25) Dond 8-3 Siem Reap – Hong Kong en vrijd 9-3-2018 Hong Kong - Amsterdam
Vandaag onze laatste dag op Cambodjaans
grondgebied. We moeten onze kamer maar om 14 u ontruimen en dus hebben we
Tinneke en Sieger afgesproken om nog eens naar de overdekte markt te gaan. Ik
moet nog altijd een cadeautje voor Jonas vinden. Het wordt ik dan toch een
T-shirt met een olifant op en een stoffen hagedis. Tinneke kan ook nog wat op
de kop tikken en ga naar huis met een blauwe bedsprei want die van ons is in de
brand van vorig jaar gebleven. We hebben nog wat tijd om een tasje koffie te
gaan drinken en dan in het hotel te lunchen. Na het eten zit heel de bende in
het zwembad en we komen er met tegenzin uit om ons klaar te maken voor het
vertrek. Om 15 u worden we opgehaald voor onze transfer naar de luchthaven van
Siem Reap vanwaar we via Hong Kong terugvliegen naar Amsterdam. Het inchecken
van de bagage verloopt heel vlot wat niemand komt boven de 30kg. We vertrekken
wel met 35 min vertraging naar Hong Kong, een enorm groot vliegveld, wat we bij
het begin van onze reis niet gemerkt hebben maar nu moeten we bijna 4u wachten
op onze aansluiting. In Hong Kong is het al merkelijk kouder dan in Siem Reap
en we kunnen onze dikke pul goed gebruiken. Dat belooft voor op Schiphol. Hier
vertrekken we ook met een uur vertraging; Cathay lijkt wel de maatschappij van
de vertragingen te zijn. Jean en ik zitten aan weerszijde van de midden gang en
na het eten lukt ons om toch wat te slapen. We krijgen nog een ontbijt in het vliegtuig en
om 7 u landen we op Schiphol. Het duurt nog een hele poos voor wel onze bagage
hebben en het afscheid nemen verloopt hectisch. We hebben geluk, we moeten maar
een paar minuten op onze auto wachten en met regen beginnen we aan ons laatste
stukje naar huis.
Vandaag gaan we in 2 minibusjes het binnenland van
Cambodja ontdekken. We stoppen in een kleine dorpje waar we eerst eens bij sommige huisjes mogen binnenkijken en waar we een dame ontmoeten die 'happy water' brouwt van rijst. We kijken rond op een plaatselijke markt en onze maag draait zich nog maar eens rond en wij hopen dat ons hotel hier geen inkopen komt doen! Dan vertrekken we om per koppel
een rit te maken met een authentieke ossenkar. Bij het vertrek is er een span waar
men problemen heeft om de 2 waterbuffels onder controle te krijgen. Er zit
niets anders op dan ze uit te spannen en een ander stel voor de kar te zetten,
en men zegt zo koppig als een ezel!!!!! De rit gaat door de velden, langs
boerderijen, een prachtig uitzicht maar tracht eens fotos te nemen van op een
hobbelende, waggelende ossenkar zonder vering. Bij onze aankomst kruipen Jean
en ik geradbraakt van de kar maar het is onvergetelijk!
Hierna rijden we verder naar Mechrey, een drijvend
dorp aan de rand van TonleSapMeer. Vanuit de haven gaan we meteenboot de drijvende gemeenschap van dichtbij ontdekken. Het is een
haven die nu in het droge seizoen ver opgeschoven is maar in het regenseizoen
schuift de haven langzaam op. Een boeiend
verschijnsel: in de Cambodjaanse regentijd (juni tot oktober) wordt het meer 10
keer zo groter qua oppervlakte. Het meer zwelt op van 2590 km2 naar 24.605 km2.
Tijdens de droge periode stroomt het water het meer uit naar de Mekong. De
waterstand wordt tijdens het regenseizoen echter zo hoog in de Mekong, dat het
water vanuit de Mekong terug naar het Tonlé Sap-meer stroomt. In de
regenperiode is dit meer dan ook het grootste zoetwatermeer van Zuidoost-Azië.
Op sommige plekken raken de oevers van het meer zelfs de kust van
zuid-Cambodja. Tijdens de regenperiode planten de vissen in het meer zich voor
en hierdoor wordt de visvangst na de regentijd vergroot. Vissen vallen
letterlijk uit de lucht wanneer het water vanuit het meer terugstroomt naar de Mekong.
Via een kanaal komen we in het meer waar huizen, scholen, winkels op het
water dobberen. De lokale inwoners peddelen overal tussendoor in hun
traditionele houten boten of in boten met razende motoren. We stoppen in een
drijvend restaurant waar we een zoetwater krokodil zien. Deze komen ook in het
meer voor; je zou het niet zeggen als je de vissers hun boten ziet herstellen of
hun netten uitwerpen terwijl zij in het water staan. Na onze boottocht gaan we
aan wal en rijden met onze minibusjes terug naar SiemReap. Jean en ik trekken eropuit voor een body massage en daarna
een frisse duik in het zwembad. Voor onze laatste avond in Cambodja heeft
Robert er voor gezorgd dat de hele groep door tuk-tuks wordt opgepikt en we
worden afgezet bij een restaurant waar we een buffet krijgen en dan van een
Cambodjaanse dansshow kunnen genieten. Een mooie afsluiter van ons verblijf in
Cambodja want morgen begint de terugreis.
Ombra AngkorTaneuy Street, Wat Bo VillageSiem ReapTel: +855 63 766 181
Vandaag bezoeken we met
een tuk-tuk Angkor, één van de grootste religieuze bouwwerken ter wereld.
Angkor is zoveel meer dan Angkor Wat alleen. Het is een gebied van maar liefst
400 km² bezaaid met tempels. Je kunt hier weken, tempels bekijken maar wij gaan
ons beperken tot enkele exemplaren. De namen Angkor Wat en Angkor worden vaak
door elkaar gebruikt: Angkor is de oude stad(staat) waarvan Angkor Wat de
hoofdtempel was.
Angkor was de
hoofdstad van het Khmer rijk, dat tussen 800 en 1432 zowat heel Zuidoost-Azië
domineerde. De Khmer vormden een geniale beschaving die zijn tijd ver vooruit
was. In deze hoofdstad woonden 1 miljoen mensen, in een tijd dat Londen nog een
‘dorp’ was van enkele tienduizenden inwoners.
Rond 8u bezoeken we
eerst Angkor Thom met zijn mooie ‘South Gate’, die het decor vormde voor de
film ‘Tomb Raider’. Angkor Thom is geen tempel, maar een oude ommuurde stad. De
muren zijn meer dan 12 km lang en zijn overal 6 m hoog en 8 m dik. Er zijn 5
indrukwekkende toegangspoorten en het werd gebouwd op het einde van de 12de
eeuw door koning Jayavarman VII. Het was het religieuze en administratieve
centrum van het Khmer rijk. De belangrijkste tempel binnen de ommuurde stad
Angkor Thom is "Bayon-tempel"; het exacte centrum
van de omwalde stad van Angkor. Het is een weerspiegeling van het tussenstadium
tussen aarde en hemel.Het is in
tegenstelling tot de rest van Angkor een boeddhistische tempel met
hindoeïstische elementen. Bayon is vooral gekend voor zijn typische stenen
gezichten. Men neemt aan dat het lachende gezicht ontworpen is naar het portret
van Jayavarman zelf. Bayon is omringd door 51 kleinere torens die elk bestaan
uit 4 gezichten. De Bayon tempel is omringd door 2 gigantische muren die elk
een enorme collectie van bas-reliefs bevatten die historische en heroïsche
gebeurtenissen afbeelden. In totaal zijn er meer dan 11.000 uitgehouwen figuren
in de 1,2 km lange muur. Echt indrukwekkend om te zien en we hebben geluk want
de zon schijnt en het is nog niet drukkend heet.
Bij het verlaten van AngkorThom
komen we langs de "Baphuon-tempel"
en "Phimeanakas-tempel" die meer vervallen is. De tuk-tuks brengen
ons dan naar ‘Ta Prohm’ waarvan de bouw begon in 1186 door
ongeveer 80.000 arbeiders. Ta Prohm is een Boedistische tempel, opgedragen aan
de moeder van Koning Jayavarman VII. In de
hoogtijdagen van het rijk van Jayavarman VII woonden er zo'n 12.500 mensen rond
Ta Prohm (waaronder 18 hoge priesters en meer dan 600 danseressen). In de
omgeving woonden ook nog eens ruim 80.000 mensen. In tegenstelling tot de meeste andere tempels is Ta
Prohm gelaten zoals men het bij de ontdekking aantrof; volledig vergroeid met
grote bomen. Het is een tempel waar de natuur de vrije loop heeft gehad. Een
paar delen van de tempel zijn wel gerestaureerd en verder heeft de jungle de
tempel niet verwoest. Doordat de tempel zo overwoekerd wordt door de jungle is
hij als filmset gebruikt voor Indiana Jones en Tomb Raider.
We stoppen in een restaurant in Angkor waar we koel
zitten op een terras op de 1ste verdieping en vandaar vertrekken we
naar onze laatste tempel:
Angkor Wat het grootste religieuze
monument ter wereld, met een oppervlakte van 1,6 km2 Het werd
gebouwd als een hindoetempel voor het Khmer-rijk en transformeerde geleidelijk
in een boeddhistische tempel tegen het einde van de twaalfde eeuw. Het werd
gebouwd door de Khmer koning Suryavarman IIin de vroege twaalfde eeuw in Ya¶odharapura, de hoofdstad van het
Khmer-rijk, als zijn staatstempel en uiteindelijke praalgraf. Angkor Wat was
gewijd aan Vishnoe, waarmee gebroken werd met de Shaivistische traditie van
eerdere koningen. Als enige tempel in de omgeving bleef het een belangrijk
religieus centrum, dankzij de goede conservering. De tempel geldt als het
hoogtepunt van de hoog klassieke stijl van Khmer architectuur. Het is het
symbool van Cambodja geworden en staat op de nationale vlag. Angkor Wat
combineert twee hoofdelementen van Khmer-tempelarchitectuur: de tempelberg en
de latere tempelgalerij. Het is ontworpen om de berg Meroe voor te stellen, het
tehuis van de Devas in hindoeïstische mythologie: binnen een slotgracht en een
3,6 km lange buitenmuur staan drie vierkante galerijen, elk hoger dan de
vorige. In het centrum van de tempel staan 5 torens in een x-vorm. In
tegenstelling tot de meeste Angkoriaanse tempels is Angkor Wat gericht naar het
westen. De tempel is gekend om de grootsheid en harmonie van de architectuur,
de uitgebreide bas-reliëfs en de vele Devata's (vrouwenfiguren) die de muren versieren.
Bij het verlaten van Angkor gaan we langs de
hoofdingang zodanig dat we nog mooie foto’s kunnen maken van Angkor Wat dat
weerspiegeld wordt in de vijvers. Ondertussen is de temperatuur naar 38°
gestegen en we snakken naar een frisse duik en een drink aan het zwembad. Rond
18 u gaan we per tuk-tuk met 8 man eten in een Italiaans restaurant in Pub
Street. Voor we naar het hotel terug gaan, maken we de overdekte markt onveilig
door op cadeautjesjacht te gaan.
Ombra Angkor Taneuy Street, Wat Bo VillageSiem ReapTel: +855 63 766 181
Vandaag vertrekken we om 8u met een eigen bus i.p.v.
van met de ‘luxe lijnbus’. Deze optie kost ons 10€ pp. maar we zijn bijna zeker
dat het zijn geld waard is.
Onze eerste stop is bij een wegrestaurant, gekend
om zijn specialiteiten: Tarantula’s, schorpioenen, wormen, sprinkhanen,
waterkakkerlakken en kwartels. Jean waagt zijn leven om mij de kans te geven om
een Tarantula (zonder gifttanden) te fotograferen. De gids nodigt ons uit om te
proeven; Jean en ik passen maar Hans en Sieger wagen het om wormen en
sprinkhanen te proberen. Volgens hen valt de smaak wel mee hoewel het kraakt en
tussen de tanden blijft zitten. Terug wat kilometers bollen en dan bezoeken we een
dorpje waar iedereen beeldhouwwerken maakt uit zandsteen en dit in alle
afmetingen. De blokken worden eerst met slijpschijven in een ruwe vorm gebracht
en daarna worden ze met de bijtel en kleine schuurschijven afgewerkt. Als je
deze kunstenaars een foto bezorgt, kunnen ze het beeld maken. Prachtig om zien
maar te groot en te zwaar om mee naar huis te nemen.
We dineren in een restaurant aan een meer dat in
het regenseizoen deel uit maakt van het Tonle Sap meer. Voor onze aankomst in
Siem Reap stoppen we bij de oudste nog in gebruik zijnde brug in Cambodja,
Spean ‘Preah Toeus’.
Rond 16 u komen we in het hotel aan en we haasten
ons naar de kamer en trekken ons badpak aan om in het zwembad te duiken. Rond 19
u vertrekken we te voet naar het centrum, naar Pub Street waar je veel winkeltjes,
restaurants en pubs vindt. In een Japans restaurant is het eten lekker maar de
bediening verloopt nogal stroef. De meesten zijn al klaar met eten als Jean nog
moet beginnen. Op zoek naar tuk-tuks lopen we nog langs een grote overdekte markt
waar de winkeltje aan het sluiten zijn. Het koelt langzaam toch wat af.
Ombra Angkor Taneuy Street, Wat Bo Village
Siem Reap Tel: +855 63 766 181
Om
8u worden we door de tuk-tuks opgepikt om ons naar het Koninklijk Paleis te
brengen. Koning Norodom Sihamoni heeft zijn residentie in het paleis in Phnom
Penh (in het Khmer "Preah Barum Reachea Veang Chaktomuk Serei Mongkol"
genaamd). Het paleis is een complex met meerdere gebouwen in het centrum van
Phnom Penh en vlak aan de oevers van de Mekong rivier. Het paleis werd
ontworpen door architect Neak Okhna Tepnimith Mak toen Cambodja net deel
uitmaakte van het Franse protectoraat. De architect verwerkte Khmer, Thaise en
Europeaanse kenmerken in de gebouwen. De voormalige koningen van Cambodja
hebben het paleis sinds de bouw in 1860 bewoond met uitzondering van de periode
waarin de Rode Khmer aan de macht was (1975-1979). Het paleis heeft mooie
tropische tuinen en een indrukwekkende architectuur. De zilveren pagoda is het
prachtstuk met een vloer betegeld met 5000 kg zilver en gevuld met zeer veel
gouden boeddha's. Het imposante Royal Palace is een goed voorbeeld van Cambodjaanse
architectuur uit de 20e eeuw.
De
tuk-tuks brengen ons daarna naar buiten de stad, naar The Killing Fields.
Choeung Ek is de grootste van de 265 Killing Fields die in Cambodja te vinden
zijn. Het voormalige Chinese kerkhof werd door de Rode Khmer gebruikt om
tegenstanders van het regime of beoogde opponenten te vermoorden. In 1980
werden hier, verdeeld over 86 massagraven, maar liefst 8985 lichamen gevonden;
allemaal slachtoffers van Pol Pot en zijn Rode Khmer regime.Vanuit de S21 martelgevangenis kwamen hier
tienduizenden mensen aan die vervolgens op gruwelijke wijze de dood vonden. Om
kogels te besparen werden de scherpe kartels van palmbladeren gebruikt die als
zaag fungeerden. Kinderen werden met geweerkolven om het leven gebracht en in
een van de vele kuilen gegooid.
De
reden voor deze brute massamoord was het bizarre ideaal van de Rode Khmer. Zij
wilden van Cambodja een communistisch land maken dat rijstexporteurland nummer
één zou zijn. Dat betekende dat iedereen gelijk moest zijn. Mensen kregen
dezelfde kleding aan, deden hetzelfde werk en woonden in aftandse dorpen in
bamboehutten. Vele mensen kwamen om door honger en het zware onmenselijke werk.
Families werden uit elkaar gerukt, kinderen werden opgeleid tot soldaten en
naar de buitenwereld werd gecommuniceerd dat het geweldig ging met het land.
Alle intelligente mensen die de Rode Khmer als een bedreiging zag, zoals
professors, studenten, dokters, mensen die Engels spraken en zelfs mensen met
een bril, werden vermoord.
Een
wandeling over het terrein geeft een zicht op het macabere verleden op deze
gruwelijke plek waar nog vele botten, tanden en kledingresten te zien zijn
omdat ze door de regen nog stilaan naar de oppervlakte komen. Er staat hier ook
monument, een glazen toren waarin duizenden schedels zijn opgeborgen, ter ere
van de slachtoffers. Een mens wordt er echt niet happy van en het is geen leuke
bezienswaardigheid, maar wel een die je eigenlijk gezien moet hebben om de
geschiedenis van het land te kunnen begrijpen.
We
keren met de tuk-tuks terug naar de stad, naar het begin van deze gruweldaden;
het Tuol Sleng genocide museum. Tuol Sleng is een voormalige school die beter
bekend is als S21 (security 21).Klaslokalen werden veranderd in
gevangeniscellen met verschillende gradaties in ‘luxe’. Sommige klaslokalen
dienen als één cel, maar sommige lokalen zijn verdeeld in tientallen kleine
hokjes waar mensen gevangen zaten. Ze werden d.m.v. de meest gruwelijke
methoden gemarteld en verhoord. Van alle gevangenen werden foto`s gemaakt en alles
werd goed gedocumenteerd. Gevangenen met een speciale gave werd een iets langer
leven gegund. Vanaf de S21 gevangenis werden de gevangenen naar de killing
fields overgebracht per vrachtwagen. Er hangen vele indrukwekkende foto’s van
slachtoffers aan de muren en de kille sfeer in de voormalige klaslokaal-cellen
geeft je kippenvel.
Rond
14u komen we aan in ons hotel en we trekken onmiddellijk naar het dakrestaurant
om iets kleins te eten. De meeste anderen gaan naar het zwembad maar Jean en ik
trekken de stad in. Eerst langs de Sisowath Quay met een schitterend zicht op
de Mekong en Tonle Saprivier. Aan de kant van de straat liggen gezellige bars
en restaurants. Cambodjaanse families komen op Sisowath Quay samen om er te
picknicken en spelletjes te spelen. We raken verzeild in een grote markt met
lokale producten en weer valt het ons op dat alles hier op straat gebeurt: de
vrouwen zitten bij de kapper of de pedicure en de naaisters zitten aan hun
stikmachine en dat allemaal terwijl wij er net naast wandelen. We komen terecht
op de plaats waar ze de night market van Phnom Penh aan het opbouwen zijn. Hier
zien wij veel echte Cambodjaanse kleden. Jean probeert een hemdje maar zijn
buik is te dik geworden van al de rijst ……. Tegen 20u zijn we terug in ’t hotel
waar we op het dakterras nog iets eten en genieten van het uitzicht.
Ohana Hotel 4&6, Street 148, Phsar Kandal 12204Phnom PenhTel: +855 23 211 425
20) Zaterd 3-3-2018 Ho Chi Minh City - Phnom Penh (Cambodja)
s Ochtends na het ontbijt wacht een Engels
sprekende gids ons op om met ons tot aan de grens van Vietnam te reizen. Voor
het hotel wordt onze bagage in de lokale bus van Ho Chi Minh City naar Phnon
Penh gestopt en vertrekken we voor een 3 uur durende rit naar de grens van
Cambodja. Hier neemt Collin, onze Cambodjaanse reisleider het over en hij
begeleid ons naar Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja. Tijdens de reis worden
onze passen en de visa papieren opgehaald en zien we werkelijk alle
vervoersmiddelen voorbij komen die Vietnam kent. Alles op wielen wat kan rijden,
lijkt gebruik te maken van dezelfde weg. Na een niet zo comfortabele reis
moeten we met onze bagage aan de grens van Vietnam uitstappen en op de busboy
wachten, die onze uitreis papieren in orde brengt. Aan de Cambodjaanse grens
terug het zelfde scenario en al bij al is dit allemaal op een uurtje geklaard.
Een rat zorgt nog voor de nodige commotie en Anne Mieke voelt zich niet meer op
haar gemak na die aanval.
Er wordt een stop van 20 min gemaakt om iets te
eten en we komen om 16 uur aan in Phnom Penh in het Ohana hotel. Hier maken we
met Meno, onze Nederlandstalig begeleider kennis en krijgen we al onmiddellijk
een briefing over het programma en de nog te betalen kosten. We zijn ongeduldig
omdat hij het zo lang trekt en we graag nog een duik in het zwembad willen
nemen. We plannen om in de stad te gaan
eten maar raken verzeild in de bar en het restaurant op de 7de
verdieping en eten in ons zwempak terwijl wij genieten van een schitterend
uitzicht op de stad
Ohana Hotel 4&6, Street
148, Phsar Kandal 12204Phnom PenhTel: +855 23 211 425
Vandaag is het onze laatste dag in Ho Chi Minh City, de
invulling van de voormiddag is nog door Harry geregeld en hij gaat nog met ons
op pad tot de middag, dan verlaat hij ons. Typische voor hem dat wij weer om
8u30 opgepikt worden door riksjas, voor een 3u durende tocht door de stad. Overal
zijn markten stalletjes met eten en restaurantjes. Af en toe lijkt het wel of
de Vietnamezen altijd maar aan het eten zijn.
Onze eerste bestemming is een bloemenmarkt, een gewone
markt en dan een dierenmarkt waarna we weer door de riksjas opgepikt worden.
Door staten, waar de lokale bevolking woont en de toerist niet komt, rijden we
naar de de Chinese wijk van Ho Chi Minh City staat bekend als Cho Lon. Het is
gelegen aan de westelijke oever van de rivier. In dit stadsdeel leven
hoofdzakelijk Chinezen die naar Vietnam zijn geëmigreerd. Eén van de meest
interessante bezienswaardigheden van Cho Lon is de Quan Am Pagode uit 1816. De
Chinezen noemen deze Boeddhistische tempel ook wel liefkozend de Wen Temple
Lang. Het is voor hen één van de meest belangrijke gebedsruimtes in de wijk.
Veel mensen komen hier de goden aanbeden en branden er wierookstokjes. Zij
kunnen er ook geld doneren en daarmee een plaatsje inkopen om voor langere
tijd een wens of voorspoed kenbaar te maken. Ook wordt er regelmatig geld in de
ovens gegooid omdat dit de overleden personen zou ten goede komen na hun
reïncarnatie. De vele zakken rijst die we er zien, zijn bedoeld om in tijden
van nood mensen van eten te kunnen voorzien. We moeten natuurlijk wel weer de
knieën en schouders bedekken voor wij de tempel betreden. Deze pagode is
gebouwd door de Chinese Trieu Chau groep en heeft fraai verguld houtsnijwerk.
Boven de poort is een gesneden houten boot. Links naast de poort staat een
enorm beeld van het rode paard van Quan Cong. Rechts staat een bewerkt altaar
dat is gewijd aan Ong Bon, de Beschermgeest van Geluk en Deugd. Achter het
hoofdaltaar zijn drie glazen kasten. In het midden staat de vergoddelijkte
generaal Quan Cong, links generaal Chau Xuong en rechts de bestuurder Quan
Binh. In een fraai bewerkte kast staat het beeld van Thien Hau, de Godin van de
Zee.
Van hier brengen de riksjas ons naar het hoogste gebouw
van de stad, namelijk de Bitexco Financial Tower. Hier verlaat Harry ons en wij
gaan naar de 54e verdieping, waar de Heli Bar gelegen is. Harry is een
schitterende gids die heel veel van zijn land houdt en die liefde aan ons wou
doorgeven. Hij kan heel aangenaam vertellen over zijn jeugd, zijn gezin en zijn
vroegere leven op het platteland.
Vanin de Heli Bar hebben we een prachtig zicht op de
stad en de Mekong rivier. Rond 13u verlaten we de bar en vertrekken we in
verschillende groepjes. Wij gaan met Sieger, Tinneke, Jos en Wilma naar de
Markt Hal. Hier kopen we een hemd voor Jean en juwelendoosjes voor onze 5
kleindochters maar Jonas valt nog uit de boot. Onze compagnons zijn hier ook aan
het kopen geslagen want daar gunde Harry ons niet de tijd voor. Voor we het
hotel binnen gaan, gaan we vlug een hamburger en frietjes eten. Op onze kamer
worden de valiezen ingepakt want morgen vertrekken we naar Cambodja.
Vien Dong Hotel 275(A) Pham Ngu Lao StreetHo Chi Minh City Tel: +84 28 3836 8941
Om 7u30 vertrekken we voor een rit van twee
uur naar de tunnels van Cu Chi. We
starten met een film en een toelichting van Harry over hoe het tunnelcomplex in
elkaar zit. Het stelsel bestaat uit drie niveaus en zit tot 10m onder de grond.
Het ruim 250 km lange tunnelstelsels is door
de lokale bevolking gegraven. Ze bestaan uit leefvertrekken, keukens,
ziekenhuizen en werkplaatsen. Van hieruit
voerde de Vietcong een jarenlange guerrilla tegen het Amerikaanse leger, dat helemaal
niet getraind was voor deze manier van oorlogsvoering. Na elke aanval op Amerikaanse
troepen losten de guerrillastrijders ogenschijnlijk op in het niets. ! De
Amerikanen hebben nooit ontdekt hoe de Vietcong aan zoveel munitie kwam. Na de
oorlog bleek het te gaan om hun eigen, Amerikaanse munitie. De Vietcong haalde
uit de niet ontplofte bommen en mortieren het kruit dat door hen werd verwerkt
tot hun eigen munitie. Opvallend is hoe ingenieus de mensen zijn geweest. Bij
kookplaatsen werd de rook een eind verder via een pijp door de grond afgevoerd.
Op de plaats waar de rook uit de grond komt, wordt de grond nat gehouden zodat
de rook laag bij de grond blijft hangen en dus niet opgemerkt wordt door de
vijand. Inmiddels zijn de tunnels omgetoverd tot een propagandamuseum dat een
goed beeld geeft van het leven onder de grond. We krijgen een rondleiding van
Harry en een lokale gids We
passeren voorbeelden van tunnelingangen, valkuilen met spiesen en andere
gruwelijke vallen. Degenen die daar zin in hebben, kunnen ervaring opdoen door in
een nauwe gang te kruipen. Onvoorstelbaar hoe deze mensen hier jaren onder de
grond geleefd hebben. Wij kruipen ook door zon tunnel en zijn blij als we na
een paar minuten al terug naar boven kunnen. Kippenvel krijgen wij ervan.
Dan rijden we naar Tay Ninh
voor een bezoek aan de Cao Dai tempel. De Cao Dai beweging is in 1926 opgericht
door Ngo
Van Chieu, een ambtenaar uitPhu Quoc. Tussen 1919 en 1925 zag hij in een aantaltranceseen opperwezen. Dat
opperwezen zou zich in het verleden al onder een aantal verschillende gedaantes
aan de mensen gemanifesteerd hebben. Ngo Van Chieu beweert dat alle religies eigenlijk een
manifestatie zijn van één en dezelfde metareligie: Cao
Dai.Het caodaïsme is een mix is
van een boel andere religies. De rites zijn een combinatie vantaoïstische en boeddhistische rites. De hiërarchie is
geïnspireerd door de katholieke
kerk, met een paus aan
het hoofd van de sekte. En het idee van reïncarnatie komt dan weer uit
het boeddhisme en hindoeïsme. Als we daar toe komen is er al een dienst bezig
maar we mogen de kerk, tempel, pagode???? binnen om fotos te nemen. We moeten
wel in het voorportaal of het oksaal blijven. De tempel zit vol met aanhangers van het Caodaïsme. Het gewone volk aan de
zijkanten in hun witte kleding met zwarte hoed, en de monniken in het midden.
Ook in het wit, maar per stand hebben zij een andere kleur sjerp om. De dienst of viering is een fascinerend
gebeuren met bijzondere muziek. Wij hoopten om na de dienst de tempel in te
kunnen gaan om daar ook fotos te nemen
maar voor het einde van de dienst komt Harry ons al terug naar de bus jagen. We
lunchen in een groezelig restaurantje en rijden dan terug naar de stad.
s Avonds rijden wij met de
bus naar de Mecongrivier. We gaan aan boord van La perle de lOriant waarmee we
een avondvaart maken op de Mekong terwijl van ons afscheidsdiner genieten. Een
prachtig zicht op de verlichte skyline van Saigon maar het eten wordt hier weer
aan een hels tempo afgewerkt. Wat is dat toch met die gehaaste Vietnameesjes? Harry
gaat ons morgen na de middag verlaten om in Hanoi een nieuwe groep op te
pikken.
Vien Dong Hotel 275(A) Pham Ngu Lao Street Ho Chi Minh City Tel: +84 28 3836 8941
Vandaag
bezoeken we de drijvende markt in Can Tho in de Mekong Delta. Van alle markten
op de Mekong is die van Cai Rang de bekendste. We varen in een boot waar we
juist inpassen en na een half uurtje komen wij op de markt aan. Over het water
reizen in Vietnam blijft een aaneenschakeling van veel indrukken. Hoe de mensen
leven direct aan het water, in armoedige huisjes op palen en met een platen
dak, maar ook wat wij tegenkomen. Een variëteit aan boten en ladingen en wij
zien ook dat deze mensen leven aan boord want vaak hangt achter op de boot het
wasgoed en zien wij hun hele huishouding, wat dus niet veel is. In
de vroege morgen verankeren de grote boten zich als eerste. Dat zijn meestal
groothandelaren en wij zien er vooral veel met watermeloenen en ananas. De
kleinere boten kunnen tussen de grotere door varen om inkopen te doen. Verkopers hoeven niet te schreeuwen om hun
waren aan te prijzen. Om welke producten het gaat, kunnen we van ver zien aan
de stok die boven het dek uitsteekt en waar een voorbeeld van hun waar aan
hangt te bengelen. Wij zouden de
verkoper toch niet horen door het lawaai van de scheepsmotoren. Kleine boten
die bier, wijn en frisdranken verkopen, gaan tussen de andere boten door om
marktgangers en bezoekers van dienst te kunnen zijn. Harry laat onze boot
stoppen bij een boot met ananas en die smaakt lekker!!
Terug aan wal lopen we eerst
nog even langs een lokaal marktje om bij de WCs te belanden en dan de bus in
en rijden naar Ho Chi Minh City. Op de middag stoppen we in een massarestaurant
dat in een prachtige tuin ligt maar veel tijd om te genieten krijgen we niet
want Duracell Harry zit achter onze veren.
Rond 14u komen we in
Saigon, officieel Ho Chi Minhstad aan. Dat Saigon het financiële en
handelscentrum van het land is, is te zien bij het naderen van de stad. Aan de
horizon zien wij haveninstallaties en hoge kantoorgebouwen. Via fly-overs en
drukke wegen bereiken we de binnenstad. Saigon ademt een andere sfeer dan de
hoofdstad Hanoi. In Saigon heerst de commercie, gericht op de binnen-en
buitenlandse toerist.
We beginnen onze tour bij het War Remnants
Museum waar we bij de ingangeen aantal
gevechtsvliegtuigen en tanks zien. Ze zijn allemaal gebruikt tijdens de
Vietnamoorlog. In het jaar 1975 werd dit museum opgericht onder de naam The
Gallery of American Crime en in 1995 werd het omgedoopt tot het War Remnants
Museum. Dit oorlogsmuseum heeft drie etages die gevuld zijn met fotos, films
en verschillende voorwerpen die een beeld schetsen over de meest donkere
periode van Vietnam, waarin de Vietnamezen genadeloos bleven vechten voor hun
onafhankelijkheid. Het beeldmateriaal waarin we de resultaten en gevolgen ziet
van de gruwelijke chemische aanvallen die destijds zijn gepleegd, zijn ronduit
stockerend. De chemische cocktail die werd gebruikt staat bekend als Agent
Orange. We worden hier echt niet happy van en de bus dropt ons dan een eind
verder. In 1868 werd door de Fransen
het Norodom Paleis gebouwd als woning voor de gouverneur-generaal van
Indochina. In 1954, na de Geneefse Conventie, maakten de Fransen plaats voor de
president van Zuid-Vietnam, Ngo Dinh Diem. In 1963 werd het paleis echter
gebombardeerd. De resten werden gesloopt en op dezelfde plek verrees het Onafhankelijkheids
Paleis.Het gebouw is fraai van
architectuur, ruim en open, en werd smaakvol ingericht met moderne Vietnamese
kunst. President Thieu kon in 1967 het nieuwe paleis betrekken. In 1975 werd de
linkervleugel door bommen beschadigd en op 30 april van dat jaar reden de tanks
van het Nationale Bevrijdings Front door de poort. Na 1975 werd het paleis
hernoemd tot Herenigings Hal (Hoi Truong Thong Nhat), maar exact in de oude
staat gehouden
Niet ver van het paleis
staat de Notre Dame, een sobere kathedraal.Het voorplein met een groot Mariabeeld is het toneel van
bruidsreportages. Meer indruk maakt het hoofdpostkantoor, ontworpen door
Gustave Eiffel in 1886. De buitenzijde is gedecoreerd met versieringen en
beelden van wetenschappers en filosofen. In het interieur is de hand van Eiffel
te zien aan de ijzeren zuilen en bogen. De grote hal, die doet denken aan een
spoorwegstation, wordt gedomineerd door een enorm portret van Ho Chi Minh. Bij
het vervolg van de wandeling passeren we de Opera, het Rexhotel en het gebouw
van het Volkscomité, vroeger het stadhuis. Voor dit gebouw staat een groot
standbeeld van Ho Chi Minh. Het (staats)kapitalisme en de markteconomie mogen
dan nu zichtbaar zegevieren, in het straatbeeld wordt toch aangegeven wie
politiek de lakens uitdeelt. Langs de straten en wegen zien we veelvuldig de
rode vaandels en banners met de hamer en sikkel.
De bus
dropt ons uiteindelijk aan het Vien Dong Hotel dat net tegenover een parkje
ligt en waar de meeste kamers op een centrale binnenkoer uitgeven. 3 koppels
zijn al na een kwartier naar een andere kamer verhuist omwille van het lawaai
maar wij liggen in een rustig hoekje. Zalig na al het getoeter en geraas van
die scooters. We slapen vlak bij de backpackerbuurt en eten bij een Italiaan.
Jean een pizza en ik lekkere spaghetti met zeevruchten. Na nog een laatste
drankje kruipen we in ons bed.
Vien Dong Hotel 275(A) Pham Ngu Lao Street Ho Chi Minh City Tel: +84 28 3836
8941
Na het ontbijt vertrekken we uit Ben Tré naar een lokale
markt in Cai Mon waar veel
Chinese producten verkocht worden maar die we volgens Harry niet mogen kopen.
De haat en nijd verhouding met China is af en toe nog voelbaar. Op de lokale
markt vind je fruit, groenten en ook vlees en vis. Zo liggen aan de ene kant
van de weg de nog levende eenden en kippen en worden die na betaling aan de
andere kant van de weg voor je geslacht (productief straatje!) Vlees en
vis ligt hier natuurlijk niet ingepakt in de koeling, maar gewoon open en bloot
op een houten plank. Vietnamezen vinden het nogal zonde als een stukje vlees
van een dier wordt weggegooid. Dus oren, ogen, tenen en organen worden met
liefde voorbereid en verkocht. Ook een koeienkop behoorde tot het assortiment. Ook
kikkers met vastgebonden pootjes en vissen die op het droge nog wat liggen te
spartelen zorgen voor wat blikken met medelijden. Tussen de kraampjes hangen
soms hangmatten waarin iemand ligt te slapen, maar gewoon op de toog tussen de
vissen moet ook kunnen. Nadat sommigen van ons toch wat witjes worden, gaan we
terug de bus in.
De volgende stop is bij een lokale familie die een bonsaikwekerij heeft. De
boompjes zijn rond het nieuwjaar bijna allemaal verkocht. Zij worden met
ijzerdraad, touw en aluminiumpapier in model gebracht en sommigen zijn al decennia
oud.
Na een
lunch gaan we op weg naar het museum van de Khmer. Harry vertelt weer
honderduit en daarna bestormen wij de trappen om het museum te veroveren. Aan
de overzijde bezoeken wij, een pagode van de zuidelijke boeddhisten in Vietnam.
Zo'n pagode ziet er heel anders uit o.a. qua versieringen. Het heeft veel meer
weg van een Thaise tempel of de Efteling. Bij de zuidelijke boeddhisten mogen
monniken bijvoorbeeld vlees eten tot 12 uur in tegenstelling tot de monniken in
het noorden van Vietnam. We zien een monnik die een 10-tal mensen 9 keer met
water overgiet en het doet me denken aan een doop. De man doet teken om geen
foto’s te maken en normaal houd ik mij daar ook aan maar nu is de verleiding
toch te groot.
Waar de boeddhisten in Thailand een boeddha gekoppeld hebben aan je
geboortedag, ben je in Vietnam geboren in het jaar van een dier. Jean is
geboren in het jaar van het varken en ik in dat van de geit (een
boerderijhuishouden…). Het geboortejaar is ook bepalend voor je
trouwdag. Een huwelijk in Vietnam bestaat uit drie ceremonies. De eerste
ceremonie is met je schoonfamilie eten (kennismaken zonder vrouw), de tweede is
de verloving en het maken van trouwfoto's. Daar hebben ze op de trouwdag geen
tijd voor en dan kunnen ze het boek al laten zien. De foto's worden vaak al
weken van te voren gemaakt en kosten belachelijk veel geld. Daarna volgt de
trouwdag. Deze dag wordt bepaald door het geboortejaar en door een huwelijksvoorspeller.
Een trouwdag begint met een ochtend lang eten en de bruid ophalen dan gaan ze
een paar uur karaoke zingen en daarna gaat het bruidspaar geld tellen. Het is
heel belangrijk dat je opschrijft wie wat geeft, want bij een feestelijke
gebeurtenis moet je hetzelfde bedrag terug geven (klinkt dit bekend?).
Hierna volgde een reis van ruim 2.5 uur naar Can Tho de grootste stad in de
Mekong Delta. Dit gebied is pas sinds enkele jaren ontsloten
met bruggen: de My Thuan brug is gebouwd met hulp van Australië en de Can Tho
hangbrug over de Hau is gebouwd met hulp van Japan, maar die stortte kort na de
ingebruikname in, waarbij 87 doden vielen.
Aan het eind van de middag komen we in Can Tho aan. Dit is de hoofdstad
van de delta. Er wonen 2 miljoen mensen.
Holiday One Can Tho Hotel
Pham
Ngoc Thach, P. Cai Khe, Q. Ninh Kieu 59-61-63-Can
Tho Tel:
+84 292 382 7779