Een allerlaatste blog nog, om te melden dat alle foto's nu bij de betrokken teksten staan. Dat dit niet eerder gebeurde, komt door het intieme souvenirtje dat ik uit Ethiopië heb meegebracht: een tropische infectie, waarvan nu het ergste voorbij is (hoop ik toch). Slimme mensen zijn nu aan het onderzoeken welk dier me bij m'n nekvel gehad heeft. Ze wisten me wel al te vertellen dat het niet dodelijk is, maar daar was ik zelf ook al opgekomen, anders had ik hier nu niet gezeten. Er moeten eerst nog wat beestjes op mijn ... groeien, vooraleer ze kunnen zeggen wie of wat de schuldige is voor het laattijdig aanvullen van de foto's.
Al bij al heb ik een reis gehad om nooit te vergeten en ik hoop dat jullie, via mijn blogs, een beetje mee hebt kunnen genieten.
Een eerste stap huiswaarts is gezet: met de bus reeds tot in Addis Abeba geraakt. Hier nog het een en het ander regelen en dan dinsdagavond met de vlieger naar Istanboel en verder naar Schiphol, om tegen dinsdagnamiddagweerthuistezijn.
De verslagen van de laatste dagen in Hawasa, wat ondertussen bijna mijn thuisstad geworden was, vind je hieronder
Vrijdag 28 februari: Voorlaatste dag in Hawasa
Deze voormiddag zou CSCA het beloofde programma starten met de eerste sessie van de training voor leraren en directeurs. We waren uitgenodigd om een deel ervan bij te wonen. Het zag er heel serieus uit, maar alles gebeurde in het Amhaars, zodat wij er geen jota van verstonden. Ze waren met zn negenen: 2 dames en 7 heren, waarvan ik er 3 kende: Yadesa, Estefano en Mesay. Iedereen nam om de beurt het woord en kreeg telkens applaus van de anderen. Tenslotte werd Sandra gevraagd ook iets te zeggen en of course moest ik ook mijn woordeken placeren. Had ik geweten dat ik hier regelmatig ging moeten speechen, dan had ik mijn Engels zeker wat bijgeschaafd!
Voor de rest is er vandaag niet zo veel gebeurd, alleen heb ik nog intens nagenoten van de dag van gisteren toen ik mijn blog daarover aan t schrijven was.
Zaterdag 1 maart: Laatste dag in Hawasa
Deze voormiddag was het de beurt aan de jongens voor hun eerste sociaal/psychologische training. We waren er ook weer bij en verstonden er, net als gisteren, geen enkel woord van. De jongens daarentegen waren een en al aandacht, sommigen gaven zelfs commentaar op iets wat de trainster zei. Ik had ze zelden, zo lang, geconcentreerd gezien. Bijna het ganse bestuur van CSCA was ook aanwezig.
Om de kinderen te belonen voor hun inspanning(en) en om hen het gevoel te geven dat we er allen voor hen zijn, gingen we samen lunchen. Dit gebeurde in een centrum dat CSCA ook sponsort, want de jongens mogen daar ook dagelijks komen eten. We zaten aan een grote tafel, allen kriskras door elkaar, er werd met de flesjes frisdrank geklonken en toen brachten ze 4 reuze-injerras met alles er op en eraan: spaghetti, rijst, vlees, groenten, sausjes allerlei en brood. Nu is het hier de traditie, als je iemand heel graag mag, dat je die ook gaat voederen, t.t.z. je neemt een prak injerra met vanalles erbij en biedt dat de bedoelde persoon aan, om het dan in zijn mond te stoppen. Het lijkt niet erg netjes en hygienisch, maar het betekent meer dan woorden. Dit was even terzijde om te vertellen dat Bruik, een van de straatjongens die een paar stoelen bij mij vandaan zat, mij een hap eten aanbood. Ik voelde me tegelijkertijd vereerd en vertederd. Ik denk dat ik die jongens ga missen!
s Namiddags hadden ze en afscheidsfeestje voor me gepland. De feestzaal was een van de huurhuisjes ( 2 op 3 m) waarin we met 7 kinderen en 7 volwassenen konden gaan feesten. Het was bovendien mooi versierd: op een geimproviseerde tafel stonden een rij brandende kaarsjes met daarachter allerlei flesjes frisdrank, ook stond er een schaal bananen, een kom mais met koekjes en een geheimzinnige doos. De jongens hadden hun paasbeste kleren aan: wit t-shirt en blauwe jeansbroek (kleren die ooit nog in mijn koffer gezeten hadden). Het feest begon traditiegetrouw met het toosten met de flesjes frisdrank en rondgaan met de versnaperingen, terwijl James, ook een van de jongens, de koffie bereidde. Ja, en daar begon de marteling weer: speechen! Als beloning voor al mijn inspanningen (vooral de speechen, denk ik), kreeg ik een diploma, werd de koffie geserveerd en de geheimzinnige doos geopend. Er verscheen een blauw-witte slagroomtaart met daarop de tekst: Rea we are like you. Prachtig toch? En dat in hun hun beste Engels. ( Hier Laat ik me Ria noemen omdat Irmgard al voor sommige Vlamingen te moeilijk is!) De taart was erg lekker, maar vooral zeer leuk! In een mum van tijd liep iedereen, blank en zwart, rond met blauwe en witte vegen op zn gezicht. Om de boel nog een beetje smossiger te maken werd er nog een bananenwedstrijd georganiseerd: twee jongens moesten om het vlugst 2 bananen naar binnen spelen. In het heetst van de strijd vlogen stukken bananen en schillen in het rond. Het zootje werd hierdoor nog completer gemaakt! En toen was de tijd van het afscheid aangebroken. Zo een emotionele echte bedoening heb ik bij ons zelden meegemaakt: er werd geknuffeld en geknuffeld en gezoend en gezoend en de lucht trilde van de takrijke I love yous. Ik ga ze echt wel missen, die jongens, maar ook de andere warme mensen, die ik hier heb leren kennen. Hun gevoelens zijn werkelijk oprecht!
s Avonds gingen we nog een hapje eten met Sandra, Lieke, Estefano, Tami, Kevin (een 25-er die pas was aangekomen en hier 6 maand ging blijven) en ik. Het was tenslotte ook Sandras laatste dag. Alles gebeurde in het (bijna) donker, want de electriciteit was weer maar eens uitgevallen en de wind verhinderde dat de aangebrachte kaarsen bleven branden. Maar blijkbaar zijn ze dat hier al zo gewoon, want ze gaan gewoon verder met hun bezigheden. Tot mijn grote verrassing bood Lieke me een geschenkje aan (k hoop dat ik het heelhuids thuis krijg, want het ziet er zeer fragiel uit), samen met een briefje waarin ze me dankte voor de financiele en morele steun. Om af te sluiten werd er nog eens, voor de zoveelste keer die avond, getoost met de flesjes en geknuffeld en gekust en met de woorden We (I) hope you (I) can come back. Morgen(zeer)vroeg vertrekken we naar Adis Abeba.
Zo, dit was dan mijn laatste blog (tenzij er nog iets spectaculairs zou gebeuren, of ik thuis behoefte krijg aan na-overpeinzingen).
Excuseer me ook voor de vele typfouten, maar ik ben al geen held in het typen, bovendien is dit een qwerty-Ethiopisch klavier, waarop sommige tekens (zoals bv. een trema) ontbreken.
Desondanks hoop ik dat jullie er toch een beetje van genoten hebben en dat jullie het de moeite waard vonden.
Ik dank jullie van ganser harte voor de interesse en voor de vele reacties.
Wat een dag! En dit door maar gewoon een try-out te doen voor een citytrip. Shemmy en Lieke hadden een traject uitgedokterd om de vrijwilligers en eventueel andere toeristen, de schoonheid van Hawasa te laten zien. Sandra en ik, wij kregen dus de eer om ons oordeel te geven over deze trip.
De ''bajaj-tour'' begon bij de vismarkt, die elke dag in de voormiddag plaats heeft. Bij die vismarkt, moet je je geen markt voorstellen waar vis gekuist, verkocht en verhandeld wordt, dit gedeelte neemt maar een fractie in van wat de eigenlijke vismarkt hier is. Eerst over het overdekte gedeelte: de vis ligt er gewoon bij hoopjes op de grond terwijl de mensen er al dan niet blootvoets tussen lopen. Ook op de grond wordt de vis gekuist en alle vuiligheid komt op een hoop terecht. Soms wordt hij ook wel in bakken gedaan, maar vele daarvan heb ik niet gezien.
De vissershaven behoort ook tot de vismarkt en dit is geen verzameling van vissersbootjes maar een massa aan kinderen die de netten weer aan het oprollen zijn. Deze rollen ze dan gewoon weer uit en gooien ze in het meer om ze 's morgens weer op te halen, samen met de stomme vissen die zich hebben laten vangen. De meeste van deze vissen zijn Tilapia's. Vele vissers staan hun vissen schoon te maken aan de rand van het meer waardoor er een overvloed aan vogels is, die deze lekkere hapjes niet willen missen. Behalve maraboe's en meeuwen, zagen we er ook pelikanen en kleinere vogels die gespecialiseerd zijn in het vissen (die blijven zo een beetje ter plaatse hangen en duiken dan plots in het water). Dit was een plaats waar je uren zou kunnen genieten: terwijl je uitrust in het gras, tussen de maraboe's, naar al de bedrijvigheid van mens en vogels kijken. Eigenlijk is het hier echt een rustgevend vredig land! Ons bezoek aan de vismarkt sloten we af met de regionale specialiteit: schoongemaakte tilapia (slechts de ingewanden verwijderd) in olie gebakken, dan geroosterd en opgediend met een (harde) tarwekoek, de klassieke limoen en een pittig sausje. Bestek wordt er niet bijgegeven: je moet de visvan de graten pulken of rechtstreeks met je mond het vlees van de graten bijten. Heerlijk toch om zo primitief te kunnen eten, bovendien was het reuzelekker! Gelukkig kwamen ze acteraf rond met het klassieke waterkannetje met teiltje.
Daarna gingen we naar een koffiehuis waar ze, volgens Shemmy, de beste koffie van de hele wereld schenken. En inderdaad, de koffie was overheerlijk, dat in tegenstelling met het interieur, als je het zo kan noemen. Hier en daar een houten paal en plastiek zeildoeken die zowel voor muur als voor plafond moesten doorgaan. En toch was het er gezellig. Hier heeft een mens minder en minder nodig om gelukkig te zijn, maar het genieten neemt met de dag toe.
Volgende stop was een souvenirshop, waar ik hoopte mooie T-shirts te vinden, maar die waren er niet, dus maar wat andere prularia gekocht. Als je alles omrekent in euro, ben je geneigd de ganse winkel leeg te kopen!
De lunch namen we weer in iets typisch, Warza of zoiets genoemd. Daar voor de Orthodoxen , Protestanten en 'k weet niet wie nog, de vasten begonnen is, wordt er in de meeste eethuizen geen vlees meer geserveerd. De vegetarische injerra smaakte eigenlijk wel overheerlijk. Als bijhorende drank kregen we Tej of honingwijn. Sandra en ik hadden die al in Wondo Genet geproefd, maar ik neem aan dat dit voor nieuwelingen wel een aparte ervaring zal zijn.
Vooraleer ik met m'n verhaal verder ga, eerst een korte les in aardijkskunde. Hawasa ligt aan de voet van een berg, die je, als je jong en sportief bent en goed schoeisel aan hebt, kan gaan beklimmen. Het uitzicht schijnt er fantatisch te zijn, want je hebt een overzicht over gans Hawasa en ziet ook Bushulo dat aan de andere kant van de berg ligt. Wij reden met de bajaj om de berg heen naar Bushulo. Hier moet het aardsparadijs geweest zijn! Dit was een soort schiereiland in het Hawasameer waar een nog heel primitieve bevolking leeft. Zij hadden blijkbaar nog nooit een blanke gezien, want jonge meisjes kwamen aan mijn arm voelen of die ook wel echt van vlees en bloed was, kinderen speelden naakt in het meer, de kleintjes liepen gewoon in hun blootje rond en velen leven nog in ronde hutten met een strooien dak, zoals we vroeger wel eens op tv zagen. Ondanks onze slippers (we zouden toch bijna een ganse dag in de bajaj zitten) wilden we toch het hoogste punt van dit schiereiland bereiken. Het lukte...met veel moeite en hulp, weliswaar. Het was er zo vredig en stil. Enkel het geluid van de vogels (geen mariboe's!) was te horen en die zaten dan ook dicht bij ons, want wij waren ongeveer op dezelfde hoogte als de kruinen van de bomen waarop de ibissen zaten en de aalscholvers aan het hijgen waren. Er waren ook nog tal van andere, kleinere, mooiere en vinniger vogeltjes, maar die waren jammer genoeg, steeds vlugger dan ik en het fototoestel. Sandra wou hier al direct een huis gaan bouwen en ik ook moest ik nog veel jonger zijn en zo rijk als Sandra. Toch weet ik, dat dit de plek is, waaraan ik zal terugdenken bij het kleinste (of grootste) dipje dat ik heb. Tenslotte werden we uitgenodigd om koffie te drinken in zo'n strooien hut. Het verwonderde me echt hoe groot het daarbinnen was. Centraal staat een stevige paal die tot in de nok van het dak reikt. Halfweg zijn er kleinere paaltjes aan vastgemaakt die het dak verder ondersteunen. Het is een zeer inventieve constructie. De indeling binnenin is als volgt: de helft van de hut is voor de dieren, de andere helft wordt nog eens door een rieten wand in tweeen verdeeld, het ene deel is voor te slapen en het andere voor gasten te ontvangen. (Het kan misschien anders zijn of geweest zijn, maar zo denk ik het me in). Daar het buiten zonnig was en binnen donker zagen we aanvankelijk geen steek toen we binnenkwamen en dus ook niet wie of wat er zich in de hut bevond. We zaten op een klein krukje en plotseling voelde ik iets duwen in mijn rug. Ik draaide me om (mijn ogen waren ondertussen al een beetje aan het donker aangepast) en zag dat het een kalf was. Bij nader toezien, stonden er in die ruimte achter me, 2 volwassen koeien (of was er een stier bij?) en 3 kalfjes, die gelukkig alle vastgebonden lagen. Ik wou een foto nemen om aan te tonen hoe dicht ik wel bij dat kalf zat, en stak daarom m'n voet tussen zijn poten. Begon die toch wel te plassen, zeker! Tot grote hilariteit van allen deelde ik in de spatten. Ondertussen werd de (zoute) koffie geschonken en de kopjes moesten, zoals alles op de grond staan. Deze werden dan ook regelmatig omgestoten door de kippen die daarbinnen en buiten de vrije loop hadden.
Na deze unieke ervaring werd de bajaj-tour afgesloten en deze was zeker zijn 500 birr (20 euro) waard, want dit was echt wel de mooiste dag die ik hier meegemaakt heb.
En nog was het niet gedaan: zoals jullie al weten had ik op de markt de benodigdheden gekocht voor een koffieceremonie. Blijkbaar moet dat kannetje een speciale behandeling ondergaan vooraleer het kan gebruikt worden (eigenlijk denk ik dat het meer een ritueel is, dan dat het echt nodig is). Sandra had daarom een afspraak gemaakt met Estefano. Zijn moeder zou mijn keteltje inwijden. Na veel poes en pas, werd de koffie, om het eten af te sluiten, in mijn kannetje gemaakt. Eerst handjes wassen onder het kannetje boven het teiltje, dan spaghetti eten en cola met wijn drinken en tenslotte koffie uit mijn kannetje en gepofte mais.De koffie was heel lekker. Ik hoop maar dat ik hem thuis even lekker zal kunnen maken.
Om deze schitterende dag af te sluiten, had Shemmy ons nog uitgenodigd om op hyena-jacht te gaan.Volgens onze bajaj-man lopen er in een bepaalde wijk van Hawasa hyena's rond, zelfs tussen de huizen. Naar het schijnt, durven ze ook mensen aanvallen, de gemene beesten. Het is dan ook maar griezelig als je op de onverlichte banen zomaar mensen ziet lopen in het hyena-gebied. Wat Shemmy met die badjaj uithaalde, om toch maar hyena's te spotten, was onvoorstelbaar, Hij zwiepte van links naar rechts en omgekeerd, put in, put uit,over obstakels, enz. Soms dacht ik dat we zouden kapseizen. Maar Shemmy is echt wel een superchauffeur. Een groot succes was onze jacht niet, maar toch hebben we een hyena gezien, dus geloof ik wel dat er meerdere zijn.
Dit was echt een dag om van mijn hele leven niet te vergeten!
Alhoewel ik vandaag leuke plannen had, want ik had een volledig vrije dag, heb ik bijna de hele dag strijd geleverd met ..... de electriciteit en het internet. Ik zou deze voormiddag mijn blog over de belevenissen van maandag afwerken en 's namiddags een beetje gaan genieten aan het meer. Lieke wou graag meegaan en daarom hadden we afgesproken om 15u30, want we zouden eerst nog een paar boodschapjes doen.
Dus vol goede moed naar het internetcafe en ik stortte me enthousiast op m'n dagelijks huiswerk. Na een goed uurtje verwoed typen viel de electriciteit uit. Roef! Alles weg! Ik had het wel gesafed, maar enkel datgene wat er al opstond. Irm - Internet: 0 - 1.
Een hapje gaan eten bij Lewi en weer aan de slag! Opnieuw goed opgelet dat ik mijn kladversie niet vergat te safen, maar ik was zo enthousiast aan 't typen en het vlotte zo goed, dat ik vergat om regelmatig opnieuw te safen. En lap, weer scoorde internet: Irm - Internet: 0 - 2
Een biertje gaan drinken om me te troosten en gebeld naar Lieke om onze afspraak uit te stellen of eventueel af te zeggen, want ik wou en ik zou vandaag beslist klaar komen met mijn verslag! Ik ging aan m'n vertrouwde computer zitten, want die kende zo ondertussen al mijn geheimen, en nu moest die weer gaan dwarszitten. Er was een probleem met Word zodat ik maar niet naar mijn vertrouwde websites kon gaan. Na minstens een half uur proberen door mij en door alle experten daar aanwezig, uiteindelijk toch voor een ander machien gaan zitten. Eindelijk kon ik voor de vierde keer aan mijn zelfde, alhoewel, elke keer verandert er wel wat, relaas beginnen. Nu gingen ze mij niet meer liggen hebben: ik zou mijn ganse verdediging goed opstellen in de vorm van safen, safen en nog eens safen, en dit om de 5 regels.
En zowaar, mijn tegenstrever had al zijn krachten, om mij te dwarsbomen verspeeld, zodat ik een hatrick kon scoren! Irm - Internet: 3 - 2
Eindelijk, na zo veel pogingen, was mijn verslag over een fantatische dag (dat jullie ondertussen al gelezen hebben) klaar. 'k Hoop dat het al die moeite waard was!
's Avonds nog een pizza gaan eten met Sandra en alle ergernissen met een paar pintjes weggespoeld. Thuis gekomen, (sorry, in m'n pension) nog 7 kakkerlakken, die met hun poten in de lucht lagen te spartelen, uit hun leiden verlost en hen naar hun vaste begraafplaats gebracht.
Yadesa kwam me na het ontbijt ophalen om naar het busstation te gaan. De bussen staan er zoals verwacht, niet netjes naast, maar kriskras door elkaar. En daar liepen ze, mijn jongens, met hun fluo-jasje aan. Ze verkochten allerlei prularia: kauwgom, snoepjes,tissues, enz. De meesten van hen hadden alles netjes in een mandje gerangschikt, zodat je meer verleid werd om iets te kopen. Ik kocht van elk een pakje tissues aan 2 birr per stuk. Sommigen probeerden me te plagen en vroegen meer, maar werden onmiddellijk door andere verkopers op de vingers getikt.
Alleen Sammi en Tariku ontbraken, maar daar was een heel goede reden voor, die ik vlug te weten zou komen. Yadesa en ik gingen de twee jongens ophalen in de compound om ... naar de bank te gaan. Zij hadden zo hun best gedaan, dat ze genoeg geld verdiend hadden om een eigen rekening te openen. Allerlei formulieren moesten ingevuld worden, waaronder ze, als volwaardige burgers, hun handtekeneing moesten zetten. Ook in een groot boek, eigendom van de bank, moesten ze, als nieuwe rekeninghouder, naast hun naam ook hun handtekening zetten.Tenslotte kregen ze hun eigen spaarboekje waarin, behalve hun foto, ook het gespaarde bedrag genoteerd stond. Wat een groot moment voor deze jongens en ik ben blij dat ik hiervan getuige mocht zijn. Dit is echt hun eerste grote stap naar een sociaal leven! Proficiat aan Yadesa, maar vooral aan de jongens.
's Namiddags moesten Yadesa en ik een contract tekenen tussen CSCA en mij. Daarin belooft de organisatie dat het geld, dat ik hen geschonken heb (dank zij jullie) zal besteed worden aan de vooropgestelde opties en me feedback zal worden gegeven over de verdere ontwikkelingen en vooruitgang van de jongens. 't Ziet er naar uit dat wij, met ons geld hen een hele grote stap vooruitgeholpen hebben.
De tijd die me restte, wou ik m'n avonturen van maandag beschrijven, maar daar ben ik nog steeds niet mee klaar omdat ik om 19 u uitgenodigd ben op het afscheidsfeestje van Sulaikah en Anneloes, die morgen (woensdag) weer, tegen hun zin, naar Nederland vertrekken. Het was heel gezellig in een typische Ethiopisch restaurantje, zeker wanneer regelmatig de electriciteit uitviel. We waren met negenen, waarvan er maar 1 persoon was, die ik nog niet kende, Nu wel dus. Er werden twee reuze-injerra's besteld: een bajonet (vegetarisch) en een met goulash. Lekker en gezellig zo met de hand mogen eten. 'k Ga dat missen, denk ik. Sulaikah nam dan het woord om iedereen te danken en lof toe te zwaaien, dan was het de beurt aan Anneloes, verder aan Sandra, dan Lieke en zo verder tot iedereen aan de beurt was geweest. Ik zat er zo een beetje bij als vijfde wiel aan de wagen, want die acht anderen, kenden mekaar al een heel tijdje en hadden al veel samengewerkt. Toch vroeg Lieke me of ik ook nog iets wou zeggen, en dan heb ik, met mijn kramiekerig Engels, wat uit m'n mouw ('t was wel een korte) geschud. Maar toch kreeg ik zoals alle anderen een daverend applaus.
Shemmy voerde me later naar mijn pension en, gelukkig, had ik m'n KW (voor die ene avond dat het niet geregend heeft) in z'n badjaj laten liggen. Toen hij hem terugbracht had ik net de 10 kakkerlakken ontdekt die zich in m'n douche bevonden. Hij maakte er geen probleem van om ze alle te vermoorden, behalve ene die naar de slaapkamer ontsnapte. Hopelijk valt ie me niet lastig deze nacht en maakt hij ondertussen geen kindjes bij. Morgen spreek ik de huisbaas erover aan.
Om 8u afgesproken bij Lewe voor het ontbijt samen met Sandra, Tami, Sulaikah, Anneloes en ik. We zouden met een auto en chauffeur (of is het andersom?)door Tami gegidst worden ten noordoosten van Hawasa. De witte Toyota Corola, die er trouwens redelijk nieuw uitzag (maar het in werkelijkheid niet was), waarmee we de trip zouden maken, had veel bekijks, zeker nu er drie blanke vrouwen instapten. Al wie op dat ogenblik in de buurt van Lewe was, kwam ons uitwuiven.
Na een klein uurtje rijden met veel getoeter voor de koeien, de geiten, de paarden, de ezels met of zonder kar, de mensen met of zonder kar, de moto's, bajaj's en allerlei ander gemotoriseerd voertuig, en ondertussen zoveel mogelijk verkeersregels overtredend (witte lijnen zijn er tot versiering van het wegdek), zijn we toch ongehavend in het natuurreservaat ''Abiata Shala - Austrich Parc'' geraakt. Dit park, zoals uit de naam af te leiden valt, herbergt heel wat struisvogels, die volgens de gids zeker niet uit Australie zijn ingevoerd, maar hier hun natuurlijke biotoop hebben. Eerst ontmoetten we de vrouwtjes die, zoals in tegenstelling tot de mensenwereld, heel wat minder mooi zijn dan de mannetjes. Hun veren zijn in allerlei bruine tinten, vrij kleurloos dus. Dan zagen we een echt gezinnetje: vader, moeder en twee kleine kindjes. Volgens de gids gaat het er bij de struisvogels net zo aan toe zoals in een goed huwelijk bij onze mensensoort: trouw tot de dood ons scheidt, en als dat dan ooit gebeurt mag er na een zekere rouwperiode een nieuwe partner gezocht en gekozen worden. Als dat niet schoon is! De mannetjes hun veren zijn hoofdzakelijk zwart en wit, wat uiteraard heel wat mooier is dan het eentonige bruin van de wijfjes. En toch zagen we een mannetje een blauwtje oplopen: hij was verliefd (of zo iets in de aard) op zo'n lelijk vrouwtje, maar die moest van hem niet weten en rende zo hard ze kon (tot 60 km/u) van hem weg. 't Zal hem leren, de Don Juan! In dat park waren er, behalve struisvogels, ook wrattenzwijnen (zegden ze ons) maar die waren net naar bed (midden op de dag!). Af en toe zagen we ook gazellen, de mannetjes met hun hoorns en de vrouwtjes met hun wit kontje en hun grappig staartje. Ook waren er veel parelhoenen en nog vele andere prachtige, lelijke en speciale vogels. De begroeiing en dan vooral de bomen waren heel bijzonder. Het zijn zo van die typische Afrikaanse bomen, waar ik geen ander woord voor vind dan ''parasolbomen''. Wellicht hebben ze wel een Vlaamse of wetenschappelijke naam, maar die ken ik niet. Deze bomen hebben een relatief dunne stam (ongeveer 20 a 30 cm doorsnee), die op 1,5 a 2 m hoog begint te vertakken in waaiervorm, sommige speciale gevallen breiden zich maar naar 1 kant uit; bovenaan hebben ze echter alle een practisch horizontaal bladerdek, zodat ze door hun structuur heel wat schaduw kunnen bieden tegen de bijna loodrecht invallende zonnestralen. Ik geloof dat er zo bonsaiboompjes bestaan.
In hetzelfde reservaat, maar dan 9 km verder, konden we aan de rand van het ''Abiata Lake'' flamingo's gaan bekijken. Aboe, die ons ook in het park gegidst had, zou ons vergezellen. Dat was natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Een Toyota Corola is nl. niet gemaakt voor zes volwassen personen, zeker niet als men wil dat de blanke gasten achteraan comfortabel zouden blijven zitten. Alle combinaties werden uitgeprobeerd om die drie volwassen mannen voorraan in de auto te krijgen, tot onze grote hilariteit natuurlijk. Eerst ging de ene op de andere zijn schoot zitten, dan de andere op de ene zijn schoot, tenslotte hadden ze toch de minst oncomfortabele oplossing gevonden: de chauffeur bleef uiteraard op zijn plaats zitten, Aboe ging dan zoveel mogelijk naar links op de zetel zitten en Tami op een bil nog naast Aboe. Lang moesten ze echter zo niet blijven zitten, want het traject naar het meer was absoluut niet geschikt voor Toyota's, maar enkel en alleen voor een 4x4. Dus moesten beide gidsen uitstappen om de chauffeur aanwijzingen te geven om zo veel mogelijk putten, bulten en andere obstakels te ontwijken. Het was zoals een derny-wedstrijd tijdens de zesdaagse van Gent, maar in plaats van een fietser die achter een motor reed, was het nu een motor (met een auto rond) die achter twee voetgangers reed. Was de weg dan een beetje berijdbaar, moesten ze weer uitstappen om stenen en andere rommel van het wegdek te verwijderen. Langs het terrein stonden ook veel doornenstruiken met kanjers van doorns, zodat de wagen zeker niet zonder talrijke schrammen is thuisgekomen. Met veel horten en stoten en een chauffer met een lip tot op zijn schoenen, zijn wij (de auto niet) ongehavend tot aan de kustlijn van het meer geraakt. Het meer was nog een heel eind lopen, maar de chauffeur wou geen meter verder rijden. We liepen dwars door de savanne: overal droogte met hier en daar een sprietje groen, een enkel of meerdere parasolboompjes samen. Koeien en ezels graasden van het weinige groen, terwijl andere zich beschutten, in de schaduw van de parasolboompjes, voor de zon. We moesten ons maar inbeelden dat de koeien buffels waren en de ezels zebra's en we waanden ons op safari! Tijdens de lange wandeling vertelden de gidsen ( Aboe in het Amhaars en Tami in het Engels) dat dit meer het diepste is van gans Ethiopie (28 km diep) en dat er middenin een eiland is dat volledig de flamingo's toebehoort. Miljoenen zitten er en geen mens die er ooit geweest is. Aboe moet een beetje compassie gekregen hebben met ''mother'', zoals hij me noemde, zodat hij me de literfles water uit handen nam en me zijn andere hand reikte opdat ik niet zou struikelen. Eindelijk raakten we tot op zo'n 50 m bij de flamingo's. Wat een prachtige en sierlijke vogels zijn dat toch, vooral als ze in groep opvliegen! We kregen er maar niet genoeg van. Aboe, die de vogels al meerdere malen gezien had, was er vlugger op uitgekeken dan wij en ging dus terug naar de auto ... met mijn water. Toen we eindelijk terugkeerden naar de Toyota, kwam Aboe me tegemoet gelopen met heel veel schuldgevoelens ...en mijn water. We zouden nu de parkgids vlug terug naar zijn habitat brengen en dan gaan lunchen. Maar dat was zonder de Ethiopischse ............. gerekend! (Vul zelf maar in, want ik vind er geen woord(en) voor). Na een ganse tijd rijden onder dezelfde omstandigheden als de heenreis, maar niet langs hetzelfde traject, beseften we dat we hopeloos verloren gereden waren. De savanne is dan ook overal hetzelfde. Een gps of een kompas had ons wellicht op de goeie weg kunnen helpen, maar ja, als je die niet bij je hebt, komen die ook niet uit de lucht te vallen. Tot overmaat van ramp ketste er een niet te kleine steen tegen de onderkant van de wagen. Eerst Tami onderde wagen, dan Aboe en tenslotte toch maar verder met een sterk tegenpruttelende wagen. Geen huis, geen mens en zeker geen garage was er tot in de verste verte te zien. De motor maakte echt een eigenaardig geluid, maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Ook zo in de savanne in Ethiopie. We zagen als het ware een menselijke gedaante in de verte, en dan nog een en nog een. We hadden de bewoonde wereld terug bereikt! Nu was het nog een fluitje van een cent om Aboe terug naar zijn vertrouwde park te rijden en daarna te gaan lunchen. Met een kuchende Toyota raakten we dan toch in de ''African Vacation Lodge''. Een super-de-luxe compleks bestaande uit allerhande huisjes die je kan huren voor 60 euro per nacht, een zwembad, een prachtig aangelegde tuin en zowaar een propere wc's waar je ook wc-papier ter beschikking had. Dit alles is gelegen aan het Longano-meer, het enige meer in Ethiopie waarin je als blanke veilig kan zwemmen. In alle andere meren of stilstaand water zit de bahlaria-bacterie, alleen hier niet. We namen een heel lekkere lunch (het was toen rond 15 uur) in een deel van het grote, prachtige restaurant en gingen dan eventjes langs het meer lopen. De luxe zou niet compleet zijn, moesten er geen rustplaatsen langsheen het water zijn. En ja hoor, om de 20 m lag er een 4-persoons-matras lekker overschaduwwd door een houten constructie. We lagen nog niet goed neer of men bracht ons al een hoofdkussen. Ik zou, na het vele wandelen, wel een dutje kunnen gebruiken, maar Sulaikah en Anneloes dachten er, in hun jeugdig enthousiasme, anders over.
Op het programma stond ook nog een bezoek aan Shashamene, het Rasta Faridorp bij uitstek, en Tami's tweede thuis. De tijd die we verloren hadden in de Savanne en de pissigheid van de chauffeur, liet ons slechts toe om een speciale 'juce' te gaan drinken in het cafe van Tami's Rasta-vriend. We zouden dan maar rechtstreeks naar Hawasa rijden en daar dan nog een hapje gaan eten. Maar dat was zonder de bijdrage van moeder natuur gerekend. Zij wou ook haar duit nog in het zakje doen om dit avontuur compleet te maken. Donder, bliksem en hevige stortregens werden ons deel. De chauffeur moest de wagen langs de kant zetten omdat hij niet wist hoe hij de damp aan de binnenkant van de voorruit kon doen verdwijnen. Als bescheiden Toyota-kenner heb ik dan dat stoer mannenvolk wat aanwijzingen gegeven zodat wij toch konden verder rijden met een nog steeds sputterende motor. Het begon ondertussen al stilaan te schemeren en donker en donkerder te worden, maar de lichten van de wagen werden niet aangestoken. Waarschijnlijk wist de chauffeur de knop daarvoor ook nog niet staan. Uiteindelijk toch veilig in Hawasa geraakt en samen met Lieke en Sandra nog lekker gegeten.
PS. Ik geloof echt dat deze blog behekst is, want ofwel viel de electriciteit uit, ofwel het internet, zodat, wat je nu gelezen hebt, de vijfde versie is.
Sorry, dat jullie de laatste dagen niks van me gehoord hebben, maar mijn inspiratiebron was op citytrip en bovendien wist ik eigenlijk niets interssants te vertellen. Maar ik probeer toch!
Deze morgen wou ik iets van kleren gaan kopen, want ik had toch wel een beetje te weinig voor mezelf in de koffer gestopt. Van winkel naar winkel gelopen, maar die meisjes en zelfs dames van hier zijn allemaal zo'n poppemiekes met maximum maatje 38. Uiteindelijk toch een legging (want hier laat haast niemand zijn benen zien- te lelijk zeker?-), met prachtige Afrikaanse kleuren, gekocht. In m'n pension mijn nieuwe (gedeeltelijke) outfit nog eens bewonderd en ja hoor, daar stond het zwart op wit: ''Made in China''. Gelukkig hebben ze ook mooie kleurencombinaties in China.
Verder nog wat rondgestruind langs allerlei verkopertjes of jongens die met een weegschaal voor hun voeten, ook een birr willen bijverdienen, of anderen die alleen met hun hand open wat willen krijgen, enz... Raar maar waar, ik begin al van dit land en zijn chaos te houden. Om over te steken, op een zebrapad, (die zijn er hier echt wel!), moet je tussen de ezels, paarden, auto's, moto's, bajaj's en nog ander gemotoriseerde voertuigen laveren. Hoe saai is het bij ons waar alle vervoer stopt voor een zebrapad, niks spannends aan! Hawasa is bovendien een van de weinige steden waar er verkeerslichten zijn. Ik denk echter dat die alleen maar dienen om de stad een beetje op te fleuren. Alleen als het echt heel, heel druk is, worden de lichten gerespecteerd. Als je dat vergelijkt met het verkeer bij ons: allemaal braafjes in dezelfde rij blijven, signaleren als je van richting zou willen veranderen. Griezelijk ordelijk, toch? Hier wordt de voorrang bepaald door getoeter en geroep. Toch veel spannender? En ik heb hier nog geen enkele aanrijding, zelfs geen hele lichte, weten gebeuren. 't Zijn hier dan allemaal wel supergoede chauffeurs, zeker?
Zondag, 23 februari
De dag ingezet met iemand gelukkig te maken. Mooi, he? Gisteravond vond ik in m'n koffer toevallig nog een stel nepjuweeltjes. Ik dacht onmiddellijk aan het schoe-shine-meisje, wiens kroeskopje ondertussen veranderd was in een reeks hele fijne vlechtjes, netjes naast elkaar. Ze was er dol-, dolblij mee, vooral de oorhangertjes met het roze pareltje(?) stonden haar beeldig! Met een prulletje kan je die kinderen echt gelukkig maken!
Daarna met Yadesa naar de dagelijkse markt geweest, omdat je alleen daar de ganse santeboetiek kan kopen voor een koffieceremonie, en ooit wil ik dat thuis toch wel eens proberen! Voor de rest was de martkt daar modderig (het regent hier bijna elke avond en/of nacht), wanordelijk en op sommige plaatsen ook heel vuil. De steeds maar overvliegende maraboe's maakten met hun gekrijs de boel er niet aantrekkelijker of vrolijker op!
's Namiddags om 11 uur, plaatselijke tijd, waren we uitgenodigd bij de straatkinderen. Zij zouden een koffieceremonie geven voor Sulaikah, Anneloes, Yadesa en mij. James (dit is niet zijn echte naam, want die kan ik niet uitspreken), de oudste en wijsste van de bende wijdde zich met veel overgave aan de ceremonie, terwijn Bereket, de andere oudere, het ontvangstcommite vertegenwoordigde. De zes anderen zaten braafjes naast elkaar op de matras. De ontvangst was echt tot in de puntjes verzorgd, zelfs met bijhorende koekjes en een soort eetbare graantjes. Abaydne bracht de sfeer er in door op een doosje te beginnen tokkelen en roffelen, wat de anderen spontaan uitnodigde om te beginnen dansen. Tenslotte kwam de kers op de taart uit een zak die Yadesa bij zich had. Hierin zaten allemaal sweetshirts, de ene met, de andere zonder kap. Na wat duw-, trek- en ruilwerk had iedereen toch wat hij wou.Ook Sulaikah en Anneloes genoten en hadden weer een pak nieuwe gegevens voor het project waarmee ze bezig zijn. Ik was vooral heel blij mijn kinderen nog eens gezien te hebben, want nu het school is, hebben ze nog extra lessen niet echt nodig.
Ik wou echt wel eens weten wat de plannen waren van CSCA (Concern for streetchildren association) met het geld dat jullie zo gul geschonken hebben.
In volgorde van belangrijkheid had CSCA volgende opties: 1) Sociaal/psychologische training voor 8 (ex-)straatkinderen 2) Training voor de leerkrachten en de schooldirectie van de straatkinderen 3) Verkooptraining en aanschaf van materialen zodat ze meer inkomsten krijgen voor hun eigen levensonderhoud 4) Aankoop van bedden 5)Aankoop van 2 televisietoestellen 6) zes maanden huur voor de accomodatie van 8 de kinderen
Om alle opties te verwezenlijken was er niet genoeg geld. Dit ligt zeker niet aan jullie, want CSCA had nog nooit zo'n groot bedrag in 1 keer gekregen. Wat voor mij als eerste optie afviel, was de TV's (ik hoop dat jullie daarmee akkoord zijn), want ook straatkinderen worden alleen maar lui door een ganse dag voor tv te hangen. Als tweede vond ik de bedden niet zo strikt noodzakelijk, want de meesten hier slapen op (een matras op) de grond. Dan bleven er 4 opties over, waarvoor net genoeg geld was.
Sociaal/psychologische training voor de ex-straatkinderen. Dit is het meeste nodig, want een klein misverstand of iets dergelijks is soms voldoende om hen weer de straat op te jagen. Dat hebben ze bij deze organisatie al ondervonden, want aanvankelijk zorgden ze voor 10 straatkinderen en daarvan zijn er 2 terug de straat opgegaan. Ze moeten echt een soort brainwashing krijgen om in te zien dat een sociaal leven waardevoller is dan een straatleven.
Training voor leerkrachten en schoolhoofden van de kinderen Mocht er onvoldoende geld geweest zijn, had ik deze optie ook laten vallen; ik heb het tenslotte ook gratis gedaan. Maar wellicht hebben straatkinderen een andere aanpak nodig dan gewone kinderen. Zij kennen echt geen enkele vorm van discipline.
Verkooptrainingen aankoop van materialen voor de kinderen zodat ze meer inkomsten krijgen voor hun eigen levensonderhoud Hier hoeft geen verdere uitleg bij, vermoed ik. Hopelijk komen er enkele goede huisvaders en/of handelaars uit voort.We kunnen maar hopen!
Zes maanden huur voor de accomodatie van 8 kinderen. Hun huisjes heb ik al in een van m'n vorige blogs beschreven. Voor die beide k(r)otjes moeten ze 250 euro huur betalen voor 6 maanden.
Murphy zal zich vandaag wel in de handen gewreven hebben! Eerst was er het tekort aan benzine. Shemmy had van deze ochtend 4 uur tot 10 uur bij de pomp staan aanschuiven om aan benzine te komen, deze kost hier voor 't ogenblik +30 birr per liter, dat is meer dan 1 euro! Voor deze mensen een fortuin, als je bedenkt dat een koffie hier 2,5 birr (0,1 euro) kost. Bijgevolg rijden er ook haast geen bajaj's en zal alles te voet moeten gebeuren. Dus niet te ver uit de buurt gaan en maar wat gaan prutsen op internet. En ja, ook het internet lag voor 't grootste deel van de dag plat, zoals ze dat bij ons zeggen. Hoe het in het Amhaars klinkt, zou ik eens moeten vragen, maar eigenlijk wil ik het niet weten. Vandaag heb ik me dus bezig gehouden met wachten en proberen en opnieuw proberen en dan weer wachten. Ik had dus ook veel tijd om na te denken en om de blog nog iets of wat interessant te maken, zal ik jullie wat vertellen over het Ethiopisch geld, dat zoals practisch alles hier, onvoorstelbaar ................. is. (Vul later zelf maar in.)
Vermits je je in Belgie geen Ethiopisch geld kan aanschaffen, was het eerste wat ik deed, in Adis Abeba, geld uit de muur proberen halen. Ja, proberen, want de meeste bankautomaten zijn meestal leeg. Alleen op de grote banken kan je iets of wat vertrouwen. Na enkele pogingen eindelijk een bank gevonden die bereid was ons te bevoorraden. En er komen zo van die schone, splinternieuwe, gladgestreken briefjes van honderd uit het gleufje, dat je vol goeie moed wil gaan shoppen (alhoewel dit helemaal niet mijn ding is). De eerste keer dat ik zo'n briefje van honderd uitgaf, schrok ik me bijna een ongeluk. Het wisselgeld dat ik terugkreeg op mijn mooi gladgestreken biljet, was als het ware een hoop vodden, een en al vuiligheid, en stinken!!! Ik denk dat sommige briefjes al een eeuwigheid meegaan, want sommige zijn echt tot op de draad ( als ze uit draden zouden bestaan) versleten. En dan de kleur: briefjes van 10 en 1 birr zijn mettertijd van hetzelfde soort bruin, zodat je het onderscheid alleen kan zien aan de grootte of door een dubbele bril op te zetten om de cijfers te kunnen lezen, briefjes van 20 en 5 birr zijn ook bruin maaar met eem blauwe schijn. Alleen de briefjes van 50 birr zijn oranje en iets of wat leesbaar. Wat ze echter alle gemeen hebben (de nieuwe briefjes uiteraard niet) is dat ze verschrikkelijk stinken. Dit is een geur die overal blijft hangen: in je geldbeugel, je handtas, je kamer, eigenlijk is die geur overal aanwezig. Het zal de Afrikaanse geur zijn, zeker? Maar ik ben er ondertussen al een beetje aan gewoon, en beloof op mijn eerste communie-zieltje om thuis eerst een uitgebreid bad te nemen vooraleer ik onder de mensen kom. In bijlagen kan je het verschil zien tussen een nieuw, een gewoon en een tot op de vouw versleten briefje. Je kan ook een muntje zien van 1 birr, waarvan het materiaal allicht meer waard is dan de munt zelf. Daarom is het misschien zo uitzonderlijk dat je een muntje als wisselgeld krijgt. Maar als ze op deze weg verder gaan, en de briefjes tot 20 birr vervangen door muntjes, krijgen ze hier misschien nog proper geld en een aangenamere geur.