Voilà, Het boek is uit! Bwah, ik vond het geen slecht boek. Maar in plaats van een echt verhaal, vind ik het eerder de manier waarop de schrijver uitdrukt hoe hij zich nu voelt. Hij probeert door dit alles neer te schrijven,; alles te vergeten, hij schrijft ook dat het een verlossing voor hem is omdat hij het nu niet meer moet onthouden.
Ik vond het wel een moeilijk boek, sommige zinnen moest ik toch wel eens een tweede keer lezen. maar zeker niet slecht.
In een nat land Bij een bosrand Heb ik hem ontmoet In een huis vol fraaie schimmels En vuil ondergoed Jeroen Brouwers schrijft een boek Hij weet hoe dat moet Jeroen Brouwers schrijft een boek Hij doet dat goed Elke ochtend Eet hij zwijgend Een plak melancholie En hij botert triest beschuiten In dienst van het genie Jeroen Brouwers schrijft een boek Hij weet hoe dat moet Men zegt dat schrijven genezend werkt Ik weet het niet Word je zelf niet verslaafd aan dat potisch verdriet? Een boek als doek voor het bloeden Ik weet het niet Zet je niet: de dood op een kier? Of leef je ergens anders niet hier? Ben je er nog of besta je alleen op papier? Dorre takken Dode blaren De stilte van bet bos En de schrijver stelt geen vragen Hij weet hoeveel het kost Jeroen Brouwers schrijft een boek Hij doet dat goed
Ik kende dit liedje al lang, allé het refrein, ik weet niet van waar, maar ja nu kan ik er, in elk geval, mee eens zijn.
Hmm ik heb de vlieg op de voorkant van het boek begrepen. Volgens mij heeft Jeroen Brouwers een obsessie met vliegen overgehouden aan het Japanese interneringskamp. Ik citeer even een kort stukje:
" Op wie de vliegen neerstreken zonder door haar op wie ze neerstreken te worden verjaagd, was op weg naar de dood,-dit was een van de onmiskenbare tekenen."
Dat komt nog vaak in het boek voor, dat de schrijver een gebeurtenis beschrijft en erbij zegt dat er vliegen op kwamen zitten.
Wat ik het ergste vind in heel het boek, is dat de schrijver toen hij het kamp meemaakte, zelf niet besefte wat er gebeurde omdat hij nog een kind was. Pas achteraf besefte hij dat hijzelf deel uitmaakte van de dingen die zich afspeelden in het kamp. Door te lachen met de dingen die hij zag. en achteraf komen die herinnerigen terug, veel harder.
Dit schreef hij: "Met nog een paar andere kinderen loop en huppel ik mee, schaterend bij het zien hoe de vrouw met haar gezicht in een hoop drek wordt geduwd. Uitzinnig gonzend pakken de vliegen zich samen op haar gezicht en kaalgeschoren hoofd en op de bloedende plek tussen haar benen waar de Jap haar blijft trappen. Om dit huppelen en schateren en gretig toezien geef ik mijzelf tot op de huidige dag klappen in het gezicht."
Gedurende het verhaal stond er vaak: Kwaak Kwaak!, geschreven. Ik heb eindelijk begrepen waar dat dat vandaan komt. Bij de appèls moesten de kampleden "kikkeren", zo noemt de schrijver het, omdat de jappen hem deden denken aan kikkers. "Met hun felle oogjes, die door de natuur in een altijddurende loer- of gluurstand waren gezet."
later in het verhaal moesten ze bij deze appèls ook nog voordurend: kwaak kwaak, roepen, waarbij er voordurend mensen dood neervielen van de honger.
Ik heb het boek eindelijk uitgelezen. Er gebeurde niet veel in het boek, waardoor ik het ook niet vlot kon uitlezen. Ik heb liever een boek met veel actie, dan blijf ik gemotiveerd om te lezen. Maar ik heb het niet opgegeven en heb het uitgelezen. Het boek op zich viel best mee. Alleen was het een beetje langdradig. In het begin van het boek sprak de schrijver heel negatief over zijn moeder, maar af en toe schreef hij ook positieve dingen over zijn moeder. Ik snapte niet goed waarom dat hij zijn moeder haatte, want als hij over de kamp vertelde dan leek hij een goede band te hebben met zijn moeder. Op het einde had ik het door waarom dat hij zijn moeder haatte. Het viel me ook op dat de man depressief was! Dat heeft hij ook gezegd in het boek, hij is liever depressief dan gelukkig. Alleen zo kon hij schrijven! Ik kan best geloven dat hij depressief was, hij heeft ook veel gemaakt in zijn leven. Na de kamp leek het alsof niks hem nog kon raken, zoals de dood van zijn moeder.
De schrijver van het boek is Jeroen Brouwers. Hij is geboren op 30 april 1940, en hij leeft nog altijd. Hij schrijft niet alleen boeken maar is ook een Nederlandse journalist. Hij heeft in zijn leven heel veel boeken geschreven en ook veel prijzen gewonnen. Er zijn ook boeken verschenen die over Jeroen Brouwers gaan, geschreven door andere schrijvers.
Ik heb gisteren de laatste bladzijden van het boek gelezen Het was een heel ontroerend einde! Hij schrijft op het einde, in tegenstelling tot de rest van het boek, heel mooi over zijn moeder. Ik ben blij dat ik het boek gelezen heb, maar voor mij persoonlijk moest het geen honderd bladzijden langer meer duren doordat er niet zo heel veel geberut in het boek.
We hebben even gegoogled naar een recensie over het boek Bezonken rood. Na eventjes zoeken vonden we een reactie op het boek die ons niet zomaar koud liet.
Rudy Kousbroek en Fred Lanzing dat voor haar gedaan, twee Nederlanders die beiden in een Jappenkamp hebben gezeten, Fred Lanzing zelfs in hetzelfde als dat van Brouwers: het Tjideng-kamp in Batavia. Lanzing schrijft: "Jeroen, wat je daarover schrijft is echt onzin en niet zozeer bezonken of verzonken, maar vooral verzonnen". Zowel Kousbroek als Lanzing komen met pijnlijk harde bewijzen dat Brouwers de feiten niet kent. De Jappenkampen waren geen "Vernichtungslager", zoals Brouwers suggereert; er werden geen mensen systematisch afgemaakt zoals in de Duitse kampen. De sterftecijfers liggen dan ook aanzienlijk lager. Kousbroek vergelijkt Bergen-Belsen met zijn kamp: 75 tegen 6 procent. In de omheining van het kamp was niet "om de zoveel meter een wachttoren", waarin een "jap met verrekijker en machinegeweer" en zoeklichten. "Waar haal je die onzin vandaan?" vraagt Fred Lanzing aan Brouwers. "Ik heb de omheining zelf gebouwd in 1944". Nota bene! Ze bestond uit gevlochten bamboe en verder niks. Verder betwijfelt Lanzing of er in het kamp "verkrachtingen, bajonetteringen en moordpartijen" hebben plaatsgevonden, zoals Brouwers beweert. Hij zelf tenminste is er geen getuige van geweest en in het vonnis tegen de Japanse commandant Sone, de boss van het kamp, is er niets over te vinden.
Deze tekst is toch wel wat confronterend. het boek is zeer overtuigend geschreven. Wat toch een zeer positief punt is voor een schrijver.