In het tweede luikje van mijn nabeschouwingen wil ik het nog eens over de oostfronters hebben. Toeval of niet, maar er is de laatste tijd weer heel wat te doen over het fenomeen, een episode uit onze geschiedenis die nog altijd emoties oproept. Ik verwijs naar een aantal recente publicaties : in de weekendbijlage van De Standaard van 16/17 september las ik een interview met Koen Aerts, onderzoeker aan de UGent, die samen met enkele collega's het boek 'Was opa een nazi ?' heeft geschreven. Er is blijkbaar ook een radioreportage geweest over het boek, maar toen zaten wij op de fiets... In Knack van deze week staat een uitstekend artikel van Walter Pauli over Dries Coolens, één van de laatste overlevende oostfronters. De man is 95 maar -en dat herken ik van vader- nog met ongelooflijk veel details zijn verhaal kan doen. Ik herkende de man trouwens van een reportage uit 'Koppen' over 'De laatste Oostfronters' van enkele jaren geleden. Je kan ze nog altijd op youtube vinden In het artikel van Knack wordt verwezen naar het boek geschreven door de Brit Jonathan Trigg 'Hitler's Flemish Lions' (dat ik las in het Engels, maar het is vertaald in het Nederlands) en naar zijn net in vertaling verschenen boek 'Het Testament van de Vlaamse Waffen SS. De allerlaatste Oostfronters getuigen'. In november start een reeks op Canvas over kinderen van collaborateurs, uiteraard kijk ik er met grote interesse naar uit...
Wat me in veel publicaties opvalt is dat men altijd opnieuw de schuldvraag stelt. Waren de Vlaamse oostfronters schuldig of toch nog meer zij die hen zo ver hadden gekregen (politici, priesters, ronselaars...). En zijn zij na de oorlog onheus behandeld of net met te veel begrip ? Koen Aerts verdedigt alleszins de tweede stelling Ik citeer : "We erfden een verwrongen historisch besef. De verliezers hebben de geschiedenis geschreven, en daarin is Vlaanderen echt een geval apart. Je moet nog altijd uitleggen dat de repressie noodzakelijk was : collaborateurs waren staatsgevaarlijk en droegen de democratie geen goed hart toe". Iets verder in het interview raakt hij een m.i. erg belangrijk aspect aan : "Via de kinderen kunnen we mee zoeken naar de mens achter de collaborateur. Doordat de Vlaamse Beweging en het Vlaams-nationalisme de collaboratie politiseerden is die menselijke dimensie verloren gegaan.'
Maar voor ons is het net dat aspect dat ons ertoe aangezet heeft een stuk van vaders tocht over te doen, vertrekkend van zijn oorlogsverslag, waarin het politieke aspect nauwelijks aan bod komt. En dan zie je het beeld van een jonge man die probeert te overleven in de extreme omstandigheden waarin hij terechtkomt. Waarin de noodlotsgedachte centraal staat, waarin vriendschap en kameraadschap helpen om stand te houden. We vinden het beeld van een sluwe opportunist, die na zijn kwetsuren probeert zo lang mogelijk van het front weg te blijven en af en toe zelfs kan genieten van de goede dingen des levens : eten, drank, mooie meisjes...
De weerslag is er achteraf gekomen : net als zovele anderen vond vader zich onheus behandeld en dat zorgde voor de nodige wrok en verbittering. En dat heeft hoe dan ook een weerslag op het gezin en de relatie... Maar dat is een te persoonlijk verhaal om hier te vertellen. Zoals Jan Leyers zegt naar aanleiding van zijn reeks over de Islam in Europa : "nuance is my middle name". Laten we dat ook op de oostfronters toepassen. In essentie waren ze radertjes in het duivelse plan van de nazi's. In andere woorden : 'nuttige idioten' van het Derde Rijk. En daar word je toch even koud van...
We hebben de tijd gehad om onze trip wat te laten bezinken, en dus wil ik enkele 'afterthoughts' op de wereld loslaten. Ik zal dat in 2 delen doen : vandaag heb ik het over de fietstrip zelf, en volgende keer over de context van onze tocht, de oostfronters.
Ik moet toegeven dat deze trip enigszins anders (en minder comfortabel) is verlopen dan vorig jaar. Toen hebben we hele stukken van een fietsroute kunnen volgen (de Alpe Adria Radweg), dit jaar hebben we noodgedwongen zelf de meeste etappes moeten uitstippelen, waarbij we sterk op de gps hebben moeten terugvallen. Tsjechië is nog wel enigszins een fietsland : er zijn goed uitgepijlde en uitgestippelde fietsroutes (maar jammer genoeg beschikten we niet over de kaarten) Polen is dat al veel minder, je krijgt al enigszins de tweedeling : drukke rechte wegen (zonder fietspad) enerzijds en barslechte kleinere wegen, vaak onverhard anderzijds. En Oekraïne...tja, daar ben je als trekkingfietser sowieso een 'vreemd voorwerp' : fietsroutes zijn er niet, fietspaden nauwelijks, en zoals in vroegere bijdragen voldoende beklemtoond : de wegen zijn in abominabele staat (behalve de autosnelwegen).
Door de aard van onze tocht (in het spoor van Juul) zaten we vast aan een bepaalde route, en door onze manier van reizen (per fiets) waren we te weinig mobiel om veel interessante plekken te zien en exploreren. Bovendien ben je als zwaarbepakte trekkingfierser uitermate kwetsbaar, zeker op banen met druk en -niet altijd respectvol t.o.v. fietsers- verkeer. Een gigantisch probleem is de taal, of beter gezegd de afwezigheid van een medium om te communiceren Dat ging nog redelijk in Tsjechië, was gevarieerd in Polen, maar ronduit problematisch in Oekraïne. Zelfs op een internationale luchthaven als die van Kiev vind je nauwelijks personeel dat Engels spreekt...
Het onderdeel Oekraïne was dus zonder meer een cultuurschok We wisten dat wel een beetje, maar we hadden dat zeker onderschat. Ons lijkt het een maatschappijmodel dat min of meer is blijven steken in de Sovjettradities : sfeerloze woonblokken, aftandse auto's, lange brede wegen en vooral : gelaten, enigszins norse mensen. Een voorbeeld : in Tsjechië en Polen zeiden de kinderen ons spontaan goede dag, in Oekraïne bekeken ze ons nieuwsgierig maar legden geen contact.
Ik zou het als volgt willen samenvatten : Tsjechië kent niet zo'n grote kloof met onze manier van leven, in Polen heb je zo'n beetje 2 snelheden, en in Oekraïne heb je allerlei snel(of traag-)heden door elkaar. Inderdaad, je vindt er lemen hutjes en oude vrouwtjes (met hoofddoek !) die paddenstoelen verkopen langs de kant van de weg; maar ook blitse jeeps, fitnesscentra en MacDonalds (die laatste 2 enkel in de steden).
Onze trek naar het oosten zit er nu wel op. Het 3de luik van onze queeste zal zich in het noorden van Duitsland en het westen van Polen afspelen, dichter bij ons dus, maar toch grotendeels 'terra incognita' De terugtocht van het Duitse leger verliep erg chaotisch, dus qua route zullen er zullen keuzes moeten gemaakt worden... Goed, dat zijn zorgen voor morgen en werk voor de lange winteravonden... Volgende keer heb ik het over de vernieuwde interesse voor collaboratie en oostfronters.
Van Berezivka naar Boryspil (Kiev) en weer naar huis
Dit is alvast de 2de poging tot blog voor de dag van gisteren Toen ik gisteravond de laatste hand aan mijn tekst had gelegd en ik hem wou 'toevoegen' was de internetconnectie weggevallen en de tekst verdwenen. Toen had ik geen zin meer om nog een nieuwe tekst te brouwen, dus doe ik het vandaag vanop mijn vertrouwde pc in mijn comfort zone van Belsele...
We pikken dus even in op gisterochtend. Tijdens het (biologisch) ontbijt, met zicht op de M6, had ik net Koen verteld dat we hier nog geen renners gezien hadden, en net daarna zag ik een gehelmd hoofd passeren. Het zou niet het enige blijken. Er bleken wel degelijk wielertoeristen te zijn, want af en toe passeerde ons iemand...op de autostrade. Inderdaad, ook toen faalde onze poging om via het platteland onze route af te werken. Mijn gps gaf maar liefst 185 km op, een gevolg van het acuut gebrek aan banen in de omgeving van Kiev. Dus zagen we ons andermaal verplicht de autoweg te volgen aan de zijkant. Eens in de agglomeratie van Kiev werd het een ware hindernissenkoers : afwisselend laveerden we op de baan, op kleine stukjes fietspad dat volliep met voetgangers, tussen kraampjes en marktjes allerhande... Links en rechts van de brede autoweg eindeloze rijen hoge woontorens, helemaal in de Sovjettraditie. Het meest memorabele stuk was de overtocht van de Dnjepr, een brede rivier waarop talloze vissersbootjes dobberden, over een brug van wel 4 km lang. Met het verkeer dat langs ons denderde voelden we ons opgejaagd wild, maar we bereikten gelukkig veilig de overkant.
Nadien toch maar weer het binnenland in, en dat ging vrij goed, tot de gps ons naar rechts stuurde, op een 'weg' die rond het terrein van het vliegveld liep. Waarschijnlijk oorspronkelijk geasfalteerd, want hier en daar nog brokken asfalt, daartussen zand en stenen, en dat over een afstand van wel 8 km. Daarna toch een straat op vol putten en bulten, en met enig opluchting (en zonder lekke banden) bereikten we 'das Ziel', tevens het eindpunt van onze fietstocht, een groot hotel waar net een trouwpartij aan de gang was Want feesten kunnen ze, de Oekraïners, ze doen dat luidruchtig en rijkelijk met drank overgoten. Een opgefokte dj staat heel de tijd te leuteren, en er wordt afwisselend gedanst en gegeten. Rond 22 uur is het feest afgelopen en wordt het weer rustig.
Enige berekening leerde ons dat we in totaal ongeveer 1320 km gefietst hebben, en ook ongeveer 450 km per trein hebben afgelegd. We doorkruisten drie landen en hadden 2 hoofdsteden als begin- en eindpunt. Het aantal afgelegde hoogtemeters hebben we niet kunnen bijhouden, maar dat we veel hebben geklommen staat buiten kijf, zij het eerder korte hellingen, soms behoorlijk steil. Niet slecht voor 2 oude knarren van boven de 60, vinden we zelf !
En dan iets over vandaag (de terugvlucht). Ook niet meteen voer voor stresskonijnen... Het begon al aan de ingang van de luchthaven, waar iedereen zijn/haar bagage door de scanner moest laten gaan. Probleem : onze fietsen konden niet door de scanner. We werden dan op de blijkbaar normale autoritaire manier aan de kant gezet, tot een meneer met drugshond de fietsen uitgebreid kwam besnuffelen, uiteraard nadat we ze eerst hadden moeten uitpakken. Aan de pascontrole én de security check trotseerden we dames waarvan de zuurtegraad recordhoogtes had bereikt. En later, in het vliegtuig, bleek zelfs dat sommige airhostessen een glimlach produceren als een hoogst te mijden bezigheid hadden gecultiveerd..
Ondertussen zijn Koen en ik ondanks alles in onze thuishaven aanbeland en kan het gewone leven weer zijn gangetje gaan. Ook zit daarmee deel 2 van onze queeste 'In het spoor van Juul' erop. Een en ander moet nog bezinken, en er komen zeker nog nabeschouwingen als de tijd er rijp voor is.
Ik wil toch om dit hoofdstuk af te sluiten nog even inzoomen op het verhaal van Juul, onze vader. Wij hebben geprobeerd ons een beetje in te leven in wat hij als 20-jarige heeft meegemaakt. We hebben het onszelf niet gemakkelijk gemaakt, noch fysiek , noch psychologisch. Maar vergeleken met wat vader heeft doorgemaakt was onze trip een sinecure. In zijn oorlogsrelaas staan vele bladzijden gevechtservaringen beschreven die zich afspelen tijdens de toen al defensieve oorlog van de Duitsers. Na Zhytomir volgde de chaotische terugtrekking naar het Westen, die vader weer in Mollem, maar ook in de gevangenis zou doen belanden.
Ik eindig dan ook met een voor mij toch aangrijpend fragment uit zijn verhaal :"In de namiddag konden we de vijand goed onderscheiden. Hier en daar werd een geweerschot gewisseld, en een weinig later begonnen hun granaatwerpers zo vervaarlijk te schieten dat het geraadzaam was het hoofd onder te houden. Die namiddag had onze 'Zug' nog twee gewonden en werd een granaatwerper door een voltreffer vernield. In de late namiddag had ik net van plaats gewisseld met een jonge kameraad en bevond ik me net in een andere stelling, als ineens een kogel door de dekking zoefde en bij de arme Peeters door de borst drong. Twee van de onze zouden hem wegbrengen, namelijk Alex en D'Hondt. Bij die actie geraakten ze alle drie vermist, heel waarschijnlijk zijn ze in de handen van de vijand gelopen. Dus bleven er van de 5 nog 3 over. Maar het noodlot had geen medelijden met ons, want enkele dagen later zou ook 'den Bert' vermist worden. 'De Susse' geraakte gekwetst en mij zou op 10 januari hetzelfde lot beschoren zijn".
Alvast bedankt aan onze trouwe lezers en laat je afzakkertje maar goed smaken (bij mij zal het een trappist worden )
De rit van vandaag, onze langste, was niet gespeend van problemen. Maar wat kan je verwachten als je de euvele moed hebt om in Oekraïne te gaan fietsen met een trekkingfiets... Ons is het nu wel duidelijk : ofwel fiets je over de grote wegen met druk verkeer (we fietsten vandaag een heel stuk over de E40 !), of je zoekt het platteland op en dan heb je : zandwegen, kiezelwegen, en alle mottige combinaties ervan. In de dorpjes leven ze nog zoals in de vorige eeuw, en overal tref je loslopende honden aan, soms vriendelijk maar soms niet zo tuk op voorbijrijdende kwibussen op een fiets...
Enfin, je hebt het al door : we wouden een route doen door het platteland, maar het is ons niet goed bekomen : niet alleen schoten we voor geen meter op (we hebben zelfs stukjes te voet moeten afleggen omdat het zand te mul was) , we hebben liefst 3 lekke banden kunnen genieten, en ik verzeker je : als je keer op keer die bagage moet afhalen, de band wisselen enz. dan heb je het wel even gehad. Het was trouwens altijd dezelfde band die het begaf (achterband van Jan). De laatste wissel heb ik (Jan) een band moeten oplappen met 'een rustinneken', en gelukkig hield dat tot de finish.
Tijdens onze laatste bandenwissel hadden we de volle aandacht van Sasja, een Chroetsjev-achtig figuur die enkele woorden Frans sprak en heel de tijd foto's wou maken waarop we samen geforceerd staan te glimlachen. Hij hield ons stevig aan het lijntje, maar na 7 keer onze hand geschud te hebben pruttelde hij weg op een aftandse scooter. Trouwens, de vehikels die je hier ziet rondtuffen, dikke wolken uitlaatgassen brakend, dat houd je niet voor mogelijk ! Het type Lada waar ik ooit in de jaren '80 mee rondreed en die me grijze haren bezorgde, rijdt hier massaal geblutst en verroest rond, en dan heb ik het nog niet over vrachtwagens waarvan je zelfs de kleur niet meer kan herkennen...
Enfin, we hebben dan maar in arren moede de steven gewend naar de autoweg (M6 voor de kenners, nadien de E40) Vermits er nergens een verbodsbord voor fietsers staat hebben we een 70-tal km als zombies tegen een stevig tempo op de pechstrook doorgereden, zodat we ongeveer om kwart over 6 lokale tijd bij ons 'Ecohotel' kwamen, alweer een leuke plek maar vlak aan de autostrade en met wat geluidshinder vandien... Op de teller : 125 km ...
Morgen fietsen we naar Kiev Boryspil, en zullen vlakbij de luchthaven logeren, zodat we zondag met fiets ingepakt op het vliegveld kunnen arriveren, vermoedelijk met een shuttle. Maar eerst volgt nog een stevige uitsmijter (100-tal km) tot aan onze laatste pleisterplaats. Trouwe lezer:/lezeres, we rekenen op jullie lettervretende activiteit ! De lezer heil !!
Ja, je leest het goed, vriendjes en vriendinnetjes, we zitten momenteel in Zhytomir. De trip hierheen was alleszins memorabel ! Rond 23 uur verlieten we ons hotel in Lviv, en de eerste opdracht was het station te vinden. Zelfs met gps is dat in een donkere stad die je niet kent geen sinecure. Tot overmaat van ramp brak er een spaak in het achterwiel van Koen, te wijten aan de vreselijke toestand van de straten in Lviv. In het station was het evenmin een triomftocht... Zelfs in het loket voor internationale verbindingen kon men ons niet in het Engels te woord staan. Gelukkig had je enkele omstaanders die wat konden vertalen, want ons reservatiebewijs was enkel en alleen in het Cyrillisch opgesteld. Maar het ergste moest nog komen : toen de trein het station binnenreed en we onze slaapwagon opzochten botsten we op de wagonverantwoordelijke, een dame van middelbare leeftijd die -netjes volgens het cliché- helemaal uit staal en beton was opgetrokken. Met veel Russisch misbaar liet ze ons weten dat de fietsen niet op de trein mochten tenzij ingepakt, het 'worst case scenario' dus. We hadden nog welgeteld 10 minuten om die klus te klaren, en met de hulp van een vriendelijke heer lukte dat op het nippertje. "Welcome to Ukraine", bromde hij cynisch, maar dank zij zijn hulp geraakten we nog net op de trein. Onze slaapcouchette werd dan wel grotendeels door onze ingepakte fietsen en bagage ingenomen, zodat Koen en ik in allerlei rare houdingen konden proberen de nacht door te komen. Rond 6 uur 15 was ik net in slaap geraakt toen de intussen toch ietwat ontdooide 'wagonmadam' ons kwam wekken : Korosten was in aantocht !
Fietsen in elkaar geknutseld, ontbijtje samengesteld met aan een kiosk gekochte ingrediënten en we konden op stap richting Zhytomir, 94 km verder en naar 'goede' gewoonte verbonden met onze vertrekstad met een lange, quasi rechte weg. Deze was in abominabele toestand bovendien, en de gevolgen lieten niet lang op zich wachten : 2de lekke achterband voor Jan en onze reservebanden opgesoupeerd... Ondertussen was het ook behoorlijk warm geworden. Toen we wilden lunchen aan een tankstation, een gewoonte van ons omdat je daar ook frisse dranken en koffie kan kopen, werden we weggejaagd door de meneer van het tankstation, we mochten wel iets verder op trapjes gaan zitten en hij hield ons heel de tijd in de gaten... Foei, fietsers, en dan nog grijze mannen die een vreemde taal spreken !
Zo kwam Zhytomir in zicht, een vrij moderne, ruime stad met grote lanen, pleinen en huizen. Maar ook hier ontbreken de steeds volgepropte aftandse autobusjes niet... Er zijn wel meer opmerkelijke kenmerken hier ; slechte wegen, stokoude auto's en vrachtwagens (Lada's en Skoda's van 40 jaar en ouder zijn geen uitzondering), walmende dieselkamions eerder de regel. En of wij hier een curiosum zijn !
Ondertussen hebben we onze intrek genomen in een proper hotel net buiten de stad, aan de overkant van de rivier. Hier was een fameuze fuif vanavond, maar om 22 uur lokale tijd gingen blijkbaar de boeken toe, geen erg voor ons want je kon de muziek goed tot in onze kamer horen...
Last but not least : voor vader is Zhytomir een heel belangrijke locatie geweest. Hij kwam er 2 keer , de eerste keer in de opleidingsfase, tussen Graz en Debica in, en de 2de keer als vechtjas tijdens de eigenlijke 'inzet'. Hij geraakte er gekwetst en de rest is geschiedens.
Als afsluiter vaders eerste impressie van de stad : "De elfde dag reden we Zhytomir binnen , diezelfde stad die de we enkele maanden later zouden trachten te ontzettten om ze dan als puinhoop achter te laten(...); Zo bereikten we dan eindelijk ons onderkomen, dat bestond uit een gebouw van 2 verdiepingen, meer leem dan stenen (...) Het zou echter een korte nacht worden, want om 5 uur 's ochtends moesten we er opnieuw uit (...)"
Wij hebben hier vlakbij het Duitse soldatenkerkhof gevonden, een echt massagraf maar sober in de beste Duitse traditie. Jammer genoeg ontbreekt ons de tijd om andere sporen van de oorlog te zoeken. Misschien nog eens terugkomen ? OK, maar dan niet met de fiets ! Onze status varieert tussen -zoals gezegd-curiousum en te mijden. Niet zo plezant maar wel een ervaring. Geniet van je comfortzone en slaap ze !
Beste trouwe bloglezer, dit zal een korte bijdrage worden. Momenteel zitten we op een hotelkamertje in Lviv, maar over een half uur maken we ons op om naar het station te fietsen en de nachttrein naar Korosten (een 450 km) te nemen, om dan morgen naar Zhytomir te fietsen, het eigenlijke doel van onze trip. We zijn wat ongerust of we fietsen en bagage op de trein zullen krijgen zonder veel moeilijkheden. Communiceren is hier echt een probleem, zeer weinig mensen spreken ook maar een woord van een vreemde taal. Dat levert uiteraard verwarrende situaties op, bijvoorbeeld hier aan de receptie van het hotel, in winkeltjes en dergelijke, maar vooral deze voormiddag bij het overschrijden van de grens. Om te beginnen staken we een rij vrachtwagens van wel 5 km voorbij, allemaal aan het wachten op controle. Wij volgden de gps maar kwamen in een doodlopende straat terecht. We werden door een groen mannetje teruggefloten, die ons dan nog redelijk vriendelijk de weg wees. De ontnuchtering kwam dan bij de Poolse grenscontrole : een bevallige jongedame in uniform vertelde ons dat we niet zouden door mogen met de fiets bij de Oekraëners, we zouden een auto moeten zoeken die ons kon meenemen. We konden wel proberen om door te komen, en ze wenste ons met een ravissante glimlach veel succes. Dan kwamen we bij de Oekraïense mannetjes in kaki, die geen Engels spraken en ons meer dan een uur lieten staan 'schilderen' zonder enige duidelijke instructie. Plots mochten we wel door, en na een vrij korte pascontrole konden we dan toch de baan op. De klok werd meteen een uur vooruit gezet, er volgde een onaangename rit langs een lange rechte baan met voorbijrazende auto's en vrachtwagens (geen wonder dat er zo veel bebloemde kruisjes langs de weg staan....weliswaar niet van fietsers want afgezien van een oude boer die met een krakend vehikel naar zijn veld rijdt zie je er zo goed als geen..)
Impressie van Lviv : zééér druk, slechte kasseiwegen met tramsporen, oude afgeleefde busjes die stampvol zitten , trammetjes idem, en alle straatnamen uiteraard in Cyrillisch schrift. We hebben wel een gezellige eetgelegenheid gevonden, een soort themarestaurant aangekleed met oude helmen en obussen op de toonbank. Lekker gegeten en gedronken voor...15 Euro voor ons beiden.
Morgen vernemen jullie of ons treinavontuur goed afgelopen is. Hou jullie haaks !
Vandaag onze laatste overnachting in Polen, morgen begint ons Oekraïens avontuur. Zoals vader in zijn verslag schrijft : "het raadselachtige oosten tegemoet". Toen we deze morgen wilden vertrekken regende het pijpenstelen, maar we moesten er door. Gelukkig hield het na een half uurtje op, maar toen waren we al flink doorweekt. Het zou dan wel het grootste deel van de dag droog en zwaarbewolkt blijven, maar het laatste half uur gingen de hemelsluizen alweer (met mate) open en dus kwamen we na een slordige 120 km toch weer nat aan in ons authentiek Pools hotelletje niet ver van de Oekraïense grens. Morgen verkassen we naar dat veelbesproken land, 123 km naar L'viv volgens de gps. Als we de grens overschrijden mogen we onze horloges een uur vooruit zetten. In L'viv hebben we een hotelkamer geboekt, maar om 01.00 uur nemen we de nachttrein naar Korosten, om vandaar door te fietsen naar Zhytomir. Hoe dat allemaal verlopen is vernemen jullie later wel, voor ons is het in elk geval een spannend avontuur...
Een primeur vandaag : de eerste (en hopelijk de laatste) lekke band. Af en toe stuurt de gps ons door een stukje onverharde weg, en dat stuk lag bezaaid met keien en scherpe stenen. Nadat ik (Jan) bijna in mijn broek deed van schrik toen een hond met blikkerende tanden op ons afstormde van een erf, voelde ik de achterband leeglopen. Gelukkig zijn zowel Koen als ik ervaringsdeskundigen op dat vlak, dus geen probleem..
We hadden wel een geweldige meevaller in het kader van onze doelstelling : zo veel mogelijk locaties vinden waar vader tijdens de oorlog verbleef. De gps stuurde ons door een bosrijk gebied, en plots merkte ik een plakkaat langs de weg, weliswaar enkel in het Pools (een typisch fenomeen hier...), waar verwezen werd naar het kamp van het Duitse leger tijdens de oorlog. En ja hoor, je kan nog altijd de 'ringen' waarover vader spreekt in het landschap zien. Er staan nog gebouwtjes uit die tijd, nu sociale woningen, en er is een KMO-zone ingeplant, waarvan de toegangspoort en gebouw er rond nog quasi niets veranderd zijn, vergeleken met de tijd toen vader er verbleef. Dat, en andere taferelen uit het kamp vind je op foto's op infoborden, die her en der verspreid zijn in het prachtige natuurgebied. Je vindt er ook een slecht onderhouden dodenpark en monument voor gesneuvelde Russische soldaten.
Voor vader was het echter in die tijd geen vakantiekamp. Hij schrijft : "In dat vervloekte zand heb ik een hoop zweetdruppels gelaten. Ik werd ingedeeld als 2de schtutter bij de zware machinegeweren en moest de zware 'Lafette' slepen. Die woog precies 23 kg, en als je daarmee een ijlmars van 40 km moet afleggen zou je de hele boel naar de duivel wensen. Maar als je dan je nood klaagde bij een mof kreeg je als antwoord : "Dienst ist Dienst und Schnaps ist Schnaps." Dan had ik verdomme veel goesting om op zijn smoel te slaan, maar ik moest op mijn tanden bijten of 't was "bunker', en zoveel waren die mouwvegers mij niet waard. Dat veel kameraden die 'Schweinefretters' verwenst hebben hoef ik hier niet aan te halen... We waren echter zo dom geweest in hun handen te lopen een nu moesten we er door !"
Wie er ook door moeten zijn broer Koen en ik. Zaterdagavond moeten we in Kiev zijn, en er is dus nog een flinke fietsklus te klaren. Dus morgen weer de boer en de fiets op, inderdaad, het raadselachtige oosten tegemoet....
Zoals gisteren aangekondigd zitten we in Debica, waar vader 2 maanden van zijn soldatenleven heeft doorgebracht tijdens de opleiding tot 'kanonnenvoer'. Ons logement is prima : we logeren in een oud maar pittoresk hotelletje, uitgebaat door Renata, een sympathieke Poolse die dit oud notarishuis in 2000 gekocht heeft en probeert te overleven in dit al bij al charmante, maar verre van toeristische stadje. Ze vroeg ons trouwens waarom we hier zijn aanbeland, en we hebben eerlijk het verhaal van vader verteld. Zijzelf stak haar politieke ideeën trouwens evenmin onder stoelen of banken.
Over de rit van vandaag kan ik kort zijn : lang (121 km), saai (overwegend langs een drukke baan) en warm (tussen 25 en 30 graden). Hoofdzaak was dan ook aan genoeg drank te geraken. Meestal breng een tankstation soelaas !
Onze korte avondwandeling in het stadje bracht toch ook weer het oorlogsgebeuren in beeld : we vonden herinneringsmonumentjes voor de 'officieren van Katyn' die een band hebben met Debica, maar ook een gigantisch standbeeld van Karl Wojtyla, blijkbaar erg geliefd in deze regio...
Maar laten we andermaal het laatste woord aan vader Juul ! Hij is het tenslotte die ons naar hier heeft gebracht. Jammer genoeg ontbreekt ons de tijd om eventuele overblijfselen van het kamp te zoeken, maar in elk geval zijn we hier gepasseerd, en dat op zich is al een prestatie. Dus laat ik vader zijn schrijfsels -ongecensureerd- op jullie los. Ja, afkeer van andere volkeren is van alle tijden...
"Ik moet ik zeggen dat dit opleidingskamp (Debica) het grootste was dat ik ooit gezien heb. 't Was in een cirkel gebouwd, natuurlijk alle houten gebouwen maar zeer net en gerieflijk ingericht.(...) en 't was ook een internationale verzameling van manschappen en officieren. Haast alle Europese talen werden er gesproken (...). Wij bewoonden Ring I en voor de oefeningen moesten we zo maar eventjes 6 km marcheren eer we buiten de ringen waren. Van daaruit strekte het kamp zich 14 km oostwaarts uit. In de kantine waren de Vlamingen natuurlijk 'de mannen van den dag', en meermaals zijn we handgemeen geraakt met Esten of Letten, die wat te veel noten op hun zang hadden en na twee glazen bier al dronken waren. En dan begonnen ze te schreeuwen als een gekeeld varken."
In dat vervloekte zand heb ik een hoop zweetdruppels gelaten !"
Morgen geef ik deel 3, waarin vader ongezouten zijn mening geeft over de Duitsers.
Voor allen een rustige nacht met zoete dromen en een kus van de slaapfee (iets wat wij al meer dan een week moeten missen )
Vandaag hadden we onze 'rustdag' in het mooie Krakau; De zon scheen overvloedig, en gewapend met korte broek en een trendy gidsje togen we deze morgen stadwaarts. Ons plan : een uitgestippelde wandeling in het historische centrum en een bezoek aan de fabriek van Schindler, nadien het schitterende historische museum onder de grote markt van de stad. Die markt wordt als de grootste van Europa beschouwd en is werkelijk een beauty (eat your heart out, Sint-Niklaas ). We hebben ons plan perfect kunnen uitvoeren, maar het bezoek aan het historisch museum zal voor een volgende keer zijn... We hebben dan ook minstens 15 km door de stad gewandeld. De vroegere fabriek van Oscar Schindler is getransformeerd in een museum over Krakau in de 2de wereldoorlog en specifiek over het lot van de joden. Om even terug te koppelen naar het verhaal van vader : hij nam dienst in april 1943, de maand voordien was het getto op brutale wijze ontruimd.
Zo zie je maar dat een (oorlogs)medaille nogal tegengestelde kanten kan hebben... Morgen treden we opnieuw in de voetstappen van vader Juul. We fietsen dan naar Debica, dat wordt een tocht van ongeveer 120 km. Vader kwam er terecht na de opleiding in Zhytomir en verbleef er 2 maanden. Nadien vertrok hij met zijn afdeling naa Milowitz, waar we helemaal in het begin van onze tocht passeerden.(zie dag 2)
Over Debica schrijft vader nogal wat, en niet altijd in fijnzinnige bewoordingen... Ik zal vandaag al een passage uit zijn oorlogsverslag op jullie loslaten, morgen kan ik dan een 2de deeltje overnemen :
"Alhoewel drieduizend kilometer van onze geboorteplaats voelden we ons snel thuis, maar als we' goed gewoon waren werd alweer de aftocht geblazen en ditmaal naar de omgeving van Debica in hartje Polen. Nog altijd snikheet elke dag, maar ditmaal duurde onze reis niet zo lang. We moesten echter met heel wat tegenslag afrekenen want op zeker moment waren de sporen voor en achter ons in de lucht gevlogen en we bevonden ons in een benarde positie. Dan maar 2 dagen wachten en vervolgens langzaam voorwaarts. Langs de spoorbaan honderden verbrande en versplinterde wagens, slachtoffer van de vernielzucht der partizanen (...) We zijn er zonder ongelukken doorgekomen en bereikten spoedig de stad Debica, van waaruit we langs een smalle spoorbaan het opleidingskamp zouden bereiken."
Onszelf wens ik alleszins een meer voorspoedige trip toe en jullie een maandag met perspectieven. Hou jullie haaks !