Enkele vragen aan onze excellenties/regeringsleiders over de taks op de effectenrekening
Geachte heren ministers, onder het mom van eerlijke
fiscaliteit, de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten torsen en de
spaarcenten moeten geactiveerd, hebben jullie besloten een taks op de
effectenrekeningen in te voeren vanaf 500.000 euro (1.000.000 voor gezinnen).
Graag had ik een antwoord gekregen op volgende vragen:
U wil het geld van de spaarboekjes naar de economie zien
gaan. Dit betekent m.i. dat dit geld naar bedrijfsobligaties of effecten gaat.
Denkt u niet dat juist een taks op de effectenrekeningen de noeste spaarder kan
afschrikken om de stap te zetten?
Nu al zijn 1/5 van de appartementen en huizen eigendom van
investeerders. Vreest u niet dat de taks op de effectenrekening mensen zal
aanzetten nog meer te investeren in het fiscaal gunstige vastgoed en zo de
vastgoedprijzen nog hoger zullen komen te liggen, waardoor het voor de minder
kapitaalkrachtigen nog moeilijker wordt om zich een eigen huis of appartement
te kunnen aanschaffen?
Is het verschil tussen rijk en niet rijk zijn slechts 1
euro, want dit is het verschil tussen een taks of geen taks op de
effectenrekening?
Zijn de bezitters van 10 huizen met elk een gemiddelde
waarde van 300.000 euro niet rijk en iemand met een aantal obligaties ter
waarde van 500.000 euro dat wel?
En een specifieke vraag aan het adres van vicepremier De
Croo, die enige tijd terug als justificatie voor de taks op de
effectenrekeningen stelde, dat iemand die over een effectenrekening van die
omvang beschikt, ook nog wel enkele huizen en/of appartementen heeft en dus de
taks zeer gemakkelijk kan dragen. Heeft meneer de minister deze uitlating
gedaan op basis van een grondig onderzoek?
En tot slot: wat is het verschil tussen een belegger/aandeelhouder
die met enkele effecten deelneemt aan een economische activiteit en een
groot-investeerder die zijn investeringen (deelnames/effecten) onderbrengt in
een holding, waar de eerste bij slechte beursresultaten het verlies slikt en de
laatste dit als kost recupereert via de belastingen?
Er moet geen taks worden betaald op niet-beursgenoteerde aandelen.
Dit betekent volgens mij dat de groot-investeerders (participanten in Waterland,
Verlinvest, NPM, Cobepa) en superrijken (zoals Coucke met Pairi Daiza) die een
bedrijf van de beurs halen, niet onderworpen worden aan enige rijkentaks.
Hebben dezen dan geen sterke schouders heeft en moeten die ontzien worden?
Ik ben maar een simpele burger, die zich deze vragen stelt.
Ik ben er van overtuigd dat onze eminenties bij de uitwerking van hun
begrotingsvoorstellen zich al deze vragen hebben gesteld en voor alle een
gedegen antwoord hebben.
Waarom een belasting op de effectenrekening een slechte maatregel is
Waarom een belasting op de effectenrekening een slechte
maatregel is
Omdat de belasting op meerwaarde voor aandelen op veel
tegenstand stuit, is er nu sprake van een belasting op de effectenrekening.
De CD&V wil kost wat kost een trofee om de vakbond tevreden
te stellen.
Het is weerom de vraag of de staat niet opnieuw zich in de
voet zal schieten.
Door de
effectenrekening te belasten riskeert men dat de spaarder zich meer en meer zal
richten op het aankopen van vastgoed of andere vormen van beleggen. Dit kan
naast een negatieve impact op de economie ook de prijzen voor vastgoed verder
opdrijven zodat het voor de minderbedeelden nog moeilijker wordt om zelf een
eigen woonst te kopen. En de investeerder wil rendement van zijn aankoop, dus
druk om de huurprijzen te doen stijgen.
Opnieuw zal de spaarzame middenklasse er het kind van de
rekening van worden. Dezen zijn het die via een effectenrekening bij een
financiële instelling hun centen (laten) beheren. De echte rijken zal men daar
niet dadelijk in terugvinden. Die zitten hoofdzakelijk in niet beursgenoteerde
investeringsholdings, met participaties in niet-beursgenoteerde bedrijven. Denk
hierbij even aan NPM, Cobepa, Waterland, Verlinvest e.a. Zal de voorgenomen
belasting die dan ontzien?
En wat dan met het non bis in idem principe, dat stelt dat
iets geen twee keer met eenzelfde doel mag worden belast? Het aandeel of de
obligatie als onderdeel van een beleggingsrekening wordt bij aanschaf reeds
belast. Het belasten van de beleggingsrekening belast deze investering opnieuw.
Het doel is hetzelfde: fiscaal inkomen voor de staat.
Dus is een belasting op de
effectenrekening zeker af te raden: ze is potentieel schadelijk voor de
economie, zal de minderbegoede en de spaarzame middenklasse treffen, ontziet de
echte rijken en is potentieel zelfs onwettelijk.
Hoe de sociale zekerheid veiligstellen: een alternatieve benadering
Hoe de sociale zekerheid
veiligstellen: een alternatieve benadering
De verzekering van de welvaartstaat vormt wellicht de
grootste uitdaging van deze regering en wellicht ook van vele nog komende. De
uitgaven voor de sociale zekerheid blijven maar stijgen door de veroudering van
de bevolking, versterkt door de migratie van zorgbehoevenden uit
oorlogsgebieden. De inkomsten voor het in stand houden van het systeem komen eigenlijk
van de bedrijven via heffingen op de lonen van de werknemers (patronale lasten
en werknemersbijdragen; bij ambtenaren is dit voor de staat een vestzak-broekzak
operatie).
Belastingen hebben als doel onze welvaartstaat te
bestendigen: enerzijds de leefomgeving van de gemeenschap (de maatschappelijke
infrastructuur) verzorgen (instaan voor bescherming en zekerheid en het faciliteren
van de samenleving door het aanbieden van een werkende infrastructuur) en daarnaast
ervoor zorgen dat het individu in de samenleving voldoende wordt ondersteund (gezondheidszorg,
kinderbijslagen, pensioen en bijstand in tijden van individuele nood).
Waar de uitgaven voor de sociale zekerheid stijgen door de
hogere levensverw achting en de
migratie, veroorzaken automatisering en robotisering een druk op de
inkomstenzijde. Hoe deze contradictie
oplossen?
Een verhoging van de BTW en accijnzen op tabak, geestrijke
dranken en andere producten die de gezondheid schaden, zal nooit volstaan en
daarenboven treffen die eigenlijk de minderbegoeden zwaarder dan de welgestelden.
Deze laatsten riskeren het gebruik van deze producten nog als een symbool voor
hun welvaart te beschouwen.
Ander fenomeen is dat de grootste verdieners lang niet de
grootste bijdrage aan de sociale zekerheid leveren. Via vennootschappen en het
oppotten van de verdiensten, waarbij ze zichzelf slechts een minimumloon toekennen,
ontlopen ze de zwaardere belastingen, maar doen ze wel schaamteloos beroep op
de sociale voorzieningen voor kinderbijslag, gezondheidszorg, studiebeurzen en
elke tegemoetkoming die de staat voorziet. Jawel, dit alles is zeker stikt
legaal.
Om deze problematiek op te lossen, moet het fiscaal stelsel
dringend en vooral grondig worden aangepast. Rommelen aan het huidig systeem
zal weinig soelaas bieden. Obliterate and reengineer! Uit deze zienswijze
werd onderstaand voorstel ontstaan.
Om voldoende inkomsten te genereren naast de verbruikstaks
op voor de gezondheid schadelijke verbruiksgoederen, kunnen we enkel
teruggrijpen naar het belasten van de bedrijven (privé en parastataal). Vakbonden,
vakbondsgerelateerde instanties en bepaalde middenveldorganisaties schuiven
steevast de belasting op vermogens als oplossing naar voren, maar die kent
teveel gebreken. Een vermogensbelasting verschuift geld, maar niet altijd op
een rechtvaardige wijze. Wat zal men als bezit in het vermogen opnemen? Hoe de
waarde van kunst bepalen? Wat doen met een stal oldtimers?
Daarom dit alternatief: belast de aanrekening voor geleverde
prestaties. Elk bedrijf dat een factuur
opmaakt moet een splitsing maken tussen de levering van producten en de
levering van prestaties. De vergoeding voor een prestatie kan eigenlijk gezien
worden als de betaling van het loon voor het leveren van de prestatie. Het
bedrijf dat de prestatie levert moet hierop periodisch een aangifte indienen,
conform de btw-aangifte. Hierop wordt de sociale zekerheid berekend en ij afgerekend.
Elke vennootschap of vennootschapsvorm moet hieraan voldoen. Ook de
vergoedingen voor mandaten mogen hieraan niet ontsnappen, moeten als betaling
voor het leveren van prestatie worden gezien en dus bijdragen aan de sociale
zekerheid. Indien nu een doorrekening
gebeurt naar een andere firma (vb. een onderaannemer die voor de prestatie of
een deel ervan een factuur indient bij de hoofdaannemer), dan mag dit bedrag in
mindering gebracht. De vergoeding die via de uitbetaling van de lonen wordt
aangerekend komt uiteraard in mindering van deze aanrekening.
Dit systeem moet nog worden uitgebreid met de bijdrage voor de
winst op verkoop van producten (die levert eveneens een vergoeding op en moet dus
ook bijdragen voor de sociale zekerheid).
Deze bijdrage wordt berekend op de operationele cashflow
(operationele winst + afschrijvingen + voorzieningen financiële opbrengsten +
financiële kosten; anders gezegd: de brutomarge min de diverse bedrijfsonkosten)
plus de reeds betaalde bijdragen voor sociale zekerheid. Uiteraard worden de
reeds betaalde vergoedingen voor sociale lasten van deze berekende bijdrage
afgetrokken, zodat die niet dubbel worden aangerekend.
Bij internationale bedrijven met afdelingen in meerdere
landen onderkennen we een bijkomende moeilijkheid. Daarom zou een bedrijf met
hoofdzetel in België en met afdelingen in het buitenland enkel betalen op de
EBIT die gerealiseerd wordt op de Belgische activiteiten (voor binnen- en
buitenlandse klanten). Dus overboekingen van winsten en kosten vanuit het
buitenland worden hier ontzien voor de bijdrage SZ (maar zijn wel onderhevig
aan de vennootschapsbelasting).
Een Belgische afdeling van een buitenlands bedrijf moet hier
gewoon bijdragen voor de SZ op de EBIT die het hier met zijn Belgische
activiteiten genereert (en dit zowel voor zijn binnenlandse als buitenlandse
klanten). De afdragen voor zijn moederhuis kunnen dan wel meespelen bij de berekening
van de vennootschapsbelasting in België.
Het voordeel van dit systeem: fiscale spitstechnologie heeft
geen vat op deze vorm van belasting. Buitenlandse onderaannemers kunnen enkel
hun sociale belasting recupereren voor het bedrag dat ze voor de prestaties
alhier in hun eigen land betalen. Daarnaast zal dit maken dat vele bedrijven
eigenlijk gemakkelijker zullen overgaan tot bijkomende aanwervingen, daar de
sociale zekerheid op hun aangerekende diensten toch reeds is verrekend.
Ik besef dat dit een serieuze ommezwaai betekent. Toch ben ik overtuigd dat dit systeem de basis kan vormen van een valabele oplossing voor het veiligstellen van ons sociaal zekerheidsstelsel.
Eerlijke fiscaliteit â of hoe ervoor zorgen dat de sterkste schouders effectief de zwaarste lasten dragen
Onder het motto de sterkste schouders dienen de zwaarste
lasten te dragen komen Kris Peeters, de socialistische partijen, de groenen en
de tenoren van het ACV en het ABVV steeds tot dezelfde oplossing: de vermogens(winst)belasting.
Nochtans is de inkomensongelijkheid volgens een recente studie
van de KUL, de belangrijkste oorzaak van de kloof en het vergroten van de kloof
tussen arm en rijk.
Het is een feit dat het niet de rijksten en de grootste
verdieners zijn die het meest belasting betalen (althans zeker niet
procentueel). Hierdoor lopen zowel de sociale zekerheid als de fiscus heel wat
inkomsten mis en hiervoor draait de middenklasse op.
Een van de oorzaken is dat het merendeel van de beste
verdieners zich laat uitbetalen via een managementvennootschap en nadien zelfs
via een constructie waarin meerdere vennootschappen en holdings de belasting en
de sociale zekerheid ferm helpen ontlopen.
Een vermogens(winst)belasting is geen eerlijke belasting! Niet
de superrijken zullen die betalen, wel de middenklasse, die gespaard heeft dat
haar handen kraken en hierdoor zich elke luxe of vakantie heeft ontzegd. De
echte rijke zal de dans ontspringen. Zo kennen de rijksten tal van vehikels
waarmee ze de belasting ontwijken. Via holdings en participatiemaatschappijen
investeren die in o.a. niet-beursgenoteerde bedrijven. Hoe kan de fiscus hier
een eerlijke taxatie op maken? Ik verwijs hiervoor naar het artikel n.a.v. de
verhuis van Alexandre Van Damme naar Zwitserland (zie http://newsmonkey.be/article/72803).
Het successierecht bij bedrijfsopvolging is hen ook erg gunstig (slechts 3% bij
een belang van minimaal 50%).
Hoe kan dit worden opgelost?
Vooreerst het probleem van de Sociale Zekerheid.
Wel, eenvoudig door de toepassing van een systeem zoals bij de BTW.
Elke vergoeding voor prestatie moet in aanmerking komen voor
de bijdrage aan de sociale zekerheid. Elk bedrijf dat een factuur opmaakt moet
een splitsing maken tussen de levering van producten en de levering van prestaties.
De vergoeding voor een prestatie kan eigenlijk gezien worden als de betaling
van het loon voor het leveren van deze prestatie. Het bedrijf dat deze
prestatie levert moet hierop periodisch een aangifte indienen, conform de Btw-aangifte.
Hierop wordt de sociale zekerheid berekend en afgerekend. Ook de vergoedingen voor
mandaten mogen hieraan niet ontsnappen, moeten als betaling voor het leveren
van prestatie worden gezien en dus bijdragen aan de sociale zekerheid. Indien nu een doorrekening gebeurt naar een
andere firma (vb. een onderaannemer die voor de prestatie of een deel ervan een
factuur indient bij de hoofdaannemer), dan mag dit bedrag in mindering
gebracht. Wanneer dit een binnenlands bedrijf is, is de operatie eigenlijk voor
de sociale zekerheid neutraal. Probleem stelt zich wanneer deze firma een
buitenlands bedrijf is. Wel, elk land kent een vorm van belasting voor sociale
zekerheid, zoals ook elk land een vorm van BTW kent. Daarom denk ik dat weinig
belastingbetalers die piste zullen bewandelen voor het ontlopen van de sociale
zekerheid, maar daarentegen zullen de hoofdaannemers die de sociale zekerheid
ontlopen via onderaannemers uit het voormalig Oostblok, enkel de sociale lasten
op het bedrag dat gefactureerd wordt door die onderaannemer kunnen recupereren.
Zal dit de winstgevendheid van de kleine ondernemingen
aantasten? Weinig, aangezien wie werkt met personeel, hierop reeds wordt
afgehouden. Enkel op de winstmarge die men op de prestatie neemt, zal er een
bijkomende bijdrage worden geheven. Dit is de bijdrage voor de bedrijfsleiding die
uiteindelijk ook geniet van de sociale zekerheid. En het grote deel van de
winst van middenstandsbedrijven zoals de loodgieter en de elektricien wordt
uiteindelijk grotendeels gerealiseerd door de winst op de geleverde producten.
Nu nog de belastingsbijdrage.
Vooreerst wordt een taks geheven op interesten en
dividenden. Het vermogen moet niet worden belast, aangezien elk vermogen in een
correct werkend stelsel voordien al werd belast: persoonlijk kapitaal via de
personenbelasting, aandelen via de winst van het bedrijf. Dus komt het er enkel
op aan een correct vennootschaps- en personenbelastingsysteem te introduceren. Als
beide systemen procentueel in overeenstemming met elkaar zijn, dan is dit al
opgelost. Hier ga ik wel uit van een vlak belastingpercentage, waar enkel voor
de echt lage lonen en vervangingsinkomsten kan worden van afgeweken. Met een
vlak belastingpercentage betaalt de grootste verdiener (persoon en bedrijf) het
grootste bedrag. Hier is het aan de fiscus om komaf te maken met tal van
onterechte aftrekposten en overdreven inbreng van kosten (in vele gevallen
privé-kosten die op de vennootschap worden afgewenteld). Het totale loon wordt
belast, ook dat wat door taksvrije instellingen wordt uitgekeerd. Het gaat niet
op dat de Europese en NAVO mandatarissen taksvrij (of nagenoeg taksvrij) zo niet
of weinig bijdragen aan een staat waar zij evengoed gebruik maken van de
infrastructuur en alle andere voorzieningen van deze staat genieten. Evenzo
moeten alle binnenlandse politici op alle inkomens de belasting betalen zoals
de persoon uit de privé.
Vraag is of de politieke kaste bereid gevonden zal zijn,
aangezien ze met dit voorstel ook een stuk in eigen vlees zullen snijden. Ter
overweging te nemen door hen: de Brexit en de keuze van Trump zijn beide uiting
van een anti-establishmentgevoel. De gewone man en zeker ook de middenklasse
nemen het niet langer dat hij/zij volledig de gevolgen ondergaan van de
financiële crisis. De globalisatie vreet hun inkomen aan, maar daarnaast zien
ze dat de toplonen onverminderd blijven stijgen tot zelfs astronomische
hoogtes, dat de politicus schaamteloos de kas blijft leegroven en vindt dat
hij/zij daar gewoon recht op heeft. Recent voorbeeld hiervan is de jaarlijkse
vergoeding die De Gucht nog steeds trekt uit de Europese kas, hoewel hij nog
via zijn diverse mandaten daarnaast nog een riant jaarloon binnenrijft. Maar
Karel De Gucht is geen alleenstaand geval noch is dit de exclusiviteit van de
Open VLD. Dergelijke gevallen die ruim in de pers komen en de jaarlijkse
berichtgeving over de exorbitante verloning van topfunctionarissen en
bedrijfsleiders voeden dit sentiment. Vandaar de roep naar een echte eerlijke
fiscaliteit.
Ik hoop dat de vakbonden en regeringsleiders op
zijn minst ook eens deze zienswijze de nodige aandacht schenken.
Zondag Beweging.net in het nieuws met hun oproep voor een
snelle taks shift. Wat een hypocrisie! Waarom nog het woord taks shift gebruiken?
Voor Develtere en Leemans is de definitie ervan een pure en onversneden
vermogensbelasting.
Hoe durven ze na het Arco-bedrog nog het woord
rechtvaardigheid in de mond nemen:
Eerst de spaarcentjes van hun leden verbrast en nadien via
hun afgevaardigde-ministers een nepoplossing naar voor geschoven waarmee ze de
brave Arco-vennoot mooi om de tuin hebben geleid.
Stellen dat men met de vermogensbelasting de grote fortuinen
zal doen betalen is de nieuwe leugen van deze kliek. Ik daag die heren uit om eens
aan te tonen hoe ze de echt grote vermogens zullen doen bijdragen. De
middenklasse zal hiervoor weer opdraaien. Trouwens, een vermogen van 1 miljoen
euro is al lang niet meer een groot fortuin.
Die heren kopmannen in de katholieke zuil, zijn de
hedendaagse farizeeën.
Ik geloof niet dat één van hen persoonlijk geld verloren
heeft in het Arco-dossier.
Is hun begrip van rechtvaardigheid misschien best weergegeven in de tekst van Matteüs 23,
27-28 Wee jullie farizeeën, huichelaars, jullie lijken op witgepleisterde
graven, die er vanbuiten wel fraai uitzien, maar vol liggen met doodsbeenderen
en andere onreinheden. Zo lijken ook jullie voor de mensen uiterlijk op
rechtvaardigen, terwijl jullie innerlijk vol huichelarij en wetsverachting zijn.
De PS wil de lonen van de
overheidsmanagers beperken, maar voor Bellens en Thijs zullen de politici
onmiddellijk een uitzondering maken. Hoelang zal het duren eer er geen enkele van
deze managers niet een uitzondering zal zijn op deze regel.
Johnny Thijs vindt voor hem een loon van 290.000 per
jaar geen rechtvaardig salaris.
Dit heeft toch niets met rechtvaardigheid te
maken, wel met zijn eigen marktwaarde en de prijs die voor een gelijkwaardige of
betere manager zou moeten worden betaald voor deze functie. Ik geef wel toe dat hij blijk heeft gegeven
van een kundig manager te zijn. Hoewel, heeft men ook al eens bekeken
hoeveel er aan vergoedingen voor management consultancy er door Bpost werd
betaald? Wat is dan de intrinsieke waarde van de bijdrage van Johnny Thijs himself?
En Didier Bellens? Deze meneer werd door de PS in zijn functie en loon geholpen en nu komen ze met het voorstel de lonen te beperken en ja, met heel zeker een uitzondering voor hun poulain. Zijn exorbitant loon wordt zgn gerechtvaardigd omdat het zeer moeilijk is om topmanagers te vinden in de telecomsector. Maar Bellens was geen telecom-man, hij kwam uit de luchtvaart!
Duco Sickinghe mag stellen dat Telenet onder zijn bewind een boost heeft gekend. Heeft
men het loon van Bellens ooit vergeleken met dat van Sickinghe?
Naast deze mag ook eens aangestipt dat velen van
deze managers nog tal van bijkomende bezoldigde mandaten bekleden, sommigen zelfs meer
dan 10. Alle mandaten slorpen tijd op! Ik geef toe dat sommige mandaten
een kruisbestuiving vormen ten gunste van de overheidsinstelling die ze beheren, maar dit zal
zeker niet gelden voor het geheel van de tijd die ze eraan besteden. Het zou misschien verstandig zijn
om de prijs per uur van deze mensen voor hun prestatie die ze leveren voor het
overheidsbedrijf in kwestie te berekenen. Eens zien of het loon dan nog in
overeenstemming is met wat gelijkwaardige posities betalen in de privé of het
buitenland.
Droomt minister Vanackere luidop of zal de gewone man zijn spaargeld toch
terug in aandelen beleggen?
Minister Vanackere wil gezinnen aanmoedigen om hun spaargeld terug in
aandelen te beleggen. Is de minister nu alle gevoel met de werkelijkheid aan
het verliezen?
Het spaargeld op het gewone spaarboekje dekt momenteel de
inflatie niet en dus zou een nieuwe wet à la Cooremans-De Clercq het spaargeld
naar de beurs halen.
Wie zal hiermee weer gediend worden? Toch de gewone man
niet!
Zou de minister niet eens eerst kijken waarom de burger
zijn geld op spaarboekjes houdt?
Dat de wet Cooremans-De Clercq in de jaren 80 een groot
succes kende biedt geen garantie voor de situatie vandaag. In de jaren 80 had
de burger nog geen beursval meegemaakt zoals in de beginjaren 2000, was hij
niet getuige geweest van het gespeculeer door de banken met de financiële
crisis als gevolg, was hij niet dagelijks geconfronteerd geweest met de
sluiting van zgn. vaste waarden die in hun kielzog tal van toeleveringsbedrijven
met zich meesleepten
Maak zelf maar eens de rekening en vergelijk een korf
aandelen op basis van de top 20 in België anno 2000 en kijk nu wat die vandaag
waard zou zijn. Wel, het spaarboekje komt steevast als winnaar uit de bus!
Trouwens, welke aandelen moet de brave burger, met zijn
beperkte kennis van zaken, kiezen? Dan wil ik nog zeker niet spreken over Opties,
Warrant, Futures, Turbos of andere derivaten! Zelfs het gewone bankpersoneel
heeft hier weinig kaas van gegeten en de burger zal zich zeker nog de
aanprijzingen herinneren van deze verkopers van financiële producten waardoor
hij nu met het verlies opgescheept zit.
Even misschien er ook nog op wijzen dat de wet
Cooremans-De Clercq toentertijd ook de pensioenfondsen een boost gaf. Dezen die
niet op tijd hun pensioenfonds aangepast hebben naar conservatief (dus weg
van aandelen) weten ondertussen hoe laat het is.
En dan nog de ACV / BACOB getrouwe, die er onlangs nog erg
overtuigend werd op gewezen dat zijn ARCO-spaargelden wel degelijk aandelen
waren en hij die dus kan afschrijven (in het beste geval zal hij nog zijn nominale
inschrijvingswaarde terugkrijgen vergeleken met een spaarboekje over dezelfde
periode eigenlijk een schamele troost).
Mijnheer de Minister, zorg eerst voor uw achterban en
zoek een oplossing voor de ARCO-gedupeerden. Herstel het vertrouwen en zorg dat
de belastingen omlaag kunnen, zodat we weer werkgelegenheid kunnen stimuleren.
Met minder kosten en een goed businessplan zal het kapitaal zoekende bedrijf
beter gediend zijn.
De regering heeft nog snel voor het jaareinde de regeling
voor de pensioenen getroffen. Werklozen en steuntrekkenden zullen (na een
overgangsfase) inboeten op hun pensioen. Dit moet bijdragen tot een hoger
pensioen voor dezen die werken tot hun 65 of langer en er ook voor zorgen dat
we langer aan het werk blijven in dit land (dixit Alexander Decroo).
Maar waar is al dat werk om de oudere werknemers aan de slag
te houden?
Mijnheer Decroo: de crisis is nog lang niet voorbij en
België scoort zeker niet spectaculair goed op vlak van herstel.
Dagelijks komen er berichten over personeelsreducties en bedrijfssluitingen.
In bedrijven waar het nog redelijk gaat komt de jongere garde zich aanbieden.
Voor de toekomst van deze bedrijven is het zeker normaal, dat ze de voorkeur
geven om jongere mensen een kans te bieden en ouderen te laten afvloeien en dit
niet enkel omwille van de loonkost.
Mijn opinie is, dat de regering beter eerst werk zou maken
van een reductie van de belastingen door een reductie van de overheidsuitgaven,
zodat bedrijven hier een toekomst zien.
Doe zoals de bedrijven in crisistijd: snoei in de uitgaven!
Snij nu eerst eens in de lonen en pensioenen van de ambtenarij. Daarnaast mag ook eens
gekeken naar de verdiensten (niet enkel hun loon, maar ook alle supplementen
daarnaast) van onze politici en vergeet daarbij de overheidsbedrijven en hun statutaire medewerkers niet.
Een kleine besparing op deze massa kan al voor een
aanzienlijke reductie tekenen. Geld dat kan aangewend om de werkgelegenheid aan
te zwengelen en aldus zal bijdragen tot het gezond maken van onze
overheidsfinanciën.
De volgende besparingsronde: begin bij de ambtenarij
Met zon 803.000 ambtenaren en een 345.000 ambtenaren die van een rustpensioen genieten, zou een relatief lage "crisis belasting" in functie van het inkomen een serieuze bijdrage leveren voor het delgen van onze overheidsschuld.
Met meer dan 40% van de ambtenaren en meer dan 15% van de gepensioneerden trekken maandelijks meer dan 4.000 euro. Een bijdrage die leidt tot een jaarlijks gemiddelde van 500 euro per ambtenaar moet kunnen.
Dit kan gezien worden als een rectificatie t.o.v. de bedrijfswereld, de financier van het staatsbestel.
Voor wanneer de structurele hervormingen binnen de ambtenarij?
Ambtenarenbestand in België telt zon 803.000 personen
hetzij zon 5,5%van de totale bevolking op arbeidsleeftijd. De loonmassa dat
dit vertegenwoordigt beloopt zon 46.487,1 miljoen euro per jaar of meer dan
10% van het BBP.
Daarnaast genieten zon
345.000 voormalige overheidsambtenaren van een rustpensioenen en zon 90.00 van
een overlevingspensioen. (cijfers van minister van Pensioenen - Michel Daerden,
PS).
De federale overheid met
een 185.000 gepensioneerden is goed voor een jaarlijkse kost van zon 345
miljoen euro, de Vlaamse Gemeenschap met 11.000 is goed voor een 20 miljoen, de
Waalse Gemeenschap en het Waals Gewest met 9.000 pensioenen voor een 19
miljoen, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met een duizendtal voor een goede 2
miljoen.
Het netto-uurloon van de werknemers uit de
overheidssector ligt zon 1,7% hoger dan voor gelijkwaardige verantwoordelijkheden
in de privésector. Met het hogere ambtenarenpensioen (levenslang
ondersteund door de perekwatieregeling) en werkzekerheid geniet het
overheidspersoneel bovendien nog eens van een extra voordeel.
De kost van ons overheidsapparaat wordt ondraaglijk voor
dit land, een kost die uiteindelijk wordt gedragen door het bedrijfsleven. De ongelijkheid
in vergoedingen kan nooit in het voordeel van een ambtenaar. Zo wordt de staat
de concurrent van de privé: je moet toch gek zijn, als je met alle voordelen van
een ambtenarenstatuut dan nog meer verdient dan met een onzekere job in het
privé!
Daarom is het meer dan nodig dat deze regering werkt
maakt van echte structurele hervormingen.
Als een ambtenaar evenveel wil verdienen als zijn
evenknie in de privé, dan moet hij of zij er ook de gevolgen bijnemen:
- Gedaan
met het statuut van statutaire tewerkstellingen en enkel nog contractuelen (die
indien niet voldoen kunnen worden ontslagen).
- Stop
met het ter beschikking stellen van overbodige ambtenaren. Zet die in op
andere departementen met openstaande betrekkingen.
- Hervorm
de loonpolitiek voor ambtenaren.
- Hervorm
de pensioenen naar het model van de privé: een geplafonneerde eerste pijler,
een tweede pijler volgens stortingen tegen een vast percentage).
(bron cijfergegevens: Nationale Bank & Alain Mouton in Trends)