Een verlangen dat zijn concrete realisatie krijgt.
Zo wat veertig jaar geleden verklaarde ik dat ik nog twee landen in de wereld wou zien : Griekenland en Nepal. Griekenland om de elementen uit mijn Latijn-Griekse humaniora te mogen en kunnen aanschouwen. Nepal omwille van een fascinerende documentaire op televisie. Ik was zo in de ban van het natuurschoon en krachtige uitstraling van de bergen. Tegelijk overtiuigd van de zielsrust van de hindoes en de boeddhisten.
Natuurlijk kende ik ook de geestesverruimende verhalen van de ondernemende hippies op ontdekkingstocht naar India en Nepal. Kathmandu had een geheiligde naam in hogere sferen. Ik was te bleu toen ( en nu).
Nepal kwam ook op mijn professionele weg. Een gebroken weg.
België had wapens geleverd aan het van corruptie beschuldigde land. ('het was corrupt - is!?) Mijn eigen partij AGALEV had in de regering meebeslist om wapens uit België te exporteren. Wie en op welke wijze deze beslissing is tot stand gekomen, blijft een raadsel ??!! Onder impuls van Onckelinx (socialistisch & tewerkstelling) goedgekeurd door vader Michel ( liberaal& economie) gevolgd door Aelvoet ( groen -?).
AGALEV heeft hier in elk geval zijn ziel verloren. De ongeloofwaardigheid van de groene politiek, het oordeel van de bevolking. De afstraffing in 2003 was ongemeen hard. Geen enkele verkozene meer.
De verschrikkelijk aardbeving in 2015 deed dit land op zijn grondvesten meer dan daveren. Het arme land in zijn hart getroffen.
De spectaculaire trek - en klimtochten demonstreren de glorierijkheid van dit land. De machtigste bergen van de wereld.
Emoties genoeg om dit land tegemoet te treden.
Een uitgesteld verlangen. Zal de realiteit het verlangen inlossen.
De vliegtuigreis verliep aanvankelijk zeer comfortabel. De nacht echter bracht geen rust. Geen oog viel dicht. Was het reeds het alziend oog van Boeddha. Zo Hij wel slapen?
Dus best erg vermoeid aan de Nepaltocht begonnen.
Kathmandu. Ik weet het nog niet. Ik kan er nog geen adjectief opplakken.
De mindere buurten van Lima en La Paz schieten ons door het hoofd. De trossen electriciteitsdraden die vervaarlijk doorhangen, de vuilnis en plastiek die zich ophoopt en verspreidt. Een ontwikkelingsland, een arm land. Brengt het toerisme het juiste geld bij de juiste mensen. Is hier een sociaal herverdelend systeem. Mogen wij dat hopen?
Wij zijn met een groep van veertien mensen op pad. De enige Belgen tussen de Nederlanders.
Toch al op pad. Naar de tempel Swayambunath. Boeddhistisch.
Eèn van de eerste tempels in het land. De legende vertelt dat de god Swayambu hier neerstreek en een groot meer vond met daarin een heilige slang. Een Lotuszaadje werd geplant en daaruit ontsproot het licht Swayambu. Nu staat er een grote Stoepa aan deze godheid gewijd. Een waar heiligdom voor de boeddhisten. Te merken aan de vele gelovigen die hier gebedmolentjes draaien, de beelden aanraken, de handen devoot voor de borst vouwen en en kleine buiging maken. Wij komen ogen tekort ( wij zijn Boeddha niet. Ook niet in het diepst van onze gedachten?) De ogen van Boeddha staan op alle zijden van de Stoepa. De stoepa wordt omringd door dertien ringen, de trappen naar de wijsheid, Eèn soortement vraagteken/ sleutel op de plaats van de neus en de mond : symbool van de eenheid van alle godheden. Maar tegelijk slot op de mond. Boeddha ziet alles, weet alles, maar praat nooit. Dus hij is geen mooipraterke.
Rondom, een veelheid aan tempeltjes, bronzen voorwerpen, kapelletjes met beeltenissen met bloemblaadjes, verfpoeder en kaarsvet besprenkeld. Overal olie/kaarslampjes. Ook overal aapjes, alleen op pad of aaneengeklit of moeder en kind in een eenheid.
Het tweede hoogtepunt was de Durbar square. Zwaar gehavend door de aardbeving geeft het ons een vertekend beeld van wat het ooit is geweest. Ook de armmoedige middelen dragen er niet toe bij om het gehele heel fraai te noemen.
Toch zijn de pagodes, het houtsnijwerk van een ongekende verfijning en grote kunstzinnigheid. Hindoeïsme en Boeddhisme lopen door elkaar. Ze belijden elkaars riten. Vieren elkaars feesten.
De goden van de Hindoe zijn niet te tellen. En wie aan wie verwant is, wij breken ons hoofd er niet over.
Hier op deze Durbar square is Shiva de meester. Hij is de veranderende kracht. De Vernietiger maar ook de Schepper(!!!). Hij ziet er soms heel angstjagend uit. Zoveel incarnaties, zoveel verschijningsvormen. De Stier is zijn symbool. En er zijn hier een paar robuuste exemplaren te zien. De vruchtbaarheid straalt van hen af.
Wij kwamen ook Hanuman tegen. De Aapgod aan de ingang van een paleis. Hij is loyaal en moedig.
Wij gingen ook het paleis binnen van de levende Godin Kumari. Het verhaal gaat dat in de zeventiende eeuw de vorst met de godin Taleju dikwijls spelletjes speelden : ze dobbelden. De vorst wou op een keer een liefdesspelletje spelen. De godin was niet gediend en vluchtte weg. ( ze dacht voor mij geen # metoo). De vorst kreeg pas vergiffenis nadat hij beloofde om jaarlijks haar incarnatie Kumari te vieren. De incarnatie is een meisje van (3/4/5 jaar) dat wordt uitgekozen en zij blijft godin zolang ze een zuiver lichaam heeft. Ze mag zich niet kwetsen en dus zeker niet bloeden. Want dan is ze Kumari af. Dus als ze een jonge dame wordt, is ook gedaan met haar status (!!!??) Ze verschijnt nauwelijks in het openbaar. Een prinses gekuisterd en gevangen. Maar voor eerbare families het hoogste goed dat er is in deze aardse wereld. Een traditie die nu nog voortleeft sinds 16honderd en zoveel. Wij hebben haar niet kunnen zien. Hoewel ze deze dagen zich wel van haar beste kant liet zien. Feesten nietwaar.
Op dit plein in elke hoek, achter elke hoek een magnifiek gesculpteerd paleisje, pagode, stoepa........
Met overzicht op het plein genieten wij na van een lekkere Himalaya koffie. Zo lekker dat je er zelfs je GSM bij vergeet.
Afsluiten met een heerlijk Nepalees menu, fijnproevers als wij zijn. De Thamel house is al even NewarNepalees als het eten, een oud gerestaureerd romantisch huis. Tot plezier van de toeristen. Lekker was het in elk geval.
Kathmandu: de stoffige, de armlastige... de pufferige
Kathmandu : de stoffige, de armlastige...de pufferige
De chaotische, de brommende, de kapotte, de smoggende, de armlastige de adembenemende. Letterlijk. In geen enkel andere stad is de vervuiling zo aanwezig. De bewogen geschiedenis van deze stad zal er wel alles mee te maken hebben. De bevolking, de mensen moeten ondergaan.
Er zijn geen inkomsten uit natuurlijke rijkdommen.
Hoe kruipt een land uit zijn armoede. Hoe wordt een hoofdstad leefbaar. Er is nog veel economisch en ecologisch werk aan de winkel.
Welke wereldsolidariteir kunnen wij opbrengen, nu de natiestaten opnieuw op zichzelf terugplooien.
Is er een weg voor iedereen op aarde naar welbevinden?
En de Nepalese vriendelijkheid in hun Hindu - en Boeddhistisch geloof lijkt veel kommer en kwel te laten vergeten. Of is dit onze welwillende conclusie die onze gemoedsrust tot rust brengt.
Het is feesten in de stad en het land. Dasain. Nationaal feest. En de mensen trekken naar hun familie om dit te vieren.
Er wordt geofferd in veelvoud. Alle soorten dieren worden geslacht en veel beelden worden met bloed besprenkeld. Bloemenkransen worden gedragen, Hollands oranje. Bloemen worden gestrooid. Wij komen pujari's tegen( hindoe priesters). Ze geven op ons voorhoofd een Tika. Een zegening van God met een een rood/oranje duimstempel. Een soort rood poeder vermengd met mosterdolie. De Tika is het Derde Oog dat alles ziet, alles weet , een belangrijk Chakra ( een sterk energetisch punt). Wij voelen ons verwant met de Happy hippies van de jaren zestig. Wij zijn tenslotte in Freak Street in de wijk Thamel. De vroegere hippie zone.
Kathmandu wil letterlijk zeggen HoutenTempel. Nog altijd te bewonderen in Durbar Square.
Maar adembenemend is ook Patan. Die andere koninkelijke stad, ook de stad der Schoonheid genoemd. Concurreerde met die andere vroegere kleine koninkrijkjes.
De ons nu reeds bekende Durbar Square is weer bezaaid met tempeltjes waar allerlei goden de scepter zwaaien. Het koninkelijk paleis is een pareltje met zijn binnenkoeren waar een fraai grote badkuip uitgegraven is omgeven met fijn gesculpteerde beeltenissen. De zuivering van de familie is het minste wat ze konden doen. Buiten waakt de Aap- god, Hanuman. Het houtsnijwerk is artisanaal meesterwerk. Het meesterwerk van zilversmeedkunst is te bewonderen in de Gouden Tempel. Een toevluchtsoord voor vele Hindoemensen.
En Ganesh is ook van de partij. De god met de olifantenkop. God van de wijheid. Hoe hij aan die Olifantenkop komt?! de legendes zijn het oneens.
Sommigen durven beweren dat hij met zijn moeder in bed lag. Shiva de vader was zo woest geworden dat hij zijn kop er afsloeg. Naar buitenrennend was het eerste dier dat ze tegen kwamen een olifant. Die heeft dan maar zijn hoofd geleend. Ganesh is nu zo gekend en makkelijk herkenbaar.
En Boedhha krijgt ook in Patan zijn plaats , het is te zeggen in honderdvoud. Rijen Boeddha's.
En dan bezoeken wij iets heel intiems. Op de oever van de Bagmati, die uitmondt in de Ganges, de heilige rivier, ligt het bedevaartsoord Pashupatinath. Pashupathi is een andere naam voor Shiva. Weer een verhaal : een snoodaard van een opperhoofd had wel duizenden concubines en toch verkrachtte hij een jong meisje. Een afzondering was het minste wat hij kon krijgen als straf. En hij moest een heiligdom oprichten. Op deze plaats staat nu een gouden tempel : alleen Hindoemensen mogen hier binnen. De entree is heel mooi en op het binnenplein zien wij een reusachtige stier op zijn achterwerk en op zijn reuze ballen : Shiva ten voete ( ofte ...) uit.
Het intieme speelt zich af aan de oever van de Bagmati.
Er zijn crematies of lijkverbrandingen aan de gang. Brandstapels liggen op grote stenen. De overledene wordt op een lijkbaar aan de over van de rivier gelegd. De familieleden leiden de rituelen, De voeten en het aangezicht worden gewassen. Oranje bloemenkransen worden over het dode lichaam gedrapeerd. Het lichaam wordt besprenkeld. Ieder kan op deze manier zeer lijfelijk afscheid nemen. De draagberrie wordt naar de brandstapel gedragen door mannen. (Zoals bij ons in sommige gevallen de kist.) Het vuur wordt aangestoken aan strohout.
De oudste zoon gaat driemaal rond het lijk van de vader met de toorts en steekt dan het vuur aan in de mond van de vader. Onder de brandstapel wordt dan de vlam aan het hout aangestoken. De ganse brandstapel bevat vuur. De begrafenis-verbranding voltrekt zich.
Het is de jongste zoon die het ritueel voltrekt bij het afscheid van de moeder.
Iets wat opvalt: hier op de overkant van de rivieren zijn wel vijftig tempeltjes op èèn rechte lijn te zien. In elk tempeltje Lingam en Yoni.
Een wijd verbreid religieus symbool in Nepal. Lingam is een fallussymbool en symboliseert mannelijke energie. Yoni is het vaginasymbool. En dus de vrouwelijke energie. Symbool voor licht en donker, passief en actief, de eenheid van man en vrouw, de totaliteit van het bestaan. De Lingam is opgericht in de Yoni.
Als je bij het eerste tempeltje zag kan je wel 50 falussen op een rijtje zien.
Wij wandelen langs een theatrale trap in het bos het heiligdom uit. Vele,al dan niet, vervallen tempels verdienen een beter lot.
En of het nog niet genoeg is rijden wij naar Bodhnath. Èèn van de grootste boeddhistische heiligdommen. De grootste Stoepa v
an Nepal. De witte halve "voetbal" is wel 100m lang. De gebedsmolens groot en klein, rondom. Ook de kloosters zijn direct in de buurt.
Over een aantal dagen is het lichtfeest van de Hindoes. Ook de Boeddhisten vieren mee. De Stoepa is vol gehangen met lichtjes. Betoverend in de avondschemering.
Wij eten in een restaurant op verdieping met zicht op de lichtende Stoepa. En de avond is vredig.
Wij verlaten Kathmandu met het aanschouwen van drie reusachtige boeddhabeelden. Het klooster en de tempel met de klassieke ingrediënten van offergaven van de gelovigen : alles wat de monniken kan voeden ligt er, tot colaflessen toe. Gezonde spiritualiteit in een ongezond lichaam? Uiteraard ook de nodige kaarsjes en de (witte) sjaals.
Wij hotsen en (juist niet) botsen de stad uit. Het is een heksenketel. De weg is nauwelijks verhard, putten en bulten. En bovendien erg smal. Brommers bij de vleet, die met de dood in de ogen auto's en bussen blindelings voorbijsteken. Bussen en auto's doen net hetzelfde. Ware doodsverachting. Altijd gepaard gaande met korte claxonstoten.
Maar geen nood als je gelooft in de reïncarnatie. Misschien kom je terug als Dalai Lama. Je krijgt altijd weer een kans na de dood.
Wij rijden door het platteland tussen de bergflanken. (Is dit een contradictie in terminis?)
Na een busreis van vijf uur slingeren wij naar boven. De claxonstoten in haarspeldbochten zijn meer dan nodig. Sommige brommers zijn net aan het oefenen om mee te kunnen doen met de wereldmanches motorracen.
Onze chauffeur is een kei. Zijn motto : slow drive, long live.
Wij stappen uit over een hoge drempel. Geen claxon, geen auto, geen brommer. Wij wanen ons in een Frans dorp, une des plus belles. Ook autovrij gemaakt. En dus ook hier van de tijd van de Middeleeuwen. De hoofdstraat geplaveid.
Een Newardorp met fijne architectuur. Houten gesculpteerde ramen.
Tempeltjes. Een godsgeschenk na al die drukte.
Wij slapen in Old inn. Een magnifiek gerestaureerd huis.
De vroegere rijkdom is er gekomen omdat Bandipur een afspanningsplaats was op de handelsweg tussen India en Tibet, een soort zijderoute. De Newari hebben goed handel gedreven en taksen geheven. Zo wordt je rijk. De Dalai Lama zou langs hier gevlucht zijn!
En het is nu het enige stadje in Nepal dat door die tactische en vernuftige zet van het autovrijmaken de toeristische rijkdom aantrekt. Wij gunnen het de inwoners.
Wij worden in Old inn gastvrij ontvangen. Lekker Newari eten middag en avond. Een rondleiding in het dorp met mooie uitzichten over het dal. Bezoek aan moederhuis en kliniek, labo (van het ziekenhuis Maria middelares Sint-Niklaas van de jaren zestig) en dito Rx-lokaaltje.
Een monument voor de mensen die voor hun vrijheid opkwamen en laffelijk vermoord werden. De plaatselijk boerderij, waar dagelijks met adobe de ingang van het huis bestreken wordt om het ongedierte buiten te houden. De heilige wasplaats met het heilige water uit de bergen, een zegening voor wie de route India- Tibet deed. Dit alles is Bandipur.
Onze kamers zij ruim maar laag en aldoor fijn houtwerk. Het waren rijkelui die hier mochten en mogen slapen. Koningen te rijk.
Zelfde scenario. Claxons. Smalle wegen. Ei zo na ongelukken.
Pokara,de voorstad voor de trekkingen. Alles wat je nodig hebt voor de trekking in het Annapurnagebergte word je aangeboden in de winkelboulevards. Een gouden kruispunt. Zeer westers.
Wij krijgen een uitgebreide briefing over onze elfdaagse tocht naar het Annapurna basecamp. In een leuk restaurant. Wij zijn vrij en rusten eerst uit in ons chique hotel en beginnen dan te pakken. Maximum tien kilo willen de dragers voor ons torsen. Wij pakken minimaal minder dan tien kilo. Wat zijn wij toch luxepaarden. Wij halen nog waterzuiveringstabletten en energierepen en voldoende centen af.
Onze Nepalese gids weet voor ons een gunstig wisseltarief voor ons uit de brand te slepen.
Wij wandelen langs het feeërieke Fewameer en zien de machtige witte bergen. Niet de Everest maar de Annapurna. Wij zien een van de hoogste punten van onze wereld. En wij hebben er maar èèn wereld. Wij moeten hem eren.
De avond valt en wij ronden hem af met een gezellige maal en leuke candlelight babbel in het Moonlightdance restaurant.
Wij worden naar het beginpunt van Annapurna trekking gebied gereden. Twee uur hotsen en botsen, putten en kuilen.
De verwachtingen zijn hooggespannen. Wij willen er aan beginnen. Voldoende water. Zullen de voeten het uit houden? Is onze fysiek nog in orde?
Het wordt klimmen. Wij wandelen naar 2000 meter. Wij zitten in het hooggebergte. Wij hebben de verschillende toppen van de Annapurna proberen te memoriseren. Alleen de Visstaart blijft hangen, hij dan ook de hoogste. Tijdens de wandeling, pardon de klimtocht, aanschouwen in de verte de pracht van bergnatuur.
De wandeling verloopt aanvankelijk gezapig met voldoende rustpunten en watervoorziening.
De trappen, pardon de opeengestapelde rotsstenen , leiden ons naar een hoogteverschil van 500m. De adem stokt af en toe, het hart klopt sneller dan gewoonlijk. En dit is niet omdat wij dicht bij onze geliefden zijn. Het vergt inspanning. Maar de mooie vergezichten brengen verlichting.
Wij zijn dan ook blij dat wij toekomen in Uleri. Een basic maar aangename slaapplaats. Wij rusten uit, nemen een douche, zien bewonderend naar de Annapurna bergen. Wij sluiten de avond af met een gezamenlijke maaltijd.
Kruipen vroeg in ons nestje en zullen dromen van de mooie zaken van het leven.
De zonsopgang, sunset gemeenzaam benoemd. Klinkt dat mooier? Het staat in elk geval mooier. Je bent van de moderne wereld nietwaar.
Juist, de zon begon precies om kwart na zes te schijnen op de besneeuwde top van de Annapurna Zuid ( South zoals je wil). Ruim zesduizend meter hoog.Langzaam verschoof de zon over de witte flank. De lagere bruine bergen werden even later opgelicht. Dit alles zagen wij vanuit het kleine raampje van ons kamertje. Zonsopgang vanuit het bed. Is weer iets anders dan ontbijt op bed.
Ons ontbijt werd wel geserveerd op terras waar ondertussen ook de zon ons weldadig verwarmde. Even goed als ontbijt op bed.
De tocht was trapsgewijs klimmen en dalen. Door bosgebied. Orchideeën-planten op de grond en in de bomen. Rododendrons, de symboolbloem van Nepal, alom. Alleen het is herfst en wij zien deze prachtige bloemenpracht niet. Het uitzicht op de bergen met de rijstterrassen zijn schitterend. Wij bevinden ons in het gebied van het Gurung volk. Zij zijn herders en rijstverbouwers.
De tocht verloopt rustig met voldoende rustpunten en een middagmaal op een zonovergoten terras.
Het is redelijk druk op het pad. Velen willen naar het basecamp.
Wij komen na een stevige klim in Ghorepani, een vroegere drinkplaats voor paarden. Ghore= paard, pani= water.
Een triomfboog verwelkomt ons. En daarachter het blauwe dorp. Huizen en lodges zijn hemelsblauw. Hoe kan het anders met die warme zon.
Alhoewel wij moeten toegeven dat de wolken in de namiddag de zon verdrijven. Wij leven op/in de wolken met zo'n tocht.
Eerst een afdaling naar een rivier de Chomrong khola. De cola hier is een bruisende bergrivier. Wij gaan klimmen en volgen de khola stroomopwaarts. Wij lopen, 't is te zeggen drukken ons op onze stokken naar boven. De kloof is diep. De bossen eeuwig rustig, de rivier klaterend, de watervallen denderend. Bamboebossen van oudsher, de wasbeertjes en pandabeertjes zitten aan de andere kant van het het Himalaya massief in China. Rododendrons in overvloed maar ze bloeien niet. Het is wel de symboolbloem van Nepal. Wij j zien er wel blauw- paarse orchideeën in bloeien. De uitzichten op de Annapurnas zijn adembenemend.
De tocht is lang en wij proberen te genieten. No pain, no glory. De Modi Khola is onze hoorbare gids. Af en toe moeten wij zijarmpjes oversteken op kramikkige bruggetjes van houten balken. De ijzeren bruggetjes geven meer zekerheid.
Wij zijn blij dat wij aankomen want de koude valt op onze rug. In de Himalaya is ook al niet warm, wij trekken verschillende laagjes aan en dan nog is het koud. Er wordt nog UNO gespeeld, geëendertigd tot eten ons geserveerd wordt.
Het gezelschap is best wel leuk. Er is een geboren animator in de vroep en die smeert de relaties. Iedereen heeft wel oog voor iedereen. Het is een warme groep met elk zijn eigenheid, die gerespecteerd wordt. Nederlanders, weet je wel. Recht voor de raap. Gedreven sprekers. Taalvaardig. Wij Vlamingen wat bescheidener.
Wij hebben geluk en slapen in een kamertje voor ons alleen. Lekker warm onder het dekbed en in de slaapzak.Wij liggen te soezen op 2840 m hoogte.
Pani, wisten wij al dat het geen broodje was, maar water. Tada wil zeggen ver weg. Wij sliepen op op een verre plaats in de bergen en wij konden ons wassen in een primitieve douche mét warm water. De slaapgelegenheden zijn zeer basic en door de lokale bevolking uitgebaat. Daar nemen wij het avondmaal en het ontbijt. Soms buiten op het terras met opkomende zon als verwarmingsbron. In sommige " hotels" zijn aangename houtverwarmde zaaltjes, eetzaaltjes waar ook gezelschapspelletjes gedaan worden. Wij gaan vroeg slapen 8 à 9 uur want om zeven uur s' morgens moeten de rugzakken voor de dragers klaar staan. Dus om zes de wekker zetten.
Wij waren vandaag nog niet goed aan de afdaling begonnen of daar kwam de aap al uit de mouw. Apen springen naar de takken of plukken de beestjes van elkaars rug.
De scherpe afdaling in het frisse bos. Een goed tempo en dus oppassen voor de schuivertjes en de scherpe kantjes van de stenen. Het bos is magnifiek en rustgevend. De open plekken met de milde zon overgoten.
De inspanning is er niet minder om. Opletten en de stokken goed plaatsen als hulpmiddel.
En dan is het klimmen geblazen. Dat mag je letterlijk lezen. Maar de uitzichten zijn ronduit schitterend. Diepe beboste valleien. Dorpjes op de flank van de bergen, ver weg van de drukke wereld. Terrassen waar rijst verbouwd wordt. Wij zagen zelfs een ossenspan dat met een ouderwetse ploeg de aarde omlegde op een terras. Een terras van pak weg tien meter breed.
In de diepte de zilveren rivier die als slang kronkelt in het dal. Daar moeten wij de hangbrug over om de andere kant van de berg te ronden.
Dus diep naar benden om dan weer de trappen naar de steeds strakblauwe hemel te nemen. Stairway to heaven. Nu al hebben wij de hemel op aarde. Dus er hoeft geen andere hemel te zijn.
Wij gaan nu dalend en klimmend naar Chomrong. En als je het soms zou afvragen, er is niets wrong met Chomrong, zelfs niet soms.
En nu gaan wij een Lavazza drinken want dat hebben ze hier in ons hotelletje van Anna Aroma. Voorwaar een Italiaanse hippie die hier is blijven hangen.
Half vijf het bed uit voor een klim naar Poonhill, 3156m hoog. Vijf uur met de kop-en borstlichtjes op weg. Wij zijn niet alleen. Het lijkt een heilige processie-stoet naar boven. De zon zal straks om kwart na zes alle toppen van de Annapurna beschijnen. Je moet uit goede hout gesneden zijn om in vroege ochtend met vijf laagjes, dubbele handschoenen de koude te trotseren. En op onze leeftijd twijfelen we wel eens, maar durven de uitdaging wel aan.
Het spektakel is verbluffend. Èèn topje van een zesduizend meter hoge berg wordt beschenen. Èèn voor èèn komen de toppen aan bod. Hoog, hoger, lager, de gouden schijn. De bergen liggen in een de vorm van een amphiteater. Ideaal voor zo'n groots schouwspel. Ruim een halfuur zien wij naar dit onbetaalbaar en gratis schouwspel.
Tevreden dalen wij af naar beneden waar een heerlijk ontbijt op ons wacht. Pakken geblazen want er staat nog vijf uur wandelen op het programma. Klimmen met links van ons het amphiteater. Wij worden werkelijk verwend. Een mens kan niet bevatten hoe machtig de natuur is. En zoals altijd overtreft de werkelijkheid alles. De boswegels stijgen soms vervaarlijk. De voeten doen het goed. Er worden weer voldoende rustpauzes en thè / koffie pauzes voorzien. En steeds in de zon.
Later dalen wij in een bos met klaterend bergriviertjes, watervallejes , watervallen, watervalgordijntjes, paarse bloemetjes aan de wand.
De apen in de bomen in volle natuur krijgen onze volle aandacht. Hun kan het niet deren. Moeder en kind op hun duizend gemakjes. Andere springend naar haalbare takken. Anderen op de uitkijk. Naar de schitterende natuur natuurlijk. De opeenvolging van het natuurschoon. De rust, het hartverwarmende.
Middagmalen doen op een zonovergoten terras. Genieten van de zon met de ogen dicht.
En het blijft maar komen, een lange afdaling zeer scherp. En dan een klim naar onze lodge Panorama view. Een laatste krachtige inspanning, af en toe wat uithijgen. Soms lang en genoeg water drinken.
En inderdaad de Panorama view biedt wat het zegt. In het warme lokaal ( diner/ontbijt) zien wij weer die majestueuze bergen.
En nu vanuit een ander gezichtspunt. Ze vangen de laatste zonnestralen op. Zo is de kring rond. Nepal de berggrootheid. Waar een klein land groot in is.
Onze "crew" is ook top; topklasse. Ditresh, onze Nepalese gids werkt met kennis van zaken. Legt goed uit waar wij voorstaan. Is bezorgd dat wij genoeg water drinken. Zorgt dat iedereen zich goed voelt in de groep. Is bijzonder grappig. Dynamisch en altijd optimistisch ingesteld. Zijn communicatie met Linda, onze reisleidster van Sawadee, is bijzonder goed. Deze twee verstaan elkaar perfect en vullen elkaar complementair aan. Linda is eveneens topklasse en wat wij zegden van Ditresh geldt voor haar zeker zoveel.
Harry en Sjanker zijn de assistenten. Zij zijn in de weer bij theepauzes. Ze schenken in met een vriendelijke vlijt. Zijn goedlachs. Ze noteren nauwkeurig onze bestellingen voor lunch en diner. Die ze ook vliegensvlug voor ons serveren. Ze verwennen ons. Ook de afrekening van Sjanker is correct. Il faut le faire voor dertien personen.
Harry is de guitigste en loopt vooraan en bepaalt het ritme en wijst de weg. De koplopers zijn altijd bij hem. Sjanker begeleidt de tragere reisgenoten, ons dus. De verschillende tempo's verstoren de groep niet. Integendeel iedereen heeft begrip voor elkaar en er zijn voldoende rustpauzes. Topklasse, die "crew".