Bij jazzmuziek word nooit echt gespeeld wat er staat. Dan word er geimproviseerd. Dit kan je doen door middel van akkoorden en toonladderds. Deze moet je eerst uit je hoofd leren. Bij elk stuk zijn er andere akkoorden en toooladders. En hoe beter je die toonladderd kent hoe meer je kan improviseren. Als voor de eerste keer gaat improviseren is het altijd maar heel klein. Maat als je genoeg oefend word jou solo steeds breder en ook leuker. Ik zelf weet precies wat het is, want ik doe het zelf ook.
Jazzmuziek komt van Amerika, er bestaan nog verschillende soorten in deze muziek. Bijvoorbeeld : swing, latin en freejazz. Zo bestaan er nog veel meer soorten, maar dit zijn de bekenste soorten. Ik vertel in het kort wat deze soorten inhouden.
Swing : Bij swing muziek is de timing en ritme heel belangrijk. In swingmuziek worden de achtsten als een soort triool gespeelt. Het word door wijze van achtstes gespeeld. Bij swing is een kwartnoot kort en een achtste noot lang. In de klassieke muziek is het net andersom.
Latin : Latinmuziek is Braziliaans. Latin muziek kan je ook weer in verschillende soorten opsplitsen. De bekenste is de salsa, dit word het meeste gespeeld bij de latin muziek. Bijna op elke noot staat een puntje, en dat betekend kort.
Freejazz : Freejazz is een van de minst populaire stijlen van de jazzmuziek. Deze muziek word hard en aggresief aan. Er zijn veel verschillen van toonhoogtes. Bij deze soort word noauwelijks gebrijk gemaakt van melodieen. Er word het meeste op geimproviseerd.