : een tijdelijke tentoonstelling, workshops.....
En ook een evocatie van het werk van Macintosch. Zijn gebouwen op schaal. Zijn interieurs . Zijn stoelen in alle vormen en aspecten. Rechtaantoe, krullend...ook de hogerugleuningen ...wij weten nu hoe die zitten.
Neen, nog niet genoeg.
Het GOMA. ( het MOMA in New-York zal het voor ons voor altijd gesloten blijven).Het museum van moderne kunst. Wij laten ons weer gaan en verliezen ons in al die schoonheid. Verblijd. Tijd vergetend.
Moe en voldaan campingwaarts met de trein.
Zondagmorgen en vroeg opstaan om de stad niet te missen.
Zo vroeg zelfs dat de metro,die wij dachten te nemen naar de botanische tuin, nog niet gestart was. Zondagsdienst: 10-18 u.
De slapende stad dan maar met de voettram. Aanvankelijk het stadscentrum, maar dan de buitenwijken; sommige nog proper en net, andere aan het verkommeren, ingrijpens klaar voor het te laat is.
Wij komen uit op een uitloper van het Kelvingrovepark, een lommerrijk ( en ook een papraplurijk) wandelpad naast de Kelvinrivier. Het aangename pad leidt ons naar de hoogte van de Botanishe tuin. Het magnifieke glazen paleis biedt onderdak aan alle soorten varens, bloemen, omringd door romeins aandoende beelden, klaterend watergeluid...in andere serres honderden begonia's,orchideeën ....exotische bloemen, alle kleurschakeringen .... Ogen tekort.... Een beetje jaloers op wie hier mag werken en op diegenen die expert zijn op floragebied.
Buiten een zachte pelouse met kleurrijke bloemenprieeltjes. De tuin van Heden. Wij wandelen door tuin en arboretum. Zien de kruidentuin liggen.
Vele glasgowiens komen hier hun gezonde lucht opsnuiven al dan niet joggend.
Terug op het heerlijke wandelpad langs de Kevin. Eerste halte : Huntarian art gallery. Macintosh's kamers zijn hier te bezichten. Zoveel schoonheid.
Tafels, stoelen, bureau, kasten, open haarden, hall, lampenkappen, bed, slaapvertrek in zijn creatieve stijl. Strak frivool versierd. Grootse art nouveau kunst. Zelden zoveel glimmende ogen (van de bezoekers) gezien. De weerspiegeling van zoveel schoonheid.
En het museum zelf. Onze favoriete periode van 1885-1920 impressionisten, fauvisten, pointallisten, structuralisten... Zijn goed aanwezig. En wij ontdekken Schotse generatiegenoten Fergusson, Mactaggart, Peploe, Cadell, Hunter.. Fergusson wordt onze grootste favoriet.
Maar ook Rembrandt, Rubens, Snijders.... En dit in een moois architecturaal recent gebouw.
Tweede halte: wij bewegen ons volop in de universiteitsomgeving en de bijhorende plechtstatige gebouwen. De Byres road heeft een zeer gerenommeerd restaurant Ubiquitous Chip. Met onze geldbeugel op zak vinden wij dit restaurant niet , maar wel The University café . Zoals alle vorige studentengeneraties nemen wij ook plaats op de rose klapstoeltjes. Autenthieke studentikoze inrichting. Gezellige ronde baas. Snelle juffen die ons bedienen. Zeker een voedzame minestronesoep bij dit weer. Haggis mocht hier niet ontbreken en een huisgemaakte ijscoupe als smakelijke afsluiter....en... en ...onze geldbeugel nauwelijks lichter.
Derde halte : het museum van de glasgowiens : Art Gallery and Museum.
Het rode gebouw met zijn torentjes en pieken allerhande biedt een uitmuntende collectie en verschillende leerrijke afdelingen. Wij appreciëren ten volle de werken van de hoger genoemde Glasgow Boys ..weer die Fergusson.... Maar ook van de post- en impressionistische periode, van de oude meesters, van het stoelenwerk van Macintosh, van zijn nagebouwde blauw masculien teasalon..... Aan harnassen , heraldiek, lansen ...en wapens gaan wij voorbij. Zo hopen wij dat alle geweld uit de wereld zal verdwijnen. Goedgelovig zijn wij.
Tijd voor de terugweg. Wij kiezen nog altijd voor de voetentram. Het maritiemmuseum en het Tall Ship wordt net voor onze neus gesloten. Het is dus vijf uur. Het is een modern gebouw , maar de architectuur overtuigd ons niet.
Een uur wandelen langs de Clyde brengt ons naar het centrum van de stad; staat op èèn pijl van de wegwijzerpaal. En marche.
En voor onze ogen ontrolt zich het moderne en vernieuwende Glasgow, dat volop inzet op wetenschappelijke, technologische en stedenbouwkundige vernieuwingen. Wij maken even de vergelijking met Valencia. De sierlijke moderne monumenten van bruggen. Gebouwen : Glazen constructies in vormen van schepen, olifanten, kubussen...betonnen als een gordeldier of arena's. De opeenvolging is imponerend. Tussendoor ook de nieuwe woonflats.
Opnieuw Bonnie bij the Clyde.
En als afscheid groeten wij La Passionaria.
Het is goed Glasgow. Telkens weer opstaan. People make Glasgow.
31 juli : The gold old : New Lanark.
New Lanark mochten wij niet missen. De watervallen van de Clyde sporen mensen aan om bruisend te leven. Inventieve mensen weten de kracht van water te gebruiken. Einde 18de eeuw - lees goed-1780-90 - werd door ene David Dale een weverij opgericht; de weefmachines aangedreven door machtige krachtige waterraderen maakten hels lawaai. Vrouwen en kinderen( vanaf 4 jaar) werden tewerkgesteld en een onderkomen verschaft. Meer dan duizend arbeiders werkten hier. Niet nodig om te emigreren naar Amerika. Al bij al goed opgesloten in een systeem van grote logementsgebouwen en andere voorzieningen.dus afhankelijk.
Maar dan kwam zijn schoonzoon Robert Owen. Hij kocht de zaak over en schoonpapa sponsorde uiteraard ook wat. Owen kende fabrieken vanuit zijn ervaring in Manchester.
Owen werd een kapitalistische communist.
Hij vond het een mensenrecht dat mensen vrij mochten zijn, vrij van armoede, ellende en ziekte, vrij om te gaan en staan waar ze wilden.
Kinderen onder de tien jaar mochten niet werken maar moesten naar de coöperatieve crèche of school. Wanneer schreef BOON zijn meesterwerk DAENS?
Vrouwen hadden recht op volwassenenonderwijs. De coöperatieve ziekenkas zorgde voor de zorg en ondersteuning. De woningen kenden het meest moderne comfort.
Hij bouwde de woningen buiten de fabriekspoorten evenals de coöperatieve winkel. Er werd gewerkt met een eigen munt.
Honderdzeventig jaar later laten de arbeidersbewegingen de Welvaart en de Coop teloorgaan. De BAC wordt aan de de ultieme winstnastrevende grootbanken uitgeleverd.
Owen's droom was om mensen ellende en armoede te besparen, misdaad zo tegen te gaan, scholing en vorming te laten en in solidariteit elkaar te ondersteunen. En dit alles vòòr dat de slavernij was afgeschaft.
De baas die de basis legt voor de coöperatieve gedachte, de vrouwenrechten, de syndicale rechten...... Mensen die sterk staan .... Mensen die daardoor ook beter werken.
Owen zijn tijd vooruit. Owenisme als vallen en opstaan. Owenisme dat nu terug in allerlei transitie- initiatieven terug de kop opsteekt. Leve Owen.
En dit dorp met zijn bulderde weefmachine in werking, de flatwoningen ( deels nu nog bewoond), de winkel, de school nog in werking, Owen's huis, is nog in hoge mate intact gebleven. Symbool van het travaillistische Schotland.
Een mooier afscheid van Schotland konden wij ons niet dromen.
1 augustus : York, het oude, niet het nieuwe. Hull. Gehuld in de boot.
Wij verlaten Schotland. Lockerbie op onze weg. Wij verwijlen bij de onschuldige slachtoffers van dit vliegtuigongeluk. Naamloos en woordeloos denken wij aan hen en hun dierbaren.
Neen, wij slaan niet af naar Gretna green. Dat hadden wij 44jaar geleden maar moeten doen in onze hippe periode. Of doen wij het over wanneer wij 50 jaar getrouwd zullen zijn?
Een sympathieke kleine camping op de boerderij op twee kilometer van het centrum. Niet met de kaart te betalen. Wij schudden onze geldbeugels uit... Wij komen aan 16 pond 83 pence. 'T is al goed, zegt de vriendelijk eigenares. En wij mogen tot morgen in namiddag blijven staan. Te voet naar centrum in een halfuurtje. En zeggen dat de camping bij het centrum ons 45 pond zou gekost hebben en wij in de voormiddag al moesten opkrassen om aan de parkeermeter te betalen.
York. Wij besluiten om alleen de kathedraal te bezoeken en andere interessante musea links te laten liggen.
Onze gids is gedreven, grappig en deskundig. Deze gotische kathedraal is gebouwd op Romeinse resten op een middeleeuwse Romaanse kerk, 200 jaar aan gebouwd. Alles in het museum onder de kerk uitgebreid uitgelegd met de nodige authentieke beelden, brokstukken , pilaren, zuilen. De glas-in-loodramen zijn wereldberoemd en beelden de taferelen uit van de testamenten. Rose window, zonder witte rozen om de Tudors een hak te zetten. Op eentje: Petrus gekruisigd met zijn kop omlaag. Het grootste great East window is wel een tennisveld groot. De sluitstenen vertellen een heilig verhaal op zichzelf. Eentje, de voeten alleen, zie je. Onze lieveheer hemelvaart. De Heer is al aan het opstijgen, de voeten nog juist in de sluitsteen. Na een brand in jaren 80 van vorige eeuw moesten er nieuwe sluitstenen aangebracht worden; een wedstrijd voor kinderen bracht originele taferelen op de sluitstenen. Een raket. Een zon en maan.....
De acht koningen sluiten het koor af van het schip waar het volk mocht bidden.
The Chapter House is een rijkelijk bijgebouw en deed dienst als "commerce"huis. Hier in de houtenzitbanken in het ronde gebouw werd handel gedreven en naam gemaakt en afgedrukt tot hun grotere eer en glorie. De gebeeldhouwde kopjes guitig, ernstig, lachend, peinzend, ....zo was het leven. Wie wordt er nog uit de tempels verdreven?
En weer is het teatime.
Ditmaal bij Betty's. Engelse klasse. Upstairs. De vloer scheefgezakt. Het personeel in zwarte rok en elegante witte blouse.
De scones van groot formaat worden warm geserveerd op een zilveren etagère. De zilverkleurige theepot en koffiekan zijn van het stijlvolste eetservies. Macintosh indachtig.
Waardig einde van onze vakantie.
Wij lopen nog de Romeinse vestigingsmuur af. En doorkruisen de middeleeuwse straten, te vol van toeristen.
Onze boot wacht niet in Hull. Wij zijn goed op tijd en laten ons in onze kajuit hullen in het donsdeken. De donsdekenwolkjes waren meer dan ons deel in deze Schotse vakantie.