Inhoud blog
  • HERINNERINGEN BIJ HET OVERLIJDEN VAN LUDO MARTENS
  • EEN AFRIKAAN OP GROENLAND
  • BIJ WIJZE VAN LEVEN
  • DE STAD ZINGT (ZONG)
  • FAVORIETE DICHTERS
  • LEOS JANACEK: CAPRICCIO
  • F. GONZALEZ-CRUSSI: DE VIJF ZINTUIGEN
  • VIJFTIG
  • ABSURDE PEN
  • BEVRIJD VAN HET HALSSTARRIG IK
  • HET BEGIN EN HET EINDE
  • 'ER IS ALLEEN DE BEWEGING VAN DE MUZIEK’: ANNA ENQUIST in HET GEHEIM
  • EEN ZORGELIJKE VISIE
  • EEN GEDICHT MOET MOEILIJK ZIJN
  • VADERS EN MOEDERS VERSE SOEP VAN OUDE DUIVEN OP NIEUWJAARDAG
  • DE VOLZIN
  • INCLUSIE
  • KLEINE FILOSOFIE VAN DE VISSER
  • JARMILA: ERNST WEISS
  • LILIANA X
  • TESTAMENT
  • CAFE HOPPER
  • OOH SO GOOD ‘N BLUES
  • WARM IS HET ZEKER
  • ZONDAG
  • MUZIEK BELUISTEREN: HET GROTE LUISTEREN & DE KLEUR VAN KLANKEN
  • UN HOMME ET UNE FEMME
  • MANNEN ZETTEN VAAK EEN HOGE BORST OP
  • 3 BOEKEN VAN BERT KEIZER
  • VANMORGEN WOU IK OPSTAAN
  • HET DRAAIBOEK
  • DAAR IS DE MAN
  • JAN MICHIELS EN TAE-HYUNG KIM VERVANGEN ELISSO VIRSALADZE (DESINGEL, 31 MEI 2010)
  • INTIEME BRIEVEN
  • DE TOREN VAN DE KATHEDRAAL
  • DE STRIJKKWARTETTEN VAN FELIX MENDELSSOHN-BARTOLDY
  • GELEZEN: DAVID VOGEL - HUWELIJKSJAREN
  • FEEST IN DE WIJK
  • DVORAK
  • VAN MORRISON
  • GLENN GOULD BACH GOLDBERGVARIATIES
  • DE BEWEGING
  • VREES NIET: een gedicht van C. BUDDINGH'
  • DE MUEZZIN IS ZIEK
  • JOHANN THEILE: MATTHÄUSPASSION
  • HET WOORD VAN DE MENSEN
  • ARTHUR VINCENT LOURIE
  • HERINNERINGEN AAN DE TOEKOMST (1, 2 en 3)
  • SCHIPBREUK: CYRILLE OFFERMANS
  • ORCHIDEE
  • MUZIEK IS GOED VOOR EEN MENS!
  • HOOGSEIZOEN
  • PAOLO FRESU
  • ASGER HAMERIK
  • DE PIANO
  • ALEXANDER PORFIRYEVITCH BORODIN: COMPLETE KAMERMUZIEK
  • K. P. KAVAFIS: DE BANK DER TOEKOMST
  • K. P. KAVAFIS: WIE MISLUKT IS
  • DE WITTGENSTEINS: ALEXANDER WAUGH
  • BO LINDE: VIOOLCONCERT EN CELLOCONCERT
  • PROKOFIEV: HET TWEEDE STRIJKKWARTET
  • KAREL ANCERL (1908-1973)
  • DE JOHN LEE HOOKER KOEIENBLUES
  • DE BEKENDE HAND
  • GEDICHTENDAG 2010: BROOD BAKKEN
  • FRANZ SCHMIDT
  • EEN ZWAKKE GLIMLACH
  • DE OUDE SLAAF EN DE BLOEDHOND
  • DENKERS
  • STOK
  • MORTEN LAURIDSEN
  • KEES WINKLER: OVER HET DICHTEN en MINOR POET
  • MAHLER - LISTMANIA
  • ODE 1, 2 en 3
  • HET MECHANISME VAN DE INSPIRATIE: WILLEM ROGGEMAN
  • HET LIEVELINGSBOEK VAN ELSCHOT: MIDDERNACHT van GEORGES DUHAMEL
  • MUNIR BASHIR
  • DE KUNSTENAAR EN DE TSAAR
  • EEN BOEKENKETTING
  • DE WEG
  • K. P. KAVAFIS: WIE MISLUKT IS
  • HET MUZIKAALSTE GEDICHT
  • EEN MAN ZOCHT NAAR ZIJN GEVOEL
  • HET LICHT RIJDT ZICH IN HET DUISTER VAST
  • DE MAN MET DE DEKEN OP DE RUG
  • DE KREET VAN CORDELIA
  • KEES WINKLER: ARCANA (VARESE, 1927)
  • KEES WINKLER: BEETHOVEN OPUS 73 (EMPEROR CONCERTO)
  • EMIL HAKL: ZOON & VADER
  • ERNST WEISS: DE OOGGETUIGE
  • NIET BIJ BACH ALLEEN
  • DE STILTE VAN DE WERELD VOOR BACH
  • PYOTR ILYICH TCHAIKOVSKY: COMPLETE STRIJKKWARTETTEN
  • HET JAAR LOOPT NAAR ZIJN EINDE
  • ONBEKENDE COMPONISTEN: LADISLAV VYCPALEK en OTAKAR OSTRCIL
  • LEZEN
  • ROBERT R. REILLY: SURPRISED BY BEAUTY
  • JAAR VAN DE HOND
  • DE WERELD IS IN VERWACHTING
  • LINKS LIGGEN
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Over mijzelf
    Ik ben Johan Kindt
    Ik ben een man en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is logopedist, maar ben nu gepensioneerd..
    Ik ben geboren op 10/10/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Wandelen, koken, muziek beluisteren, lezen, fietsen en naar mensen kijken, ook in de spiegel.
    Categorieën
    Laatste commentaren
  • zeer mooi gedicht! (DIDIER)
        op DE WEG
  • BIJ WIJZE VAN LEVEN
    Over boeken, gedichten en muziek.
    09-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HERINNERINGEN BIJ HET OVERLIJDEN VAN LUDO MARTENS

    HERINNERINGEN BIJ HET OVERLIJDEN VAN LUDO MARTENS

    Langs deze weg bied ik de familie en de vrienden en kameraden van Ludo Martens mijn deelneming aan.

    Ludo was een dorpsgenoot (Wingene) en op het einde van de humaniora ook een klasgenoot in het toenmalige  St. Jozefscollege  te Tielt. Zijn vader was meubelmaker en had een meubelzaak, zijn moeder een moederzorgwinkel. Die laatste jaren van de humaniora fietsten wij elke dag samen van Wingene naar Tielt, naar het college en weer terug. Ik weet niet meer of hij echt sportief was, maar hij kon toch verdomd hard fietsen. Op dat moment was hij al zeer actief in ABN-kernen en hij probeerde ons (iedereen sprak toen dialect) ervan te overtuigen mooi Nederlands te praten en ik herinner me nog de ongemakkelijkheid en schaamte bij het ABN-praten op bijzondere ABN-dagen (ja, die bestonden toen) en bij het later telkens weer overschakelen.

    In ons jaar zaten wel meer bollebozen en actieve denkers zoals Norman Verhelst en de latere kompaan van Ludo, Hubert Hedebouw. Ook toen al was Ludo één van de slimste van de klas. Al is het geheugen niet altijd even betrouwbaar, als ik me niet vergis hield hij toen reeds een spreekbeurt in het Frans over de Franse filosoof Gabriel Marcel en over het Existentialisme. Zelf stond ik nog lang niet zo ver en begreep er eigenlijk niets van. Ik was in die tijd nog meer een voetballer. Af en toe kwam ik bij hem thuis waar hij toen al veel luisterde naar platen van het Modern Jazz Quartet met vibrafonist Milt Jackson. Muziek, literatuur en filosofie in hun breedste verschijningsvormen zouden later in mijn leven opduiken. Voor mij begon het vanaf dan met koorzingen (wat overigens mijn verdere leven serieus heeft beïnvloed).

    Tegen het eind van de humaniora was het de gewoonte dat er een krantje werd gemaakt waarin de studenten aangaven wat ze later zouden gaan studeren. In het tot stand komen van een dergelijk krantje speelde Ludo natuurlijk een belangrijke rol. Ondermeer schreef hij over medestudenten ook een cabaretesk zinnetje waarmee hij je persoonlijkheid probeerde samen te vatten. Voor mij was dit niet zo positief omdat hij mij een soort toekomstgerichte onbestemdheid en gebrek aan psychologische sterkte toeschreef (althans iets dergelijks meen ik me te herinneren).

    In Wingene zelf ontstond er een fikse rel toen Ludo vanuit de KSA (waar ik ook bijhoorde) een filmforum organiseerde in de plaatselijke cinema. Hij wou er, met inleiding, L’ avventura, La notte en L’éclisse (1960-1962) van Michelangelo Antonioni vertonen. Ik meen me te herinneren dat we La notte te zien hebben gekregen, maar daarna staken, in het geniep, de plaatselijke geestelijkheid en mogelijk ook andere moraalridders, daar een stokje voor. Ik herinner me dat onder andere mijn vader en een onderpastoor hebben geprobeerd in de zaak te bemiddelen. In het college werden Norman Verhelst en Ludo Martens in de Retorica ex aequo de eerste van de klas.

    Vanaf dan heb ik Ludo niet meer teruggezien. Ikzelf informeerde af en toe naar hem. Hij liet niets meer van zich horen, maar ik bleef hem volgen: een adres, Leuven, Gent, Amada, PVDA, Congo/Zaïre, in de media, zijn geschriften en boeken en altijd ontmoette ik hier of daar wel iemand die iets over hem wist te vertellen. Ik moest afhaken telkens wanneer ik hem bezig hoorde in zijn ‘typisch’ taalgebruik, maar besefte tegelijk dat ik hem nog slechts te weinig kende om er niet vanuit te gaan dat er achter deze façade een veel grotere menselijkheid verscholen zou moeten gaan. Ik heb hem immers als medestudent en vriend in real time gekend en kon me niets anders voorstellen. Ik las zijn boek ‘ABO, een vrouw uit Congo’ (Epo/De Geus, Berchem/Breda, 1992) en was er, evenals de recensies,  zeer enthousiast over. Ik zag ook het toneelstuk (monoloog) dat De Internationale Nieuwe Scène en Hilde Uitterlinden ervan maakten. Na zijn boek over Stalin kon ik hem echter helemaal niet meer volgen, al zou hij nadien veel hebben genuanceerd. Het verlangen hem op te zoeken is altijd gebleven, maar het is er niet meer van gekomen.

    Persoonlijk heb ik, als arbeiderszoon (ik heb aan den lijve ondervonden wat dit betekende, en los van partijpolitiek, in mijn beroepsleven geprobeerd het op te nemen voor de zwakkere in onze samenleving (mensen met een ernstige verstandelijke beperking) door hen die het zelf maar moeilijk konden, als logopedist, letterlijk en figuurlijk spreekpodium te bieden en hen hierbij te ondersteunen (Ondersteunde Communicatie en Empowerment).

    Wat Ludo betreft, ik heb altijd begrepen dat hij eerlijk en scherpzinnig is gebleven en nooit uit was op geld of glitter. Ook al was de afstand groot (geworden), de herinneringen aan hem en zijn engagement en onze mooie jonge jaren zullen blijven.

    J. Kindt

    Dorpsgenoot, medestudent humaniora en jeugdvriend.

    Italiëlei 28/3

    2000 Antwerpen

    09-06-2011 om 00:00 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    14-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN AFRIKAAN OP GROENLAND

    EEN AFRIKAAN OP GROENLAND

    Alweer een hele tijd geleden las ik het onderschatte boek ‘Een Afrikaan op Groenland’ van Tété - Michel Kpomassie (1981, Veen Uitgevers, Utrecht 1984): een boek over een Afrikaan die in Groenland terecht komt en er geconfronteerd wordt met kou, sneeuw en ijs, begrippen die niet tot zijn ervaringsrepertorium behoren.

    Voor mij was het destijds een iets minder moeilijk te overbruggen cultuurverschil om uit West Vlaanderen over Antwerpen, Turnhout/Tilburg en nu al weer sinds 11 jaar in Antwerpen aan te landen. Zoals zoveel mensen hier ben ik niet echt een Antwerpenaar. Ik houd van deze stad, maar tegelijkertijd zie ik misschien meer dan anderen de minder leuke kanten ervan, als daar zijn stof, lawaai, zwerfvuil, hectisch verkeer en allerlei andere U welbekende maatschappelijke problemen, eigen aan de grootstad.

    Wel zijn sommige Antwerpenaars onverbeterlijke zeurpieten. Een losse tegel op de stoep is algauw de schuld van die van ’t Schoon Verdiep’. Toch zijn er zoveel mooie en interessante dingen te beleven, bijvoorbeeld wanneer een anonieme celliste op het Hendrik Conscienceplein voor een paar toevallige passanten volledig belangeloos de cellosuites van Bach zit te spelen. Zonder ook maar één euro te besteden word je op straat, of je het nu wil of niet, geconfronteerd met toneelstukken, muziek, mode of misdaad. Je hebt het zelf maar voor het uitkiezen, tenminste als je je ogen en oren goed openhoudt.

    De slagzin ‘ZOT VAN A’ is goed gevonden, maar wel lichtjes overdreven. Om te beginnen is het niet echt goed Nederlands en ook die uitroepende ‘schitteringtekens’ om de A hoeven voor mij niet. De stad is van zichzelf al mooi genoeg.

    Als ex-inwoner van Turnhout denk ik met plezier aan die tijd terug. Het is de geboorteplaats van mijn kinderen. Er waren en zijn vele vrienden en bekenden. Ik heb geweldige herinneringen aan de Warande van Erik Anthonis tot Staf Pelckmans met het Ro-theater, Luther Allison, Orfeo van Bo Holten, Robert Cray, Randy Newman en het Chilingirian String Quartet (de reeks is eindeloos), aan de mooie boeken van Walter van den Broeck, aan het ver op zijn tijd vooruitlopende ‘Stad voor de mens’ en ga zo maar door...

    Maar Turnhout is ook een beetje een in zichzelf gekeerde stad. Als ‘onechte’ Turnhouter kwam je er slechts moeilijk in. De Korte Begijnenstraat had destijds bijna overal een vinger in de pap. Tekenend was dat bijna al onze vrienden niet uit Turnhout afkomstig waren.

    Zo meteen fiets ik over de Stadswaag naar huis. Veel studentenleven is hier niet meer. Dat zit wat verderop aan de Academie voor Schone Kunsten (Artesis) en ook de Gard Civic is al lang voor goed verdwenen. De bomen hebben er in dit seizoen nooit geziene goudgele bladeren.

    Als schrijver Tété - Michel Kpomassie destijds hier was terechtgekomen in plaats van in Groenland, zou dit prachtig goudkoperen seizoen voor hem misschien een even grote cultuurshock zijn geweest.

    J. KiNDT

    14-10-2010 om 11:46 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BIJ WIJZE VAN LEVEN

    BIJ WIJZE VAN LEVEN


    Wat wij niet allemaal leefden
    wij stierven en maakten, wij deden
    aan grondige tederheid, oorlogen en afbraak
    tot getuigen roepend, en zo
    werd het zwijgen taal


    al die misbruikte namen, zoals
    een op de kop gezet taalboek: vlees
    dat verbrandde, en zoals men leest:
    de verkoolde resten, en zo
    werd het spreken schaduw
    afschrift van levenden


    levenden
    wat wij niet allemaal leefden
    het stillen van honger
    met de tanden opeen, woorden als tijdpassering
    als bruidsboeketten en stenen, want zo
    alleen was het vlees wezenlijk en zo alleen
    in zijn overbodigheid was een naam
    vleselijk, en zo
    werd bij wijze van leven
    het spreken een ding.

    (uit: Gerrit Kouwenaar, 100 gedichten, Querido, Amsterdam 1969)

     

    07-10-2010 om 18:33 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE STAD ZINGT (ZONG)

    DE STAD ZINGT (ZONG)


    (Elk jaar vindt 'Antwerpen Zingt' plaats. Alhoewel dit evenement zich op de Zuiderdokken afspeelt en ik aan de Noordkant woon in de buurt van de Italiëlei voorbij Sint Paulus en Paardenmarkt, kon ik, in de versie 2008, terwijl ik al in bed lag, tussen waken en slapen - ik slaap met open raam - de feestelijkheden tot het einde volgen (er waren toen, naar het schijnt, zo 'n 40.000 deelnemers).

    Het is niet anders, maar dit waren de woorden die boven kwamen drijven. Eerlijkheid gebiedt dan ook de toevallige lezer hiervan in kennis te stellen en verder: ik heb me nooit goed gevoeld in een massa, toch hou ik van Antwerpen, maar dan wel van een Antwerpen met een gewone A)
     

    Laat ze maar zingen en brallen

    Al die vrouwen en mannen

    Laat het maar schallen

    Daar op de Vlaamse en Waalse kaaien

    Als vurige paarden gespannen

    Voor de massale kar

    Van het algemeen muzikaal behang

    Laat de muzikaliteit hoog oplaaien

    Daar op dat plein van de hemelse vrede

    Met dat angstaanjagend gezang

    Duurt dat daar nog lang?

     

    Massa maakt manmoedig

    Strijdvaardig en baldadig

    De te zingen partituur vanzelf meerbladig

    Ze proberen de schorren te stemmen

    Tot een opgeblazen A

    Aan de lijn

    Klaar

    Start met de strijdliederen

    De orthodoxe koren

    Ossetië, Bejing, Het Vogelnest

    Ze liggen niet zo heel veraf

    Sssst!

    Straks kunnen ze het daar nog horen.

     

    Achterstevoren zingen ze

    De flarden

    Over de stad

    Over de torens en de kaaien

    Over kwartieren en uren,

    Over wie moet uitwaaien

    Over schippers en buitenwippers

    Over lichtekooien

    Die zich net dubbelplooien

    Over norse mannen

    En hun kreunen

     

    Laat ze maar zingen

    Daar ver achter Sint Paulus

    En vooral niet voor de mis uit is

    De kerk verlaten

    Laat ze nog wat blijven

    En genieten van het naspel

    Van het orgiastisch orgel

    En van de stoet van vaandeldragers en prelaten

     

    Maar dat ze oppassen

    Ik hou ze zwijgend

    In de gaten

    Bij het geeuwen en het gapen


    Ik kan niet slapen

     

    J. KiNDT

    2008

    07-10-2010 om 12:46 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FAVORIETE DICHTERS
    FAVORIETE DICHTERS

    WYSLAWA SZYMBORSKA

    De eerste van mijn favoriete dichters is de Poolse Wyslawa Szymborska. Voor meer over haar leven, zie:  http://en.wikipedia.org/wiki/Wis%C5%82awa_Szymborska



    De drie wonderlijkste woorden

    Wanneer ik het woord Toekomst uitspreek,
    vertrekt de eerste lettergreep al naar het verleden.

    Wanneer ik het woord Stilte uitspreekt,
    vernietig ik haar.

    Wanneer ik het woord Niets uitspreek,
    schep ik iets dat in geen enkel niet-bestaan past.

    (vert. G. Rasch)

    De gedichten van Szymborska lezen op het eerste gezicht heel gemakkelijk. Maar als je er mee klaar bent, lijkt iets van de ware betekenis zich verborgen te houden, niet op een plaats waar je normaal iets zou verbergen, maar op een geheel onverwachte plaats, die je slechts bij toeval kan vinden. Ik ben nog op zoek.

    Voor nog meer informatie: http://www.nrc.nl/kunst/article1829175.ece/Verwondering_is_mijn_missie




    ZBIGNIEW HERBERT

    De tweede dichter waar ik graag gedichten van lees, is eveneens van Poolse-Oekraïnse afkomst. Het is Zbigniew Herbert. Voor meer over zijn leven, zie: http://en.wikipedia.org/wiki/Zbigniew_Herbert

    Verzamelde gedichten

    We slapen in op woorden
    worden wakker in woorden

    soms zijn het vriendelijke
    eenvoudige substantieven
    bos of schip

    ze raken los van ons
    het bos verdwijnt snel
    achter de horizon

    het schip vaart weg
    zonder spoor of oorzaak

    gevaarlijk zijn woorden
    die uit een geheel zijn gevallen
    flarden van zinnen spreuken
    het begin van een refrein
    een vergeten hymne

    'verlost worden zij die...'
    'denk eraan om...'
    of 'zoals'
    een kleine en prikkende speld
    die de mooiste verloren
    metafoor van de wereld
    smeedde

    je moet geduldig dromen
    hopend dat de inhoud aangevuld wordt
    dat de ontbrekende woorden
    de kreupele zinnen herstellen
    en de zekerheid waarop we wachten
    het anker zal werpen

    (vert. G. Rasch)

    De dichter kan kleine dingen beschrijven, kleine voorwerpen, op een heel gewone manier, maar heel vaak ook vanuit de kennis van de oude mythen, steeds met een groot humanisme. Zelf lees ik graag gedichten die over de taal zelf en nog zoveel meer gaan.

    Voor meer informatie, zie onder andere: http://ronelshout.blogspot.com/2008/03/leven-en-werken-van-meneer-cogito-over.html




    PHILIP LARKIN

    De derde dichter waar ik veel bewondering voor heb is de Engelse dichter Philip Larkin. Voor meer informatie over zijn leven, zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Philip_Larkin

    Collected Poems by Philip Larkin
    Onwetendheid

    Vreemd, niets te weten, nooit zeker te zijn
    van, wat waar is, of juist, of echt,
    te moeten zeggen dat denk ik
    of het schijnt zo te wezen,
    iemand zal 't weten.

    vreemd, niet te zien hoe dingen werken:
    zij vinden waar ze baat bij hebben,
    hebben gevoel voor vorm, verspreiden hun zaad,
    zijn bereid tot verandering;
    't is een vreemd ding

    om deze kennis zelf te hebben-want ons vlees
    omringt ons met besluiten van zichzelf-
    en toch ons leven onnauwkeurig te gebruiken,
    zodat wij, als de dood eraan komt,
    geen idee hebben waarom.

    (vert. J. Eijkelboom)

    Geen idee waarom, maar zo 'n gedicht zelf eens schrijven, daar droom je wel eens van. Ik bedank de uitvinder van de rommelmarkten, ondankbare plaats om een gedichtenbundel van dit formaat aan te treffen.



    J. KiNDT

    07-10-2010 om 12:42 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LEOS JANACEK: CAPRICCIO
    LEOS JANACEK: CAPRICCIO

    Een van mijn favoriete stukken van de componist Leos Janacek is zijn Capriccio uit 1926, een 22 minuten durend werk voor piano linkerhand en fluit, 2 trompetten, 2 trombones en tuba. Hij schreef het werk tegelijk met zijn Glagolitische Mis. Vanmorgen kreeg ik met de post deze opname aan:

      Janacek, Capriccio, Concertino, Sonate, Postnikova, Rojdestvenski, Erato, 1991

    De opname gebeurde in de Salle Wagram te Parijs en dateert van 1990. Op de cover staan de toen nog redelijke jonge pianiste Viktoria Postnikova en echtgenoot-dirigent Guennadi Rojdestvenski, een dirigent die ik altijd zeer bewonderde en ooit in Rotterdam nog aan het werk zag met de 7de symfonie van Beethoven.

    Deze cd is een prachtige Janacek-cd geworden. De tempi zijn eerder breed, maar de moeilijke koperblazerspartijen worden virtuoos gespeeld. De solopianostukken klinken introvert. De opname is mooi ruimtelijk.

      Leos Janacek

    07-10-2010 om 12:38 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.F. GONZALEZ-CRUSSI: DE VIJF ZINTUIGEN
    F. GONZALEZ-CRUSSI: DE VIJF ZINTUIGEN

    The Five Senses

    OVER DE ZINTUIGEN EN OVER MUZIEK

     

    GONZALEZ-CRUSSI (1990), van Mexicaans-Italiaanse afkomst, van beroep patho­loog-anatoom te Chi­cago en bekend van velerlei publicaties, stelt dat

     

    "door de eeuwen heen, as­ceten steeds de zinne­lijke lusten veroordeeld hebben. Intens genot deed de zon­daar op een beest lijken. Aristoteles noemde echter twee uit­zonderingen: de genoegens van het zien en het horen, die zelfs als ze over­matig genot schenken, de mense­lijke waardigheid niet naar beneden halen. Wellustige gewaar­wordingen die te maken hebben met de smaak, de tastzin en de geur hebben we gemeen met alle dieren. Het genot dat deze specifieke zintuigen ver­schaffen heeft zijn oorsprong, ontwikkeling en hoogtepunt in het li­chaam.

     

    De ondeugden die ontstaan uit deze aange­name gewaarwordingen doen de mens op een dier lijken omdat dieren zich vrijelijk overgeven aan dezelfde uitspattingen. An­ders is het met het horen en het zien. Het genot dat deze schenken komt alleen bij de mens tot volle rijpheid en hangt samen met het vermogen van de men­selijke geest om te genieten. (...)

     

    Rondom deze hiërar­chische ordening van de zintuigen en hun ondeugden kwam echter ook een te­genbe­we­ging tot stand. Niet iedereen geloofde in de juistheid van Aristoteles' argumenten. Maar de aan­han­gers van Aristoteles bleven erop wijzen dat de geneugten van de andere zinnen, in af­zondering, in het geniep, worden gekoes­terd, alsof een genotzoeker iets dat geldt als een te­rugval in de dier­lijke staat maar lie­ver binnen vier muren wil houden.

     

    Genieten van mu­ziek, het grootste genot van het ge­hoor, gebeurt daarentegen in de bui­tenlucht en gemeen­schappelijk. Want ter ver­dediging van het ge­hoor dient gezegd dat mensen die samenko­men om naar een orkest of een virtuoze solist te luisteren, geen gezamenlijke orgie op het oog hebben, maar deel willen hebben aan het unieke ge­not dat klan­ken schenkt in een sfeer van beschaafd samenzijn en verhef­fende verbondenheid. (...) Toch is uit de he­dendaagse popcon­certen­cultuur bekend dat muziek, in tegenstrijd met de bewe­ringen van Aristote­les, wel degelijk mensen buiten zinnen maakt, agressie en geweld veroor­zaakt, minder vreed­zame elemen­ten in de persoonlijkheid wak­ker maakt.

     

    Toch is dit orgastische effect van muziek, dat tegenwoordig intensief bestudeerd wordt, al bekend sinds het begin van de ge­schreven geschiedenis. Maar de weerlegging van Aristoteles' theorieën be­rust nog op an­dere gron­den. De veronderstelling dat alleen de mens gevoelig is voor de genoegens van de klank was en is nog altijd een twistpunt. Ook toen, net als nu, werd de dieren door velen het ver­mogen toebedacht soortgelijke genoegens te smaken. Aristoteles zelf was bereid toe te geven dat het gevoel voor muziek in het dierenrijk alom verbreid is. (...)

     

    De macht van de muziek over de menselijke geest kan niet hoog genoeg worden aangeslagen. De cas­traat­zanger Farinelli (1702-1782), waarover re­cent een film werd gemaakt, werd aan het Spaanse hof in dienst genomen om het zwaarmoedige gepieker van Filips V te genezen door elke avond een reeks van vier steeds dezelfde liederen te zingen. Het geloof dat mu­ziek een genezende kracht heeft is zo oud als de straat.

     

    Voor de Spaanse artsen, die Fari­nelli uitnodigden, was het al genoeg dat muziek alom het ge­moed van de mens lijkt te beïnvloeden. Plechtige klanken roepen eerbied op; een vrolijk dansmuziekje versnelt de hart­slag; en vroomheid begint te kolken, als bezinksel dat wordt aangeroerd, bij de galm van een or­gel in de kerk. (...) Later, in kritischer tijden, zal men Farinelli 's genezende kracht ontkennen en men zal verklaren dat een de­pressie zelfbeperkend is en dat de kwaal ook zonder muziek wel vanzelf zou gene­zen. (...)

     

    Of we nu muzikaal zijn of niet, geluid vindt zijn weg naar ons diepste wezen. Dat bewijzen de klan­ken die als afgescheurde flarden blijven hangen in de verste uithoeken van de ziel. Daarom horen we soms geluiden die niemand anders hoort. (...) Er is een bepaald moment waarop men bijzonder open­staat voor die gewaar­wording. Dat is het unieke ogenblik waarop men uit de slaap weer 'bij zinnen' komt en het kloppen van de wakende toestand in zijn lichaam voelt. Het is een stukje leven waarin geen tijd bestaat; van verleden, heden of toekomst heeft het geen weet.

     

    Nathaniel Hawthorne noemde het: de tussenruimte, 'een plek waar Vadertje Tijd even in de berm gaat zitten om op adem te komen als hij denkt dat iemand kijkt.' Daar zijn de etherische ge­lui­den en stemmen het best te horen.

     

    Merkwaardig is dat ook bij doofheid dergelijke etheri­sche muziek voorkomt. Gonzalez-Crussi citeert uit verschillende studies, het verhaal van een 57-jarige man die geleidelijk zijn gehoor verloren had, maar daarna duidelijk allerlei muzieksoorten in­ner­lijk kon waarnemen. Patiënten die lijden aan be­paalde vor­men van doofheid horen duidelijk muzi­kale klanken: een enkele stem, een solo-instrument, een koor of een com­pleet symfonieorkest. Gonzalez-Crussi vraagt zich af door welk bovennatuurlijk besturingssys­teem muziek kan klinken waar alle andere geluiden verstomd zijn.

     

    Hij ci­teert ook hier weer diverse psychologische studies die spreken van 'vrijlaten', alsof in­nerlijke gelui­den, verzonken onder de waterige vloer van het geheugen, steeds de nei­ging hebben op te sprin­gen maar door de vloedgolf van telkens nieuwe im­pulsen eron­der worden ge­houden. Een constante toevoer van zintuiglijke waarnemingen verhindert dat in de herse­nen een beeld gevormd wordt van herinneringsmo­menten. Maar stokt de zintuiglijke im­puls, zoals bij doofheid, of vervlakt de aandacht, zoals bij een depressie, dan komen de geluiden weer te voorschijn, als hardnekkig onkruid in de zon­neschijn van een helder be­wustzijn. (...)

     

    Merkwaardig genoeg is vastgesteld dat kerkmuziek - gezan­gen en koren - het meest wordt ge­hoord. Het lijkt wel of sommige patiënten door van hogerhand ver­or­don­neerde compen­satie wor­den getroost in hun verlies".


    F. Gonzalez-Crussi, De Vijf Zintuigen, Van zingenot tot zinsbedrog, Meulenhoff, Amsterdam, 1990.

    07-10-2010 om 12:35 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VIJFTIG

    VIJFTIG

     

    is het jou ook wel eens overkomen

    dat plots

    je vader voor je stond

    al was hij jaren dood

     

    mij wel

     

    net toen ik me had ingezeept

    en met het scheermes

    grote banen trok

    over mijn gezicht

    herkende ik hem

     

    hij lachte de tanden bloot

    een afgedragen pet verborg

    de kaalheid van zijn hoofd

    als jaarringen kon je de rimpels van zijn leeftijd tellen

     

    beroerd begrijpend keek hij mij

    vanuit de spiegel zwijgend aan

    het leek alsof hij daar al vijftig jaar

    zo had gestaan.

     

    J. KiNDT

    07-10-2010 om 12:33 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ABSURDE PEN

    ABSURDE PEN



     

    Nee, een dichter kan je me niet noemen.

     

    Eerder ben ik een goochelaar,

    een illusionist,

    een specialist in woorden verbloemen.

     

    Niet dat ik een dief ben.

    Ik maak niemand lichter.

    Maar ik ontvet graag woorden.

    Ik voel me een weightwatcher,
    een verbale toezichter.

     

    Anderen zien in mij meer een ontwrichter.

     

    Uit een zin als ‘De koe staat in de wei’

    distilleer ik vooral wat niet is,

    veel beweging, licht en geur en kleur,

    nee, niets van zijn werkelijke betekenis.

     

    Van ‘In het water zwemt een griet’

    rest me na het fileren

    in geen tijd

    enkel graten

    of,

    als alles meezit,

    moten mooie meid.

     

    Bij mij zijn woorden wees

    voor wie ik buig en zeg: ‘gegroet’!

    ’s Nachts komen ze in me op,

    ze terroriseren me met veel kabaal.

    Maar vergis je niet,

    ze zijn slechts eendagsvliegen van de taal.

     

    Hou me,

    voor ik ook nog gekke dingen doe,

    maar tegen,

    en vraag op tijd

    naar mijn identiteit

    en ik zal zeggen dat ik het ben


    met in mijn linkse hand,

    mijn Groene Waterman,

    mijn Witte Pelikaan,

    mijn Camilla Parker Bowles

     

    Lamy

    Lamy

    Laat mij,

    ook al is het absoluut niet zen,

     

    Laat mij mijn absurde pen!

     

    J. KiNDT

    2008

    07-10-2010 om 12:32 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BEVRIJD VAN HET HALSSTARRIG IK

    BEVRIJD VAN HET HALSSTARRIG IK



     

    1.

    Hier

    staan wij dan,

    bij doeners, praters en denkers ingedeeld,

    migranten in het land van eigen ik eerst.

     

    Triomfantelijk is ons een standbeeld opgericht,

    onthuld, het lint geknipt, het glas geleegd.

     

    Het kunstwerk lijkt abstract, kubistisch, postmodern,

    het draait en keert en zoekt naar licht.

     

    Maar,

    wij weten toch wie we zijn.

    Wij hebben het woord, de pen, de telefoon,

    de babbelbox en telefax

    en in tijd van hoge nood de 06- of 077-lijn.

    Alles wel beschouwd,

    wij zijn één en al bedrijvigheid.

     

    2.

    Daar

    liggen ze dan,

    de armen van geest,

    bijna niemand in het huis van autochtoon nergens.

     

    Zij hebben zich niet opgericht.

    Een hulde viel hen niet te beurt.

    In uitgesteld relais liggen zij het leven,

    het institutioneel verblijf hen op het lijf geschreven.

     

    Zij weten niet wie ze zijn.

    Voor hen: geen taal, geen teken,

    geen telefoon, mobilofoon of fax

    en voor de hoge nood zijn er geen woorden.

    Zijn zij passiviteit?

     

    3.

    Hun blik komt dan maar van de aarde los,

    stijgt noodgedwongen ten hemel, ter kosmos op.

     

    Ontdaan van alle soortelijk gewicht,

    kan ’t lichaam moeiteloos een niemand zijn,

    bevrijd van het halsstarrig ik.



     

    J. KiNDT

    2008

    07-10-2010 om 12:31 geschreven door Johan Kindt  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)


    Archief per week
  • 06/06-12/06 2011
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs