Het is gebeurd. Ik ben verstoten. Broud, die onlangs zijn
vader opgevolgd heeft als stamhoofd, heeft me ritueel dood verklaard. Ik besta
niet meer. Al mijn bezittingen zijn verbrand, ik moet weg. En waarom? Omdat er
een aardbeving geweest is. Iza het me nog gewaarschuwd voor haar dood. Broud
heeft met nooit toegelaten tot de stam. Ik had vroeger moeten vertrekken, met
Durc, op zoek naar de anderen. Nu is het te laat, Durc moet hier blijven. Ik
moet alleen vertrekken. Op een dag kom ik terug, om hem te halen. Maar nu moet
ik eerst de 'Anderen' zien te vinden, voor het te laat is..
De voorbije weken is de hele stam naar een algemene
bijeenkomst geweest, waar alle andere stammen aanwezig waren. Ik keek er eerst
echt tegenop, omdat ik de enige ben die anders is. Ik behoor tot de 'Anderen',
en de Stam vertrouwt hen niet. Maar alles zat mee. Dankzij het feit dat mijn
stam me had meegenomen als genezeres van de stam, werd ik al snel aanvaard.
Maar er is nog iets veel beters gebeurd! Ik heb een vrouw leren kennen die een
baby heeft, een dochter. Een dochter die is zoals Durc. Zoals de 'Anderen',
maar ook zoals de 'Stam'. Ook zij zal er nooit bijhoren, net zoals Durc. Maar
nu hebben ze elkaar. Later zullen ze trouwen. Dit is een van de mooiste dagen in mijn leven!
Vandaag ben ik
bevallen. Mog-ur heeft mijn zoontje Durc genoemd. Ik was zo blij, maar het
heeft niet lang geduurd. De anderen zijn bang van hem, zeggen dat hij mismaakt
is. Hij lijkt op hen, maar ook op mij. Vreemd. We begrijpen niet hoe het komt.
Normaal zou de geest van een van de mannen met mijn geest versmolten moeten
zijn, en zou het kind op hem moeten gelijken, wie het ook mag zijn. Maar dat is
niet gebeurd. Durc zal nooit helemaal aanvaard worden door de Stam. Ik ben zo bang..
Vandaag heb ik iets gedaan wat niet mocht. Niemand mag het
ooit te weten komen, of ze verbannen me. Of erger, ik word ter dood gebracht.
Het begon een week geleden. Toen heb ik een wapen aangeraakt, een slinger, om
meer precies te zijn. Meer zelfs, ik heb er mee geoefend. Vandaag heb ik mijn
eerste dier gedood. Waarom toch? Meisjes mogen geen wapens aanraken, laat staan
er mee jagen! Als iemand het ooit te weten komt, besta ik niet meer voor de
Stam. Dan sta ik er alleen voor. Maar toch, het is sterker dan mezelf, ik kan
het niet verhelpen, ik móet het gewoonweg doen.
Vandaag begin ik met dit dagboek. Ik ben nu 10 jaar oud, en
wat ik nu ga opschrijven, is een van mijn vroegste herinneringen. Toen ik zo'n
vijf jaar oud was, ging ik spelen bij een meertje nabij waar mijn stam het kamp
had uitgezet. Ik ben altijd al dol geweest op zwemmen, dus ik kon er uren in
vertoeven. Plots begon de grond heftig te bewegen, bomen vielen om, alles werd
een grote chaos. Het kamp, waar ik enkele seconden geleden nog naar gekeken
had, was plots verdwenen, verzwolgen door de aarde. Ik sloeg in paniek, en
begon te lopen. Waarheen of voor hoe lang wist ik niet, maar ik moest daar weg.
De herinneringen aan die gebeurtenissen zijn vaag, maar ik moet dagen rondgelopen
hebben in de bossen. Op een bepaald moment was ik uitgeteld, uitgeput en
verwond door een holenleeuw, en ik lag op de grond. Tot ik mensen hoorde. Wel,
niet echt mensen. Anderen, 'de Stam'. Ze lijken in zekere zijn op mij,
maar toch.. Ze hebben meer gelijkenissen met dieren. Klein, geblokt,
onverstaanbaar voor ons. Zelf had ik ze nog nooit gezien, ik had er enkel van gehoord
in verhalen. Een van de vrouwen, Iza, nam me mee met hen, tegen het protest van
anderen in. Zij is nu mijn moeder, en haar broer Creb, de Mog-ur, of sjamaan,
is als een vader voor me. Zij zijn mijn familie nu, ook alzijn ze anders dan
ik.