Om 6u loopt
de wekker af in ons huisje en tegen 6u30 gaan Jean en ik ontbijten. Om iets
voor 7u komt de auto die Jean komt oppikken de parking opgereden, maar hij is
nog niet klaar met zijn ontbijt. Vlug draait hij zijn boterhammen in een servet
want hij kan onderweg verder eten en weg ik hij. Ik breng mijn dag door met het
laatste stukje van de 'Vijftig Tinten Grijs' trilogie aan het zwembad waar het
nu wel heel warm wordt en met nog wat bijpraten met mijn reisgenoten. Om iets na 16u komt Jean in de lounge binnen als iedereen gepakt en
gezakt staat te wachten op transport naar het vliegveld. Hij wordt overvallen:
Heb je de Mantas gezien? Wat heb je nog gezien? Hij is volop aan 't
vertellen als het busje arriveert dat de reisgezellen komt oppikken om hen naar
het vliegveld te brengen. Ik krijg het verhaal in kleuren en geuren. Nadat hij
's morgens bij het hotel vertrokken is, hebben ze nog Japanse meisjes opgepikt
en vandaar reden zij naar het duikcentrum om het materiaal te passen. Met een
speedboot voor 6 duikers ging het full speed naar het eiland .. waar de
duikplaatsen zich bevinden en zelfs als de zee ruwe werd, verminderden zij de
snelheid niet waardoor het boegwater over hun sloeg. Omdat de zee te ruw was
bij Manta Point doken ze eerst in Cristal Bay, gekend voor zijn prachtige
koralen. Jean zijn buddy was Peter, ook een Belg. Hij verblijft 7 maanden per
jaar bij zijn vriendin hier in de buurt. Met een rugrol gingen zij van boord en
daalden in het blauw naar 15m diepte en zaten onmiddellijk tussen scholen
prachtig gekleurde vissen. Op 25m diepte zagen zij een octopus, een murene en
een zwarte haai. Erwin begon plots als een gek teken te doen en ze begonnen te
dalen, op 32m zag Jean de reden van alle opwinding; een enorme vis met meer kop
dan lichaam en straat. Dat beestje was ongeveer een meter lang, later boven
water kwam Jean te weten dat het de Mola-Mola (zonnevis) was. Deze vis leeft
normaal in diepe wateren, maar in augustus en september komt hij hier in de
baai omdat hier veel voedsel aangebracht wordt door een koude stroom. zij
hadden blijkbaar veel geluk want de plaatselijke duikers waren er al een paar
dagen naar op zoek en Jean zijn groep zagen er vandaag twee. Terug aan dek aten
zij hun lunch; de klassieke sandwich en dan vertrokken zij naar Manta Point.
Daar aangekomen werden dadelijk mantas gespot, voor er voor Jean uitzagen als
zwarte vlekken die in het water bewogen. Zij moesten zich haasten om hun
uitrusting aan te trekken en wie klaar was ging het water in om aan de
ankerkoord te verzamelen. Van zodra ze daalden, zwommen zij tussen een achttal
Mantas in, gedurende 45 min en niet dieper dan 10m. Deze beestjes waren niet
schuw en bleven constant tussen de duikers en snorkelaars zwemmen. Buiten deze
majestueuze vissen waren er maar weinig andere vissen in de buurt en kijken
naar de mooie anemonen vulde de korte tijdspannes op. De duikplaats heet daarom
dan ook Manta Point. Jean kan blijven vertellen en hij geniet blijkbaar van
zijn vroeg verjaardagsgeschenk (Het was niet goedkoop!)
Na dit
verhaal duikt Jean de douch in en gaan we eten in het restaurant van het hotel.
Na het eten komt er een mail toe van Erwin, de duikleider, met een tiental
fotos, via een dropbox, op ware grote binnen. We sturen een mail terug met de
vraag of het niet mogelijk is om ons nog wat meer fotos op te sturen. Vannacht
is het de eerste maal dat wij maar met zijn tweeën zijn, want de anderen zijn
al op weg naar Nederland.
Toen we een aantal dagen
gelden met de veerboot van Java naar Bali voeren, had ik het gevoel dat dat het
einde van de vakantie inluidde omdat Bali het laatste eiland is dat we tijdens
deze rondreis zullen aandoen. Vandaag heb ik dat gevoel nog sterker want vandaag
gaan we namelijk naar Sanur, de laatste plaats waar we op Bali zullen
verblijven. Oftewel, de laatste plaats op het laatste eiland. Deze morgen zijn
we vroeg wakker, we pakken onze valiezen en gaan tegen 8u ontbijten. Joke en
Johan zetten zich iets later bij ons aan tafel. Omdat we pas om 11u vertrekken,
gaan wij nog eens de stad in. De meeste winkels openen maar om 10u en dus
wandelen wij tot aan het apenbos:
Monkey Forest. Het bos is bevolkt door meer dan 150 grijze
Balinese langstaart makaken.
Er staat nog geen enkele
auto op de parking, maar er zijn zeker een 50-tal apen aan het spelen op de
parking of de omheining. Ik heb de gelegenheid om mooie fotos te nemen, maar
ik vertrouw die apen niet dus Jean wordt tot bodygard gepromoveerd. Ruzies tussen jonge apen (type
hangjongeren) worden door de oudjes op zeer snelle en kordate manier opgelost.
De rebellerende groep wordt compleet een enkele boom ingejaagd tot alles weer
rustig was. Daarna gaan de oudjes hun eigen weg. De rust in de groep is weer
eventjes terug gekeerd. We zien apen in alle maten: kleine aapjes, die zich nog
niet al te zeker bewegen in de bomen tot oude apen met baarden en snorren. Wij
hebben noch nooit zoveel echt kleine aapjes gezien ..... mooi.
Alles gaat goed, de apen
blijven uit onze buurt tot Jean tegen mijn arm tikt en mij een aap wijst die
net naast ons zit. Het beest heeft blijkbaar geen kwade bedoelingen, maar we reppen
ons toch uit de voeten terug naar het hotel.
Om 11 u stipt staat de
bus voor de deur en het is de laatste keer dat wij met een bus ons verplaatsen naar
onze laatste bestemming in Bali: Sanur.
Sanur, aan de oostkust
van Bali, is een ideale plek om deze reis af te sluiten. Om 12 u komen we in
Puri Kepala cottages toe en krijgen wij
een kamer op het verdiep en zonder veel uitzicht maar wel in de bomen. Het
voelde er vreselijk warm aan. Deze keer gaat Jean bij Obbo reclameren; wij
slapen hier wel 5 nachten. Obbo die een bungalow in de tuin bij het zwembad
heeft, ruilt dadelijk met ons. De kamer is wel wat kleiner maar dat wordt door
de ligging en het uitzicht goed gemaakt. Wifi moeten we hier betalen, maar het is
maar een euro voor een week. Bij het hotel is een open restaurant en lobby en
hier allen kunnen we op internet. Het hotel is goed gelegen want, als we buiten
komen en we gaan 100m naar links komen we in een winkelstraat en 300m naar
rechts komen we op de 'zeedijk'.
Na onze koffer gedropt
te hebben gaan wij naar de zee. Het water staat laag en de zeelijn is zeker
300m van de dijk weg. Het waait hier enorm maar dat is niet storend want de
lauwe wind brengt toch wat verkoeling! Alle bootjes liggen op het droge en om
bij de zee te komen zien we de mensen door laag water en modder ploeteren. We
wandelen langs het strand dat bezaaid staat met tafels en stoelen van restaurants.
Aan de andere zijde van 'de dijk' zijn de restaurants, het ene al luxueuzer dan
het andere en daartussen, in doodlopende straatjes, zijn kraampjes en
winkeltjes gelegen. Omdat het nog een tijdje duurt voor we gaan dineren, kiezen
we een tafel op het strand. Jean besteld een large Bintang en ik een spaghetti
marinara; eten en drinken voor ons twee. Na een half uur wandelen we verder
langs de dijk en eerst verdwijnen de kraampjes uit het beeld en wat later maken
de restaurants plaats voor zeer luxueuze hotels waarvan het Hyat Beach hotel
een flink deel voor zijn rekening neemt. We volgen de kustlijn wel twee uur en als
we willen terug keren komen we uiteindelijk toch aan een zijstraat. Na wat
navragen, blijkt dat ze op de winkelstraat uitkomt, dus om niet langs dezelfde
weg terug te moeten, zullen we deze weg maar uitproberen.
In de winkelstraat is
het zeer druk en het is weer opletten geblazen als we oversteken. Het stinkt
hier erg naar uitlaatgassen. Winkeltjes
kijken, regelmatig de straat oversteken en in sommige winkeltjes spenderen we
al wat meer tijd. We komen voorbij Hardy's, een groot warenhuis waar we
drinken, koekjes en wat fruit kopen.
Stilaan beginnen we op onze adem te trappen, omdat we niet weten hoever
we nog moeten lopen, houden we vol. Gedurende de ganse wandeling zijn we in
vier duikcentra binnen geweest om een duik vast te leggen bij Manta Point, maar
overal het zelfde: de eerste vier dagen zijn volledig volzet, een desillusie
voor Jean. Als we uiteindelijk na 5u
stappen op onze kamer komen, vliegen we de douche in en in plaats van op de
dijk te gaan eten, testen we het restaurant van het hotel uit. Het eten is zeer
lekker en de loopafstand valt hééééél goed mee. Moe en voldaan kruipen we in
ons bed.
Zondag
4 augustus 2013
Sanur
We worden pas
wakker rond 9u en moeten ons al haasten om nog te ontbijten, maar wij zijn niet
de enigen van de groep die zo laat aan het ontbijt zitten. Jean vertelt Willem dat
hij wil gaan duiken, maar dat hij overal te laat komt. Willem kan toch niet mee
met zijn verkoudheid. Als laatste redmiddel spreekt Jean Obbo aan en die zal
zijn contacten eens aanspreken om een oplossing voor zijn duikprobleem te
vinden. We zitten nog altijd met een paar koppels van de groep bij elkaar in de
lounge als Obbo aan Jean komt zeggen dat
hij misschien een oplossing heeft gevonden. Wij gaan met hem tot bij een
verkoper van allerhande activiteiten en Jean legt hem exact uit waar hij wil
gaan duiken. Na een telefoontje met een duikcentrum blijkt er nog een plaats
vrij te zijn op maandag en Jean legt alles onmiddellijk vast. Heel blij kunnen
we het nieuws aan de anderen melden en omdat er niemand iets speciaal gaat
doen, blijven we gewoon bij het zwembad zitten, zwemmen, tateren, lezen en
tussendoor zonnen. Om 19u gaat heel de groep op het strand eten om onze laatste
diner samen gezellig door te brengen. Het wordt een gezellige en late bedoening
want men is al volop alle stoelen en tafels aan het binnenhalen. In het hotel
aangekomen en nadat Obbo zijn laatste instructies voor morgen geven heeft,
neemt Jean afscheid van de groep. Hij wordt morgen al om 7u opgepikt en weet
niet hoe laat hij terug komt en dan duiken wij vlug ons bed in.
Onderweg
stoppen we nog even voor een paar mooie foto's van rijstterrassen. Het uitzicht
dat je hier 's morgens hebt op het kratermeer en Gunung Agung, Bali's hoogste
berg, is fantastisch. We krijgen op het prachtige terras van hotel Lakeview koffie
of thee en wat Balinese zoetigheden. Niets voor mij en iedereen is nog wat
geschrokken doordat Elly door een hond gebeten werd op de parking, maar
gelukkig is het er niet door. Het uitzicht van op dit terras is werkelijk
indrukwekkend. We rijden nog iets verder en daar worden we bij de fietsen afgezet
. Iedereen mag een fiets kiezen die dan wordt afgesteld, fles water in de
drager en daarna begint de fietstocht bergafwaarts. Het pluspunt is dat we een
volgwagen meekrijgen zodat we niets moeten meesleuren buiten ons fototoestel. We
fietsten over kleine wegen en korte stukken over paden tussen de rijstvelden. We
stoppen en staan voor het eerst tussen de boeren die de rijst aan het oogsten
zijn. Het werk is mooi verdeeld en ieder kent zijn taak: een groep snijdt de
rijst af met een sikkel, de andere klopt de rijst uit de halmen op een houten
plaat en de ouderen verwijderen de laatste korrels uit de halmen. Door de
volgende wordt het verdroogde rijstgras van het groene gescheiden, dat wordt in
grote pakken bij elkaar gebonden en de laatste groep draagt de stapel naar huis
om daar later als voer voor de koeien gebruikt te worden. Het verdroogde
rijstgras wordt op het veld achter gelaten om later opgebrand te worden en als
mest verwerkt te worden. Wat een arbeid. IK zegt het nog eens: "Ik kan
nooit geen rijst meer eten zonder aan het geploeter van deze mensjes te denken.
Wat een arbeid!" Wat verder worden we in een woonblok uitgenodigd. Onze
gids vertelt ons hoe een familie hier leeft en woont en wij kunnen een kijkje
nemen in een huis van zo'n plattelandsgezin. Deze mensen maken hier manden uit
bamboe voor eigen gebruik en voor de verkoop, één kamer is helemaal volgestopt
met afgewerkte manden. Achter in de tuin staan twee varkens en een koe, hun
spaarboekje!! Als ze wat geld gespaard hebben, wordt dit niet naar de bank
gebracht, maar er wordt wel een dier mee gekocht. Als ze geld nodig hebben,
wordt dit terug verkocht, maar ondertussen hebben ze er jongen of melk als
intrest van gekregen. Na terug wat fietsen, stoppen wij bij een schrijnwerker
die prachtig uitgewerkte deuren en kaders maakt en we vernemen dat dit beroep net
als de meeste ambachten van vader op zoon wordt doorgeleerd. Bij het eindpunt
van de fietstocht halen we nog een ceremoniële optocht in, maar ik ben iets te
laat om foto's te trekken. Tien man van de groep stapt in de bus en drie
dapperen: Johan, Elly en Jozef leggen nog een laatste stuk bergop af met de
fiets. In een prachtige restaurant, weer op een groot overdekt terras, staat
voor ons een uitgebreid Balinees lunchbuffet te wachten. We genieten van
het lekkere eten en het mooie uitzicht en zijn rond 14u45 terug bij ons hotel.
Zoals op
veel plekken in Bali ligt ook in de straat waar ons hotel aan ligt voor elke
winkel een klein offertje. Of er goden zijn die dat op prijs stellen, blijft
een kwestie van geloof, maar de hond die ik langs al die offertjes zag gaan om
de eetbare delen van elk offertje op te eten, stelde het in ieder geval erg op
prijs dat mensen zoveel lekkernijen op straat leggen.
Na een
lekkere douche trekken wij nog maar eens de stad in, maar nu naar de andere
kant. Juist voor het Apenbos koop ik in
een winkeltje een set armbanden met parelmoer voor geen geld. Bij het park zien
we enkele apen op de daken rondlopen, maar verder is er niets dat laat
vermoeden dat hier zoveel apen zitten. We maken een lange wandeling door de
stad, langs allemaal winkeltjes, maar de geldbeugel blijft dicht. Eindelijk
komen we terug op de hoofdstraat uit en besluiten om ergens iets te gaan eten. Het moet niet altijd laat zijn en dan hebben we nog een rustige
avond op ons terras.
Dicht bij
ons hotel zien we een mooi restaurant waar veel volk zit en waar het nog happy
hour is, 2 aperitieven betalen de derde gratis dus bestellen we twee Mochitos met daarin groene blaadjes fijngestampt.
Heerlijk: ze gaan erin als de duivels in de hel... Daarna eet Jean een mixed vleesgril, ik Scampi's op de gril en na het eten drinkt Jean nog de gratis
Mochito. Zoals gepland, zit ik al met
een koffie en mijn boek op ons terras als de anderen vertrekken om te gaan eten.
Jean heeft nu eens tijd om een stukje van de blog te schrijven.
We vertrekken om 8u om dwars door de
hooglanden van Bali naar Ubud te rijden. Eerst stijgen we van 823 m tot 1400 en
onderweg stoppen we bij een uitzichtpunt
waar we over de rijstvelden die tegen de zeer steile wanden plakken,
uitkijken. Een tweede stop is op de top tussen de twee meren Tamblingan en
Buyan die ontstaan zijn in uitgedoofde vulkanen. Op de parking staan er de
vertrouwde souvenir stalletjes en een
kerel die allerlei dieren (slang, leguaan, ..) bij zich heeft om tegen betaling
te laten fotograferen. Als goede Belg luk ik er natuurlijk in om van achter een
boom stiekem een paar fotos van de varaan te nemen. Via de baan die op de
kraterwand is aangelegd, hebben we aan de rechter kant uitzicht op het meer en
aan de linker kant op de uitgestrekte rijstvelden.
Bij het Bratanmeer stoppen we voor een bezoek aan de Hindoe tempelcomplex
Ulun Danu Bratan tempel die in
restauratie is, maar waar het toch nog mooi genoeg is een beetje rond te lopen. De tempel is gewijd aan de godin Dewi
Danu, de godin van het water, meren en rivieren. Dit meer speelt een
belangrijke rol in de irrigatie van de omgeving. Het complex werd in 1633 gebouwd. Het
is verdeeld over verschillende eilandjes. De Meru, met elf daken is gewijd aan
Shiva en zijn gemalin Parvati. Ook Boeddha (als reïncarnatie van Vishnoe) heeft
een plaats in de hindoeïstische godentempel. Het Bratan-meer staat bekend als het
"heilige bergmeer", de omgeving is zeer vruchtbaar. Het ligt op 1200
meter hoogte en het klimaat is daardoor koel.
Sommige beelden hier doen ons aan de
Efteling denken, maar de sfeer is hier magisch. Dit is het plaatje van Bali dat
heel de wereld kent!
Om 12u30 komen we bij Sagitarius Inn in Monkey Forest Street aan. Wij
slapen in de drukste straat van Ubud met veel restaurantjes en winkeltjes. Door
een steegje tussen een restaurant en een winkeltje, komen we achteraan bij een
langgerekt maar smal 'resort', met zwembad, open ontbijtzaal en een nieuw
gedeelte met enkele appartementsgebouwen. In het eerste deel van de tuin staan
drie dubbele cottages waarin wij nummer 4 krijgen. Prachtig, ruim, vernieuwd en
voorzien van een badkamer met rain shower en ligbad. We hebben een grote fan
aan het plafond en er is ook airco, maar om die te gebruiken moet er bijbetaald
worden. Na de inspectie van de kamer brengen wij
onze valiezen weer wat op orde. Mijn valies is nog altijd maar half vol en bij het verhuizen schuift de inhoud altijd
door elkaar.
De naam Ubud
stamt af van het Balinese woord ubad (medicijn), een kruid met helende
eigenschappen die langs de nabijgelegen rivier Oos groeit. Eigenlijk is de stad
een verzameling van kleine dorpjes en Ubud heeft dat dorpsgevoel ondanks de
ruim 60.000 inwoners nog steeds weten te behouden.
Vandaag
staat er niets op het programma en het apenbos is ons afgeraden dus gaan wij
schopperen; wij logeren immers in DE winkelstraat en wat verder in de straat
bevindt zich ook nog een markt. Mijn valies moet toch eens gevuld geraken! We
lopen van het ene naar het andere winkeltje en ik zie mooie dingen, maar als ik
de prijzen ga vergelijken, kennen de winkeliers goed de koopkracht van de
toeristen. Alles is hier maar iets goedkoper dan bij ons in België, maar je kan
hier op veel plaatsen afdingen hoewel dat in de mooiere winkels veelal niet
lukt. Op onze wandeling worden we door een verkoper aangesproken om een in hout
uitgewerkt kistje met 6 rijststokjes te kopen. Het lijkt ons wel een leuk
cadeau voor de jongens, maar de prijs valt niet mee. Omdat ik er 3 wil kopen,
doet hij iets van de prijs wat ons nog altijd te veel is. Wij doen een voorstel
van minder dan de helft, maar na veel gepingel lukt dit niet. Jean is het beu
en vertrekt maar onze verkoper volgt ons en blijft zakken met de prijs. We
blijven zijn bod afwijzen en hij blijft maar volgen en zakken tot we ze
uiteindelijk krijgen voor de prijs die wij oorspronkelijk wilden geven.
We komen bij
een (hyper)markt maar veel voeding is hier niet te vinden maar wel allerlei
snuisterijen voor de toeristen en aan schappelijke prijzen. Ij komen nog niets
want strak moeten we hier toch terug langs komen. Bij het buiten komen voelen
we enkele druppels. Wat verder komen we bij de markt die Obbo ons aangeraden
heeft. Het is verzameling winkeltjes in
2 hoge huizen aan weerszijden van de staat en zeker over een lengte van 200m;
dus we weten wat doen. Zoals op alle markten horen wij bij elke stap die we
zetten: look in my shop, good price, .. om gek van te worden. We krijgen in
het oog dat het ondertussen aan het gieten is dus blijven we hier nog wat
rondhangen, uiteindelijk hebben we hier ook weer wat cadeautjes (lapjes zoals
Lennie zegt) gekocht en alles verdwijnt in de rugzak. Als die mensen pakjes
zien, betekent dat kopers en laten ze je helemaal niet meer met rust. Het is nu wel gestopt met regenen , maar we
kunnen hier nog niet zonder natte voeten weg want de straten zijn in rivieren
veranderd. Wij zoeken een doorwaadbare
plaats waar we zonder natte voeten kunnen oversteken. Op de voetpaden in de
hoofdstraat kunnen we gewoon doorstappen naar het hotel. Op de terugweg gaan we
in het grote magazijn nog onderleggers en zeepjes kopen. Het gewicht van mijn
valies gaat plots met 4kg omhoog!!
Als we
terug lopen naar het hotel valt het ons op dat veel taxichauffeurs hier hun
diensten aanprijzen door een bord met daarop het woord 'Taxi' omhoog te houden.
Een taxichauffeur heeft door dat je als ondernemer op een positieve manier op
moet vallen. Hij houdt daarom een bord omhoog waar op staat: Sexy taxi Sexy driver Sexy prices
Om 19u
vertrekt de hele groep onder leiding van Obbo naar een restaurant waar we
gezellig buiten onder een afdak zitten en van lekker eten genieten. Stilaan
begint iedereen in de groep op Europees voedsel over te schakelen; Indonesische is wel lekker, maar altijd
rijst? Om 22u30 vertrekken we naar het hotel en slapen in de koelte van een
van, maar er blijken 3 lampen stuk te zijn!
Om 5u30 wekt de wekker ons want om 6u
worden wij op het strand verwacht om naar de dolfijnen te gaan kijken. Benny
ligt al met zijn bootje te wachten en gelukkig is er geen golfslag en kunnen we
gemakkelijk aan boord gaan. Wij hebben een snelle, moderne motor en varen naar een plek in volle zee, waar de
schippers elkaar seinen of en waar de dolfijnen te zien zijn. Tijdens de
zoektocht genieten wij van een prachtige zonsopkomst en plots is de jacht op de
dolfijnen geopend. De hele vloot, wem 40 bootjes, probeert zo snel mogelijk bij
de dolfijnen te komen. Wij varen er
dicht bij en zien de dolfijnen steeds een paar ogenblikken als ze na een paar minuten
weer opduiken. Het is mooi schouwspel om de schippers de zee te
zien afspeuren en van zodra er een bootje vertrekt, schiet de hele vloot in
dezelfde richten in de hoop de beste plaats te hebben Na een uurtje houdt onze schipper het voor
gezien en brengt ons volle gas richting strand. De schrik slaat mij om het hart
als de motor stil valt maar gelukkig is het probleem snel opgelost: een stuk
plastic is rond de schroef gedraaid. Terug aan de kant worden we door Ellen, Willen
en Lennie op het strand opgewacht, want zij zijn iets voor ons toegekomen. Voor
we naar de kamer gaan douchen en inpakken, ontbijten wij in het restaurant
Om 10u worden we door een bus opgewacht
en vertrekken we naar Munduk. Onderweg stoppen wij nog om te genieten van
magisch, mooie rijstvelden aangelegd in terrassen tegen de heuvels en wij
hebben eens geluk: de zon schijnt. Rond
12u30 komen we in Munduk aan in de Puri
Lumbung Cottages vanwaar de
oceaan en de kust van Java nog kunnen zien. Wij worden hier opgewacht door
bedienden die ons een bloemenkrans rond de hals hangen. De cottages zijn ontstaan
door renovatie van originele Balinese lumbung (rijstschuren). De huisjes hebben
een slaapkamer met een aangrenzend balkon en een mooie badkamer. Airco is niet
nodig vanwege de koele berglucht want het kan 's nachts juist koud zijn. De
huisjes liggen midden in weelderige, tropische tuinen en vijvers. Sommige
kamers hebben uitzicht over de groene rijstvelden, de vallei of op de
omliggende vulkanische bergtoppen. Wij kijken van op ons terras uit over de
baai tot Java. Prachtig!
Door onze zoektocht door het domein
zijn we wat later bij de lunch, maar gelukkig is de bediening vlot en kunnen we
op tijd vertrekken voor de geplande wandeling onder leiding van een lokale
gids. Aan het onthaal staat een busje te wachten dat ons naar de overkant van
de vallei zal brengen tot bij een enorme Wayang three. Deze boom is een
parasiet; hij wikkelt zich rond een andere boom en maakt luchtwortels die tot
de grond rijken en die dan zelf een boom vormen , en dan begint het proces
opnieuw. Deze enorme, oude boom (+/- 800j) zijn bovengrondse wortels zijn zo
enorm dat je er tussen door kan dwalen als in een doolhof. Vanaf dit punt
vertrekt onze wandeling naar de overkant van vallei. Het is een prachtige wandeling,
wel dalen en klimmen, soms over lastige paden maar ze is prima te doen nu de
grond droog is. We lopen langs kruidnagelplukkers die met hun ladder van één bamboestaak zo'n meter
of 6 de boom in gaan en daar een hele zak vol kruidnagels plukken. We passeren bloeiende
koffiestruiken waarvan de bloemen
heerlijk ruiken, maar niet naar koffie, eerder naar jasmijn. Men teelt hier
zowel Robusta als Arabica. Een kopje koffie zal in t vervolg anders proeven nu
ik weet hoeveel noeste arbeid hiermee gepaard gaat. Wij wandelen langs prachtige rijstvelden op aangelegde
terrassen in de steile berghelling. Op het einde van de wandeling doen we nog
een steile klim over een beton wegje naar de hoofdweg en dan terug naar het resort
waar we om 17u45 aankomen. Wij druipen allemaal van het zweet maar zijn blij
dat we deze mooie wandeling konden doen. Terug in Puri Lumbung Cottages haasten
wij ons naar de Sunset Bar, halverwege het resort aan de rand van de
rijstvelden, om de ondergaande zon boven de baai te fotograferen. Mooi .
's Avonds eten we met zijn allen in de
tuin van het restaurant en daarna volgt Jean, in de 'Victoria Hall' een
uitvoering van Balinese dansen, door de kinderen uit het dorp, die hier
driemaal per week voor repeteren. Ik ben na het eten doodmoe, naar mijn bed
vertrokken.
Overnachting: Puri Lumbung
Cottages - Munduk
- Bali
Na het
ontbijt worden onze 4 waterratten om 8u voor het hotel door een busje opgepikt
en bij de duikschool afgezet. Willem en Jean hebben al vlug hun uitrusting
gepast maar ze moeten nog wachten op twee meisjes die samen met hen gaan
duiken. Zij vertrekken pas om 9u met een busje en alle duikmateriaal voor een
twee uur durende rit naar Tulamben waar het wrak voor de kust ligt. Alle
duikmateriaal wordt voor de duikers door dragers naar het keienstrand gebracht.
De duik gebeurt vanaf het strand want de Liberty bevindt zich maar op 50 m van
de kustlijn. Elkaar ondersteunend sukkelen Willem en Jean de zee in, maar na
een tiental minuten moet Jean zijn duik afbreken en sukkelt alleen terug op het
strand. Na de lunch en een rustpauze beginnen zij aan hun tweede duik. Met een
klein hartje gaat Jean de zee in, maar deze keer lukt hij erin om onder te
kunnen blijven waar hij kan genieten van de prachtig gekleurde vissen, anemonen
en zelfs van een halfwas zeeschildpad. Hij vindt het enig om eens rond, tussen
en in een wrak op 20m te zwemmen en dit bij een zicht als in een zwembad. Voor
hem is het de eerste keer dat hij op een wrak duikt en dan nog in deze
omstandigheden: zonder duiklamp en met zicht op het hele schip. Meestal
bevinden de wrakken zich op +/- 50 m diepte en is het zicht beperkt tot de
lichtvlek van je duiklamp. Rond 16u30 komen zij in het hotel toe, moe maar
gelukkig. Ik heb de voormiddag al schrijvend doorgebracht aan het zwembad en na
de middag trek ik met Lennie naar het stadje om nog wat winkeltjes te kijken,
maar mijn portemonnee blijft dicht. Wij komen bijna gelijktijdig terug aan het
hotel toe.
Aan de
achterkant van het hotel, direct achter het zwembad, tref je op het strand
diverse verkopers aan van T-shirts, souvenirs en ook masseuses en
nagelverzorgsters. De rest van de namiddag brengen we door bij het zwembad. Een
luxe omgeving, met zwemmersbar en handdoekenservice. We besluiten om mee op
dolfijnenexcursie te gaan en bespreken daarvoor op het strand, bij Benny, een
plek voor 6 personen in twee traditionele Balinese boten met een capaciteit van
4 personen. Smalle lange bootjes met twee bamboe drijvers ernaast en meestal
een primitieve, luidruchtige buitenboord motor.
Om 19u
worden we door een busje opgepikt om in een andere resort samen van een
Balinese rijsttafel te genieten op het strand. Op een lange tafel staan de
rijst, bak Mie en een achttal gerechten met een voor ons onuitspreekbare naam,
die op Balinese manier klaar gemaakt zijn.
Wij nemen ons bord en gaan aan tafel. Negen zitten op dekens op de grond
aan lage tafels en Sake, Els, Jean en ik krijgen een stoel en een gewone tafel
omdat wij dat gevraagd hadden. Jean en ik vinden het eten heel lekker, heel
licht gekruid en heel speciaal van smaak. Na het eten wordt er een kampvuur
aangestoken men veel olie. Als het vuur eindelijk goed brand, worden er
Balinese en Westerse liedjes gezongen: bekende
melodieën maar onverstaanbaar of Balinese liedjes. Om 22u30 worden we opgepikt
en naar ons hotel gebracht. Voor we in bed kruipen nog vlug een douche, de
vierde van de dag en de enige mogelijkheid om het zwarte zand de baas te
kunnen.
We vertrekken
om 11u met de bus naar de haven van Ketapang. Wij kregen eerst een schitterend
ontbijt en een open restaurant vlak aan de zee: adembenemend.
Per veerboot
maken we de overtocht naar het laatste eiland van onze reis; Bali.
Terwijl de
rest van Indonesië vooral de islam aanhangt, is op Bali het hindoeïsme bewaard
gebleven. Bali wordt ook wel het eiland van de 10.000 tempels genoemd. Elke
boerderij of woning heeft een kleine of grote familie- of huistempel, Sanggah
genoemd. Deze tempel, die altijd zo dicht mogelijk bij de bergen is gebouwd,
bestaat uit vier heiligdommen, waarvan de Sanggah Kemulan als plaats van de
voorouderverering het belangrijkste is.
Elk dorp
bezit doorgaans drie tempels, die georiënteerd zijn langs de as van de zee naar
de bergen. De Pura Dalem (buitentempel) ligt buiten het dorp aan de kant van de
zee, in de buurt van de crematieplaats en hierdoor komt de verbinding tot stand
met de wezens van de onderwereld. In de centrale Pura Desa (desa= dorp), de
dorpstempel, worden de religieuze ceremonies voltrokken. Bovendien dient hij
als plaats voor samenkomsten. De Pura Puseh, de oorsprongstempel (puseh=
navel), is gewijd aan de voorouders van het dorp en vormt het rituele
middelpunt. Met zijn ligging binnen de dorpsgrenzen, aan de kant van de bergen,
dient de Pura Puseh voor het contact met de goddelijke machten van de
bovenwereld.
Om het
contact met de goden en voorouders te behouden, offeren de Balinezen drie keer
per dag, één keer om 06 uur s ochtends, één keer om 13 uur s middags en nog
één keer om 18 uur s avonds. In een klein mandje van gevlochten
bananenbladeren offeren zij iets om te eten (meestal gekookte rijst en een
stukje fruit), iets om blij van te worden (bloemen, meestal een Afrikaantje
of blauwe hortensia) en iets om te snoepen (een snoepje).
De tempels
zijn voor de Balinezen geen algemene gebedsplaatsen en meestal worden ze
gebruikt en onderhouden door een bepaalde groep gelovigen. Een uitzondering
hierop zijn de negen staats- of nationale tempels, die overal op Bali worden
vereerd. Als heiligste tempel op het eiland geldt de Moedertempel, de Pura
Besakih, op de helling van de berg Gunung Agung.
Een kenmerk
van alle Balinese tempels is de Meru´s: op pagodes lijkende houten bouwsels op
een natuurstenen sokkel, met een verschillend aantal trapsgewijs geplaatste
daken die met palmbladeren bedekt zijn. Ze symboliseren de wereldberg Meru, de
zetel der Goden. Uit het aantal daken (een oneven aantal variërend van drie tot
elf) valt op te maken welke rang de betreffende god in het Balinese pantheon
heeft. Hoe hoger het aantal, hoe belangrijker de god aan wie de Meru is gewijd.
Elf daken komen alleen toe aan Shiva, die op Bali een bijzondere verering
geniet.
Om 11u30 vaart de veerboot weg en
stevent vlot af op de overkant ook al maakt hij een rare bocht in de stroming,
maar na een klein half uur liggen we een kwartier stil omdat er geen plaats is
om aan te meren en uiteindelijk rijden we om 14u, inclusief een uur extra
tijdverschil, van de boot. Op de boot praten we met Belgen die met Koning Aap
op stap zijn en zij hebben wel de Ijen vulkaan, die volgens Obbo nog gesloten
is, bezocht. Rond 15u30 komen we in ons
hotel Aneka villas aan. Hier liggen alle kamers langs een laan die de
receptie met het restaurant, zwembad en het strand verbindt. Het zijn mooie,
ruime kamers voorzien van airco, een prachtige badkamer en een privé terras.
Als onze kamer verkend is, vertrekken Jean en ik langs het zwarte strand (lava
zand) dat vol ligt met de typische Balinese boten, naar het centrum van dorpje.
Het is een mooie wandeling hoewel we langs armoedige huisjes, vuilhopen lopen
en een paar keer de open riolering naar zee kruisen. We nemen een winkelstraat die
van het strand naar het centrum loopt en verder komen we niet want op het einde
van de straat sukkel ik een winkeltje binnen. Het zoeken en passen van een
broek en een blouse nemen de resterende tijd in beslag, want om 19u is het
groepsvergadering in de bar, maar ik vind toch nog de tijd om iets voor ons Fientje
te kopen. In de bar wordt afgesproken dat Ellen en Maire gaan snorkelen en Jean
en Willem gaan duiken naar het wrak van de Liberty. Zij zullen morgen om 8u
opgepikt worden bij de receptie. Na de vergadering vertrekken we samen met Elly
en Jozef langs het stand om iets te gaan eten in het dorp. Gelukkig hebben we
onze lampen bij en is het gemakkelijker om hier te stappen want ondertussen is
het pikdonker. In dit restaurantje eet ik, voor het eerst deze reis, gegrilde
zeevis en het is lekker!!! Overmorgen vertrekken we weer voor 3 dagen naar het
binnenland en ik hoop dat we in Sanur, aan de kust terug lekkere vis kunnen
eten. Als we terug op onze kamer komen, nemen wij nog een douche en het water dat
wegloopt is zwart en dan vlug bed in.
We vertrekken om 7u per jeep, na een schamel ontbijt uit ons
onderkomen in Sukamade en volgen dezelfde route terug maar deze keer wordt er
niet meer gewandeld behalve het stukje vanaf het dorp langs het strand naar de
jeeps. Bij het verlaten van het Nationaal
Park Meru Betiri rijden we vlot door tot we om 10u45 in onze vertrouwde
bus overstappen. Zo'n 60 kilometer verder, stoppen we bij het hotel waar de
rest van de groep de nacht heeft doorgebracht. De anderen zijn nog niet terug
van het snorkelen en daarom moeten we, zonder hulp van Obbo, ons plan trekken.
De kamers blijken nog niet gepoetst te zijn dus eten we een sandwich en na de
lunch zijn er 3 kamers gepoetst, maar Jean en ik moeten nog tot 13u30 wachten. Wij
wandelen even tot aan het strand en zien voor t eerst in ons leven een zwart
lavastrand: niet echt aantrekkelijk om op te zitten en het maakt je voeten ook
echt zwart.
Het is een mooi hotel, gratis wifi maar
enkel in het restaurant en bij het zwembad, een prima zwembad en de cottages
liggen in een prachtige tuin. Elk huisje heeft een ruime kamer met prima
airco, die helaas uitgaat als je de sleutel naar buiten meeneemt. Een prachtig
lichte en ruime badkamer met goede douche en dit in een ruimte buiten maar wel
overdekt. Voor de deur een kleine veranda met twee stoelen en een tafeltje.
De rest van de groep komt rond 17u in
het hotel aan en we spreken af om 19u in het grote, halfopen restaurant, waar
een tafel voor de groep gereserveerd is. Nadat Obbo het eindelijk toch
uitgelegd heeft dat we afzonderlijke rekeningen willen en de bestelling
opgenomen is, begint, juist naast ons, een dame te zingen onder begeleiding van
een elektronisch orgel. In het begin valt het nog wel mee, maar na een half uur
is iedereen het beu want je kan enkel met je naaste buren een gesprek voeren. Het
eten wordt slechts met mondjes maat naar de tafel gebracht en de laatste krijgt
haar bord pas twee uur later, maar heel die tijd is het bandje blijven
doorspelen, om gek te worden!!! Maar wij hebben wel gelachen. Obbo brengt toch goed nieuw door te zeggen
dat wij de volgende morgen pas om 11u moeten vertrekken. We slapen eerlijk in
een frisse kamer.
Overnachting: Hotel
Ketapang Indah - Ketapang (Java)
Zaterdag 27 juli 2013 Sukamade - op zoek naar zeeschildpadden
Zaterdag
27 juli 2013 Sukamade - op zoek naar zeeschildpadden
Vandaag rijden
we naar het Meru Betiri Park dat 58.000 hectare groot is en zo genoemd
naar de hoogste berg in het park, de Gunung Betiri (1223m). Dit park heeft één van de laatste uitgebreide
laagland-regenwouden van Java en ook mangrovebossen, moerassen en stranden. We
vertrekken om 8u aan het hotel met twee jeeps, drie personen per jeep en één
rugzak, de rest van onze bagage vertrekt met de bus. De zes anderen, die deze
excursie niet mee doen, gaan snorkelen terwijl wij op schildpaddenjacht gaan! Het
eerste deel van de rit gaat over geasfalteerde baantjes waarop onze chauffeur
rijdt alsof de duivel hem op de hielen zit. We rijden door een 33 km2, rubber-,
koffie- en cacoa- en palmbomenplantage, die eigendom is van de staat, naar
Sukamade . Wij stoppen bij een fabriekje waar ze palmsuiker maken door het in
de palmbomen opgevangen sap te koken in ijzeren schalen boven ovens boven een
houtvuur. Uiteindelijk worden cilindervormige stukken bruine verkregen. De
fabriek wordt door een aantal families, waarvan de kinderen ook vrolijk rond de
houtvuren spelen zonder enig gevaar te zien, draaiend gehouden. Per familie
krijgen ze 45 à 50 bomen toegewezen en zo verdienen man en vrouw samen +/- 45
per dag waarvan ze 10% aan de staat moeten betalen. Hiervan moeten ze zelf ook
hun hout aankopen, maar al bij al krijgen ze een redelijk loon voor hun harde
labeur. Wij rijden verder en stoppen om half twaalf aan in de buurt van een
klein vissersdorp aan de baai van Rajekwesi, waar we na een stuk over het
strand gelopen te hebben een picknick-lunch krijgen, met de bekende koude nasi,
kippenpoot en gekookt ei. Bah! Er is niet eens een deftige plek om gewoon fatsoenlijk te zitten, buiten
de banken van een drankkraampje... en niemand durft hier zelfs van de sanitaire
voorzieningen gebruik te maken. Pa en ma zitten met een stok de kippen bij ons
weg te jagen en het lijkt wel of we bovenop een afvalberg aan t eten zijn. Wij
hadden liever onze lunch box op onze schoot genomen en op het strand gaan
zitten!!
Om 13u rijden wij verder op een heeeel
slechte, stijgende weg in de jungle. Wij worden in the middle of nowhere gedropt om twee uurtjes te voet over
dat pad te trekken en ondertussen van de natuur te genieten. Onderweg vliegt er
enkele keren een Toekan over ons heen een echt indrukwekkend geluid dat je van
ver hoort dichterbij komen. Hier en daar
hebben we een doorkijk naar de zee en uiteindelijk lukken wij er toch in om een
Toekan te fotograferen. De zwarte makaken met hun enorme staarten lachen ons
van ver uit en zwieren vrolijk van de ene boom naar de andere. Zij hebben er
echt plezier in. De jeeps wachten ons op bij een wachtpost en wij rijden nog
een kleine 10 km waarbij we drie maal een rivier moeten doorwaden met de jeep. Iedereen
haalt met droge voeten de overkant! Daar zijn het bijna onberijdbare wegen tot
in het dorpje waar we logeren. We zijn er al om drie uur en krijgen eerst een
rondleiding door een fabriek die door de Nederlanders in 1970 is opgericht. Op
een primitieve manier wordt hier de eerste en tweede kwaliteit latex gewassen
en tot platen verwerkt. De eerste kwaliteit is wit en wordt voor vooral voor
het maken van autobanden gebruikt, de tweede kwaliteit bevat veel
verontreinigingen door takjes en aarde e.d. en wordt vooral gebruikt voor zolen
van sandalen. Buiten was ook nog een onduidelijke activiteit met kokosnoten en
verder wordt er ook koffie en cacao verwerkt. De fabriek en het terrein maakten
een erg verwaarloosde indruk. Direct naast het terrein is de vroegere mess, nu
een zeer eenvoudig hotel. In het Nationaal park zijn slechts twee dorpjes,
die langzaam verdwijnen. De concessie van de onderneming wordt door de regering
niet verlengd omdat men wil dat het weer een volledig natuurpark wordt. Dit
heeft tot gevolg dat de onderneming jaarlijks kleiner wordt en er steeds meer
mensen wegtrekken. In het dorp is alleen elektriciteit van de onderneming en de
generator gaat om 22u uit en pas om 6u weer aan. De op de plantage Sukamade
gelegen Mess (Wisma) Perkebunan Sukamade is vrijwel de enige mogelijkheid tot
overnachting in de wijde omgeving en heeft zeer eenvoudige en nogal spartaans
ingerichte kamers met de traditionele Indonesische badkamer, met schepteiltje
koud water. De verlichting is al gemoderniseerd: na het wegvallen van de
generatorstroom gaan automatisch de LEDs op zonne-energie aan. Eén (kaal)
vertrek is ingericht als eetzaal. Wij blijven op de veranda voor onze kamers
wat drinken (dat kon je wel krijgen!), in afwachting van het eten en de
avondexcursie. Na het eten rijden wij
met de jeeps in een half uurtje naar Pantai Penyu strand. Daar krijgen we
in het gebouw van de rangers tekst en uitleg en we zien de 'kraamkamer' en
'opgroeibad' van de kleine schildpadjes. We krijgen er zelfs een paar in onze
handen. Die beestjes hebben hele sterke pootjes en ze spartelen om terug in hun
waterbakje te belanden. Het laatste stuk, een pad van enkele honderden meters
door het bos, moeten in het pikkedonker te voet worden afgelegd. Het is hier
aardedonker en muisstil..... maar als wij op het strand zelf komen zien wij een
prachtige sterrenhemel: geen sprake van lichtvervuiling.
Wij wachten geduldig en genieten terwijl de gids op zoek gaat naar verse sporen.
Hij vindt ze en geeft een signaal dat wij naar het nest mogen komen. Op dit
strand komen regelmatig zeeschildpadden hun eieren leggen en vooral tijdens het
graven van hun hol mogen de schildpadden niet gestoord worden en moeten alle
lampjes uit en moet het stil zijn! Pas als ze bezig zijn met eieren leggen kunnen
wij een kijkje nemen.
De leatherback turtles die hier
voorkomen kunnen wel 1,5 meter in doorsnee worden. De schildpadden die hier
eieren komen leggen variëren van 150 tot 350 kg en leggen gemiddeld 100 - 150
eieren. De dieren zijn zon 2 uur op het strand om het nest te graven, eieren
te leggen en het nest weer dicht te gooien. Na 55 56 dagen komen dan de
eieren uit. Omdat er veel stropers zijn, wordt het nest gemarkeerd en direct,
maar anders de volgende dag, worden de eieren uitgegraven en naar het
opvangcentrum gebracht in emmers om daar uit te komen. Hier laat men de jonge
diertjes enkele dagen aansterken (tot het schild hard begint te worden) Het
gevolg hiervan is dat 95 % de eerste 10 dagen overleeft terwijl dat percentage
normaal slechts op 10 % ligt. Het is een magisch moment om onze schildpad 151
eitjes te zien leggen en daarna haar eitjes te zien begraven en dan een vals
spoor aan te leggen om haar natuurlijke vijanden te misleiden. Zij lijkt totaal
uitgeput als zij na bijna 90 min labeur terug naar de zee trekt. Zij heeft
echter niet op de rangers gerekend die zelfs niet wachten tot zij in zee
verdwenen is om haar 152 eitjes opte graven en ten toon te spreiden voor ons
toeristen. Weinig respectvol mogen wij er zelfs eentje in ons hand houden, maar
wij troosten ons met de gedachte dat er door de menselijke tussenkomt in dit
natuurfenomeen toch meer zullen overleven.
Als de schildpad in zee is verdwenen, wordt het signaal gegeven om terug
te keren naar de jeeps en daarna naar onze slaapplaats. De rit in het donker
door de jungle is om nooit meer te vergeten. Als wij aan ons bed geraken, zijn
ze ons wel vergeten te zeggen dat wij maar 10 min meer elektriciteit krijgen
dus . Tasten en zoeken naar onze lampjes en dan vlug bed in zonder veel na te
denken over wat hier allemaal niet rond zou kunnen kruipen
Vandaag is het ontbijten om 8u
want om 9u vertrekken we met de bus naar Kalibaru om daar een plaatselijke
school te bezoeken. Joke, Ellen en Sake geven een korte voorstelling van de seizoenen
in Nederland. Verwonderlijk kennen de kinderen de sneeuwman maar geen schaatsen
en het verkleuren van de bladeren gebeurt in Indonesië ook. Sake is verwonderd
dat ze de tafel van drie zo vlot kennen. De lesstukjes worden in het Nederlands
gegeven en Obbo vertaalt. Hierna brengen we een bezoek aan de overdekte markt
in het dorp. Rond 13u vertrekken we voor een rondleiding op de boerderij rond
het moederhotel Margo Utomo. Ze zijn daar grotendeels zelfverzorgend door een
aantal koeien waarvan de melk tot zuivelproducten wordt verwerkt. Verder wordt
er ook vanille verbouwd, zwarte en witte peper, cacao, papajas en koffie. De gids beantwoord geduldig
alle vragen van iedereen. Hij laat ons veel vruchten zien en proeven. Na de
rondleiding vertrekken we naar ons hotel voor wat luieren bij het zwembad. Om 16u
worden we weer door een gids opgewacht voor een wandeling door de rijstvelden
in de buurt. We lopen op de bermen tussen de rijstvelden en soms moeten we ook
over irrigatie kanaaltjes springen. Machtig mooi met veel uitleg en
avontuurlijke glij- en springparcours. Door kleine dorpjes en uitgestrekte
rijstvelden komen we terug bij ons hotel. We hebben nog een half uurtje om ons
wat op te frissen en aan tafel te gaan. Hier worden we in twee groepen gebriefd
over het programma van morgen. Ellen, Maire, Jozef, Elly, Jean en ik worden
morgen door twee jeeps opgepikt om naar de zeeschildpadden te gaan kijken, het
andere deel van de groep vertrekt met de bus naar Ketapang en gaat op Bali
snorkelen onder begeleiding van Obbo.
Wat staat ons morgen te wachten??
Overnachting: Hotel
Margo UtomoII - Kalibaru (Java)