Mijn vader schuifelt moeizaam van de ene hoek naar de andere om uiteindelijk buiten adem in een stoel neer te ploffen. Zo'n jaar geleden werd hij geveld door een hersenbloeding. Ik trof hem aan in een bed in een ziekenhuis: zijn rechterarm maakte stuiptrekkingen die hij niet onder controle kreeg. Die stuiptrekkingen zijn gelukkig verdwenen, maar de bloeding heeft ook iets van zijn jeugdigheid gekaapt. Een epilepsie-aanval deed hem tien dagen geleden in een hospitaal belanden. Mijn vader, de enige die ik heb, koketteert vaak met de klinische zorg, piet Hein en de medische staf op een mild-ironische manier. Zo kreeg 'k een paar jaar geleden op café te horen dat hij in dronken toestand ten val was gekomen. De ambulance stond nog voor zijn deur, zodat ik mee in de wagen kon springen. Op "de spoed" vroeg een toegesnelde verpleegster wat er gebeurd was. "Ik heb geleefd", antwoordde hij. Vijf jaar geleden werd hij getroffen door een hartaanval. Ik herinner me alsof het gisteren was : een zonnige lentedag, ik was op de fiets naar het werk aan 't rijden. Mijn zus belde me op en ik was helemaal van slag. Met tranen in de ogen op het werk binnengestapt. Nadien weer zo'n anekdote in het hospitaal : een dokter die hem een vragenlijst voorlas. Mijn vader tegen de dokter : "U bent de belangrijkste vraag vergeten". De arts: "Hoezo?" Mijn vader : "Wat ik eet om gezond te blijven". En dus werden de grootkeukenmaaltijden vervangen door vetarme porties.
Nu is hij erg tenger en vermagerd. Hij krijgt ook met moeite zijn zinnen geformuleerd. Mijn zus en ik kregen minstens één keer per week een "vadermail" die bulkte van apocalyptische waarschuwingen, dan weer een anekdote uit zijn leven , de dromen die hij heeft... Die mailstroom ligt nu plots helemaal droog.
Ik hoop met mijn hele wezen, alles wat ik in mijn lijf heb, dat die mailstroom van vloekende, warme, dan weer weemoedige zinnen terug naar mijn mailbox vloeit. Zaterdag 6 november 2010 verhuizen we hem naar een serviceflat.
Ann Salens stapt dronken uit haar appartement in de Wolstraat; ze heeft een afspraak met iemand van het Hof, of had een afspraak, zo'n twee uur geleden maar "een hofnar heeft tijd", mompelt ze. Ze wandelt voorbij Café De Kat en ziet hoe de jonge Fred Bervoets aan de deur wordt gezet omdat hij zijn pinten niet wil betalen. Bervoets ziet haar staan, geeft haar en plein public een tongzoen en grijpt haar borsten vast. Ze trekt aan het bebaarde struikgewas dat rond zijn kin groeit. "J'suis pas Ann Salope he", bijt ze hem toe. "Ik ben verdomme Ann Salens, Freddie Berrie. En je stinkt naar de drank, blijf van me af." Ze balt haar vuisten en rukt zich van hem los, op weg naar de dienaar des Konings.
Ik heb me al tientallen taferelen ingebeeld, hoe ze hier rondhing en met wie ze babbelde. Ik kan niks meer van Ann Salens terugvinden. Het boek "Ik wil niet wennen aan deze wereld" van Manu Adriaens is uitverkocht. Ooit zag ik haar in een docu, en gisterennacht -na uren googelen- ben ik erachter gekomen dat het uit een film van Patrick Conrad komt: "Innocent when you dream". Conrad zou nu ergens in de Provence wonen, de buik vol van België....Dus ik blijf maar wat rondhangen in café De Kat, babbel met de stevige maar poeslieve barman en proef met volle teugen van dit bruingebrande café. Iedereen hokt hier samen: de geesten van overleden dichters, jonge studentes, een hoertje, een vereenzaamde professor op retour. Ik ruik in café De Kat het zout van de Noordzee, vermengd met het muffe zweet van matrozen die straks terug van wal steken. Het is al laat in de avond en een young urban professional naast me probeert me te overtuigen van een Zweedse marketingstrategie waarmee hij de wereld wil veroveren. Ik krijg de ene whiskey na de andere voor me neergepoot totdat de toog van Café De Kat begint te deinen op de golven van de Noordzee. Plots lijken de mensen rond me naar boven te vliegen, ondersteboven dan nog wel. Ik voel hoe de barkruk onder me wijdbeens wegloopt, een vlugge aftocht van ondankbaar meubilair die me met een smak op mijn rug doet belanden. Het licht van Café De Kat gaat uit.
Een hand op mijn voorhoofd doet mijn hartslag bedaren. Ze ziet er jong uit, met het kortgeknipte kopje zoals ik het ooit gedroomd heb, in de armen van de jonge Bervoets. Haar rode wijnlippen steken schril af tegen een pekzwart jurkje dat eindigt met twee bleke knieën die als lichtbakens naast mijn hoofd zijn geplant.
"Je zal me nergens vinden, dwaaskop", fluistert ze me toe. "want ik zit in je gedachten."
Een paar dagen geleden waaide haar berichtje in mijn mailbox. Er dwarrelde wat stof op en twee muizen maakten zich piepend uit de voeten want mijn mailbox is zo desolaat als Père Lachaise op een koude lente-ochtend. Nu blijkt ze mijn profieltje leuk te vinden en voor ik het weet zitten we te chatten. Het is dan beangstigend te zien hoe harten en hersenhelften met een dikke digitale kabel verbonden worden. Het doormailen van mijn foto draait niet uit op een"sorry, maar de telefoon gaat", of de schokkende mededeling dat ze plots terminaal is en niet meer kan typen.....Ze vindt mijn foto leuk. De hare vind ik niet alleen "leuk"; ze intrigeert me. We hebben de dagen zitten aftellen, één week lang, en finaal belanden we in Entrepôt du Congo. Ze staat daar plots voor me met de Charlotte Gainsbourg-achtige uitstraling die 'k in haar foto ook zo mooi vind. Ik zie aan de trillende lippen hoe ze haar onzekerheid probeert te overwinnen en dat raakt me. Twee volwassenen die als kleine kinderen heel nieuwsgierig zijn naar elkaar en kijken hoe de wimpers aan de overkant bewegen. Ze maakt grappen over ons , les amants perdus qui regardent vers la même direction. Op het einde van de avond wijst ze plots naar een diepe scheur in het marmer van ons tafeltje. "We hebben al een echtelijke breuk", orakelt ze lachend. Onze vingers voelen over de breuklijn, haar hand durft de mijne niet te raken en omgekeerd.... ik weet niet meer wat te vertellen. Na middernacht nemen we buiten op de kaai afscheid van elkaar. Ik voel hoe haar hand over mijn arm glijdt en ze geeft me een zoen op mijn kaak. Als ik op mijn fiets wil stappen, zie ik een lange blonde haar van vijftien centimeter over mijn rechteroog hangen. Ik neem aan dat het soort van Wiedergutmachung van de god van de liefde is, die zich zorgen maakt over de breuk in het marmer. De volgende dagen fluisteren we met onze digitale monden een wolk sms'jes in de lucht , een contact dat onzichtbaar opgebouwd wordt tussen zendmasten maar o zo broos en klein . Een week later onthult ze me haar stulpje in een andere provincie. Ik voel haar betegelde leven onder mijn voeten en we praten wat onwennig....tot we in elkaars armen belanden en een band wordt gesmeed die ik de volgende ochtend meedraag op de trein. Maar dan sluipt er siberische as-lucht in onze roze wolk; in haar sms'jes steken twijfelende woorden als naalden in mijn vel. "Dat ze alles op een rijtje wil zetten". Ik geef haar de tijd die ze wil & geef de regie uit handen. Hoe vrolijk huppel 'k rond als ze op een dag in mijn "Behouden Huis" belandt, mijn gigantische speelkamer waarvan 'k de stenen wil omtoveren tot suikerspinnen kussens. Ik geef mijn huispersoneel de opdracht goed voor haar te zorgen : op één nacht ben ik haar kok, vriend in spe, gastheer, luisteraar en minnaar. We slapen de nacht der dwazen maar ik ben o zo dronken van haar, haar glimlach, haar alles. Drie ontmoetingen, en dan een stilte waarin onze digitale monden verstommen. De zendmasten capteren niks meer en sturen een foutmelding: "beating of hearts at wrong pace", ze wil alleen verder struinen over de quai des amants perdus en ik laat haar gaan.
Het is mooi geweest, een beetje triest ook, overweldigend hoe we zomaar uit het niets iets kleins hadden, ik geef toe misschien ietsje van niks-én-twee-gram, hoe we naast elkaar de stappen voelden alsof ze elkaar van kindsbeen af kennen....ik vraag me af waar je nu bent, en zie hoe je krullende lippen en je hele lichaam verdwijnen in dat reuzensprookjesboek van Lamartine, dat diepe meer, het dromenbos.
"Een man en een vrouw", antwoordde Fellini aan het einde van zijn leven op de vraag van een journalist wat hem inspireerde tot het maken van films. Als tiener kon ik genieten van zijn Città delle Donne en hoe dat zo heftig op z'n Italiaans kan borrelen tussen mannen en vrouwen. Verhalen over "Liefde en andere duivels" vol bombasmen, plastieken tulpen, fake madammen en een net meneertje met een maitresse in de binnenzak. Liefde als een soort van straalstroom die onzichtbaar door alle harten een weg zoekt. En ja, er zijn landmijnen op de via dell'amore, amateuristische tuigen van spijkers en scherven, of peluchen cupidootjes met explosievengordel. Ik heb al menig peluchen beertje met ontstekingsmechanisme in mijn armen gehad, heb nog twee vingers aan mijn linkerhand en één been, maar huppel vaak vrolijk door mijn tomatenveld en zoek op tijd dekking voor onbemande love drones die over mijn erf scheren.
Gisteren zat ik met X. aan 'n houten tafeltje in 'n café . Ze is een heel klein beetje grijzer geworden, dat viel me nu voor 't eerst op. Het kapsel is altijd grijzer aan de overkant - ik zag er ook uit als een verzopen frietje, zo vroeg in de ochtend in een Antwerps café. Het verhaal van X grijpt me naar de strot. Ze krijgt het verhaal van een stukgelopen relatie nauwelijks verteld, alsof de schaduw van haar ex mee aan onze tafel zit en zich in alle talen verontschuldigt omdat het niet meer lukt. Ik wil haar gewoon in mijn armen vasthouden en knuffelen. Niet zeggen dat het wel goed komt want het komt niet goed. En ik hoop dat haar ex nu in de armen staat van zijn boezemvriendin, dat ze over zijn kruin streelt en hem tegen zich aandrukt.
Later op de dag lachen we hard om elkaars gestuntel. Ik ben haar pousse-café, het vriendschappelijke verzetje op een zondag.
Misschien is het dat wel, wat die ouwe monnik zei in De Naam van de Roos : "De ware liefde wil het welzijn van de geliefde". Ik heb jarenlang zitten sabbelen op dat ene zinnetje, hinkend over mijn tomatenveld en doe er wellicht nog een paar decennia over vooraleer het helemaal kan bezinken. Intussen geniet ik lekker van alle kraampjes op diezelfde Via dell'Amore, van de boeiende vrouwen die 's één keertje iets met je willen gaan drinken, hoe ze schaterlachen of soms een traan wegpinken. Iemand anders dan weer prikt feilloos door mijn muur van beeldspraak en dolle fratsen, en raakt mijn ziel. "Mannen en vrouwen".....
Je geliefde verwennen op Valentijn? Ach, het maakt niet uit of dat op die ene bloody-14th-of-F. gebeurt (het zal je verjaardag maar wezen), slalommend naar dat tsjokvol restaurant waarvan je dacht dat het hip was en dat nu omgetoverd lijkt tot een Wijnegem Shoppingcentrum van gesmolten harten. Of wat te denken van de twintigduizend rozen die net geconfisqueerd werden op Schiphol omdat iedere doos van cocaïne voorzien was? Net nu Valentijn een boost krijgt vanuit het romantische Bogota, wordt het in beslag genomen. Vergis u niet, romantiek zit in een klein dooske. Het is iets van 1923 dat je op de zolder vindt, een purperen doekje errond dat uiteen valt van de mottenlarven, dat ruikt naar iets dat je niet kent. Je steekt het in je vestzak en vergeet dat het bestaat. Jaren later ga je alleen voor een paar dagen naar Praag om lekker te chillen. Daar neem je de nachttrein naar Krakow. Slapen lukt niet echt; de britsen zijn keihard en de trein davert over het staal. Dan maar een sigaret opsteken in de coulissen van het treinstel en ondanks het rookverbod met een Poolse agent wat prevelen in gebroken Engels en een paar woorden Russisch ertussen. Ik zie haar in de verte naar ons toestrompelen, in de ene hand een sigaret, de andere hand heftig schuddend om een aansteker te reanimeren maar gelukkig is ie dood en zijn wij er om haar verder te helpen. De Poolse agent en ik houden beiden een aansteker met brandende vlam in aanslag. Ze wendt zich quasi-nonchalant tot mij, en we babbelen alsof we een heel leven in te halen hebben, de hele nacht door. Praag - Krakow. 6 uur lang smeden we met woorden een band tot onze kelen schor zijn en we slaapdronken toekomen in het station van "La double vie de Véronique". Ik voel dat we afscheid moeten nemen en steek zenuwachtig mijn handen in de zakken van mijn vestje. En dan voel ik iets kubus-achtig bekleed met stof. Ik kijk verbaasd naar het kleine doosje in mijn hand, iets met een purperen doekje errond, dat uiteen valt van de mottenlarven en ik geef het haar. Ze lacht een beetje zenuwachtig en bedankt me voor de babbel. Ik geef haar 'n zoen op haar koude wang en ruik in haar lokken de sigaretten die we net geturft hebben. Ze heette Mirka, het was ergens in februari.
Jaren geleden zaten we op een nacht met z'n vieren in je huis te kletsen, tranen in de ogen van ontroering, titels van boeken en cd's uit te wisselen zoals jonge wolven dat graag doen aan een kampvuur, angry young /old men die hun enthousiasme probeerden te temperen met liters wijn. En om zes uur 's ochtends zei je ons plots, in je living, "Euh heerschappen, je mag het me nie kwalijk nemen dat ik nu wat boterhammen smeer maar 'k moet zo dadelijk gaan werken". Gehuild hebben we, van 't lachen. Maar als je je gitaar vastnam, zwegen we. De blues zat in je vingers, je bloed, je lach, je drinken. Een bluesgitarist wordt wakker om 16.00 en dat was bij jou ook zo, denk ik. Ik zal nooit vergeten hoe we op m'n verjaardag met z'n vieren samen in bed lagen, de twee E's, jij en ik, een paar uur daarna zwemmend in een poel ergens in Mol. Dan heb ik je jaren niet meer gezien. Tot gisteren ik die ene E. aan de lijn kreeg; je boezemvriendin. Ze huilde zo hard en hartverscheurend dat ik stil hield op de trap. "Karel is dood". Ik heb staan huilen, want je komt niet meer terug, hombre amplificado. En dat doen pijn. So long, Karel.
Toen 'k zes jaar oud was, sprong 'k al op de fiets als een brandweerwagen met loeiende sirene door de straat reed. M'n moeder probeerde me dan tegen te houden maar daarvoor was de kick te sterk: er was vuur uitgebroken en daar moest ik bij zijn. En als de pompiers moesten uitrukken, was het serieus. Ik hield ook van die zwarte pakken en de stalen helmen die nors voor zich uitkeken in die karmonzijnrode tank des onheils. Het leek ook altijd alsof ze met z'n twaalf samengeperst vooraan zaten. Dus ik fietste achter dat enorme vehikel , dat ik natuurlijk niet kon bijhouden maar ging dan verder op het geluid van de sirene. Dat ramptoerisme zit nog steeds in me, beetje beschamend om dat te zeggen, maar ik ben niet de enige. Nee, ik kick niet op het leed van anderen. Een volwaardig ramptoerist houdt van de "actie", niet van de ellende die eruit voortvloeit. En nog iets : een échte ramptoerist wordt geregeld door de Almachtige herkend en op de vingers getikt. Dat heb ik dit weekend aan den lijve mogen ervaren. Ik had overdag al voor het raam gestaan toen een auto voor mijn deur tegen een paal was gegleden. Voor alle duidelijkheid: de kick bestaat niet in het verlekkerd kijken naar een hoop schroot, dan wel in de heisa die de chauffeur maakt, boos op de paal die daar niet hoort te staan. Auto's vertragen, voetgangers blijven staan....het is de mise-en-scène die errond hangt, die het kind in je wakker maakt. 's Avonds voorzichtig naar Antwerpen-Linkeroever gefietst; ik had enorm veel zin om te dansen. De fuif was heerlijk, maar op de terugweg gaat het fout. Hoewel ik perfect over glad ijs kan fietsen, zelfs hellingen beklim en behendig van spekgladde borduren vlieg, kom ik zonder enige reden ten val op een glad (maar vlak) stuk weg. Dit was een sneer van Hogerhand, zoveel is duidelijk. Ik probeer recht te staan maar beland ongewild in een "grand écart" waarvan zelfs Kim Clijsters raar zou opkijken. Na een omslachtig breakdance manoeuvre voel ik dat mijn twee voeten terug contact krijgen met de Aarde. Ik kijk vlug rond me om te checken of iemand dit gezien heeft... Nee, geen levende zielen nu in de vrieskou. Of toch. In een voorportaal van een huis zie 'k een oud mannetje naar me staren. Hij gniffelt een beetje. Een iets ouder type ramptoerist heeft me in zijn vizier. Zou een reisbureau voor ramptoeristen dan toch floreren, over alle leeftijden heen? Ik bel morgen met de Almachtige.
Once in a lifetime, same as it ever was...... Eerste bericht.
16 december 2009, ik zit op de bus richting Antwerpen. "REMCO JONGEN, IN VREDESNAAM !" Een vrouw die achter me zit probeert in te praten op haar jonge Remco. Dat hij geduld moet hebben , dat het haar schuld niet is dat de zetels zo koud zijn in de bus. Passagiers kijken raar op als ze zien hoe felbehaard de jonge Remco is, de zuchtende puppy die wacht op Terminus. Terwijl de bus over de bevroren kasseien davert, droom ik weg. Het is vandaag dag op dag één jaar geleden dat ik M. voor het eerst ontmoette. Hemels vuurwerk was het toen, een internet date, maar wat voor een. We speelden schaak in dat bekende Brusselse café, een fles wijn tussen ons gepoot. Op de tweede date speelde ze op haar cello een suite van Bach in mijn huis. Bach wou zijn hele leven lang al dichter bij God komen met muziek; ik krijg plots Zijn dochter op visite, zomaar voor niks. Maar ze verdween net zo snel als ze door de brave man gezonden werd. Eén jaar geleden was het. Nee, geen tranendal of Boulevard of Broken Dreams vandaag op deze koude 16e, met het gehijg van de jonge Remco in mijn rug. Het is mooi geweest. 's Avonds krijg ik een mailtje van een vriendin. Ik schrik als ik lees hoe ze haar lange mail afrondt met het by-the-way- zinnetje "Oja, en ik heb dit weekend M. nog cello zien spelen in het Brusselse. Jullie hebben iets met elkaar gehad, is het niet? Ze ziet er sympathiek uit. Maar ze speelde niet goed; de tonaliteit zat fout en ze leek me nogal zenuwachtig. Allez, slaap zacht he !" Dat laatste zinnetje ongeveer tien keer opnieuw gelezen. Fles rosé uit de ijskast gehaald. Maar ik ben nog nuchter genoeg om haar in gedachten bij me te zien staan met de cello tussen de benen en te luisteren naar de diepe baslijn die ze baart. En dan zie 'k een tweede berichtje van een datingsite , Match4me. Ze zijn op zoek naar een 15-tal bloggers. Daar voel ik wat voor (intussen één glas rosé opgedronken) : ik schraap wat moed bijeen en bel mijn jonger neefje. Hoe zit dat met dat bloggen? Meteen een discussie over wie zoiets gaat "hosten", of ik genoeg webspace heb. Ik bedenk me dat ik teveel webspace heb. Ik ben een internetzwakbegaafde met grote kazengaten in mijn geheugen en een bonkend hart. Ik stuur mijn bloglink door naar Match4me en wacht af.