Jawel, ik leef nog! Maar mijn goesting om te bloggen stond de laatste maanden op een wel erg laag pitje. Op een keer begin je het uit te stellen en krijgt je normale plaatselijke leventje toch voorrang, vermoed ik. Maar hup: ik dien, alvorens hier definitief een streep onder te trekken, toch nog een paar woordjes te placeren.
Want ja, ik ben sinds enkele dagen terug op Belgische bodem en probeer me langzaam maar zeker terug aan te passen aan het leventje hier. Helemaal niet zo eenvoudig als je een klein jaar tussen de Burundezen geleefd hebt. De overgang was toch wel behoorlijk bruusk. Misschien is dat omdat je de cultuur hier snel herkent en het contrast met wat je achterlaat dus veel scherper is? Dat ik het de laatste maanden niet zo makkelijk had, zal daar ook wel een rol in gespeeld hebben. Na een tof reisje door Burundi en Tanzania met m'n zus Evelien, haar vriend Pieter en Elke en Karel, een bevriend koppel, werd ik me in Kirundo plots wel erg bewust van mijn (culturele) eenzaamheid. Komt daarbij dat ik na augustus het uitvoeren van de enquêtes op het terrein - en dus de leukste fase van het werk - achter de rug liggen had en ik al de verzamelde gegevens moest beginnen analyseren en verwerken. Een leuke opgave, maar door het ontbreken van iemand die mij af en toe een duwtje in de rug kon geven, zag ik al snel door de bomen het bos niet meer. Gelukkig waren er wel nog plezante intermezzo's, zoals een korte studiereis naar Rwanda om daar enkele projecten te bezoeken.
Maar goed. Ik ben terug thuis en ik weet ondertussen dat ik voor de BTC niet terug naar Kirundo kan. Dit omdat er volgend jaar verkiezingen zijn in Burundi en de provincie Kirundo toch een van de woeligste is. En de plaatselijke vertegenwoordiger van de BTC in Burundi neemt liever geen risico's met nog wat jonge werknemers zoals ik. Hoewel ik dit begrijp en er zonder problemen mee akkoord ga, vind ik het natuurlijk ook ergens jammer. Vooral omdat ik Kirundo en het project toch wel goed kende. Maar anderzijds is de Burundese samenleving niet de makkelijkste en had het project ook zijn problemen; bewijs hiervoor is toch wel het recente ontslag van José, projectleider en mijn tweede coach. En bovendien heeft de BTC mij voorgesteld voor mijn tweede jaar naar Tanzania te trekken!
Hoe dan ook kan ik zeker terugblikken op een erg bewogen jaar. Een jaar met veel ups en downs. Een moeilijke ervaring, maar ook een ervaring die kan tellen. En een ervaring die nog meermaals herkauwd zal moeten worden.
Tuzosubira Burundi!
02-12-2009 om 18:53 geschreven door jeroen
21-06-2009
Het veld in
Dag allemaal!
Ik ben hier nu bijna een
half jaar, en ben op het punt gekomen dat ik begin te beseffen dat ik
nog totaal niet doorheb hoe het er in dit land en in deze cultuur nu
precies aan toegaat. Dat lijkt me ergens wel een goed teken, want dat
toont aan dat ik er toch iets van begin te snappen. De Burundese
samenleving en de Burundezen zelf lijken toch wel wat complexer in
elkaar te zitten dan ik zo op het eerste gezicht dacht. De recente
geschiedenis van dit land is natuurlijk een regelrechte nachtmerrie,
iedereen heeft hier zowat een moordenaar in de familie en buren en
vrienden hebben elkaar met hun machetes een kopje kleiner gemaakt.
Dat laat uiteraard zijn sporen na, en ik denk dat het nog decennia
zal duren vooraleer de hoofden van de mensen hier weer wat tot rust
gekomen zijn. Het etnisch verhaal is bovendien bizar: ik vind het
moeilijk om Hutu's en Tutsi's uit elkaar te houden en ik hoorde
laatst zelfs mensen beweren dat je makkelijk van etnie kan
veranderen. Alsof het om een politieke stroming gaat. Ik vermoed wel
dat ze dan spreken over kinderen uit gemengde huwelijken, maar zeker
weten doe ik het niet.
Het geweld is trouwens nog niet
helemaal over: hier in de provincie Kirundo vallen nog bijna
wekelijks slachtoffers, zij het dan niet in etnische conflicten, maar
in ruzies over grondrechten. Vele mensen die tijdens de genocide
gevlucht zijn, zijn de laatste jaren teruggekeerd, maar moeten
ondervinden dat hun gronden ondertussen ingepalmd zijn door anderen.
Dat juridisch aanvechten heeft weinig zin: ten eerste zijn er vaak
geen bewijzen op papier om de eigendomsrechten aan te tonen, en ten
tweede is zowel de justitie als de hele overheid hier zo corrupt als
de pest. En zij die de verworven gronden willen behouden, hebben daar
ondertussen ook voldoende mee verdiend om een stokje in de wielen van
het gerechterlijk apparaat te kunnen steken. Uiteindelijk zijn de
gedupeerden vaak zo gefrustreerd dat ze ergens een granaat op de kop
tikken (hier blijkbaar makkelijk te vinden, waarschijnlijk heeft het
leger hier tijdens de crisisperiode wat spullen onder tafel verkocht)
en de tegenpartij liquideren. Zo zijn hier de laatste tijd al
verschillende granaten ontploft; eenmaal kwam één van de
vertegenwoordigers van de boerenassociaties zelfs bij me langs op
bureau om me de granaatscherven te tonen die zich onder de huid van
zijn dij bevonden.
Vreselijk allemaal. Deze
week nog was ik in het dorp Baziro (gemeente Gitobe) waar een
jongetje rondliep wiens hele familie enkele weken tevoren was
uitgemoord. Het verhaal daar was wel iets complexer: zijn broer was
teruggekeerd uit Tanzania en zag dat zijn vader een tweede vrouw had
en daar ondertussen ook kinderen bij verwekt had. Toen de broer zijn
deel van de familiegrond opeiste, kreeg hij te horen dat hij zijn
lapje grond ook met de kinderen uit het tweede huwelijk moest delen.
Daar had hij duidelijk niet op gerekend en dus maakte hij maar meteen
korte metten met zijn eigen familie...
Erger nog is de manier
waarop ik dit allemaal te weten kwam: een van mijn collega's had me
gevraagd dit jongetje op te zoeken en mee te nemen naar Kirundo. Ik
dacht dat het ging om een neefje of zo, want die collega is van
oorsprong ook afkomstig uit dat dorp, maar is daar weggevlucht bij
het uitbreken van de genocide in 1993. Dus ik neem dat jongetje mee,
hij vertelt ondertussen in de auto wat er allemaal gebeurd is en
daarna hoor ik van mijn chauffeur dat het de bedoeling is dat dat
gastje (12 jaar oud) bij de gepensioneerde vader van mijn collega
gaat werken!! Dat wil zeggen dat hij het huisslaafje wordt en naast
wat eten en onderdak misschien 5 euro per maand zal gaan verdienen!!
Ik was echt gedegouteerd. Ik maar denken dat mijn collega het manneke
naar school zou sturen, maar neen, hij wordt een van de vele
verschoppelingen die misbruikt worden door de rijkere elite...
Naast al deze ellende een lichtpuntje: het werk is al enkele
weken erg interessant! 's Ochtends houden we participatieve
bijeenkomsten in elk van de 25 zones van de provincie, waarbij we het
project voorstellen aan de gehele bevolking en vervolgens vragen wat
zij van ons project verwachten. De bedoeling is uiteraard de algemene
opzet van ons project te verfijnen door rekening te houden met de
wensen van de doelgroep.
De plaatselijke
burgemeester verwelkomt ons team in Mukerwa, een zone, zeg maar
deelgemeente, van de gemeente Busoni.
Justin zet zoals altijd
alles op alles, 's avonds komt hij dikwijls thuis met bloeddoorlopen
ogen. Maar dankzij de recent aangeschafte megafoon zie ik toch
opnieuw een toekomst voor zijn stembanden.
De mensen zijn in grote
getale toegestroomd. We verspreiden het bericht van onze komst
meestal een week op voorhand tijdens de kerkdiensten.
Sommigen zijn zelfs in
de eucalyptusbomen geklommen om nog een glimp van ons te kunnen
opvangen.
In Gisenyi, een andere
zone van Busoni.
Hoewel de meeste mensen
het fototoestel eerder achterdochtig bekijken Burundezen zijn
trouwens meesters in het trekken van achterdochtige gezichten
wouden deze kinderen graag op de foto.
Aan de slag in Mugendo,
zone van de gemeente Ntega.
Antoine als rapporteur:
hij noteert nauwkeurig wat er gezegd wordt, een rol die ik jammer
genoeg (nog) niet op mij kan nemen aangezien de gehele bijeenkomst in
het Kirundi gevoerd wordt.
In Rushubije, een
andere zone van Ntega, kwamen zelfs de leerlingen van het
nabijgelegen schooltje even luisteren. Vaak dienen deze jonge mensen
al een heel gezin te onderhouden, aangezien velen hun ouders verloren
zijn. Ze hadden juist hun examens afgelegd: juni is hier ook volop de
examenperiode, het gehele Burundese schooljaar is trouwens een kopie
van het onze.
In Ntega zelf hielden
we onze bijeenkomst in het gemeentelijk voetbalstadion. Voetbal is
hier een geliefde sport, maar het Burundese nationale elftal heeft
nog nooit aan een serieus toernooi kunnen deelnemen.
Die dag was Micael
(links ' ') op bezoek. Hij is een nieuwe vrijwilliger die voor de
BTC in de provincie Ruyigi in een ander landproject gaat meewerken.
In de namiddag trek ik dan
door het gebied, in het gezelschap van de landbouwkundige die
verantwoordelijk is voor de zone. We voeren samen enquêtes uit
gedurende één namiddag, zodat hij goed begrijpt hoe de enquêtes in
elkaar zitten, opdat hij nadien alleen verder kan gaan met het werk.
Onderweg met chauffeur
Richard in de zone Mukerwa, met op de achtergrond het prachtige Lac
Cohoha.
Doel van de enquêtes is
meer gegevens te verzamelen over de economische ketens van rijst, vis
en melk. Dat houdt in dat we met melk- en rijstboeren, vissers en
viskwekers, tussenhandelaars, groothandelaars, verwerkende
'industriëlen', verkopers en consumenten samenzitten om te spreken
over de opbrengsten, de productiekosten, de prijzen, de klanten, ...
Daarnaast brengen we ook hun problemen en noden in kaart en maken we
een inventaris op van de bestaande diensten (bvb.
opslagmogelijkheden, aankoop van meststoffen, zaaigoed, medicatie
voor de dieren, ...). Niet gemakkelijk, vooral omdat mijn coach
Fabien eind maart de bons gekregen heeft van de BTC en ik die
enquêtes volledig zelf heb moeten opstellen. Maar naarmate ik bezig
ben, breng ik voortdurend verbeteringen aan en echt, ik leer véél
bij. En de landbouwkundigen ook, denk ik... amai, sommigen hebben het
er toch moeilijk mee... maar de meesten zijn wel enthousiast (ze
krijgen er dan ook de volle 6 euro per dag voor) en leergierig. Soms
voel ik me hier wel eens een soort van leerkracht.
Op bezoek bij een
varkensboer in de zone Mugendo. Hij heeft op dit moment 17 varkens en
zou graag een krediet aanvragen om de stallen te renoveren. Daarnaast
zoekt hij informatie over de geschikte voeding voor zijn dieren.
Lac Mwungere, waar een
coöperatieve van vissers me hun 2 gammele bootjes toonde. Door de
schamele opbrengst hebben ze het geld niet om te investeren in meer
en betere boten. Maar zonder die boten is het ook moeilijk de
opbrengst te verhogen. Een krediet is dus de oplossing.
Lac Narungazi. Naast
boten hebben vissers ook nood aan geschikte netten. Dit is niet
alleen cruciaal voor de vissers, maar ook voor de vissen: in het
verleden gebruikten vissers bij gebrek aan beter vaak
muskietennetten, die uitgedeeld werden door ngo's om malaria te
bestrijden. De gevolgen waren catastrofaal voor het visbestand: het
meer werd immers leeggevist tot het allerkleinste visje toe.
De uiteindelijke bedoeling
van deze enquêtes is dat we met de resultaten ervan de voornaamste
pijnpunten kennen voor deze (en andere) economische ketens. Daarna
zullen we vooral die initiatieven gaan uitwerken die deze pijnpunten
kunnen wegwerken. Onder initiatieven verstaan we voorstellen van de
boeren zelf die we zullen ondersteunen met micro-kredieten,
opleidingen en allerhande raadgevingen.
Visvijvers in de zone
Baziro, gemeente Gitobe. Viskwekers hebben meestal nood aan andere
vissoorten en kwalitatief startmateriaal (kleine visjes). Het
onderhoud van de visvijvers is ook een kostelijke zaak. Ik vermoed
bovendien dat de resultaten van de enquêtes zullen aantonen dat het
kweken van vissen op dit moment totaal niet rendabel is.
Mmm... zo doorkruis ik
dus de hele provincie en luister ik niet alleen naar de problemen,
maar ontdek ook dat er diep in de brousse toch heel wat mensen leven
die verdorie hersens in hun kop zitten hebben, ook al zijn ze zelfs
niet naar de lagere school geweest. Ik hoor en zie dat ze goeie
ideëen hebben en dat doet deugd. Maar het ontbreekt hun aan een
duwtje in de rug om het allemaal haalbaar te maken.
Hopelijk kan ons
project dat duwtje geven!
Enkele meisjes halen
drinkwater aan een bron in Baziro, Gitobe. Het droge seizoen is
begonnen, maar de bron zou volgens de bewoners de hele periode (tot
eind september) water blijven geven.
21-06-2009 om 21:20 geschreven door jeroen
07-06-2009
Zwembadfoto's
Bonjour
Een tijdje geleden nog een tof
weekendje met mijn vrienden uit Kirundo doorgebracht: zondagmorgen
met de vroege bus (opstaan om 5u30 ai ai) naar Ngozi getrokken, met
haar 40.000 inwoners de derde stad van Burundi, en dat op amper een
uurtje rijden van Kirundo!
De grote troef van Ngozi voor mij is
zowiezo het zwembad. En hoewel ik er al meerdere keren roodverbrand
van terugkwam, blijf ik ervoor gaan!
Het tennisveld naast het zwembad kwam
goed van pas, want zo 's ochtends vroeg was het water toch nog wat
frisjes: Ngozi ligt dan op 1800 meter hoogte en het koelt er 's
nachts behoorlijk af.
Maar uiteindelijk werd het schip te
water gelaten: hier les amis van links naar rechts: Cadeau, Bashy
en Basile.
Basile is ondertussen vertrokken naar
zijn thuisland. Na 5 jaar in Kirundo te hebben gewerkt voor de
Italiaanse ngo JVC, heeft hij een administratieve functie bemachtigd
bij een andere Italiaanse ngo in Goma, Congo. Ik zal hem wel missen,
hij was een goeie kameraad.
Wie hem nog zal missen, is Cadeau. Hij
was beste maatjes met Basile. Hoewel je dit niet verkeerd moet
interpreteren: mannen en jongens lopen hier hand in hand zoals tienermeisjes dat bij ons doen op de middelbare school.
Niet alle Burundezen zijn uitgemergelde hongerlijders! Het is toch duidelijk wiens ribben je het
makkelijkst kan tellen...
Als echte Burundese krokodillen:
ex-zwemleraar Bashy aan de slag met Basile. Zowel Basile als Cadeau
hebben nooit leren zwemmen! Maar na een dagje met Bashy (die in
Kirundo als landbouwingenieur voor de Amerikaanse ngo CRS werkt) was
er al heel wat meer structuur in hun gespartel waar te nemen!
En ik dank ik weet niet precies wie -
nog maar eens - dat ik in België geboren ben en gewoon op de lagere
school heb leren zwemmen.
Ciao!
07-06-2009 om 18:38 geschreven door jeroen
24-05-2009
Laatste weken
Hallo hallo!
Hmmm... misschien iets té enthousiast begonnen, want de laatste weken ben ik de blog
wat uit het oog verloren... er is nochtans heel wat gebeurd! Ter
compensatie, en vooral omdat ik dus wat lui ben, een fotoreportage
met wat beperkte stukjes tekst.
1/ Validation des associations
Op het 'atelier de validation' van 22
april werden, in samenspraak met vertegenwoordigers van de 7
gemeenten van de provincie, de plaatsen vastgelegd waar ons project
de eerste pilootproeven zou uitvoeren. Hierbij werd vooral rekening
gehouden met de troeven van de verschillende gemeenten: wie geen meer
op zijn grondgebied liggen heeft, hoeft geen aanlegsteigers voor de
vissers natuurlijk...
Nadien gingen we aan de slag in de
verschillende gemeenten zelf (hier in Vumbi) om te bepalen welke
coöperaties de pilootproeven in handen zullen nemen.
Alle inwoners van de gemeente waren
hiervoor uitgenodigd, en we lieten het democratisch proces zijn gang
gaan.
Onder de eucalyptusbomen werden soms
verhitte discussies gevoerd.
Maar uiteindelijk slaagden we er toch
altijd in een paar namen op papier te zetten! Natuurlijk is alles nog
onder voorbehoud: er worden eerst nog economische en technische
haalbaarheidsstudies uitgevoerd. Deze zullen deels uitbesteed worden
aan consulenten, maar als alles goed verloopt begin ikzelf op 1 juni
ook aan het uitvoeren van enquêtes die ons duidelijk moeten maken of
wat we voor ogen hebben wel realiseerbaar is! Voor mij wel een
verademing om daadwerkelijk iets zelf te kunnen gaan doen; tot nu toe
was ik toch vooral niet meer dan een aandachtige en kritische
toeschouwer.
2/ Mont Heha
Tussendoor tijd voor een
weekenduitstapje met de Belgische vrienden uit Bujumbura. Op naar het
hoogstgelegen punt in Burundi: de Mont Heha, met zijn 2670 meter geen
reus, maar toch een grotere broer van de Signal de Botrange.
De beklimming was een makkie: onze
huurauto bracht ons via verschrikkelijke wegen op zowat een uurtje
stappen van de top. Het was er wel mistig en koud, en het griepje dat
ik al enige tijd voelde sluimeren, bleek zich daar volledig in zijn
sas te voelen.
Volgens onze lokale gidsen enkele
jongens uit een dorp in de buurt regent het er bijna het hele
jaar rond: het droge seizoen zou hier maar een kleine twee maanden
(juli-augustus) in beslag nemen. Dit liet zich ook duidelijk zien in
de vegetatie, waar soorten in voorkwamen die me zelfs even aan de
Zweedse wouden deden terugdenken.
Niet alleen de flora op deze
sprookjesberg was heel bijzonder, volgens de gidsen kan je hier bij
valavond ook 7 witte olifanten waarnemen. Met slurf en al, maar niet
groter dan een ferme geit. Rarara... maar we kregen ze jammer genoeg
niet te zien!
Een ander mysterie dat volgens Tom, één
van de BTC-vrijwilligers, moest opgehelderd worden, was de hoogte van
de Heha. Hij was er eerder al eens langsgereden en had toen met een
paar collega's verbaasd staan kijken: zijn GPS gaf een hoogte aan van
2400 meter en die berg leek toch nog een heel stuk omhoog te rijzen.
Zou de hoogste berg van Burundi dan toch zijn geheim hebben? Zouden
we in de geografische wereldgeschiedenisboeken belanden? Onze GPS
die we speciaal hadden meegenomen sloeg onze ijdele droom echter
genadeloos aan diggelen.
De terugweg verliep opnieuw erg
onstuimig...
... met om de zoveel kilometer een
prachtig vergezicht, zoals hier op het Tanganyikameer.
3/ Préparation des voyages
d'étude
Een dikke week later en na het
uitzieken van het griepje - was het opnieuw tijd voor een reisje,
maar dan in werkverband. Met de collega's toerden we 4 dagen door
Burundi om projectjes te bezoeken waar we later eventueel zouden
kunnen terugkomen met enkele boeren/vissers uit Kirundo, om hen te
inspireren.
Op weg naar Cibitoke kregen we een wel
heel mooi voorbeeld van erosie te zien. In Burundi wordt dit probleem
maar beperkt bestreden.
In Cibitoke bezochten we onder andere
een vereniging van suikerrietboeren, die zich samen enkele
suikerrietpersen (waaronder een elektrische) hadden aangeschaft.
Omdat het bereiden van suiker uit het
suikerrietsap niet vanzelfsprekend is, wordt het sap in dergelijke
kleine projectjes meestal gebruikt om er een likeur van te bereiden.
Daartoe wordt eveneens gemalen sorghum aan het sap toegevoegd.
Ook in Kirundo werken een 40-tal boeren
rond een dergelijk project, wat dus mogelijkheden geeft tot het
uitwisselen van ervaringen. Enkele van deze foto's komen trouwens uit
de ouwe doos: we bezochten hen reeds eerder bij ons in Kirundo.
In Cibitoke bezochten we verder nog een
interessant centrum waar allerhande opleidingen georganiseerd worden,
van de bijenteelt tot de schrijnwerkerij toe. Ze geven er zelfs een
vakblad uit voor de bijenteelt, dat in heel het land verspreid wordt.
Nadien trokken we zuidwaarts naar
Gihanga, waar we een project rond rijstteelt bezochten, en naar
Rumonge, waar gewerkt wordt rond palmolie. Daarvan heb ik jammer
genoeg geen foto's, aangezien we voornamelijk de kantoren aandeden om
te overleggen met de verantwoordelijken. Dus kan ik alleen maar
zeggen dat de uitgestrekte rijst- en oliepalmvelden waar we doorheen
kruisten verdomd indrukwekkend waren.
Langs het vissersdorp Nyanza-Lac en
Makamba waar we opnieuw enkel praatten, nu over vis en vissers -
ging het naar Rutana, waar we terug de rijstvelden indoken.
Hier keken we even binnen in een hangar
die gebruikt wordt door een coöperatieve om naast hun oogst hun
kunstmeststoffen, zaaigoed en bestrijdingsmiddelen op te slaan. De
provinciale landbouwdienst (DPAE) werkt hier trouwens met een
uitgekiend terugbetalingssysteem. Het DPAE ontvangt vaak giften van
NGO's etc. onder de vorm van kunstmest en pesticiden, maar verkoopt
deze aan de coöperatieven, die na de oogst in natura, met rijst dus,
betalen. Met die rijst kan het DPAE het seizoen erop nieuw aangelegde
rijstvelden laten inzaaien, en zo de productie in de regio jaar na
jaar verhogen.
De boeren hebben er samen ook een
rijstpelmachine en een maniokmolen aangekocht.
De rijstvelden worden bevloeid via een
ingenieus irrigatiesysteem, dat zijn oorsprong kent in een reservoir
gevormd door een kleine stuwdam op een riviertje.
Nog in Rutana gingen we kijken naar een
verzamelplaats met hangar, waar de bonen lagen te drogen in de warme
middagzon.
Wat verder reden we even langs de
SOSUMO, een door de staat geleide suikerfabriek omringd door
ettelijke honderden hectaren suikerriet. Doel van deze missie was
echter niet de fabriek zelf, die uiteraard niet binnen de proporties
ligt die het project beoogt, maar wel het restaurantje 'Matonge',
waar een ingeweken Congolese familie ons wat te eten voorschotelde.
Het restaurant lag in de arbeiderswijken rond de suikerfabriek, waar
volgens mijn collega's de hele vorige generatie geveld werd door het
HIV-virus.
De laatste stop hielden we in een regio
waar veel ananassen gekweekt worden, tussen Rutana en Gitega. Een
makkelijke te vermenigvuldigen vrucht, die weinig eisens stelt aan
klimaat en bodem. Jammer genoeg ontbreekt het de mensen hier aan een
verwerkende industrie, zodat de prijzen bijzonder laag liggen: tussen
de 10 en 15 eurocent per ananas.
Hoewel ik er hier niet veel woorden aan
vuil gemaakt heb, was deze rondreis voor mij bijzonder interessant.
Overal pikte ik wel iets op, zowel op technisch als op
structureel-organisatorisch vlak.
En ik ben tevens opgelucht: dit land
heeft echt nog mogelijkheden!!
24-05-2009 om 23:10 geschreven door jeroen
04-05-2009
Pays des mille collines
Hoi piepeloi!
Ook in Burundi wordt op 1 mei de Dag
van de Arbeid gevierd, en wordt er dus niet gewerkt! Een ideaal
moment, dacht ik, om ook op donderdag een dagje congé aan te vragen
en eens een stapje in de wereld te zetten!
Woensdagnamiddag was ik al tot in
Bujumbura afgezakt, om mijn visum voor Rwanda op te pikken en nog wat
papieren binnen te steken op de vertegenwoordiging van de BTC. De
volgende ochtend vroeg uit de veren gekropen om Sébastien, Aline en
Lorraine te vergezellen naar Kigali. Een busrit van een kleine 6 uur,
maar best okee: we zijn mooi op tijd vertrokken, er waren geen
overdreven vertragingen aan de grens en er werden zelfs 2 deftige
actiefilms afgespeeld!
Eenmaal in Rwanda zochten we natuurlijk
naar de 10 verschillen met Burundi. Op het eerste zicht niet zo
makkelijk; het landschap, de mensen en de huizen en dorpen zien er
gelijkaardig uit. Maar als je lang genoeg zoekt, zie je natuurlijk
veel meer dan 10 verschillen. Opvallend is het algemene verbod op
plastiek zakken: je vindt enkel papieren zakken! De politie schijnt
onomkoopbaar, controleert op overtredingen en schrijft effectief
boetes uit. In Kigali werken de stoplichten, is er straatverlichting
en kan je 's nachts als blanke zonder probleem op straat rondlopen.
In Bujumbura ondenkbaar! En wat de landbouw betreft: de akkers lijken
groter en productiever, op de hellingen wordt steeds aan terrasbouw
gedaan en op vele plaatsen zie je irrigatiesystemen. En de producten
van het land worden ook verwerkt: langs de weg vind je bijvoorbeeld
winkeltjes die zuivelproducten in een degelijke verpakking verkopen,
tot en met lokale aardbeienyoghurt toe! Een heel ander iets is de
overvloedige aanwezigheid van gedenktekens voor de genocide. In
Burundi ben ik er zo nog geen tegengekomen.
Het belangrijkste verschil, en de
oorzaak van vele andere, is dat Rwanda, in tegenstelling tot Burundi,
geleid wordt door een staatsapparaat dat daadwerkelijk functioneert.
Wat er ook gezegd kan worden van president Paul Kagame, hij staat aan
het hoofd van een regering die haar verantwoordelijkheden wil nemen,
die het land, in samenwerking met de aanwezige
ontwikkelingsorganisaties, naar een hoger niveau wil tillen.
Uiteraard is een regering slechts tijdelijk en ik hoor ervaren expats
vaak kritisch zeggen: « Schitterend voor zolang het duurt ».
Vingers kruisen dus...
In Kigali logeerden we die nacht bij
enkele Rwandese BTC-vrijwilligers: Marie, Greg en Melek. Marie en
Greg vertrokken precies diezelfde avond naar België, wat jammer was,
maar ons wel de luxe van een goeie matras verschafte. Ik gooide mijn
meegebrachte, opgerolde dunne slaapmatje dan ook tevreden in de hoek!
Gelukkig maar, want de nacht was opnieuw kort: na een pitstop in een
fijn restaurant ging het richting een lokale danstent, waar donderdag
de salsa-avond bleek te zijn! We vonden er ook Laure terug, een
Burundese vrijwilligster, net uit België teruggekomen van een korte
vakantie om ons te vervoegen op onze trip.
De volgende ochtend was het opnieuw
vroeg opstaan: met chauffeur en huurauto verlieten we de stad... onze
bestemming: het Parc National des Volcans in het noorden van Rwanda,
thuisbasis van de uiterst zeldzame berggorilla (Gorilla gorilla
beringei) en gelegen op het drielandenpunt Congo-Rwanda-Oeganda.
De streek waar Laurent Nkunda zich tot voor kort thuisvoelde zeg
maar.
Op weg naar het noorden maakten we een
ommetje voor de Foyer de la Charité, een katholiek bezinningsoord
gesticht door een Belgische pater en gelegen in de buurt van het
kleine Ruhondomeer. Onze chauffeur moest er flink zijn hoofd
bijhouden, want we hadden natuurlijk de verkeerde afslag genomen,
waardoor we met onze 25 jaar oude Toyota Landcruiser als een berggeit
op een supersmalle weg omhoog tuften. Gelukkig bleef de regen uit.
Aline kreeg het af en toe benauwd en ik had vooral last van mijn
achterste, want ik zat achterin de koffer en hotste op en neer. Het
opgerolde slaapmatje kwam dan toch nog van pas.
Dat wij Belgen smaak hebben, werd
nogmaals bewezen door de ligging van het bezinningsoord. Hoewel de
Belgische pater ondertussen vervangen was door een Poolse collega,
werden we warm onthaald. Er was net een groot seminarie aan de gang
voor broeders en zusters uit verschillende Zuid- en Oost-Afrikaanse
landen, maar we mochten zonder probleem in de tuin picknicken. Het
Ruhondomeer maakte oorspronkelijk deel uit van het grotere
Belerameer, maar werd er vele jaren geleden van gescheiden door een
lavastroom met een breedte van meer dan een kilometer (niet zichtbaar
op de foto).
Op het vervolg van onze trip werden we
meermaals geconfronteerd met kleine, maar prachtige natuurpareltjes.
In de buurt van Ruhengeri, een klein
stadje vlakbij het park, hadden we slaapplaatsen gereserveerd in het
Kinigi Guesthouse. Niet goedkoop, maar wel goedkoper dan vele andere
en de winst ervan vloeit integraal naar de 'Association de Solidarité
des Femmes Rwandaises'.
De vulkanen zaten jammer genoeg
verborgen in de mist, we zagen enkel de voet ervan, maar we maakten
toch nog een mooie wandeling in de buurt. De kinderen die we
tegenkwamen haalden hun beste Engels boven en bleken geen Frans meer
te spreken. Dit in tegenstelling tot de oudere generaties, waarvoor
het omgekeerde geldt. Een tiental jaren geleden schakelde Rwanda
immers over van het Frans naar het Engels als instructietaal op de
scholen (met uiteraard de nodige problemen voor de leerkrachten). Dit
volgens de Rwandezen vooral omdat Rwanda nu deel uitmaakt van de EAC
(East African Community) en dus moet kunnen communiceren met
Kenianen, Tanzanianen en Oegandezen. Ze willen niet meer geassocieerd
worden met de Franstalige landen uit de regio (Congo, Burundi,
Centraal-Afrikaanse Republiek) die economisch gezien veel minder goed
boeren. Daarnaast zal er waarschijnlijk ook wel een Amerikaanse voet
tussen de deur zitten. De Amerikanen zijn trouwens van plan Rwanda
een nieuwe internationale luchthaven te schenken, waarvoor ze als
wederdienst de bestaande luchthaven van Kigali als hun eigen
militaire luchthaven zouden mogen gebruiken. Nu de Fransen uit de
gratie gevallen zijn bij de Rwandezen, lijkt de weg vrij voor de
Amerikanen om hun invloed in de regio te versterken, en met die
invloed natuurlijk ook hun belangen... de Congolese bodemrijkdommen
op een boogscheut van de Rwandese grens kunnen duidelijk geen enkele
wereldmacht ongeroerd laten.
Maar allez, we babbelden wat met de
kinderen en ik verzamelde wat brokjes puimsteen en andere vulkanische
gesteenten. En nadien, na een lekkere maaltijd in het hotel, werd er
nog duchtig kaart gespeeld.
De dag erop was de pijn van het vroege
opstaan vlug verteerd: nauwelijks aangekleed snelde ik naar buiten om
een toch wel heel bijzondere zonsopgang te kunnen meemaken.
Het Parc National des Volcans (aan
Rwandese zijde slechts 164 km² groot) maakt deel uit van een
internationaal natuurreservaat en telt zo maar eventjes 7 vulkanen,
alle slapend of uitgedoofd.
Nochtans is het gebied, gelegen in de
Afrikaanse slenkzone, zeker nog vulkanisch actief. In de buurt van
het vlakbij gelegen Congolese Goma vind je immers een nog actieve
vulkaan (de Nyiragongo), zoals de televisiebeelden in 2002 nog hebben
aangetoond.
De hoogste van de vulkanen in het park
is de Karisimbi (hier centraal op de foto), met zijn 4507 meter toch
een imposante verschijning.
Omdat het niet op ons programma stond,
lijkt het me gewoonweg een schitterend idee om hier nog eens terug te
komen en één van de vulkanen te beklimmen.
Maar dit keer gingen we voor de
gorilla's!
Onze groep werd aangevuld met 3
Amerikanen, waaronder een koppel dat in Nairobi woont en werkt, en
een professioneel natuurfotograaf uit New York/Kaapstad die in
opdracht van een ngo al 2 weken lang in het park rondsjokte, om in
samenwerking met de parkauthoriteiten de aankleding (ontvangst,
tentoonstellingsruimte, website, publicaties, ...) te verbeteren. Een
kerel die weet van aanpakken: hij werkte voordien o.a. in opdracht
van National Geographic.
Daarnaast werden we natuurlijk
vergezeld door de gids, een jonge gast met de naam Hope, en door 2
militairen, die ons moesten vrijwaren van alle mogelijke ongemakken
zoals de regio er de laatste tijd vele gekend heeft...
Op de vruchtbare vulkanische bodems op
de flank van de vulkaan wordt intensief aan landbouw gedaan. De
Europese Gemeenschap lanceerde in 1969 nog een
landbouwontwikkelingsproject dat jammer genoeg 89 km² van het park omvormde in
landbouwgrond. Er werd vooral gewerkt rond de teelt van deze bloem,
een chrysantensoort die het natuurlijke insectide pyrethrum/pyrethrine
voortbrengt.
Omhoog ging het. Langs donkere velden
en stenen muurtjes van puimsteen. Langs hutten waar mensen wonen die
in een jaar tijd amper verdienen wat ik betaald had om daar te mogen
zijn.
Op de grens van het park vonden we
enkele spoorzoekers terug, die de gorilla's overdag volgen. Ze
wisten ons te vertellen dat de gorillafamilie die wij zouden
bezoeken, de Susa-familie, vlakbij zat. Op zich wel een
teleurstelling, want ik had gehoopt dat we urenlang door het dichte
woud zouden moeten marcheren om ze te vinden.
%%% FOTO11%%%
Even verder kropen we een muurtje over
en plots waanden wij ons in een andere wereld. Geen uit Australië
geïmporteerde eucalyptussen meer, geen patatten meer uit de verre
Andes! Hier heerste het Afrikaanse tropische bergregenwoud, zoals het
dat al honderden jaren lang doet. Varens bedekten de vochtige
bosgrond, lianen slingerden zich omheen kronkelige
hardhoutboomsoorten en dichte bamboebossen versperden onze weg. Een
stukje oerwoud kwam er dus gelukkig wel aan te pas!
En wat later hadden we al prijs! Ik
voelde mijn hart in mijn keel kloppen en een mengeling van
fascinatie, opwinding en angst overmeesterde me...
Een heel vreemd gevoel: je bent zo
vlakbij de gorilla's dat je even denkt dat je in de zoo rondloopt,
dat je bij hen in de kooi gekropen bent. Maar dan kijk je om je heen
en je weet dat je in de wildernis zit, dat je bij hen thuis bent, dat
dit het gebied is waar zij baas zijn.
Eén van de 4 zilverruggen van de
familie. Een kolos van dik 200 kilo. Een gorilla wordt volwassen in
zijn 8ste levensjaar, maar een mannetje krijgt pas een zilverrug op
zijn 12de. Er is echter slechts één chef per familie: de andere
zilverruggen worden getolereerd maar worden geacht niet met de
vrouwtjes te scharrelen... wie dat niet kan verkroppen kan
vertrekken. Er lopen dan ook een aantal celibataire zilverruggen in
het park rond. Andere kapen een vrouwtje weg en beginnen hun eigen
familie.
Poppy, het oudste vrouwtje van de
familie, heeft al 37 kaarsjes uitgeblazen. Het is voor een groot deel
dankzij haar dat de familie momenteel 41 leden telt. Van de 5
families in het Rwandese deel van het park is de Susa-familie de
grootste.
Een kleine belhamel verstoort even de
rust als hij aan een bamboestengel door de lucht zwiept. Hij was
zeker niet de enige: overal om ons heen ruiste het struikgewas van de
jeugdige activiteit.
Gorilla's zijn heel rustige en
vredelievende dieren. Het zijn vegetariërs en zolang je enkele
meters uit hun buurt blijft, gunnen ze je zelfs geen blik waardig. Ze
eten, ze vlooien zichzelf of een ander, ze slapen, ze knuffelen of ze
stoeien wat met elkaar.
Deze kerel besloot dat hij honger had
en ging op zoek naar een bamboestengel. Toen hij wat later terugkwam,
liep hij op een halve meter langs ons heen. De gids maakte aapachtige
geluiden om hem te vertellen dat we geen kwaad in de zin hadden. En
hij liep rustig verder. Ik voelde me toch even trillen op mijn
benen...
Een half uurtje later was mijn ergste
schrik verdwenen. Een deel van de familie zat samen en toonde ons
mensen dat het leven ook eenvoudig kan zijn.
We namen er maar wat foto's van, opdat
we hun wijze lessen niet zouden vergeten.
Jaren geleden was het erg onzeker dat
deze bijna menselijke dieren het zouden overleven. Het werk van Diane
Fossey, en vooral haar verfilmde boek 'Gorillas in the Mist'
bracht hun lot echter in de schijnwerpers. Hoewel Diane Fossey in
1985 zelf vermoord werd door stropers, ging het nadien beter en
beter. Tijdens de oorlogsjaren (1994-1999) was het park gesloten voor
bezoekers, maar de gorilla's overleefden. In 2002 werden nog 2
vrouwtjes vermoord door stropers, die tegelijkertijd 5 babygorilla's
kidnapten. Sindsdien werd het voortbestaan van deze prachtige wezens
niet meer bedreigd.
Een uitzondering: oogcontact! Geef toe,
je zou hem willen knuffelen! Maar het was wel deze jonge knaap die
onze gids een korte tik op de schouder gaf toen hij iets te dicht in
de buurt kwam.
« En laat mij nu maar efkes met
rust, he »
En deze volgde haar voorbeeld... het
blijven apen... maar ook ik had goesting om me erbij te leggen!
Hoewel ze een kleine 200 verschillende
plantensoorten eten, bestaat hun lievelingshapje toch uit sappige
jonge bamboescheuten.
« Wil jij mijn rug eens krabben? » En de
ander deed het met plezier...
Een uurtje lang bleven we bij hun. Niet
langer, want ze krijgen natuurlijk bijna dagelijks bezoek over de
vloer. Ik vraag me wel af in welke mate ze daardoor beïnvloed
worden.
Nadien gingen we terug omlaag...
... waar de militairen demonstreerden
dat ze in de buurt van het park niet met tinnen soldaatjes spelen,
maar met houten gorillaatjes.
Het bezoek was kort maar krachtig en
het was hoe dan ook een heel indrukwekkende en bijzondere ervaring.
Vooral een ervaring die een heel apart gevoel naliet, omdat je er
opnieuw met je neus op gedrukt werd dat de mens heus niet de enige
emotioneel-intelligente soort is op deze aardbol. Een geruststellende
gedachte, want wanneer je jezelf eens niet terugvindt in het mensdom,
is er nog iets om op terug te vallen, iets om naar te refereren! De
mens en het menselijk gedrag hoeft niet langer de maatstaf te zijn.
En na 4 maanden Burundi is dat toch een bevrijdende gedachte.
Anderzijds is het ook beklemmend om te weten dat zij nog met zo
weinig zijn en dat zij leven in een gebied zo groot als een
overmaatse zakdoek. Een dubbel gevoel dus, en een gevoel dat de hele
terugweg lang in mijn kleren bleef hangen... en ik had de indruk dat
dat ook bij mijn kompanen het geval was.
Tot een volgende!
04-05-2009 om 09:47 geschreven door jeroen
19-04-2009
Voor wie het journaal gemist heeft...
Een in het oog springend berichtje op de website van de VRT:
Burundese rebellen leggen wapens neer
zo 19/04/09 12:54 - Agathon Rwasa, de leider van de Burundese
rebellenbeweging Forces Nationales de Libération (FNL), heeft
tijdens een ceremonie laten weten dat hij definitief de gewapende
strijd opgeeft. De burgeroorlog in Burundi duurde dertien jaar.
De FNL is de laatste grote rebellenbeweging in Burundi.
Rwasa deed de uitspraak tijdens een ceremonie voor de vredesakkoorden
die onlangs gesloten werden. "Voortaan laten we de wapens zwijgen en
gaan we ons toeleggen op de politieke strijd", klonk het in Rubira,
zowat 20 kilometer van de hoofdstad Bujumbura.
Bij de plechtigheid waren onder meer vertegenwoordigers van de VN, de
Afrikaanse Unie en enkele duizenden rebellen aanwezig.
Rwasa (foto) overhandigde symbolisch zijn wapen, een kalasjnikov, aan
een Zuid-Afrikaanse soldaat. Daarna onderging hij een medisch onderzoek
en ontving hij een erkenning als "gedemobiliseerd strijder."
De FNL telde naar schatting 20.000 leden. Een aantal van hen zal worden
geïntegreerd in het leger. De FNL zou volgende week al geregistreerd
worden als politieke partij.
Tijdens 13 jaar van etnische conflicten in Burundi zijn naar schatting
300.000 doden gevallen.
19-04-2009 om 22:11 geschreven door jeroen
17-04-2009
Zuidwaarts!
Mwiriwe neza!
Eerst en vooral bedankt voor de vele
verjaardagswensen! Ik heb niet op alle berichtjes gereageerd, maar ik
heb ze wel met veel plezier gelezen! Merci merci!!!
Ondertussen zoeft de tijd verder
en zijn ook Pasen en Paasmaandag alweer gepasseerd. En hoewel ze hier
nog nooit van paaseieren gehoord hebben, heb ik toch opnieuw een
heerlijk weekendje achter de rug!
Vrijdag moest ik voor een vergadering
in Bujumbura zijn. Net als een vorige keer was het een onderonsje
voor de 4 Burundese landbouwprojecten, om een interne visie te
formuleren omtrent de nodige inspanningen van de BTC voor de
landbouwsector en dat voor de komende 3 jaar. Volgende week wordt
immers een groot atelier georganiseerd om te discussiëren rond het
PIC, het Programme Indicatif de Coopération. Er ligt voor de periode
2010- 2012 in totaal 121 miljoen euro op tafel voor Burundi, dus daar
kan al eens over gepalaverd worden.
Maar goed, tot zover het werk, nu terug
naar het weekend. Vrijdagavond hadden we een etentje gepland met de
Burundese én Rwandese vrijwilligers. In een chic Indisch restaurant
waar ik de volle 10 euro betaalde! De Rwandezen hadden een paar dagen
vrij en hadden daarvan geprofiteerd om het mondaine Kigali in te
ruilen voor het rurale Bujumbura. In Rwanda brak 15 jaar geleden
immers de genocide uit (in de nacht van 6 op 7 april '94, kort na de
vliegtuigcrash waarin de Rwandese en de Burundese president omkwamen)
en dat werd er herdacht met een aantal massabijeenkomsten. Dit in
tegenstelling tot de kille stilte die volgens mijn Rwandese
bronnen normaliter gehandhaafd wordt omheen de genocide. Ze
vonden dat er al een aantal dagen een vreemde sfeer in Kigali hing en
dat ze de stad liever eventjes ontvluchtten.
Na het schransen was er uiteraard nog
tijd om even de beentjes te strekken in Kibira Bar, waar de
reggaecultuur schijnbaar aanwezig is en lokale muziekgroepjes
regelmatig het podium beklimmen. De volgende morgen moesten we
(dankzij de travaux communautaires) gelukkig niet te vroeg uit de
veren...
Toen chauffeur Ali ons met de huurwagen
kwam ophalen regende het pijpenstelen en ik vervloekte mezelf
binnensmonds omdat ik mijn regenjas in België gelaten had. Aprilse
grillen, de weergoden kennen er hier ook wat van! Maar goed, van een
spatje regen gaat een mens niet dood, zeker niet als het ondertussen
toch nog altijd tegen de 25 graden aanloopt. Dus hup, daar gingen we,
Aline, Lorraine, Anne-Charlotte en ik, Bujumbura uit, de weg
zuidwaarts volgend richting Bururi/Rutana.
De weg van behoorlijke kwaliteit
met slechts hier en daar een stevige put in het asfalt - klom flink
omhoog en een uurtje later vertoefden we rond het stadje Ijenda al op
een hoogte van pakweg 2000 meter, op een plek niet ver van de Mont
Heha, met zijn 2670 meter de hoogste van Burundi. Ijenda zelf is een
klein stadje, maar de katholieke kerk is hier net als overal in
Burundi aanwezig! En er staan vreemde maar schitterende bomen!
Ook hier bleven de wolken dreigend
grijs boven het prachtige landschap hangen. De 1300 meter extra
lieten zich natuurlijk wel voelen: van de 25 graden bleven er
misschien hoop en al nog 15 over; de meisjes haalden dan ook truien
en sjaals tevoorschijn om zich stevig in te pakken tegen de kou. Een
van de jongens (want ook Ali had zijn vestje aangedaan) probeerde
zich als een stoere Belg te gedragen, niet uit zijn lood te slaan
door de 'ietwat frisse temperaturen'.
Rond Ijenda zagen we vele theevelden.
Thee is na koffie het tweedegrootste exportproduct van Burundi en dus
cruciaal om de sterk hellende handelsbalans toch een klein beetje
terug in de juiste richting te duwen. In Ijenda zelf bevindt zich een
van de theeverwerkende fabrieken van het land.
Op de foto is het niet superduidelijk,
maar de huizen in deze regio zijn anders dan in de rest van het land.
Verschillende woningen en schuurtjes, meestal alle rond van vorm,
staan dicht opeen en zijn omgeven door een omheining die altijd
cirkelvormig is. Binnenin die omheining scharrelen enkele dieren rond
en worden tevens gewassen gekweekt.
's Middags gingen we iets eten in een
restaurant in Rutovu, blijkbaar eigendom van oud-president Buyoya
(1987-1993), die met behulp van een staatsgreep de derde president
van het land werd. Volgens sommigen een dictator als zovele andere,
volgens anderen een voorvechter van het beleid tegen de corruptie.
Hoe dan ook, hij zat aan het goed uitgeruste tafeltje naast ons en
werd omringd door 3 mooie vrouwen, gekleed als koninginnen... en Ali
zei dat zijn stem nog net zo klonk als destijds op de radio.
Uiteindelijk kwamen we op onze eerste
bestemming aan! De piramide die je hier ziet is bekend in heel het
land, want hij staat symbool voor de scheiding van de bekkens van 2
van Afrika's grootste rivieren: de Nijl en de Congo. Om het even
duidelijk te maken: de regen die noordwaarts van de piramide valt,
stroomt via talloze riviertjes naar de Nijl en mondt uiteindelijk uit
in de Middellandse Zee. De regendruppeltjes die zuidwaarts van de
piramide terechtkomen, zullen na een lange reis via de Congo de
Atlantische Oceaan bereiken.
Als kers op de taart heeft Burundi zich
het recht kunnen toeëigenen om te beschikken over de meest
zuidelijke bron van de Nijl! De Nijl, niet zomaar een riviertje, maar
met haar 6677 km de langste rivier ter wereld! En vergeet het
nijlpaard niet!
Aan de grootte van de parking te zien
verwachten ze horden toeristen, en onze auto stond er dan ook een
beetje eenzaam en alleen. Nochtans is door talloze
ontdekkingsreizigers (van Ptolemaeus tot Stanley) jarenlang gezocht
geweest naar deze bron. Het water stroomt via de Ruvyironza naar de
Ruvubu, komt zo in Tanzania terecht en vloeit in Rwanda samen met de
Kagera, om vervolgens in het Victoriameer te belanden. Nabij Kampala
(Oeganda) vervolgt de Nijl (de Witte Nijl) dan zijn weg, om zich in
Khartoem (Soedan) te vervoegen bij de Blauwe Nijl (die in het
Ethiopische Tanameer ontspringt) en als simpele 'Nijl' verder af te
zakken tot in Egypte.
Ik kon het niet nalaten de Egyptenaren
een slokje water te ontfutselen... wel vreemd om een beetje van de
Nijl in mijn buik te voelen klotsen. Ik moest echter al gauw weer
afscheid nemen van het Nijlwater, want de nacht erop voelde ik het
klotsende gevoel ook ter hoogte van mijn darmen... maar het bleef
beperkt tot dat ene nachtje... oef!
In de buurt van de bron stonden
prachtige boomvarens, die de plek een prehistorisch tintje gaven.
Nog een foto van de moderne
ontdekkingsreizigers. Naast mij zie je Anne-Charlotte, daarnaast
Lorraine en helemaal rechts Aline.
Anne-Charlotte was een van de Rwandese
bezoekers, ze werkt in Kigali als cartografe voor een
herbebossingsproject dat in de aanplanting van 10.000 hectare bos
voorziet! Ik moet toegeven dat ik toch eventjes een steekje van
jaloezie voelde... dat klinkt voor een land- en bosbeheerder toch als
een schitterend project!
Lorraine werkt in Bujumbura en pluist
de Burundese procedures rond de 'marchés publics' uit om alle
projecten te kunnen bijstaan waar nodig; een hels karwei als je 't
mij vraagt!
Aline werkt in Gitega (centraal
Burundi) voor een ander landbouwproject dat zich vooral bezig houdt
met de vraag naar zaaigoed, want er zijn grote tekorten en er schort
heel wat aan de kwaliteit van hetgeen de boeren nu gebruiken.
In tegenstelling tot de rest van het
land, leek het zuiden van het land me minder dicht bevolkt. Ik vond
het heel aangenaam om te zien dat er in Burundi nog bossen, moerassen
en grasvlakten overblijven waar het niet krioelt van de mensen.
Doorheen dit magnifieke landschap
volgden we een onverharde weg tot aan de warmwaterbronnen van
Muhweza. Als in een klein paradijsje, verscholen tussen het groen,
tussen klaterende riviertjes namen we daar een deugddoend bad,
ondertussen vriendelijk babbelend of zelfs schaterlachend met de
lokale bevolking. En omdat ik daar geen foto's van genomen heb, kan
ik alleen maar vertellen dat het een superrelaxerende ervaring was!
's Avonds trokken we verder naar Rutana, een
boerengat van niks maar toch de grootste stad van het zuidoosten van
het land. En we sliepen er als prinsen. Zoals eerder vermeld was er
wel één prins met darmstoornissen.
De volgende ochtend wachtten we het
optrekken van de mist af, maar rond 9 uur konden we toch vertrekken.
Bestemming: de watervallen van de Karera. Vlakbij, maar je moet ze
weten te vinden: Ali kent de streek gelukkig op zijn duimpje, hij is
dus naast chauffeur een uitstekende gids!
Toen we toekwamen, stormde een massa
mensen ons tegemoet. Ze waren er bijeengekomen voor de doop van 8
mensen, maar jammer genoeg was dat al gepasseerd. We kregen van
iedereen een handje, ik denk dat ze ons een 'joyeuse Pâques' wouden
wensen.
Eén van de 4 watervallen... prachtig,
en meer hoeft daar niet over gezegd te worden!
Een gigantische duizendpoot of een enorme miljoenpoot? Ik
durfde hem niet omdraaien om te zien over hoeveel paar poten per
segment het beestje beschikte, maar als ik goed kan tellen moet het
een duizendpoot (1 paar poten per segment) zijn?
Net als in Bellewaerde, maar dan gene
plastiek!
Op weg naar de volgende attractie: we
sjokten 3 uur lang door de Burundese savanne, achter gids Théofile
aan. Doel: de 'Faille des Allemands', een naar het schijnt
spectaculaire kloof. Ik ben de gids wel vergeten vragen wat de
Duitsers er precies mee te maken hebben...
Een ferm bloemetje langs het pad.
Veel toeristen komen hier niet langs:
we werden belaagd door kinderen én volwassenen die gefascineerd
waren door het kunnen van onze fototoestellen.
Het landschap was in ieder geval
indrukwekkend ruw. Donkere wolken pakten zich echter opnieuw samen en
even later barstte de bui los... doorweekt tot op het bot bereikten
we uiteindelijk de toegang tot de kloof, maar de plots opgekomen mist
verhulde al het moois dat daar op ons wachtte. We doken dan maar de
auto in, om de terugreis naar Bujumbura aan te vatten!
Maar terugkeren doe ik zeker, de faille
des Allemands zal zijn geheimen prijsgeven!
Tuzosubira!
17-04-2009 om 14:50 geschreven door jeroen
02-04-2009
Zesentwintig!
Haai,
Zondag
was een feestdag voor Kirundo: ik blies namelijk mijn 26ste kaarsje
uit en vond dat meer dan voldoende om een vet feestje op poten te
zetten. Bovendien was het een ideaal moment om mijn huis in te
wijden. Ik nodigde een 50-tal vrienden en kennissen én de buren uit;
een avondje exclusief Kirundonezen, want ik zag wel in dat mijn
vrienden uit Bujumbura de drie tot vier uur durende tocht op een
zondagavond niet zouden zien zitten. Misschien een wat gezocht
excuus, want ik wist ergens dat het zowiezo al serieus 'bakske vol'
zijn...
Met de voorbereidingen begonnen we ruim op tijd. De
gardiens van mijn huis (Désiré, Gaspard en Adolphe) waren
reuze-enthousiast en de hele week druk in de weer. Er waren avonden
dat ze rond 22u nog aan de deur klopten om me te vertellen dat hen
nog iets te binnen geschoten was waar we nog niet aan gedacht
hadden.
Zondag zelf was het uiteraard een drukke bedoening. Er
was dan ook een berg kuis- en snijwerk te verrichten: 2 enorme
trossen bakbananen, een 10-tal kilo tomaten en misschien evenveel
ajuinen, enkele avocado's, 12 witte kolen, 40 eieren en tenslotte 12
geitenpoten. Mijn kok en huishouder Michel had er zijn zoon en
Pierre, een vriend van hem, bijgehaald, en tuinman Elias was ook
ingeschakeld. Alles duidelijk onder het motto 'vele handen maken
licht werk'. Daarnaast was er trouwens nog een expert in huis gehaald
voor het bereiden van de brochetten, een specialiteit waar je in
Kirundo (en Burundi) niet om heen kan. De expert in kwestie wordt
hier trouwens de 'vétérinaire' genoemd en dat is zonder twijfel een
nationaal begrip.
Michel (links) en Pierre
(rechts) met het resultaat van hun noeste arbeid in de
handen...
De te frituren bananen werden
vakkundig gepeld door Elias (links) en de zoon van Michel (rechts).
Vergis u niet: het pellen van een bakbanaan is niet te vergelijken
met het snelle handgebaar waarmee een dessertbanaan van zijn jasje
ontdaan wordt: ik heb er zelfs 2 speciale messen voor moeten
kopen!
De vétérinaire aan het werk: er
kwamen wel verdacht weinig brochetten (57) tevoorschijn uit de 12
geitenpoten; ofwel heeft hij mijn raadgeving om het vet voldoende weg
te snijden te grondig uitgevoerd, ofwel is er toch iets over de haag
verdwenen...
Kort na de eerste bezoekers
liep het huis én het terras buiten al snel vol. Toen er plots een
serieuze onweersbui losbarstte, kreeg ik het even benauwd, want ik
had op het terrasmuurtje gerekend en er waren veel te weinig stoelen
om iedereen binnen een plaatsje te geven. Gelukkig trok de bui snel
over...
Oud en jong, rijk en arm, dik en
dun: ik heb echt geprobeerd om iedereen uit te nodigen, wat in een
klassenmaatschappij als de Burundese niet altijd het geval
is...
Tijdens het onweer viel (uiteraard!)
ook de elektriciteit weg. Gelukkig had ik een voorraadje kaarsen
ingeslaan; ik zou anders mijn bezoekers op de tast begroet moeten
hebben... het is echt niet zo gemakkelijk om een zwart gezicht in het
donker te herkennen!
Ik weet niet of ik al
eerder een foto van hem op de blog gezet heb, maar hier rechts zie je
Marcien, de Directeur d'Intervention van ons project, en de Burundese
evenknie van Josée.
Van Justine (rechts),
die voor Agro Action Allemande, een Duitse ngo, werkt, kreeg ik de
enige echte Burundese verjaardagskaart! Blijkbaar is dat hier toch
niet zo de gewoonte...
Vanzelfsprekend
diende ik ook een korte speech af te steken: een Burundese (en
Afrikaanse) traditie als geen ander! Het was pas toen dat ik besefte
dat ik de enige umuzungu (blanke) van de hele bende was... Fabien en
Josée hadden immers laten weten dat ze niet konden
komen.
Vervolgens was het etenstijd!
Aanschuiven maar...
Geef toe dat het er
lekker uitziet! Voor wie de gefrituurde bananen niet zou ontdekken:
ze zijn bedekt met een tomatensausje!
Adolphe,
die die avond geen dienst had, maar me toch goed geholpen heeft met
het ronddragen van de drank, smulde mee.
Emery,
Basile en Déo (vlnr) volgden zijn voorbeeld! Basile is Congolees en
een van mijn beste vrienden hier; hij heeft me ondertussen al
uitgenodigd voor zijn trouwfeest op 18 april in
Bukavu!
Nadien was het tijd voor de taart,
die ik cadeau gekregen had van... Cadeau, ook een goeie vriend van
me. Hij had ze speciaal laten maken door enkele zusters van een
katholieke kloosterorde hier vlakbij. Hij had ook één grote kaars
gekocht, maar die zou de taart zowat verpletterd hebben, dus heb ik
er zelf maar een gewone kaars in geplant. Een kaars die symbool staat
voor mijn 26e jaar zeg maar, mijn Burundi-jaartje.
Hoewel ik er wat show
rond verkocht heb, was het deze keer, in tegenstelling tot andere
jaren, dan ook niet de lastigste keer om de kaarsjes uit te blazen...
Daarna was het snijden
geblazen...
En ik moet zeggen: het
smaakte helemaal niet slecht!
Vervolgens was het aan
Bashy om zijn trukendoos boven te halen: hij had speciaal zijn
muziekinstallatie meegebracht om iedereen eens flink uit zijn dak te
laten gaan...
... wat dan ook gebeurde!
Opzwepende Afrikaanse
ritmes, een mens zou er verslaafd aan geraken!
Cadeau (links) en Rachid,
een halve Omaniet, dronken nog een glas, ik veronderstel op mijn
gezondheid...
Later op de avond werden
er echte broederschappen gesmeed. Hier met Arcade, Rachid en Joseph.
En nog later vonden Désiré
en Gaspard dat het zeer goed geweest was! En die mening deel ik met
hen!
Jullie zien het: een mens
moet niet thuisblijven om zijn verjaardag te vieren! Wat natuurlijk
niet wil zeggen dat ik hier niemand gemist heb!
Vele groetjes!!
02-04-2009 om 20:45 geschreven door jeroen
28-03-2009
Atelier de sensibilisation
Gisteren was een topdag voor ons
project: in de gebouwen van de DPAE (provinciale overheidsdienst voor
de landbouw) organiseerden we ons eerste grote 'atelier de
sensibilisation', waarvoor we 150 mensen uitgenodigd hadden.
De voornaamste gasten onder hen waren
de vertegenwoordigers van de rijsttelers, melkveehouders, vissers en
viskwekers, aangezien het doel van de bijeenkomst was hen de
doelstelling van het project volledig uit de doeken te doen, met
nadruk op de activiteiten van het CAI (Centre d'Appui aux
Initiatives). Daarnaast waren er de gemeentelijke en provinciale
landbouwingenieurs en veeartsen, de vertegenwoordigers van alle ngo's
actief in de provincie...
... en nog een aantal imposante
persoonlijkheden, waaronder de altijd goedlachse gouverneur (links) en Paul
Van Impe (rechts), de plaatselijke vertegenwoordiger van de BTC te Burundi.
Justin (de directeur van het CAI,
links) en Fabien in volle actie!
Er werd aandachtig geluisterd... zolang
het in het Frans was, natuurlijk! Rechts van mij zie je Nestor, onze
boekhouder, en daarnaast zit Françoise, secretaresse en
administratieve duizendpoot van ons project.
Om het hier heersende overwicht van
mannen wat te breken, hadden we ook een 10-tal vrouwen uitgenodigd.
En ze lieten zich in ieder geval zien! En af en toe ook horen!
Vervolgens was het Antoines beurt, die
in het Kirundi uiteenzette hoe de efficiëntie en impact van het
project opgevolgd en geëvalueerd zullen worden. Aangezien ik de
projectie in het Frans op de achtergrond diende te verzorgen, was het
even overleggen hoelang ik moest doen over een slide. En hoewel ik
mijn best deed om het Kirundi te volgen, moest ik er op het einde
toch nog snel snel 4 slides doordraaien...
Vervolgens was het aan mij: ik kon, met
Antoine als tolk Frans-Kirundi aan mijn zijde, gelukkig in het Frans
aan de slag. In mijn uiteenzetting had ik het over 'La protection de
l'environnement et le développement durable', een transversaal thema
van de BTC dat hier in Kirundo van cruciaal belang is. Geen
landbouwontwikkeling zonder oog voor het milieu! Het hele ecologische
wel en wee van de provincie draait immers rond de moerassen en de
meren van de provincie. De moerassen zijn als grote sponzen die het
water dat valt in het regenseizoen lang vasthouden en langzaam
vrijgeven. Aangezien zij van nature zowel stroomop- als
stroomafwaarts van de meren voorkomen, regelen zij ook het
waterniveau ervan. Momenteel zijn de moerassen in grote mate in
cultuur gebracht (70 tot 80%), maar vaak worden zij, door ondoordacht
te werk te gaan, te intensief gedraineerd. Dit veroorzaakt de
teloorgang van de veenachtige structuur van de bodem en dus ook de
waterabsorberende capaciteit van het moeras. Wat niet alleen het
einde betekent van een goed opbrengend stuk grond, maar ook als
het moeras stroomafwaarts van een meer ligt een gedeeltelijke tot
totale uitdroging van het meer met zich mee kan brengen.
Nu, ik was nadien tevreden, want ik had
toch de indruk dat de boodschap goed overgekomen was; hoewel ik
nadien van een enkele journalist te horen kreeg dat ik het iets te
technisch had aangepakt...
Natuurlijk werd ook de inwendige mens
niet vergeten...
Chauffeurs Richard (links) en Patrice
(midden) en Josée, directeur van het project PADAP, alle drie in de
kleuren van het BTC. Merk ook op dat sommige Vlaamse kranten zelfs in
hartje Burundi aan hun publiciteit werken...
Doei*
28-03-2009 om 22:55 geschreven door jeroen
22-03-2009
Fietstochtje
Vandaag een mooie afsluiter van het weekend: ik leende een fiets
van een vriend van mijn kompaan Cadeau en samen zijn we naar de
Rwandees-Burundese grenspost gereden.
Een prachtige tocht, heen en terug 75 kilometer. Met een ommetje via
het natuurgebied Murehe aan de rand van het Lac Rweru, na Tanganyika
het grootste meer van Burundi. Een schitterend uitzicht op het meer was er wel, maar jammer dat er van het primaire bos in Murehe geen spoor meer
te bekennen viel. Officieel zou er tijdens de crisisperiode 4000 van de
5000 hectare gekapt geweest zijn, maar ik heb van de resterende 1000
toch niet veel kunnen terugvinden. Alleen wat savanneachtig secundair
bos, met daartussenin veldjes maniok en bruine bonen én de fundamenten
van wat eens de trotse huizen waren van de Belgen en later ook andere
blanken. Zij dolven in Murehe naar cassiteriet, een erts waaruit tin
gewonnen wordt. Tijdens een inval van enkele Rwandese rebellen in 1972
werd het hele boeltje echter geplunderd, de blanken vluchtten hals over
kop weg en sindsdien blijft dat cassiteriet blijkbaar zitten waar het
zit. Ter hoogte van de voormalige opslagloodsen heb ik trouwens mijn
Nederlands nog eens kunnen bovenhalen: een Zuid-Afrikaanse
gepensioneerde boer leidde er de werkzaamheden voor het oprichten van
een gsm-mast voor Africell. Toen ik vroeg of dat wel kon in een
"natuurgebied", moest hij lachen en vertelde me dat zijn arbeiders de
dag ervoor door de lokale autoriteiten in de gevangenis waren gegooid,
maar dat een telefoontje naar Bujumbura dat geschil snel had opgelost...
De grenspost zelf oogde behoorlijk "clean" en lag als een eilandje in
een zone niemandsland, aangezien de laatste 2 kilometer door een
neutrale zone liep. Wel mooi: vooral aan de Rwandese zijde wordt hier
streng op toegezien en vertaalt dit zich in een ondoordringbare
wildernis.
De rit zelf was anders wel behoorlijk stevig, af en toe een kuitenbijter van formaat... gelukkig was er weinig verkeer en waren de versnellingen van de fiets (een Europees tweedehands exemplaar uit Kampala) betrouwbaar!
Maar jammer genoeg vergat ik deze ochtend de batterij van mijn fototoestel uit de oplader te halen...