12° DAG - dinsdag 5/5 - Kamena Vourla + 13° Dag - woensdag 6/5 - Kamena Vourla tot Athene tot Eindhoven tot Thuis
12° DAG -
dinsdag 5/5 - Kamena Vourla
Niet te vroeg moeten opstaan en buiten
ontbijten. Wat kan een mens nog meer wensen?
Wij zien enkele dapperen van onze groep
op de fiets vertrekken, anderen gaan naar het stand of het zwembad maar wij
trekken met een paar vrienden naar het dorpje. Wij belanden op een terrasje voor een lekkere
frappé en stilaan groeit de groep aan. Na een aperitiefje bestellen wij een
laatste keer een Griekse sla en Jean gaat voor een spaghetti met zeevruchten.
De meesten hebben bijna gedaan voor hij zijn schotel krijgt, maar het was zeker
de moeite van het wachten waard. De groep valt terug wat uit elkaar en wij gaan
honing kopen voor de kinderen en een laatste koffie drinken. Via het strand
raken wij terug tot bij het hotel waar wij op het strand nog een uurtje of twee
van de zon genieten voor wij ons klaar maken voor het avondeten en al
stilletjes de valiezen een laatste keer in orde brengen.
Rond 19u verzamelen wij op het terras
en de laatste groepsfoto's worden gemaakt voor we aanschuiven aan een lange
tafel naast het zwembad en genieten van een barbecue met achter ons de ondergaande zon. Het zicht is echt
adembenemend!
Micheline wordt door Frans bedankt in naam van de ganse groep voor de fantastische
reis die zij voor ons georganiseerd heeft en zij krijgt een paar oorbellen die
wij in Delphi voor haar kochten. Wij drinken nog een laatste Ouzo en trekken tegen
23u naar ons bed want het zal morgenvroeg druk worden voor de terugtocht naar
het Belgenlandje.
13° Dag -
woensdag 6/5 - Kamena Vourla è Athene è Eindhoven è Thuis
Ontbijt om half zeven en wij hebben de
gewoonte om op de laatste dag een stevig ontbijt te nemen omdat wij nooit weten
wat zo een reisdag voor ons in petto heeft en wij zeker zijn dat thuis de
muizen in de koelkast dood liggen. Wij konden alleen niet voorzien dat het
ontbijtbuffel geplunderd zou worden door een groep Litouwers die waarschijnlijk
de laatste maand gevast hebben om hier nu hun slag te slaan. Wij lukken er toch
in om nog wat te bemachtigen en ik smokkel zelfs twee broodjes mee voor straks
tijdens de vlucht. Wij nemen afscheid van het prachtige uitzicht en een ietwat
oudere bus brengt ons terug naar het vliegveld van Athene.
Wij denken al aan wat ons thuis te
wachten staat maar Karel doet nog wat giswerk en een paar vlugge rekensommen:
Wij hebben op deze trip ongeveer 2000 km met de autocar gereden.
Per persoon hebben wij ongeveer 92 km
te voet afgelegd, dit zijn 120 000 stappen.(Lieve had een stappenteller bij). Samen hebben wij dus 4.080.000 stappen op Griekse bodem gezet.
Er werd naar schatting 254 kilo (op zijn Grieks) wijn gedronken, 9 flessen Ouzo van 1 liter, 2054 glazen water (gratis) en 709 flesjes Mythos (bier) van 33 cl gedronken.
Wij verorberden samen ongeveer 918 gehaktballen en 469 souvlaki (brochetten).
We hebben samen ongeveer 49.550 achter gelaten in Griekenland en 490 aan fooien gegeven dus samen hebben we de
Griekse economie voor 50.040 gespijsd.
De vluchtgegevens: Athene
HV6710 Vertrek 11u50 Aankomst
14u10 in Eindhoven.
Een bus pikt ons op en onderweg naar
Tienen worden verschillende stops gemaakt en telkens stappen een deel van onze
nieuwe vrienden uit. Rond 16u30 komen wij in Tienen aan en het lijkt of de oppergod Zeus met ons mee gevlogen is, want wij worden
verwelkomd met regen, wind, bliksem en donder.
In de striemende regen denken wij terug
aan de warmte van gisteren op het strand, de geuren van de oranjebloesems en de
barbecue en de kleuren van de ondergaande zon.
11° DAG - maandag 4/5 - Kalambaka tot Kamena Vourla
Vandaag zien de dames
er iets anders uit. Ze hebben allemaal een rok aan. Dit omdat we een
meteorenklooster gaan bezoeken en de kledijetiquette zegt dat vrouwen een rok
tot onder de knieën moeten dragen en armen en schouders bedekt; de mannen moeten
in lange broek gekleed gaan.
Vandaag zorgen
sommige van ons nog voor een kleine verrassing na het ontbijt. Micheline had mij
al gevraagd om Pavarotti te imiteren in Epidaurus maar dat is (gelukkig) niet
doorgegaan. In de meimaand hoort een liedje voor Ons Lief Vrouwke dus had Willy
het lumineuze idee om ons een 'liedeken' uit de oude doos te laten zingen: onleesbare
partituur die na wat prutsen door de receptionist werden gekopieerd en
vergroot. In een kleine kapel aan de voet van de machtige meteoren hebben wij
ons uiterste best gedaan om engelen te imiteren.... Het klonk misschien niet professioneel
maar feeëriek was het alleszins.
De valiezen worden
ingeladen en we rijden naar het klooster Varlaäm.
De Meteoren zijn waarschijnlijk
een van de meest opvallende monumenten op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Het gebied kenmerkt
zich door de op hoge rotsige pilaren gebouwde kloosters. Door eeuwenlange wind
- en watererosie (ooit was de Thessalische vlakte een binnenzee) hebben de
rotsformaties hun specifieke en moeilijk bedwingbare uiterlijk gekregen. Vanaf
de 9e eeuw werden de natuurlijke zandstenen torens beklommen door kluizenaars
die daar hun eigen leefomgeving creëerden en slechts af en toe naar beneden
kwamen. Vanaf de 11e eeuw trokken elders verdreven monniken naar het gebied.
Halverwege de 14e eeuw verrezen de eerste kloosters op de toppen. In 1336
stichtte de monnik Athanasios, afkomstig van de berg Athos zijn Groot Meteoron,
het hoogst gelegen (623 m) en belangrijkste klooster dat hier zou gesticht
worden. Nog 23 andere kloosters zouden volgen. Met netten aan touwen en houten
ladders van soms wel 40 meter lang transporteerden de monniken de benodigde
goederen en personen naar boven. In de hoogtijdagen bestond er een autonome
gemeenschap van monniken en 24 kloosters in vrijwel volledige afzondering van
de rest van de wereld. Sinds 1490 werd de abt van het Groot Meteoron ook het
hoofd van de gehele monnikengemeenschap van Meteora. In de 17e eeuw begon
echter het verval van het kloosterleven in Meteora. In de 18e eeuw werden de
kloosters gebruikt als toevluchtsoord voor Grieken die door de Turkse
overheersers opgelegde belastingen wilden ontduiken. Tijdens de 19e eeuw werden
de Meteorenkloosters gebruikt om te ontkomen aan oprukkende rebellen en tijdens
de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende Burgeroorlog (1945-1949) hebben de
toen nog overgebleven kloosters veel schade opgelopen.
Na al die gewelddadige eeuwen zijn er slechts 6 kloosters in redelijke
staat overgebleven, waarvan sommige nog steeds bewoond worden door monniken en
nonnen. Men doet de laatste tijd veel moeite om de kloosters 1 Agios Nikólaos
Anapafsás (H. Nikolaas) 2 Mega Metéoron
(Groot Metéoron) 3 Varlaäm 4 Rousánou 5 Agia Triáda (H. Drievuldigheid) 6 Agios Stéfanos (H. Stefaan) in hun oorspronkelijke glorie te herstellen.
Varlaäm is het
klooster dat wij bezoeken, maar wij hebben tegenslag dat er
hier restauratie- werken aan de gang zijn. Hierdoor zijn veel delen voor de
bezoekers afgesloten.
In de hiërarchie van
de Meteorenkloosters neemt het Varlaäm de tweede plaats in. Het werd in zijn
huidige vorm gebouwd in 1518, en werd genoemd naar de vrome kluizenaar die zich
rond 1350 op deze rots terugtrok. Uit schriftelijke bronnen blijkt dat de
kloosterkerk in 1542, in twintig dagen tijd, werd voltooid. Daarvóór had men er
echter 22 jaar over gedaan om het benodigde materiaal boven te brengen.
Na het bezoek wordt
er een foto genomen van onze dames in rok. We worden bestormd door een groep
Jappen (vrouwen) die met ons op de foto willen. Het is net of een bende
paparazzi ons achtervolgt die een primeur voor hun tijdschrift willen.
De bus brengt ons nog langs
enkele andere kloosters die we van buiten kunnen bewonderen naar een mooi
uitzicht punt. Van hier vertrekken een aantal dapperen onder leiding van Peter
te voet langs een bergpad naar Kalambaka. Het gros maakt de afdaling liever met
bus en kunnen dus nog wat winkelen en aperitieven. Wij kijken onze ogen uit: een oord van verwondering, ontzag
bijna. De zes nog bewoonde kloosters van de Meteoren hangen als arendsnesten in
de lucht, op suikerbroodvormige rotsen die 300m boven de vlakte uittorenen. Vandaag
draagt de bijna onbereikbaarheid nog altijd bij tot de karakteristieke sfeer en
magie rond de Meteoren.
In de namiddag gaat het via
Trikala, Lamia en Thermophyles (zwavel houdende warmwaterbronnen) naar Kamena Vourla aan de baai van Maliakos aan de Egeïsche Zee. Onderweg
leest Jan nog een cursiefje voor van 'Sonja'. Dit zullen we de komende dagen
missen, want omwille van professionele verplichtingen verlaat Jan ons bij restaurant Thea om met de taxi naar Athene gebracht
te worden van waar hij naar Johannesburg, Zuid-Afrika, vliegt voor zijn werk.
In hotel Sissy dat aan het
strand ligt, worden we na het eten door een paar kerels op Griekse dansen
vergast en wij mogen ook eens uitproberen of dit iets voor ons is. De show
wordt gestolen door onze voormalige lerares LO die de Grieken eens laat zien
dat Belgen ook nog iets in hun mars hebben. De rest van de avond wordt er
gedanst en plezier gemaakt.
Om 6u30 opstaan, ontbijten en om 8u45 staan de valiezen in de hal klaar.
De chauffeur wordt verwittigd en terwijl wij op zijn komst wachten, worden alle
valiezen, met verenigde krachten in een ketting, op het voetpad klaar gezet om
zo snel te kunnen inladen.
Voor we naar onze volgende verblijfplaats Kalambaka reizen, krijgen wij
onze laatste rondleiding met Maria in het
Archeologisch Museum van Delphi. Het bekendste stuk uit deze collectie is
de bronzen 'wagenmenner'. Het beeld stelt een mannenfiguur voor gekleed in een
lange traditionele wagenmennerschiton, met een verticale natuurlijke plooival
tijdens zijn triomfantelijke ereronde. Alleen de menselijke figuur, de
disselboom en het juk van de wagen hebben de tand des tijds doorstaan; de
bijhorende strijdwagen met de vier paarden en de linkerarm gingen verloren. Er
werden wel nog fragmenten gevonden van de paarden, de renwagen, delen van
teugels en een deel van een voetstuk met een inscriptie. De Wagenmenner was een
geschenk aan de god Apollon als dank voor de overwinning bij een wagenren op de
Pythische Spelen in 478 v.Chr.
Verder bewonderen wij de torso van een kouros, beelden van Cleobis en
Biton, beeld van een stier, de Sfinx van Naxos, stukken van verschillende
friezen, de dansers van Delphi,... maar de wagenmenner blijft voor mij het
mooiste.
Buiten het museum neem ik in naam van de groep afscheid van onze gids
en na de koffiebreak wordt Maria in
Delphi afgezet en vervolgen wij onze weg Lamia naar
Karditsa, Trikala naar de meteoren. We stoppen in een wegrestaurant Thea waar
we lekker eten. Tijdens de rit doet Greta de Griekse Mythologie nog eens uit de
doeken, nu in het Nederlands voor degenen die al heimwee hebben naar Maria haar
vertelkunst.
Onderweg stoppen wij aan een klein kerkje om naar de ooievaars te kijken
die daar aan 't nesten zijn. In Kalambaka logeren we in het mooie Amfissi Eden,
eigendom van de Grieks Orthodoxe Kerk en gelegen aan de voet van de Meteoren.
Voor het diner gaan we met een groepje een wandeling maken in het dorpje, waar
wij op een pleintje bij een fontein onze aperitief drinken. De omgeving komt
als overweldigend op ons over. Zoveel natuurschoon met dan boven op de pieken
die kloosters. Adembenemend!
Na het ontbijt vertrekken
we rond de tijd van de schoolbel, valiezen worden ingeladen, maar Jan zijn bagage
is verdwenen. Na wat zoekwerk blijkt dat Jan zijn valies op de gang heeft gezet
en dat het kleinood daarom als verstekeling aan boord van de Argentijnse bus gegaan
is.
In Rion steken we de
zeestraat over naar Antirion. De 2880 m lange Rio-Antirriobrug of Charilaos
Trikoupis Bridge geeft toegang tot het schiereiland Pelopennessos vanaf het
Griekse vasteland en is, naast de landengte van Korinthe, de enige vaste
verbinding naar het eiland. De brug is 28 meter hoog en bestaat uit 2x2
rijbanen, een voetpad en vluchtstrook. De brug bestaat uit 5 overspanningen
ondersteund door 4 pylonen. De totale lengte van het wegdek dat door de kabels
gedragen wordt is 2252 m en is hiermee de op een na langste
tuibrug-overspanning ter wereld, alleen het dek van het Viaduct van Millau is
langer (2460 m). Deze brug wordt gezien als een technisch meesterwerk omdat het
is gebouwd op zeer moeilijk terrein. Voorbeelden van problemen zijn het diepe
water, de kans op aardbevingen, tsunami's en het steeds maar breder worden van
de golf. Op 7 augustus
2004 werd de brug ingehuldigd, een week voor de opening van de Olympische
Zomerspelen in Athene. De lopers met de Olympische vlam waren dan ook de eerste
voetgangers die de brug overstaken. De brug koste in totaal ongeveer
630.000.000 betaald door de Griekse overheid, het consortium en de Europese
Investeringsbank.
Wij houden halt om van
het uitzicht te genieten, een kopje koffie te drinken en te genieten van wel
200 verschillende koekjes en gebakjes. De weegschaal zal volgende week geen
lachend gezichtje trekken!
Tot Delfi klimmen en
draaien we door een machtig berglandschap langs woeste bergflanken en grijze
steenblokken. Via Nafpaktos en Itea gaat het door de mooie vallei van Anfissa waar
de 4.000 olijfbomen een echt schouwspel zijn. Dit is de grootste olijfboomgaard
na die van Kalamata.
Tijdens de lange rit
leest Jan Flamend een cursiefje voor "Mijn zoon is een hummer".
We ontdekken dat hijzelf de auteur is en dat hij eigenlijk een heuse schrijver
is, die tal van boeken op zijn naam heeft, waaronder ook columns en cursiefjes.
De leerkrachten Nederlands waaronder ikzelf denken terug aan de tijd dat wij
voor de klas cursiefjes van Carmiggelt, Ghijsen
en Louis Verbeeck voorlazen en ontleedden. Jan zijn diepe, warme bas is
veel aantrekkelijker en de bus giert van het lachen. Schitterend.
Wij naderen Delphi waar
volgens de oude Grieken het middelpunt van de aarde lag, in een wild landschap
te midden van de bergen. Honderden generaties lang werd hier zonder onderbreking
gebeden, aan goden geofferd en georakeld.
In een smal straatje
stopt onze bus om de valiezen uit te laden voor hotel Parnassos, in snel tempo
want hij blokkeert alle verkeer. Wij lunchen in een klein straat dat tegen de
berg opkruipt en krijgen gratis heerlijke Griekse yoghurt met honing en
aardbeien. Wat kan het leven toch mooi zijn.
Na de lunch gaat het naar
de archeologische site van Delphi of het heiligdom Delphi gelegen op de
Parnassos berg die dateert van 1400 v. Chr. De opgraving ligt tegen de
bergachtige rots Rhodoni en vanaf de opgraving kijken wij op groen en
zilverkleurige olijfboomgaarden.
In de diepte strekt zich
het dal van de Pleistos uit, de Heilige Vlakte en er boven rijzen de twee
toppen van de Parnassosberg. Wij stappen de 'Heilige Weg' op, waarover
in de oudheid jaarlijks duizenden pelgrims liepen. Deze weg voert naar de
tempel van Apollo, waar zich het Orakel van Delphi bevindt.
Aan
de overkant van de hoofdingang ligt het gymnasium van Delphi, waar de jonge
mannen in training gingen. Op dit historische circuit werden paardenrennen en
andere atletische sporten beoefend en wedstrijden gehouden .
De
schatkamers liggen aan het
zigzaggende gedeelte van de Heilige Weg. De schatkamers of schathuizen waren
kleine gebouwtjes in de vorm van tempels waar kostbare geschenken ter ere van
historische gebeurtenissen en votiefgaven werden bewaard. Het schathuis van
Athene is in Dorische stijl gebouwd, circa 500 jaar v. Chr. met wit Parian
marmer van het eiland Paros. De fransman Replat restaureerde deze schatkamer
vanaf 1903 en de zes afbeeldingen boven aan het front van de voorgevel
symboliseerden de overwinning bij de
slag van Marathon.
De zon schijnt fel en
onze gids Maria is niet te stuiten. Langsheen de weg zien wij inscripties
op de muren: allemaal namen van slaven die hier hun vrijheid kregen na het
harde labeur op deze bergflank.
Na enkele minuten bereiken
wij de Apollotempel waarvan nu
nog zes Dorische zuilen recht staan en het is helaas niet meer te bezoeken
want touwen sluiten het geheel af. Het
heiligdom van Apollo ligt geterrasseerd tegen een helling, aan de voet van de
Panassos. De ligging ervan, tegen de Fedriaden Rotsen, de hoge rotswand die er
bijna loodrecht achter oprijst met op de achtergrond in de diepte de Golf van
Itea, is adembenemend.
In
de mythologie doodde Apollo hier de draak Python, de zoon van Gaia en luidde
daar een nieuw tijdperk mee in. De Tempel van Apollo is meerdere malen herbouwd
omdat deze bv door een aardbeving was verwoest. De tempel bestond uit 6 bij 15
zuilen en de laatste versie werd gebouwd in het jaar 330 v. Chr.
Hier bevond zich ook de omphalos of navelsteen, die het
middelpunt van de aarde aangaf. Volgens
de overlevering, streken hier tegelijkertijd de twee arenden neer die Zeus
vanuit de verste hoeken van het universum had uitgestuurd, om het centrum van
de wereld te bepalen. Op grond van deze mythe geloofden de Grieken dat de
navelsteen van Delfi het geografische middelpunt van de aarde was, wat het
belang dat aan deze plek gehecht werd nog eens benadrukt.
De navelsteen sloot een scheur in de aarde af van
waaruit vulkanische gassen ontsnapten. Hier hadden ook de orakels van
Delphi plaats door de Pythia, een zieneres. Eerst waren dit jonge maagden, maar
na een schandaal werd geopteerd voor wat rijpere vrouwen. De Pythia zat boven de omphalos en door op laurierbladeren
te kauwen en de dampen die uit de grond kwamen (mogelijk ethyleen) in te ademen,
raakte ze in een roes. Eenmaal in trance begon de Pythia onsamenhangende
klanken uit te stoten, waarvan men aannam dat het de boodschap van de goden
was. Priesters vertaalden die boodschap, maar het bleef altijd dubbelzinnig.
We stijgen verder omhoog langs de bergflank en worden
beloond met een mooi uitzicht op het theater van Delphi dat achter de Apollo tempel ligt (4e
eeuw v. Chr.) De 35 rijen in het amfitheater kon aan 5.000 toeschouwers een
zitplaats bieden. Vanuit het theater hebben wij een grandioos uitzicht over het
hele archeologische Delphi en omgeving. In het theater van Delphi werden elke
vier jaar de Pythische Spelen gehouden, ter ere van de overwinning op de draak
Python. Deze muzische spelen waren wedstrijden in muziek, poëzie en acteren,
later werden atletiek en paardenrennen wedstrijden toegevoegd.
De weg gaat verder omhoog
langsheen een dennenbos. Na een kwartiertje zweten, puffen en hijgen, bereiken
we, hoog tegen de flank van de Fedriaden het stadion, dat het strijdperk vormde
voor de atletiekwedstrijden tijdens de Pythische spelen.
De bus brengt ons terug naar ons hotel waar wij in
ons hotel onze piepkleine badkamer ontdekken en terug vloeken om de lift die
gekke toeren doet. Zo
gaan Chris en Rita wel driemaal op en neer vooraleer op de juiste verdieping
uit te stappen en wij sleuren onze bagage naar de tweede verdieping. Iedereen
trekt nog even het stadje in op de winkeltjes af te schuimen op zoek naar T-shirts en
juweeltjes Ik vind een paar zilver geoxideerde oorbellen met een pareltje. Wij eten allemaal samen in een refterachtig
restaurant wat verder in de straat en daarna zwermt iedereen uit over de smalle
straatjes om nog wat te drinken.
Langer uitslapen, uitgebreider ontbijten, zonnecrème
smeren, badpak en strandlaken bij de hand, busje in en naar het strand van en
dit onder toezicht van de lachende goden die ons zonneschijn schenken.
Schelpjes rapen, verhalen over Emiraten vertellen, visschotels verorberen en
bacchanalen met witte nectar houden.
Chris en Rita zijn zo verdiept in het bestuderen van
de structuren van keitjes, zandkorrels en schelpjes dat het pek van de olieramp
in de golf van Mexico in 2010 hun voeten in zwarte smurrie hult. Dus nog een
grotere ramp: hoe krijgen wij dat eraf? Enige oplossing is op blote voeten
blijven lopen tot het eraf gesleten is; schatting 10 km. Kousen worden geleend,
benzine gezocht maar een groen schuursponsje en wat detergent doen wonderen.
Rond 15u worden wij in het dorpje gedropt en maken
de winkelstraat onveilig. T-shirts, juweeltjes, honing, landkaarten alles
passeert de revue. Met een lichtere beurs beklimmen wij de heuvel met een schitterend zicht op Olympia en haar zeer karakteristieke vuilnishopen. Terug in het
hotel wagen maar weinigen zich nog in het zwembad na de bibberwedstrijd van
gisteren. De Ouzos en cocktails worden des te gretiger gedronken. Een beetje
puzzelen om de juiste verdieping te vinden en wij schuiven samen met de
Argentijnen aan het buffet aan.
Arty Grand Hotel
Drouva, Olympia, 27065, Griekenland
tel.: +30 2624 026000
Rond 8u nemen we afscheid
van de zee en rijden richting Olympia
waar wij bij het binnengaan al onmiddellijk een optreden mogen bijwonen van
onzen artiest Jan. Wie doet er nu zijn schoenen
uit en verliest die dan uit het oog als er een groep olijke Franse hooligans
langs komt? Resultaat is een zoektocht gevolgd door een klopjacht naar de
schoen die uiteindelijk door de clevere Paula een mijl verder gevonden wordt.
Op de archeologische site steekt Maria onmiddellijk van wal met haar
uitleg maar wat ons eerst opvalt, is dat Marc en Peter vandaag hun roze paarse outfit hebben uitgekozen,
aangepast aan de Judasbomen hier nu in volle bloei staan.
Olympía is gelegen in het westelijk deel van de Peloponnesos. Volgens de
Griekse mythologie zijn er verschillende versies die het ontstaan van deze
spelen verklaren. Gemeenschappelijk hebben zij als kern dat ze georganiseerd
werden ter ere van de goden. Of dit nu was voor Pelops, Zeus of Heracles doet
feitelijk niet ter zake. Het resulteerde in een eeuwenlang voortgezet sportief
spektakel.
Imposante tempels en gebouwen, uitgebreide heiligdommen en het beoefenen
van sporten werden gecombineerd met mystieke schoonheid. Al in de 10e eeuw
v.Chr. functioneerde Olympía als een plaats voor verering van de goden. Het
centrale deel van Olympía wordt gedomineerd door een enorme tempel ter ere van
Zeus, met evenwijdig de tempel van Hera en dit in een idyllisch kader van
bloesemende bomen.
De Olympische Spelen waren in vroeger tijden nauw verbonden met de
religieuze feesten ter ere van Zeus. Ze hadden als doel fysieke krachten op de
proef te stellen en een verbetering van relaties tussen de steden onderling.
Op de laatste dag van de spelen verzamelden de deelnemers zich voor de
tempel ter ere van Zeus, en wachtte men op de aankondiging van de grote winnaar van de gehele spelen.
Niet alleen werd de winnaar bij naam omgeroepen, maar ook de naam van zijn
vader en zijn herkomst werden luid verkondigd. De beloning bestond uit de roem
en natuurlijk de krans, gemaakt van olijftakken die op het hoofd van de winnaar
werd geplaatst. Gedurende de moderne Olympische Spelen van 2004 die in Athene
werden gehouden, kregen alle winnaars ook een dergelijke krans op hun hoofd
gezet.
Bij de eerste spelen werd voor de tempel van Zeus een vuur brandende
gehouden tijdens de spelen. Hier werden 100 ossen verbrand. Nog iedere vier
jaar wordt hier het Olympisch vuur
ontstoken dat brandend vervoerd wordt via een aantal gastlanden en gedragen
door diverse sporters naar het organiserende land wordt gebracht.
Oppergod Zeus werd als de belangrijkste Olympische god beschouwd. Van
oorsprong werd hij vereerd als de god van de weersomstandigheden. Echter
veranderde dit al snel in de god van de vruchtbaarheid, waarbij hij werd
verbeeld als duivel of als boer. Als bezitter droeg hij zorg voor een goede
oogst, als vader voor gezondheid van geliefden. Ons valt de gelijkenis tussen
de massieve kop van Zeus en Jan op: het zouden broers kunnen zijn.
Hera was niet alleen de zus, maar ook de vrouw van Zeus. Ze was een veel
aanbeden godin, maar kende vooral populariteit in de regio van Argos. De
benamingen perfectie en evenwichtigheid zijn beschrijvingen die het best bij
haar karakter passen. Tevens was zij de beschermer van het huwelijk en de
belangrijkste godin.
Van oorsprong werden de spelen tot aan het jaar 684 v.Chr. op één dag
georganiseerd. Daarna werden de spelen verdeeld over drie dagen en later over
vijf. De oude spelen bestonden destijds uit competities in hardlopen,
verspringen, kogelstoten, speerwerpen, boksen, pankration en hippische sporten.
Onze verbeelding slaat op hol als Maria vertelt dat zowel de atleten als
de toeschouwers naakt waren. Als wij bij het 192m lange stadion aankomen, lopen Peter, Martin, Jenny, Frans en
Marie Claire de volle lengte. De tijd van 19sec19 van Usain Bolt wordt
verpulverd en de klok wordt afgedrukt op ..9min18. De overwinnaars krijgen een daverend applaus voor hun puike prestatie en
zij mochten hun kleren aanhouden.
Bij het verlaten van deze indrukwekkende site worden wij door Betty
getrakteerd op een gil en een huppelpasje wanneer zij bijna onder de poten van
twee helse paarden belandt.
Na de lunch trekken wij naar het museum van Olympia waar we weer
ondergedompeld worden in het mythologische verleden van Griekenland. En hier is
het Martin die voor de randanimatie
zorgt. Hij struikelt over een kuithoge aluminium afrastering en bezorgt ons en
de bewaakster bijna een hartaanval door een halfverheven beeldhouwwerk tot op
millimeters te naderen. De bewaakster is bezorgder om zijn mooie kuiten dan om
het kunstwerk aan de muur.
De bus brengt ons naar de top van een berg waar wij terechtkomen in een
5-sterrenhotel met kamers onder niveau nul en een zwembad waarvan de
temperatuur het nulpunt nadert. Een paar ijsberen wagen de sprong en de
cocktails zorgen daarna voor de innerlijke opwarming en de laatsten in de
eetzaal kwamen vonden de hond in de pot en namen genoegen met de restjes.
Arty Grand Hotel Drouva, Olympia, 27065, Griekenland tel.: +30 2624 026000
Na ons tweede ontbijt in Tolo gaan de valiezen weer in de koffer van de bus en
vertrekken wij richting Kalamata.
Na 2 uurtjes bollen en een koffiestop waar bergthee wordt gehamsterd,
stoppen wij voor een bezoek aan MISTRAS een Byzantijnse Ruïnestad die we al van
in de verte op een bergtop zien liggen.
Mistras (=heerseres) is een Byzantijnse
ruïnestad en ligt in de provincie Lakonie, het rijk van de oude Spartanen. Deze streek bestaat uit ruige bergen en rotsachtige, armoedige grond.
Hierdoor is het altijd geïsoleerd gebleven van de rest van het land. Mistras is
gebouwd tegen een rotsachtige flank van het Taigetos gebergte. Het was ooit een
indrukwekkende Byzantijnse stad.
Het kasteel op de top is in de 13e eeuw gebouwd door de Frankische
prins, Guillaume de Villehardouin.
De Franken werden verdreven en dit gebied werd een provincie van het
Grieks-Byzantijnse Rijk. Een groot deel van de Peloponnesos werd vanuit Mistras
bestuurd. Het was het laatste bolwerk van de Byzantijnen tegen de Turken en de
Serviërs. In die tijd woonden er 40.000 mensen. In de 14e eeuw valt het
Byzantijnse rijk en komt Mistras midden 15e eeuw in handen van de Turken. Na
een korte overheersing door de Venetianen vielen opstandige Albanezen de
Peloponnesos binnen. Deze hebben in 1770 Mistras geplunderd en in brand
gestoken.
De bus brengt ons tot wat wij dachten de top van de berg te zijn, maar
. wij hebben het mis. Ons Micheline wijst er ons laconiek op dat wij nog een
stukje zullen moeten stijgen en dat het niet altijd even goed begaanbaar zal
zijn: wij wachten nu nog steeds op ons bewijs dat wij gediplomeerde berggeiten
zijn maar het uitzicht laat ons ons zweet en pijnlijke tenen vergeten. Adembenemend!
Fotos worden genomen, Betty zet zich in fotografiepositie, bloemetjes
worden gedefinieerd en de laatsten zullen ditmaal niet de eersten zijn, want
die moeten eerst adem happen voor zij aan de aftocht beginnen. Beneden wacht
Maria ons op samen met enkele forfait gevenden.
Aan de Agia Sofia vertelt Maria
gepassioneerd over de goden maar ditmaal niet die uit de Oudheid. Zij betovert
ons met verhalen van bijbelse taferelen en wij komen meer te weten over de
orthodoxe godsdienst. Wij kijken verwonderd rond in de Agia Sofia, de hofkerk. Deze
is als kruiskoepelkerk met een voorhal in twee verdiepingen gebouwd in 1350. De
drie koepels bestaan uit concentrisch gemetselde rode bakstenen. We zien er
beschadigde frescos: Maria Boodschap, de dood van Maria, de opstanding van
Jesus, de geboorte van Maria en de biddende Maria
Tussen onze bezoeken aan de drie kerkjes wordt een groepsfoto genomen.
We bezoeken de Metròpolis, de kerk van de aartsbisschop of metropoliet. Wij
zien hier muurschilderingen die het leven van de heiligen uitbeelden, het leven
van Maria en Jesus in Galilea. In de voorruimte is het laatste oordeel,
Christus tussen de verdoemden en de uitverkorenen uitgebeeld. In de vloer ligt een marmeren plaat met de dubbele adelaar. Hier werd in
1449 de laatste Byzantijnse keizer, Constantijn de IX, gekroond.
Verder zien we een hoog tongewelf, een hoge koepel met galerijen, een
oude scheidingswand, versierd met ikonen, tussen priesterkoor en de ruimte voor
de gelovigen. Onder de ikonen zien we votiefplaatjes, met erop afgebeelde
lichaamsdelen waar men genezing voor kwam vragen.
Het Despotenpaleis is een uitgebreid complex in L-vorm dat in
restauratie is.
Iedereen raakt terug aan de voet van de berg sommigen met nog wat adem,
anderen terugdenkend aan hun sportieve prestaties van jaren terug.
Uitgehongerd komen wij in Sparta aan. Micheline vraagt wie er Grieks wil
eten. Betty Hoe? Niks gaan eten?
waarop Micheline, volgens Betty, de groep verdeelt in diegenen die Grieks
gaan eten en diegenen die niks gaan eten. We belanden in een sfeervolle
binnentuin waar we lekker GRIEKS eten met de schildpadjes aan onze voeten. Jan
wou eens horen hoe een schildpad klinkt dus wat doe je? Je gaat erop staan.
Het gedenkteken voor de Olympische overwinnaars wordt door Greta uit het
Grieks vertaald en daarna wordt gecheckt of er aan het standbeeld van
Leonidas geen pralines liggen.
Onze tocht naar Kalamata voert ons door het 2404 meter hoge Taygetosgebergte
en daarmee het hoogste gebergte op de Peloponnesos. Dit is een niet-beschermd
natuurgebied van 12.000 hectare tussen Kalamata en Sparta. De naam Taygetos is
afkomstig van nimf Tayget de dochter van Atlas. Het gebergte heeft vijf toppen
en wordt daarom ook wel Pentadaktylos genoemd (vijf-vingers)
s Morgens inspanningszweet om in Mistras de berg te overwinnen en nu
bibberzweet door de bus die rakelings langs diepe, grillige ravijnen rijdt. Wij
komen veilig aan in Akti Taygetos Hotel in Kalamata waar wij van in onze bungalow een mooi
uitzicht hebben op de zee. Vlug de valiezen binnen en nog even naar de witte
schuimkoppen tegen de rotsen kijken voor wij onze voetjes onder de tafel
schuiven. Wifi laat ons weer in de steek en daardoor kruipen wij wat vlugger
dan gewoonlijk onder de wol. Volgende morgen zal blijken dat er die nacht in
vele slaapkamers veldslagen werden geleverd met de dekens en de
veringvervangende plank wordt zeker niet in dank aanvaard.
Deze morgen mag alles
iets trager want de valiezen hoeven niet mee. We krijgen een lekker ontbijt in
een eetplaatsje naast de lobby; knus dicht bij elkaar maar de zon schijnt al en
we verwachten een mooie dag. Om 9 uur vertrekken we naar Epidaurus via een weg
die door uitgestrekte plantages van sinaasappelbomen en olijfbomen loopt.
In Epidaurus lopen we langs een pad met dennenbomen naar
een klein museum waar maar een paar replica staan. Maria geeft een beetje
uitleg en dan trekken wij naar het imposante amfitheater.
Het theater van
Epidaurus, in de 4de eeuw V.Chr gebouwd door Polykleitos de Jongere, is het
best bewaarde theater van Griekenland en geldt als het mooiste ter wereld. Het
werd pas in de 19e eeuw opgegraven en lag eeuwen verscholen onder de modder. De
akoestiek is fenomenaal dankzij de perfecte afmetingen: de verhouding tussen
hoogte en diameter speelde hierbij een cruciale rol. Het theater is een machtig
grote schelp die versteld doet staan, zeker als je beneden staat, waar vroeger
de toneelspelers stonden.
Er zijn 55 rijen
zitplaatsen: 34 onder het middenpad, verdeeld in 12 sectoren, en 21 erboven,
verdeeld in 22 sectoren. Aan het verschil in vorm van de onderste en bovenste
rijen is duidelijk te zien dat er twee bouwfasen zijn geweest. Er waren eerst
34 rijen zitplaatsen, een eeuw later is dit met 21 rijen uitgebreid. Let wel:
34/21 = 55/34 = 1,61 = het 'magische' getal φ (d.i. de Gulden snede, hetgeen
de algemene indruk van harmonie verklaart).
De geur van de
omringende berglucht werkt bedwelmend. Wij klimmen vijfenvijftig rijen omhoog:
van hieruit lijkt het theater met 14.000 zitplaatsen volledig opgenomen in het
omliggende landschap en dat is van een onnoemlijke schoonheid. De akoestiek is
enorm, als Maria beneden in haar handen klapt, hoor je dat tot hier boven.
Als de toeschouwers de
voorstelling apprecieerden, lieten ze dit blijken door het maken van een geluid
met de tong dus geen applaus voor de vroegere kunstenaars. Wat wel hetzelfde
gebleven is, is de uiting van ontevredenheid: nu werpen wij met rotte tomaten
maar toen wierpen ze met alles wat zij in handen kregen.
Nabij het theater van
Epidaurus bevindt zich het Asklepieion, een antiek Griekse sanatorium met een
van de eerste georganiseerde ziekenhuizen uit de oudheid. Of Asklepios, een
zoon van Apollo en halfgod van de geneeskunst, daadwerkelijk in dit heiligdom
heeft gewerkt is niet zeker. Dit bezoeken wij niet maar Maria (onze gids) heeft
er wel van verteld.
We vertrekken naar
Nafplion, de oorspronkelijke hoofdstad van het huidige Griekenland, waar we na
een uurtje toekomen. Dit sfeervolle havenstadje aan de Golf van Argolis, is
door drie forten omringd. Wij bezoeken het grootste: dit is de
Venetiaans-Turkse Palamidi-vesting, die op een 229 m hoge rots boven de stad
uittorent. Oorspronkelijk waren dit 7 forten maar in de 18e eeuw zijn ze door
een gezamenlijke muur omgeven. De lagere delen van de muren dateren uit de
bronstijd maar het grootste deel dat van de vesting bewaard is gebleven, is in
de 15e eeuw door de Venetianen gebouwd.
De bus parkeert bij de
haven en wij trekken naar de oude stad. Van op de pier hebben we een mooi
uitzicht op het vestingeiland Bourzi. De Venetianen bouwden dit fort in de 15e
eeuw om de haven van Náfplion te verdedigen. Vanaf Bourzi kon de haven
afgesloten worden voor vijandelijke schepen door kettingen naar beide uiteinden
van de pieren te spannen.
Na ons bezoek gaan wij
samen met Lieve en Karel iets eten en daarna slenteren wij door de
winkelstraatjes. De meeste straatjes in de omgeving van het centrale plein zijn
smal en door trappen met elkaar verbonden. Wij verzeilen op het grote mooi
geplaveide Syntagmatos-plein, dat wordt omringd door Venetiaanse huizen.
Daarboven is zowel de Palamidi-vesting als de Akronafplia zichtbaar. Palamidi is van hier
bereikbaar via 869 trappen maar die doen wij . niet.
Onze mannen halen hun
gulle geldbeugel boven en wij zijn weer een sjaaltje rijker.
De bus brengt ons terug
naar Tolo en na een opfrisbeurt en een wandeling, wordt de innerlijke mens weer
gespijsd in typisch Grieks strandrestaurantje.
We
verlaten het drukke Athene, richting Peloponnesos, om naar onze tweede
verblijfplaats Tolo te rijden. Het is een half uurtje bollen vooraleer we op de
autoweg naar Korinthe komen. Een goed aangelegde snelweg, door een landschap
dat ons aan Toscane doet denken en dit waarschijnlijk door de kleur van de
olijfbomen en de donkere cipressen.
Onze
eerste halte is aan het kanaal van Korinthe en wij zijn hier niet alleen want
de aan schoolkinderen ontbreekt het hier niet en de Jappen hebben Griekenland
ook ontdekt. Het is aanschuiven om een foto uit de goede hoek te nemen.
De
stormachtige zuidpunt van de Peloponnesos was in de oudheid een gevreesde kaap.
Daarom werden vrachtschepen liever aan de ene oever van de landengte uitgeladen,
op ossenwagens 6 km over de "diolkos" (een soort primitieve spoorlijn
waarvan nog resten te zien zijn) getrokken en aan de andere kant weer te water
gelaten en ingeladen. Dit intense vrachtverkeer heeft de rijkdom van Korinthe
veroorzaakt, en er werden al vroeg plannen gemaakt voor de aanleg van een
kanaal. Al in de oudheid was men zich bewust van het economische belang van een
snelle doortocht tussen de Egeïsche en de Ionische zee, maar het kwam pas tot
een echte poging om een kanaal te graven onder de Romeinse keizer Νero. De
excentrieke keizer Nero bezat genoeg grootheidswaanzin om in 66 na Chr. de
eerste (gouden!) spade in de grond te steken. Dat ging gepaard met
indrukwekkend ritueel vertoon, waarbij vooral de gunst van Poseidon werd afgesmeekt.
Vervolgens werd er uit alle macht verder gespit door 6000 joodse slaven. Aan de
ene kant vorderde men 2 km, aan de andere kant 1,5 km. Toen Nero in datzelfde
jaar zelfmoord pleegde, kwam daaraan direct een einde. Pas in de negentiende
eeuw werd het plan verwezenlijkt, toen Franse ingenieurs begonnen met de aanleg
van het kanaal in 1881. In 1893 kon het voor het scheepvaartverkeer worden
opengesteld. Sindsdien is de Peloponnesos geen schiereiland meer, maar een echt
eiland. Het lijnrechte kanaal is 6,3 km lang, 23 m breed en zon 8 m diep. De
zes bruggen (vijf voor het autoverkeer, één voor de spoorweg) die de
Peloponnesos met het Europese vasteland verbinden, liggen ongeveer 70 m boven
de waterspiegel. In een tijd waarin enorme containerschepen met gemak weer om
de kaap heen varen, is het kanaal nu in feite overbodig geworden, maar het
wordt nog wel door kleine vrachtschepen en cruises gebruikt.
Onze
tweede stop is Oud Korinthe, de
Akrokórinthos. De Akrokorinthos beheerst de enige verbindingsweg over land met
de Peloponnesos en om die reden hebben sinds de Romeinse tijd alle
opeenvolgende bezetters hem opnieuw versterkt en er hun sporen achtergelaten:
Byzantijnen, Kruisvaarders, Venetianen en Turken.
Op
de site krijgen we in het museumpje uitleg over de voorwerpen (replica) die
daar gevonden werden. De originele zagen wij gisteren in het Archeologisch
museum. Het meest indrukwekkende hier zijn de 7 overblijvende zuilen van de tempel gewijd aan
Apollo.Dit is de oudste Dorische tempel van Griekenland. Hij werd gebouwd rond
550 v.Chr. Dit is het enige overblijfsel van de Griekse stad want alle andere
overblijfselen zijn uit de tijd van de Romeinen.
Op
het hoogste punt van het plateau liggen fundamenten van een antieke
Aphrodite-tempel, waarvan beweerd wordt dat enkele honderden priesteressen (en ook enkele priesters!) zich met
heilige ijver toelegden op de tempelprostitutie, om de inkomsten van hun
heiligdom wat te spekken. Het is onder meer tegen dit soort praktijken dat de
apostel Paulus van leer trekt in zijn Brieven aan de Korinthiërs, al blijft er
wel de vraag waar men in de Oudheid de energie vandaan haalde om, na zulke
fikse klim, nog zijn fysieke steentje bij te dragen aan het onderhoud van de
tempel ...
De
bovenste Peirene-bron die dateert uit ± 200 v.Chr., valt zelfs in tijden van
waterschaarste nooit droog.
De
bus brengt ons naar een uniek restaurantje Homer dat uitgebaat wordt door
twee 80-jaar oude broers en in plaats van een menukaart te leggen, brengen zij
de verschillende gerechten naar buiten en als je daar zin in hebt dan neem je
iets en anders wacht je geduldig op de volgende schotel. Van snelle service
gesproken De zwaluwen vliegen af en
aan boven ons hoofd.
Op
een heuvel in de Peloponnesos liggen de resten van de oudste stad van het Griekse
vasteland. Immers alleen Knossos (de hoofdstad van de minoische beschaving) op
Kreta is ouder. Mycene was de versterkte citadel van koning Agamemnon,
krijgerkoning uit de vertellingen van Homerus. Wij bezoeken hier eerst het enorme koepelgraf.
Er moeten zich enorme logistieke en organisatorische problemen hebben
voorgedaan bij de constructie van zo'n 13 meter hoog bouwwerk. Hoe kregen de
Myceners de 120 ton zware deksteen op het graf? De tombe bestaat uit perfecte
steencirkels, drieëndertig lagen opeen en versmallend tot een sluitsteen. De
akoestiek heeft iets spookachtigs. De vele sieraden die hier en op de akropolis
gevonden werden, zijn in een aparte zaal van het Nationaal Archeologisch Museum
in Athene te bewonderen.
De
citadel van Mycene lag op een zeer strategisch punt, van waaruit de hele vlakte
van Argos kon worden overzien en alle bergpassen tot aan Korinthe werden beheerst. De zware kalkstenen muren (gemaakt van
onregelmatige blokken en hier en daar wel 5 meter dik) werden later wel
'cyclopisch' genoemd, omdat men dacht dat alleen de mythische eenogige reus
Cycloop ze kon hebben gebouwd. De hoofdingang van de stad is de Leeuwenpoort
(gebouwd in circa 1260 v.Chr.). Deze poort wordt zo genoemd omdat boven een
latei van 5 m lang, 90 cm hoog en 2,4 m diep twee grote stenen leeuwen zijn
uitgehakt. In feite zijn het leeuwinnen!!!
Van de
Leeuwenpoort loopt een weg naar het koninklijk paleis. Het paleis bestaat uit
twee gebouwencomplexen, die met elkaar verbonden zijn door gangen waaraan
voorraadkamers liggen. Om het paleis liggen de huizen van minder aanzienlijke
burgers. In deze burcht werden
complotten gesmeed, wraak genomen, haat gekoesterd. Agamemnon werd nadat hij
als overwinnaar uit Troje terugkeerde in bad vermoord door zijn vrouw
Klytaimnestra.
Vandaag werd veel beroep
gedaan op onze verbeelding want ondanks alle mooie beschrijvingen, blijft van
deze verdwenen cultuur niet meer dan een paar rijen stenen over.
Op de weg naar Tolo
houden wij een laatste halte in Agia Triada waar de zoon van de pastoor de
deur van de Koemesiskerk speciaal voor ons komt openen. Zwart geblakerd door de
honderden kaarsen die hier ooit branden, genieten wij even van wat rust in dit
Byzantijnse kerkje. Een Vlaamse priester spendeerde hier een groot deel van
zijn leven aan het vertalen van originele Griekse teksten naar Latijnse. Buiten
worden wij bedwelmd door de geur van de oranjebloesems maar toch haasten wij
ons naar de bus want de zee lonkt.
In Tolo checken wij in hotel
Frini waar de lift zo fantastisch is dat wij onze valiezen naar de tweede
verdieping sleuren naar een mooi verzorgde kamer. Even een wandelingetje door
het knusse vakantieoord, een mojito, een seks on the beach en een pina colade
(met 3 man) achter de kiezen, dan een smakelijke maaltijd in een restaurantje
aan het strand vooraleer in ons bed te kruipen. Wat kan een mens nog meer
wensen!
Om 7u krijg ik een
vriendelijke heer aan de lijn met de boodschap dat wij ons bed uit moeten en na
een lekker ontbijt vertrekt de bus met ons richting Acropolis.
Acropolis betekent
hoogste punt van de stad. Voor de stichting van een Griekse stad koos men
aanvankelijk bij voorkeur een berg die laag genoeg was om vanuit de vlakte
toegankelijk te zijn en hoog genoeg was om goed verdedigd te worden.
De Acropolis is met haar
marmeren tempels gebouwd op een enorme 156 meter hoge kalkstenen rots. Het complex
bestaat uit verschillende gebouwen die allemaal hun eigen functie hebben: de
Propyleeën (de toegang tot de Acropolis), de Nikè-tempel (gewijd aan de godin
Nikè, de godin van de overwinning), het Parthenon (gewijd aan de godin Athena,
de godin van de wijsheid, wetenschappen en kunsten) het Erechtheion met zijn
zes beroemde Kariatiden (marmeren vrouwenbeelden), deze tempel is gewijd aan de
godin Athena en aan Erichthonius. Verder bestaat het nog uit twee oude theaters
en het Acropolis museum. Vanuit de Acropolis heb je een adembenemend uitzicht
over de stad Athene.
Het eerste wat we zien
als we door de kaartcontrole zijn, is het Odeon (theater) van Herodes
Atticus. Dit was een overdekt theater voor muziekuitvoeringen, dat in de 2e
eeuw door Atticus aan de stad Athene werd geschonken, ter nagedachtenis aan
zijn vrouw die op 23 jarige leeftijd gestorven was.
Na een klim komen wij uit
op een trap die naar de Propyleeën leidt. De Propyleeën bestaan uit een
rechthoekig gebouw met rijen Ionische en Dorische zuilen en het had vijf deuren
die toegang gaven tot de Acropolis. Het werd gebouwd in 432 v. Chr.
Het Nikè-tempeltje is het
kleinste tempeltje van de Acropolis, maar ondanks zijn grootte heeft het toch
een grootse uitstraling. Het is net als het Parthenon en de Propyleëen gewijd
aan de godin Athena, maar deze is specifiek geweid aan de godin Athene in de
vorm van de gevleugelde godin van de overwinning, nl. Athene-Nikè. Dit
tempeltje staat bij de ingang van de Acropolis, tegen de Propyleëen aan, en is
gebouwd op een Myceens vestingwerk. Het is een prachtig voorbeeld van de
Griekse bouwkunst en de gehele tempel is in de Ionische stijl gebouwd.
De Parthenon
tempel is het beroemdste gebouw van Griekenland. De tempel werd in 438 v. Chr.
gewijd aan de godin Athena, van wie een 12m hoog beeld in de tempel stond.
Parthenon betekent ook: hal voor de maagd Athena. De tempel is perfect
symmetrisch, waarbij de beeldhouwers optisch bedrog en allerlei foefjes hebben
toegepast om het gebouw zo levendig en sprekend mogelijk te maken. Het
Parthenon wordt al jaren gerestaureerd en staat dus deels in de steigers.
Slechts weinig van de beelden zijn hier bewaard gebleven. Een groot deel
bevindt zich in het Nieuw Akropolismuseum en in het British Museum in Londen.
Naast het Parthenon staat
het Erechtion genoemd naar de held Erechtheus. Deze tempel is gewijd aan
meerdere goden, zoals Gaia, Hefaistos, Athena en Poseidon. Het meest bijzondere
aan de mooie tempel is de portiek aan de zuidkant. De zuilen hier worden
gevormd door zes beelden van maagden, die de Karyatiden worden genoemd. De naam
komt vermoedelijk van de plaats Karyai. Wat hier te zien is, zijn overigens
niet de originelen, want die staan in het museum van de Akropolis.
Naast de tempel groeit
de olijfboom die ooit door de godin Athene aan de stad geschonken zou zijn. De
oude boom is een aantal jaren geleden gestorven en vervangen door een nieuwe.
Van naast het Parthenon
hebben wij een schitterend zicht op het theater van Dionysus, de Agora
met de tempel voor de god van de smeden, de tempel van Zeus.
Van hier vertrekken we
met de metro naar het Syntagmaplein om er de aflossing van de wacht te
bewonderen aan het graf van de onbekende soldaat. De soldaten van de
Nationale Garde in hun befaamde plooirokjes en op hun schoenen met pompons
houden hier de wacht.
Met de metro rijden we
naar het Amoniaplein terwijl we argwanend naar onze medereizigers kijken want
gisteren werd een van onze groep het slachtoffer van een pickpocket.
Vooraleer we het Nationaal
Archeologisch Museum bezoeken,
genieten we nog eventjes van een lekkere frappé op een zonovergoten terras.
Dit museum is een van de fraaiste van de wereld door de unieke
verzameling van Myceens goud en de grote hoeveelheid sculpturen, aardewerk en
sierraden. Wat ons zal bijblijven is het gouden dodenmasker van Agamemnon, het
marmeren beeld van Aphrodite, Eros en Pan (met zijn bokkenlijf), het bronzen
paard met de kleine ruiter uit de Hellenistische periode. en het imposante
bronzen beeld van Poseidon
Onze gids Maria overspoelt ons met verhalen van Goden en Godinnen,
overspel, bedrog en geweld. Zeus moet oververmoeid geweest zijn van al de
vrouwen die hij tevreden moest houden en zijn nazaten zijn ontelbaar.
Onze voeten zijn moe en onze geest vraagt naar ontspanning. De bus dropt
ons aan de Poort van Hadrianus (ook wel Boog van Hadrianus), een monumentale poort van marmer.
Hij vormde de doorgang van het oude Athene naar het nieuwe Athene dat de
Romeinse keizer Hadrianus had laten bouwen.
Te voet trekken we naar de Plaka, het historische hart van Athene. Er staan nog maar een
paar huizen uit de tijd voor de Turkse bezetting, maar het is het deel van de
stad dat het langst ononderbroken bewoond is. Horden toeristen en vele Atheners
komen hierheen voor de talloze tavernes en souvenirwinkeltjes.
Wij genieten van onze eerste souvlaki, moussaka en kebab. Met een
glaasje wijn in de hand is het leven toch plezant.
Enkele souvenirs rijker en met oververhitte voeten bereiken we het
Monastirakiplein waar het getrommel ons weer verwelkomt. Aangekomen in ons
hotel wijst de stappenteller 12579 aan.
Om 20 uur eten we samen en zijn net klaar als een bende Franse pubers de
eetzaal belegert. Op de 12de verdieping genieten we nog even van het
uitzicht op Athene en de verlichte Acropolis.
Hotel Dorian Inn 15-19 Pireos street, 105 52 Athens tel. +30 210 5239782