Vanmorgen de voorlaatste moskee bezocht: de Ada Borgh
moskee. Interessant, maar ik heb er al mooier gezien. Overdaad schaadt
nietwaar. Dan wordt het beter. Er staat nog een 19de eeuws
koopmanshuis (1859) op het programma. Ditmaal van een familie Boroujerdi. Ze
waren stinkend rijk geworden door een monopolie in sier-ijzerwaren (zoals
bijvoorbeeld de waterpijpen ed). Het complex is 3.500 m² groot, met luxueus
ingerichte ruimtes en het ingenieuze koelingssysteem. Water wordt via GROTE ondergrondse
kanalen vanuit de bergen kilometers verderop aangevoerd. Op geregelde afstanden
worden boven de kanalen verluchtingspijpen geplaatst. Langs daar raakt de warme
woestijnwind/lucht in de kanalen en wordt het samen met het koele water richting
stad gevoerd. Naarmate de kilometers verlopen koelt het kabbelende water de mee
stromende wervelende lucht af.Het
bewuste paleis is aangesloten op een
aftakking van zo een water/lucht kanaal. Onder de vloeren van het gelijkvloers
van het huis ligt de verdere fijnmazige verdeling van de koele lucht in het
huis zelf. De energie die vereist is om de uit de woestijn aangevoerde en
intussen flink afgekoelde lucht door de kanalen en kanaaltjes te stuwen, wordt
gewekt door de onderdruk in een schouw van 1 m bij 0,5m en 20m hoog die in het
complex gebouwd is en die op het kanaalsysteem is aangesloten. De schouw
eindigt op een groot rooster langs waar de aangevoerde lucht het systeem terug
verlaat. De onderdruk wordt gecreëerd door het temperatuurverschil in de
schouw. Het koelingseffect is indrukwekkend: in de zomer daalt de temperatuur
in de aangesloten kamers met 12 tot 15 graden!Dus van 40° naar pakweg 28°. Volautomatisch en zonder energieverbruik.
Geniaal gewoon.
Tot slot bekijken we nog even de tuin Bagh-e Fin
(Koningstuin), want hij is ontworpen voor Shah Abbas. Een van de mooiste tuinen
van Iran en behorend tot Unesco Werelderfgoed. Hij is aangelegd volgens de
principes van de Achaemeniden (500 BC!). Volgens het Zoroastrische religie zal
het licht van een persoon die goed geleefd heeft (d.w.z. zijn licht door goed
te doen en goed te leven heeft versterkt) naar het paradijs. In hun taal
gebruiken zij een woord dat gelijkenissen vertoont met het Christelijke woord
paradijs. Het woord PAR zit er in en dat kom je hier overal tegen: Perzen,
Farsi, enz. Dus zelfs dat begrip en woord heeft het Christendom ergens anders
vandaan gehaald. En in dat paradijs kwelen de vogeltjes en klatert het water.
Dus kan je hier op aarde als voorproefje een stukje paradijs voor jezelf maken,
door een tuin aan te leggen. De principes zijn simpel: een tuin bestaat uit
minimaal vier vierkanten die onderling van elkaar gescheiden worden door een
beekje met kabelend beekje. In elk vierkant plant je bomen en planten en
bloemen naar eigen inzicht en vermogen. Heb je een groter oppervlak ter
beschikking, dan kan je naar eigen goeddunken twee of vier (of een veelvoud
ervan) vierkanten toevoegen. Het geheel wordt omzoomd door een kabelende beek.
Deze lay-out van een tuin vinden we in heel Europa en Azië, van België tot in
India, terug. Weer wat bijgeleerd! In het complex taat ook een prachtige hamman
(badhuis). Maar met een macaber randje. Amir Kabir, de persoonlijke raadsheer
van Shah Nadir, was - vooral op instignatie van de corrupte moeder van de Shah (uit vrees
ontmaskerd te worden)-in ongenade
gevallen en hij moest in die hamman zelfmoord plegen. Op zijn Romeins dus. Onze
Amir was een zeer capabele en integere man die door de Shah zelf was aangesteld
om de wijdverbreide corruptie binnen het staatsapparaat op te kuisen. Hij lukte
daar al te goed , zo goed dat hij inzag dat aan de top van de corruptie
piramide de moeder van deShah stond.
Dat had ie beter niet aangepakt.
Kashan is ook de stad van rozenolie. Wijd- en wereldvermaard
naar men zeg. Nooit iets van gehoord, dus eerst ruiken en daarna kopen, nooit
kopen zonder te ruiken. Goeddat ik het
zo doe. Dat spul heeft een heel zware en weinig verfijnde rozengeur. Het doet
me denken aan kinderparfum op de kermis. Sommige mensen van de groep kopen dat
spul. Ik vind het gewoon beschamend boerenbedrog. Maar ja, wie zo een klein
flesje van 1,5 cm hoog koopt tegen de prijs van 2,5 euro die wil toch echt
bedrogen worden hé.
Dat was het. Nu de bus in naar Qom. De laatste halte voor de
luchthaven van Tehran.
Het eten is hier erg zoet. Mierenzoet. Ik probeer de suiker
zoveel als mogelijk te vermijden, maar dat is niet vident. Overal draaien ze
suiker door. Bij het ontbijt heb ik me nog eens gewaagd aan iets nieuws: andeh.
Het ziet er uit als een siroop, maar de kleur is heel licht beige. Blijkt sesam
melk te zijn, althans zo noemen zij het. Is op zijn best als men het mengt met
dadelmelk. Die stroopheeft een heel diep donkere bruine kleur, ei zo na zwart.
Ik neem een druppeltje van elk en meng. Jakkes, mierenzoet. Mijn tong plakt aan
mijn gehemelte.
Gisterenmiddag heb ik eens organenvlees geprobeerd: Beryani
heet het. Het is vermalen tot fijn gehakt. Alhoewel de kleur niet direct
appetijtelijk te noemen is (donkerbruin alsof ze sommige ingewandenniet voldoende gewassen hebben, is de smaak
niet slecht. Maar ik ga het toch geen tweede maal bestellen. De naam van het
gerecht klinkt meer exotisch dan het smaakt. Zoals ik al eerder zei, de Iraanse keuken
kent, voor mij althans, geen culinaire hoogstandjes. De menus zijn na enkele
weken ook een beetje eentonig: kip kebab, lams kebab, mixed kebab (kip en lam),
kip met rode besjes, plat gekookte aubergines. Misschien bestaat er ook kat
kebab. Het enige wat voor mij een
openbaring is zijn de heerlijke verse kruiden (zij noemen het groenten) die bij
alles geserveerd worden. Ik herken alleen basilicum, munt en nog wel twee of
drie soorten groenblad die niemand van de groep kan thuis brengen. En ook de
overheerlijke yoghurt.
We zijn onherroepelijk terug naar het Noorden aan het
rijden. Vandaag gaan we van Esfahan naar Kashan. We komen door een dorpje,
Murchehkhor, waar tot 200 fotos van gesneuvelden (ik heb ze geteld) van de
Iran/Irad oorlog aan de verlichtingspalen hangen. Het maakt wel indruk moet ik
toegeven. Dan passeren we Natanz. Hier ligt één van de sites waar Iran
kerncentrales heeft gebouwd. Valt niet veel van te zien. Behalve dat ik flink
wat gecamoufleerd luchtafweer geschut opmerk. Ik was gealarmeerd omdat we geen
fototoestellen mochten boven halen. Interessant om weten is dat het nucleair
programma van Iran is opgestart door de laatste Shah, met actieve steun van de
VS. Na de revolutie hebben de Amerikanen hun handen hiervan terug getrokken.
Toen het stof van de revolutie was neer gedwarreld, hebben de Russen het
programma nieuw leven in geblazen. Het kan verkeren zei Bredero.
Net voor Kashan ( in Iran wil dat zeggen zo een slordige 130
km) maken we nog een omwegje naar het bergdorp Abyane. Hier lijkt het leven te
zijn blijven stilstaan. Het is een uniek bergdorpje vanwege zijn traditioneel
karakter en van zijn mooie ligging in de bergen. Het valt onder de Nationale
Monumentenzorg van Iran. De huizen zijn zonder één uitzondering allemaal met
adobe opgetrokken.
In de late namiddag kom ik aan in Kashan, het centrum van de
productie van rozenolie. Ben even door de Bazar gelopen, maar ik vind (nog)
geen rozenolie, wel rozenwater en dat is maar een flauw afkooksel naar het
schijnt. We zien morgen wel.
Vandaag belooft het weer een schitterende dag te worden. Ik
ben weer vroeg op en na een uitgebreid ontbijt stap ik om 7:30u alleen de deur
uit. Het reisprogramma start immers pas om 9 uur. Die oudjes van Nederland
moeten namelijk kunnen uitslapen. En we na het middagmaal met bus reizen, doen sommigen
nog een middagdutje. En die lui zijn allemaal jaaaren jonger dan ik. Goed. Ik
hou er een flinke tred in en na een dik kwartier stappen (rennen noemen de
Hollanders mijn stapritme) kom ik drie bruggen verder aan bij mijn doel. Ik wil
de brug Pole Khadju van zijn mooiste kant fotograferen. En daar heb ik de
vroege ochtendzon voor nodig. Alles verloopt perfect en tegen 8 uur ben ik
terug present in het hotel, net op het moment dat de rest van de groep gaat
ontbijten. Ben jij mal, die hele weg heen en weer aflopen, terwijl je weet dat
we er sraks met de bus naar toe rijden roepen (want zeggen is een te zwak
werkwoord) ze me toe. Ze kunnen/willen niet begrijpen dat zij straks de zon
onder een minder gunstige hoek zullen hebben. Moeten zij weten.
En inderdaad busje komt zo en we doen met zijn allen de drie
bruggen aan: Ploe Khadju, Pole Chubi en Sio-se-Pol. Vooral de eerste en de
laatste zijn indrukwekkend. De laatste heeft zelfs twee verdiepingen met
arcades. En s nachts zijn ze mooi verlicht. Dan komt het betere werk aan de
beurt. Eindelijk bezoeken we een Armeense kerk. Herinner je je les nog: de
Armeense Kerk heeft zich na het concilie van Chalcedon in 451 AD als eerste
afgescheiden van de toen nog jonge kerk. Ze konden zich niet neerleggen bij het
besluit van het Concilie dat de natuur van JezusGod in de gedaante van een mens was (zoals
een druppel water in een beker wijn niet meer te scheiden) en niet god alleen. Dat
was toen blijkbaar een zeer fundamentele kwestie. In 1603 laat Shah Abbas vele
duizenden Armeense handelaars met heel hun familie gedwongen verhuizen van
Jolfa in Azebeijan naar Isfahan. Momenteel gaat het, na de Armeense genocide
door Turkije, nog over slechts 200.000 mensen. Dat verklaart het bestaan van
een Apostolische Armeense kerk in deze stad: de Vank kathedraal gewijd aan
Jozef van Arimathea. Het kerkje dateert van 1606 en lijkt sterk op een
Grieks-Orthodox kerkje: klein, gedrongen en met een afzonderlijke klokkentoren.
Binnenin zijn alle cm² van de wanden mooi, in Grieks Orthodoxe stijl,beschilderd met Bijbelse taferelen. En plots
begint daar een gelovige te zingen. Zo feilloos dat ik eerst denk dat het een
CD is die speelt. Maar neen, hij staat onbewogen een lied te zingen waarvan ik
vermoed zijn van het eerste millennium van het Christendom dateert. Het lijkt
op iets dat het Gregoriaans vooraf is gegaan. Hij zingt perfect en de klank en
galm in de kerk is hemels. Alle aanwezigen van gelijk welke religie,
overtuiging of nationaliteit blijven geboeid luisteren. In stilte om de magie
niet te verbreken. Ik krijg er kippenvel van. Dat is van een andere orde dat de
goedkope liedjes in de katholieke zondagsmis.
Dan naar het muziekinstrumenten museum waar we, begeleid
door een lokale gidse, een overzicht krijgen van de vele instrumenten die in
Iran door de eeuwen heen gebruikt zijn om muziek te maken. Twee zijn wel erg
speciaal. Het eerste in een soort harp maar met de klankkast bovenaan. Het heet
Timurid Chang. Het tweede is een Tar (met een lange aa uitgesproken). Het is
een snaarinstrument en de klankkast bestaat uit onderaan een groter en
daarboven een kleiner deel. De twee klankkasten zijn uit 2 maal één stuk hout uitgesneden en ze zijn onderling
niet van elkaar gescheiden. Als beide houtblokken langs de binnenkant juist
zijn uitgehold (voor telkens de helft van de klankkasten), worden beide
houtstukken aan elkaar gelijmt.. Onderaan is er een draaipunt voorzien dat de
muzikant op zijn dij plaatst. Naargelang welke snaar hij nodig heeft kan hij
niet alleen zijn strijkstok wat kantelen, hij kan ook het hele instrument
draaien. Daarna krijgen we de kans om deel te nemen aan een optreden van een
groep specialisten die oude Iraanse muziek brengen op die oude instrumenten.
Heel mooi meegenomen zeggen de Nederlanders dan.
In de namiddag ga ik eerst naar de Masjed-e Jame moskee ook
Vrijdag moskee genoemd. Een schot in de roos. Dat ze momenteel aan een grondige
restauratie toe is, kan de pret niet bederven. Alle pleisterwerk aan de binnenkant
is verwijderd. Ik zie dus de blote baksteen en de manier hoe de enorme koepel
gebouwd is. Het lijkt eerder op een burcht dan een gebedshuis. Het complex telt
maar liefst 476 koepels, groot en klein. Men is met de bouw gestart in 772 AD,
boven op een oude Zoroaster tempel. De oudste stukken van het complex die men
heeft kunnen dateren, gaan terug tot 1086. Petje af. De preekstoel (Mejrab van
Sultan Oljaitu Khodabandeh) van stenen kantwerk dateert van de 11 eeuw! Een prachtexemplaar.
Als afsluiter nog in de gauwte de Koninklijke moskee op het Emam plein eer gaan
betuigen. Die heeft enorm grote en erg mooi mozaïeken zowel aan de buitengevel
als aan de binnenmuren. Maar ook dit monument wordt momenteel gerestaureerd. Gelukkig
heb ik toch nog grote delen kunnen bewonderen.
Esfahan, nesf-ejahan is een eeuwenoud gezegde in het Farsi.
Het wil zoveel zeggen als Esfahan, de helft van de wereld. Wat overdreven, maar
het is toch een aangename stad die een relax sfeer uitademt. De stad is zo
geworden omdat Shah Abbas de Grote in 1598 besliste van het bestaande dorpje (waarvan
de geschiedenis terug gaat tot de Achaemeniden pakweg 500 B) zijn hoofdstad te
maken. Hij had en precies plan voor ogen, met brede lanen en mooie tuinen. De 17de
eeuw was de gouden eeuw van de stad, gevoed door de lucratieve handel met vooral
India, Engeland, Frankrijk en Nederland. Maar in 1722 hebben de Afghanen de stad geplunderd
en 14 jaar later werd haar de functie van hoofdstad ontnomen.
Eerst bezoeken we het Naqsh-e Jahan plan. Een enorm groot
plein dat op de Unesco werelderfgoedlijst staat. Het is helemaal omgeven door
een dubbele arcade die alleen onderbroken wordt voor 4 monumenten van eerste
categorie. De meest indrukwekkende is de Shaykh Lotfollah Moskee (1602) . Zowel
de façade als de binnen koepel zijn de mooiste die ik ooit gezien heb. Recht
daartegenover aan de andere kant van het plein staat het Ali Qapu Paleis. Aan
de Zuidkant bevindt zich de hoofdingang van de Bazar Qaiarieh (Keizerlijke Bazaar),
twee kilometer op zijn langst. Hier gaat elke vrouw door de knieën. Aan de
overzijde eist de Koninklijke Moskee (1611) alle aandacht op, In een zijstraat
is een miniaturist ragfijn aan het schilderen met penseeltjes van één kattenhaar
dik. Hij schildert op rijstpapier of op kalkplaatjes gemaakt van gemalen en
daarna geperste kamelenbeenderen. Kunstig mooi, maar ik hoef het niet te
hebben. Dan naar het Esfahan museum. Niets veel nieuws, behalve dat het in een
mooi park ligt én dat op de muurschilderingen over banketten die Shah Tahmasp I
hier in de 16de eeuw organiseerde, naar Islamitische normen wulpse
taferelen afgebeeld staan: danseressen met doorzichtige sjaals (goed
geschilderd al zeg ik het zelf), wijn naar believen, mannen boven hun theewater
die discreet worden afgevoerd, schandjongens zoals ze hier worden genoemd enz.
Dat waren ook ware islamisten hoor!
In de namiddag was ik weer een vrij vogeltje. Ik ben naar
een paar plaatsen terug gekeerd om fotos te nemen met de zon in de goede
richting.
Nu nog wat over de Groote Oorlog tussen Irak en Iran. Na
de Iraanse revoltie was het leger een gedesorganiseerde puinhoop. Saddam had
zijn oog laten vallen op de rijke olievelden in het Westen van Irn, niet zo ver
van de grens met Irak. Bovendien was Iran in ongenade gevallen bij zijn traditionele
wapenleveranciers (VS en GB). Hij zag zijn kans schoon en valt in september
1980 Iran onverhoeds binnen. Aanvankelijk met veel succes. En niemand hield
Saddam tegen, ook de VS niet. Zijn analyse was correct, maar onvolledig. Hij
had nooit gedacht dat Khomeini er zou in lukken een gigantisch aantal jongeren
te mobiliseren en de kansen te keren. De prijs aan doden was hallucinant. In
1982 staan beide legers ongeveer terug aan de vooroorlogse grens. Maar Khomeini
stopt niet en wil duidelijk zijn revolutie uitbreiden naar Irak. Zodra dat
duidelijk wordt, krijgt Saddan de openlijke steun van verschillende Westers
mogendheden, waaronder de VS.Er
ontstaat een status quo en de oorlog verwordt
tot een gruwelijke stellingenoorlog. Net zoals bij ons in de Eerste
Wereldoorlog is de prijs aan doden hallucinant.Het resultaat van al die miljoenen doden? Niets. War? What is it good for? Nothing, absolutely nothing zong Eric
Burdon vorige eeuw. Het enige zichtbare
resultaat is dat in heel Iran, in elk dorp en stad, aan de lantaarnpalen tientallen
fotos hangen van de gesneuvelde jonge levens uit dat dorp of die stad. Echte
waanzin.
Ik hb bij mijn weten de man met de zeis niet ontmoet. Hij
zal mij in Esfahan dan allicht ook niet komen opzoeken. Onderweg vertelt de
gids Nojan wat over het huwelijk in Iran.
Vroeger moest de bruidegom aan de bruid een bruidsschat geven.
Blijkbaar komt deze praktijk overigens meer naar het Oosten in Afghanistan en de
andere stan landen nog steeds voor. Toen Iran wat moderner probeerde te zijn,
werd met deze traditie komaf gemaakt en vervangen door een soort borg van de
bruidegom. Die som wordt in onderling overleg vastgelegd in het huwelijkscontract.
Als de man later het huwelijk wil verbreken of als de man zijn vrouw een
aanleiding geeft om het huwelijk te verbreken (ontrouw, gebruik van drugs,
enz), dan kan de vrouw de uitbetaling van die som eisen en afdwingen via de
rechtbank. Een wet, die bedoelt was om de zwakkere positie van de vrouw te beschermen,
is compleet ontspoort. Vrouwen bedingen alsmaar hogere borgsommen (in gouden
munten), zelfs tot 400.000 euro, terwijl het gemiddelde maandinkomen van een
man 500 euro bedraagt. Ze wedijveren tegen elkaar op en na verloop van tijd zijn
er dames opgedoken die, omwille van de
hoge borgsom, effen huwen en na een jaar wel een reden vinden om het huwelijk
te verbreken, de berg gouden munten te innen (ongeacht of ze al steenrijk waren
en hun echtgenoot straatarm) en opnieuw te huwen. Jaja, zo gaat het vooruit hé.
De meeste mannen kunnen die bedragen uiteraard niet betalen, moeten hebben en
houden verkopen en de familie inschakelen om die astronomische borgsommen af te
betalen. Niet te verwonderen dat de gevangenissen vol zitten met wanbetalers.
Bovendien werkt de wet maar in één richting. Een man kan er geen gebruik van
maken. De wet geeft de vrouwen een financiële machtspositie die meer weg heeft
van financiële slavernij. Nu is die wet onlangs verfijnd heb ik begrepen. Er
staat een plafond op het bedrag om misbruiken te vermijden.
Nu over naar de praktijkles. Onze gids Nojan is Iranees en is
voor de Nederlandse wet gehuwd met een Nederlandse advocate. Maar ze moeten ook
nog eens trouwen voor de Iraanse wet, want anders kunnen ze in Iran onmogelijk
samenwonen, laat staan in eenzelfde hotelkamer slapen. Zo gezegd zo gedaan. Ze
vinden via de Iraanse ambassade een beëindigd Iraanse ambtenaar die het
huwelijk kan/mag voltrekken. Bij de voorlezing van de ontwerpakte vraagt die
man hoeveel gouden muntstukken het paar als borg overeen gekomen is. Nojan zegt
tegen de ambtenaar dat zij niets overeengekomen zijn, want dat men in Nederland
dat niet doet. Antwoordt de ambtenaar dat ie zonder een bedrag geen volwaardig
huwelijkscontract kan opmaken. Nou goed, zegt Nojan, dan nemen we 1 gouden
muntstuk (nvdr. hij is intussen dus duidelijk een echte Nederlander geworden). De
ambtenaar kan zijn oren niet geloven en begint op Nojans toekomstige bruid in
te praten. Hij haalt er nog een andere dame bij als getuige en om zeker te zijn
dat er geen communicatieprobleem is door de taal. Nojans toekomstige krijgt
het op haar heupen en roept tegen die twee Iraniërs dat ze moeten ophouden met
hun middeleeuws gedoe en dat zij en zij alleen beslist. In doodse stilte
noteert de beëdigde ambtenaar de ronde som van 1 gouden munt in hun huwelijkscontract.
Enkele jaren later is het echtpaar Nojan op bezoek bij zijn familie in Iran. Op
een dag gaan de dames samen naar de kapper om te roddelen en tegelijk even hun
haar te laten optutten. Tijdens één van de roddelrondjes blijkt dat haar schoonzussen
allemaal huwelijkscontracten hebben afgesloten met vele duizenden gouden
muntstukken als borg. Haar schoonzussen lachen haar dan ook uit met haar schamele
borg van 1 gouden muntstuk.Nojan zegt
dat sindsdien die borgsom op elk familiefeest van zijn familie in Iran voor
grote hilariteit zorgt. Maar dat intussen zijn vrouw er niet meer kan om
lachen. Besluit van Nojan: bij alle vrouwen, van welke cultuur ook, draait het
finaal om geld.
In Meydan even gestopt om een oude karavanserai te bezoeken
en de ijshuis waar ze het ijs tijdens de zomer bewaarden. In dit geval is het
een adobe gebouw met een kegelvormige toren boven de grond van ca 35m hoog
meteen diameter van ik schat 25m. De dikte van de muren en de kegel schat ik op
30 cm. In de winter werd die bovengrondse toren volgestouwd met ijs en naarmate
de ijsvoorraad door het verbruik slonk, dekte men het bovenvlak af met een
dikke lag stro. Dat volstond blijkbaar om de hele ijsmassa bevroren houden tot
het eind van de zomer. Dat is nog eens isolatie zeg!
Dan rijden we de woestijn in. Zo ver het oog reikt zie ik
alleen maar geel/licht bruin fijn zand. In het midden slingert een vette zwarte
streep erdoor heen: de asfaltweg. Voor de rest niets dan hitte. Na 2 uur rijden
duikt er plots een woestijndorpje op met bomen en groene planten. Dit moet
Nain zijn. Een eeuwenoud woestijndorpje vlak naast een ondergronds riviertje.
Het dorp is vandaag beroemd omdat er de oudste moskee van Iran staat. Ze
dateert van de 10de eeuw. Dat is duidelijk te merken: geen geglazuurde tegels, geen ronde
minaretten, geen exuberante versieringen. Alleen ruwe baksteen met wat
frivoliteiten in de manier worden de bakstenen gemetst zijn. Maar ondanks zijn
hoge ouderdom en bloedig verleden (vooral onder de Mongolen), komt het gebouw
er nog goed voor. In elk geval beter dan het Narin Kasteel dat van dezelfde
periode dateert. Maar dat is wel gebouwd met adobe stenen. Een grote hoop half
vergane adobe stenen.
En dan komen we aan in Esfahan. Maar dat is voor morgen.
Tijdens het ontbijt zijn enkele mensen van de groep bestolen
geworden. Ze hadden hun kamer wel op slot gedaan, maar niet hun reiskoffer. Bij
hun terugkeer bleek er bij hen telkens een deel van hun voorraad euros
verdwenen te zijn. De dame in de kamer naast mij is 250 euro kwijt. Dat
betekent dat ze allicht ook bij mij geprobeerd hebben. Pech voor hen want mijn
trolley was met slotjes vast. Oef dat ik het niet vergeten ben! Bovendien was
er een koppel dat hun geld in een kluis van het hotel in bewaring hadden
gegeven omdat de kluis op hun kamer niet werkte. Gisteren hadden ze via iemand
van de receptie nog wat euros uit de kluis gehaald en alles was OK. Ze geven
het koffertje met het resterende geld terug aan de receptionist met het verzoek
het zaakje terug in de hotelkluis te deponeren. Deze morgen bleek er 500 euro
verdwenen te zijn. Dat noem ik dieven met grote lef. Anderzijds vraag ik me af
wie begot zijn koffers geopend achter laat op zijnkamer?In een ontwikkelingsland is dat de poes bij de melk zetten. Erg vind ik
het.
De gids vertelt dat, naast de staatsgodsdienst, Iran 3
andere religies erkent en dus ook subsidieert: de Armeense christenen (orthodox
uiteraard), de Zoroastriërs en de Joden. Ieder mag binnen zijn gemeenschap doen
en laten wat ie wil. Bijgevolg heeft elke verstandige Iraniër een goede
Armeense vriend. Want daar kan hij ongestraft alcohol drinken en daar lopen de
vrouwen sluierloos rond. Dit reflecteert perfect de Iraanse mentaliteit
vandaag: ze leven onder een streng islamitisch regime, maar iedereen vindt wel
een modus vivendi die hem/haar past zodat het leven nog best meevalt.
Vandaag Zoroastrisme dag. Zoroastrisme is een zeer oude
godsdienst. Ene Zoroastra verkondigde, zeker al 1000 jaar voor Christus, een vernieuwende
en originele religieuze visie op de wereld. Volgens zijn leer zijn er fundamentele
4 elementen die men ten alle prijzen moet eerbiedigen: water, vuur, aarde en
licht. In elke mens zit het licht, de overwinning op de duisternis (zoals ik
een week geleden al uitgelegd heb bij de les blijven hé). Het menselijk
lichaam is niet meer dan een tijdelijk en bijkomstig omhulsel van dat eeuwige
licht. Als een mens sterft, mogen zijn vieze lichaamssappen de basiselementen
van de natuur niet bezoedelen. Daarom mag zijn lichaam begraven noch verbrand
worden. Daar hebben ze in die religie een oplossing voor gevonden: de lichamen van de overledenen worden naar een toren
van stilte (dakhmeh) op een berg buiten de stad gebracht. Boven op het plat
dak van de toren is een stenen put gemaakt waar de lijken worden neer gelegd
als voedsel voor de aasgieren. Die beesten weten dat verdomd goed en in een
klein half uur is de klus geklaard. De afgekloven beenderen worden door de
begrafenispriesters verbrijzeld en vermalen. De nabestaanden krijgen een urne
met dat beendergruis mee haar huis. Die priesters hadden een vreselijke rot
job. Het stonk daar permanent uren boven de wind en met de hitte was het
vergeven van de vliegen. De priesters werden wel uitstekend betaald, maar
mochten het heiligdom nooit verlaten omdat de bevolking niet helemaal onterecht
vreesde dat die priesters omdat ze altijd in die doodslucht moesten werken en
leven- veel ziektekiemen zouden kunnen overbrengen. Omdat het Zoroastrisme een
rigide kaste systeem huldigde (je kon je kaste nooit verlaten) ging de job dus
over van vader op zoon. Dat is zo doorgegaan tot in de 20ste eeuw.
De Shah heeft het dan in de loop van vorige eeuw verboden
omwille van de volkshygiëne, want de aasgieren laten in hun vlucht nogal eens wat
losgerukte vleesbrokjes vallen. Het gevolg was dat er meer dan eens een vinger
of een voorarm uit de hemel op de straat of op een binnenkoer terecht kwam. Tot
op heden is die religie nog wijd verspreid in Balkan, Klein Azië, Irak, Iran,
de Stan-landen en India. Heel merkwaardig: de priesters van deze religie hebben
een klederdracht die als twee druppels lijkt op de klederdracht van de
Orthodoxe religieuzen. Is duidelijk waar die dat van afgekeken hebben!
Eerst brengen we de Torens van de Stilte even buiten Yazd.
En inderdaad op twee heuvels van pakweg 100 m hoog staan een ronde toren. Op de
tijd die we krijgen om er een te bezoeken, heb ik ze alle twee beklommen. Eerst
de hoogste, dan de iets kleinere. Als ik e niet vergis was ik de enige .Op de
begane grond staan de ruïnes van de huisjes waar de priesters woorden. In Yazd
is nog een levende gemeenschap Zoroastriërs en die hebben hn (moderne)
Zoroastrische Vuurtempel in de stad zelf. Dat is een gebouw met op de
frontgevel de Faravahar die de Zoroastriërs hebben overgenomen en binnenin een
vuurkorf die eeuwig moet blijven branden. En hij brandt!
Vervolgens nog even naar het Amir Chakhmagh complex. Het is
geen moskee, maar de vertrek- en aankomstplaats van de Ashura optochten . Zoals
ik al eens uitgelegd heb waren dat vroegere bloederige en masochistische
optochten ter nagedachtenis van de martelaarsdood van Housein, de zoon van
Mohammed. Nu zijn ze verworden tot een pittoreske macho karnaval optocht.
Na de middag naar de Masjed-e Jomeh Moskee (Vrijdag Moskee)
van de 14de eeuw gestapt omdat het wel een heel speciale is. De
ingang (= eivan) is, in tegenstelling tot de inkomhallen/bogen van andere moskeeën
smal en extreem hoog en het plafond aan de binnenkant is bedekt met stalactieten.
Indrukwekkend. En s avonds wordt heel dat kantwerk verlicht in een lichtblauwe
kleur. Prachtig. Binnen in de moskee zijn alle muren en plafonds bedekt met
veelkleurige mozaïeken. Maar ik ontwaar in sommige mozaïeken verdorie
hakenkruisen! Vanwaar die komen moet ik
nog achterhalen. Dan rondgeslenterd door het oude stadscentrum bestaande uit kleine
lemen huizen in een wirwar van steegjes. De puren van de huizen lijken sterk op
de adobe huizen in Zuid Amerika en ze isoleren even goed!
Ik verneem dat de mensen hier, vooraleer er koelkasten
waren, heel de zomer over ijs beschikten. De ging als volgt in zijn werk. Ze
groeven in diepe put in de grond, pakweg 15 m diep. Hij had een conische vorm.
Bovenaan een diameter van 70-80 cm en onderaan een doorsnee van 6-7 meter. De
wanden werden rondom tot boven helemaal bezet met een adobe-laag van ca 20
cm dik. Adobe is een uitstekende isolator. Ik heb dat in de Andes wreed kunnen
appreciëren. In de winter laten ze het opgehaalde water s nacht bevriezen (het
is hier woestijn voor iets hé). s
Morgens oogsten ze rappekens het ijs en kieperen het in die put tot ie vol is. Door
de goede isolatie en zijn conische vorm blijft het ijs een hele zomer bevroren.
Gisterenavond met de die hards die bereid zijn om 12euro te
betalen voor een lekkere maaltijd zijn we even ons boekje te buiten gegaan Haft
Kahn Restaurant (www.haftkahnco.com).
Was een heel speciaal kader (zonder tafel, eten zittend op tapijten en kussens.
Dus eigenlijk een beetje op zijn klassiek Romeins, maar dan zonder luchtig
geklede gezelschapsdames. Heb geopteerd voor Dizi. Een stampotje dat ik op 7
oktober beschreven heb, maar nu wel meer verfijnd. Maar een ding wet ik zeker:
met mijn lange benen is het niet comfortabel zitten.
Enkele (niet alle)Nederlanders in de groep beginnen wat last te krijgen van haantjes
gedrag. Dus beslis ik, op één van de dagen dat ik in het hotel in Shiraz
verblijf, even een sociologische test te doen. In het restaurant hebben ze aan
elke groep een tafel toegewezen. Vermits elke groep gebonden is aan een
nationaliteit hebben ze op de overeenkomstige tafels een mini standaard met de
nationale vlag gezet. Dat maakt het voor iedereen makkelijk. Goed, ik zit
(weer) als eerste aan het ontbijt aan de Nederlandse tafel met bijbehorende
vlag. En ik zie dat er ook een tafel gereserveerd is voor een groep Belgen,
want op een tafel zie ik de Belgische driekleur wapperen.Ik leen het Belgische onding even en zet het
ostentatief voor mij op onze (Nederlandse) tafel. Het Nederlands vlaggetje
schuif ik gewoon 1m verder op dezelfde lange tafel. Wat later verschijnt het
eerste Nederlands koppel van onze groep. Alvorens goede morgen te wensen, maken
ze onmiddellijk opmerkingen over de Belgische vlag. Ze vinden dat ik wel erg
chauvinistisch uit de hoek kom. Waarop ik hen antwoord dat zij wel erg chauvinistisch blijken te zijn want dat zij me zelfs nog geen goede morgen gewenst hebben.
Stilte. Even later verschijnt het tweede Nederlands koppel. De scène herhaalt
zich met bijna exact dezelfde woorden. Ik geef hen hetzelfde antwoord en voeg
eraan toe dat ik bezig ben met een sociologisch onderzoek om mijn stelling te
onderbouwen. Stilte. Na nummer drie zeg ik dathet wetenschappelijk onderzoek wordt afgesloten en leg de standaarden
horizontaal op tafel. Zonder er verder bij na te denken, eerst de Nederlandse
en daarover gekruist de Belgische vlag. Vlam, opnieuw opmerkingen. Quod erat demonstrandum zouik zo zeggen.
Het zij zo. Op naar het graf van Cyrus de Grote in
Pasagardae. De legende over zijn geboorte en eerste levensjaren komen mij verdacht
bekend voor. Herodotos vertelt erover dat Cyrusj na zijn geboorte aan zijn lot
werd overgelaten en groot gebracht werd door vreemdelingen. In die periode
waren de Perzen nog onderdanen van de Meden. De koning van de Meden, Astyages,
vernam van zijn raadgevers dat er een kind geboren was dat hem later van de
troon zou stoten.Zijn reactie was
voorspelbaar en eigenlijk, in de geest van die tijd (eerste helft van de 5de
eeuw BC) onvermijdelijk. Hij liet alle kinderen die binnen dat tijdsbestek
geboren waren, vermoorden. Maar Kuroush, zoals hij in het Perzisch heet, glipt
door de mazen van het dodelijke net. Straf hé!
In 550 BC is t van datte. Onze Cyrre verslaat koning
Astyages. Hij lukt er bovendien in Perzen en Meden onder zijn bevel te verenigen
tot één groot en ervaren leger. Zo verovert hij in het Westen heel Klein Azië
en Saris, de stad van de rijkste koning van zijn tijd: koning Croesus. Vanaf
545 BC begint hij met de verovering van Centraal Azië en voegt de volksstammen
van het huidige Pakistan en Afghanistan aan zijn rijk toe. In 535 BC is hij
terug thuis en verovert hij nog snel even Babylon. Xenophon beschrijft de man
als een opmerkelijk verstandig man die door had dat hij met tolerantie, begrip en
inlevingsvermogenveel meer kon bereiken dan met geweld. Voor die tijd was dat eigenlijk
een baanbrekend inzicht. Er moet wat van waar geweest zijn want hij was bv ook
de man die, na de onderwerping van de Meden, de Joden die daar in gedwongen
ballingschap leefden terug naar Israël liet gaan en hen toeliet hun tempel te
herbouwen en die, na de verovering van Babylon in 538 BC, aan zijn troepen de
opdracht gaf de inwoners te sparen. Dat bevel over de rechten van de inwoners
van Babylon liet hij in een stenen rol beitelen. Die rol bestaat nog en geldt
tot op vandaag als de eerste officiële verklaring van rechten van elk mens. Als
echte krijgsman in hart en nieren is hij gewelddadig aan zijn eind gekomen. Hij
stierf tijdens een veldtocht tegen een Scythische stam, de Massagetae. De
aanvoerster was een furieuze madam die gezworen had Cyrus te doden omdat ie in
een vorig gevecht haar eigen zoon gedood had. Tijdens die veldslag valt Cyrus,
zwaar gewond, op de grond. Ons woeste madam verneemt dat, snijdt de borstkas
van de zieltogende Cyrus open, rukt het nog kloppende hart uit zijn lchaam en
hakt dan zijn hoofd af. Dat van dat hart had ze bij het lijk van haar zoon
gezworen. Dat van het onthoofden was een klassieke routine bij de Scythen. Ze
spleten de schedel van hun overwonnen vijanden horizontaal net boven de ogen
door, maakt hem proper en gebruikten hem als drinkbeker. Voorwaar een
bloeddorstige madam.
Ahwel, het graf van die Cyrre bezoeken we vandaag. Het is
een heel eenvoudige constructie in de vorm van een mini ziggurat en het staat
binnen de stadsmuren van de residentie die Cyrus voor zich had laten bouwen in
Pasargadae, niet ver van waar een tijdje later Persepolis zou gesticht wordt
door zijn derde opvolger Darius. Juist op de plaats waar hij in 550 BC
Astyages, je weet wel die koning van de Meden, verslagen had. In 324 BC is Alex
ook hem eer komen betuigen. Tot zijn ontsteltenis was het graf geschonden en
lagen de beenderen van Cyrus verspreid op de grond. In de grafkamer zelf was
niets meer te vinden van de gouden sarcofaag, de juwelen, de kostbare klederen
en tapijten, zoals zijn verkenners beschreven hadden. Alex heeft het graf laten
herstellen en opnieuw verzegelen.
De stad Pasagardae is ongeveer 1 km² groot. In feite was het
een enorm grote bloemrijke ommuurde tuin in wat nu een volledig verdorde en
gortdroge valei is. In die immense tuin stond er aan de ingang een anti-chambre
voor de bezoekers/gasten, de Apadan (de officiële ontvangstruimte) en het
paleis waar Cyrus zelf verbleef. Zo een
weelderige planten- en bloementuin in zo een droge zandbak werd mogelijk gemaakt
door een erg verfijnd irrigatiesysteem dat het benodigde water van de bergen
aan de horizon niet alleen binnen de stad bracht maar tevens alle bloemenperken
permanent bevloeide. De hoofdkanalen van dit systeem zijn nog steeds zichtbaar.
Archeologen zijn zeker dat het de stad van Cyrus is omdat op verschillende
plaatsen in spijkerschrift gebeiteld staat: Ik ben Kuroush, van de Achaemeniden.
In Iran levennog
twee nomadenvolkeren: de Qashqa (nu weet je ineens waar de japanners de naam
van dat automodel vandaan hebben) en de ik-ben-het-vergeten. De hele 20ste
eeuw probeerde de regering van de twee Shahs die mensen te domesticeren.
Poging mislukte uiteraard. Na de revolutie verandert de aanpak fundamenteel.
Het nomadenbestaan wordt geromantiseerd en opgehemeld en er wordt rondreizend
onderwijzend personeel ingeschakeld om het analfabetisme tegen te gaan. Met
succes. Een afgeleid voordeel waar aanvankelijk niet aan dacht is , dat de
opgeleide jeugd in een huis WIL wonen in plaats van rond te trekken. Binnen dit
en 50 jaar heeft dat probleem zichzelf opgelost.
We komen eerst aan bij Gualeh Dokhtar, de vesting van
Aredshir e Bakakan. in de Tang-i Ab kloof nabij Firuzabas. Die man was
gouverneur van het gewest Far tijdens de Achaemenidische dynastie en hij had
een goed politiek en militair inzcht. Hij zag in dat de macht het de Achaemenidische
dynastie tanende was en hij zag zijn kans schoon. In 209 na Ch. Beslist hij een
eigen vesting te bouwen. Dat komt neer op een oorlogsverklaring aan de
(laatste) Achaemenidische koning Artabanus. Die man zijn hoofd zat eerderbij de oorlogen met de Romeinen dan bij een
(kleine) binnenlandse rebellie. Hij verliest echter de veldslag van 226 D. De
Achaemenidische dynastie is na zoveel honderden jaren voorbij en Ardeshir wordt
de nieuwe koning en sticht meteen de eerste koning van een nieuwe dynastie: die
van de Sasaniden en goed voor de volgende 400 jaar. De klimpartij naar de ruïne
van het kasteel is pittig, zeker bij deze temperaturen. Maar hij die geen sport
doet komt als eerste boven. Hm.
Dan naar s mans paleis. Zodra zijn vesting afgewerkt was,
begon hij as koning van Perzië aan een eigen Paleis in de buurt. Speciaal omdat
toen voor het eerst (en dus niet door Moslims) een ronde koepel op muren in een
vierkant gebouwd werd. Een knap staaltje van berekenen van krachten om te bepalen
hoe dik de muren moeten zijn en een breed en hoog de koepel mag wezen. Dat was
een fundamentele verfijning van de bouwinzichten van de Romeinen, die tot dan
de meesters waren in het bouwen van alsmaar grotere overspanningen. Toen dit
gebied in de 7de eeuw door de Moslims werd veroverd, waren ze
gefascineerd door deze bouwtechnieken en snel daarna begonnen zij hun moskeeën
op die manier te bouwen. Spijtig dat ik dit niet aan Nicole kan vertellen. We
hebben daar nog wat over gediscussieerd! Enne, ik heb gelijk gekregen.
Vandaag dé dag waar ik sinds lang naar uitgekeken heb:
Persepolis. Onze gids is verstandig. We vertrekken later want de grote golf
toeristen komt in de voormiddag en dan kan je daar over de koppen lopen. Wij
zullen in de namiddag komen als bijna iedereen naar zijn hotel is. Goed zo!
Dus vanmorgen nog net even tijd om naar de Naser el-Molk
moskee te gaan. We organiseren het zelf: we bestellen in groep enkele taxis en
delen de kosten. Nu betaal ik voor één vol uur taxi (voor de heen rit, voor één
uur wachten en voor de terugrit) 70.000 rial. Das ongeveer 1,70! Niet dat ik
verzot ben geworden op moskee s. Integendeel, maar de deze is speciaal omdat
de oostgevel bestaat een veelkleurige mozaïek glasramen. Tijdens de ochtenduren
geeft dat een feeëriek kleurenspel op de vloer en de pilaren. En dat klopte
effectief!
Dan naar Nasqh-e Rostam, de begraafplaats van de
belangrijkste Achaemenidische en Sasanidische koningen. Dus Darius I (521-485
BC), Darius II (425-405 BC), Artaxerxes I (465-424 BC) en Xerxes I (485-465
BC). Hoog in de rotswand van de klif zijn stukken rots in een kruisvorm vlak
gemaakt en in de vierkanten staat dan gebeiteld wie er begraven ligt. De ingang
tot de grafruimte zelf is een opening in het kruispunt van de vier armen van
het kruis. In de graven ligt niets meer: ze rusten er niet meer in vrede. Toen
Alexander de Grote Persepolis plunderde, kwam hij eerbetoon brengen aan deze 4
grote Perzische koningen. Om er zeker van te zijn dat hun graven intact zouden
blijven liet hij hier een reeks soldaten als grafbewakers achter. Maar ook dat
was niet voldoende. Toen Alex na enkele jaren rondwandelen tot aan de Indus en
terug, stelde hij tot zijn ontzetting vast dat de graven toch leeggeroofd
waren. Allicht waren de achter gebleven even ontzet over het feit dat ie levend
was terug gekeerd van zijn iet wat uitgelopen City tripjes. Enfin, Alex de
woesteling, heeft hen allen laten 77terecht stellen.
Te midden van de eindeloze zandbak zie ik plots onooglijk
kleine blauwe bloempjes staan. Ik heb geen zin om op mijn buik in dat wit
stofzand te gaan liggen, dus zet ik mijn klein Panasonicske in het zand, richt
al schattend (want ik kan niet zien wat ik in het vizier heb) en neem een
tiental fotos op het goed geluk af.Plots steekt er een stevige wind op. Ik vrees voor mijn fotoapparatuur
(fijn stof is moordend voor die toestellen) en vlucht naar de bus. Zit net in
de bus als die rukwinden een plaatselijke mini-zandstorm veroorzaken. Oef, das
even geluk hebben.
Na het middageten begint het echte werk: Persepolis. En de
gids heeft goed gegokt. Er waren maar enkele toeristen. In het Perzisch heette
de stad Parsa. De Grieken vergrieksten de naam tot stad van de Perzen : Perse
polis. Ik heb er decennia gelezen flink wat over gelezen en moeten studeren en
nu, nu sta ik hier op de plaats waar Darius, Xerxes en Alexander rondgewandeld
hebben. Niettegeloven. Genoeg gemijmer. In 518 BC beslist Darius, nadat de stad
Sua was afgewerkt dat er ook een religieuze hoofdstad moest gebouwd naar de
voorbeelden van de Babyloniërs en van de Assyriërs. Maar dan beter en groter.
Het complex had, naast de religieuze feesten voor het Nieuwe Jaar ook tot
bedoeling de onderkoningen die hun trouw kwamen betuigen serieus te imponeren.
Daar waren ze destijds heel goed in geslaagd. Tot op de dag van vandaag blijven
de ruïnes overweldigend. En de bas-reliëfs die de muren versieren zijn
onwaarschijnlijk nauwkeurig en met zoveel zin voor detail dat iemand met een wat
kennis van de antieke wereld er zo de Grieken, Egyptenaren, Picten, Parten,
Elamieten, Bactiërs ( aan de Kaspische Zee), Sorgdiërs (nu ongeveer
Afghanistan) enz. kan uitpikken. De bouw
van het complex heeft de hele Achaemenidische dynastie geduurd totdat Alexander
er een abrupt einde aan maakte. Hij roofde alle schatten en goud, maar gebood
zoals hij steeds deed- de gebouwen te vrijwaren. Om een tot op heden onbekende
reden is de boel toch in brand geraakt. De sporen van de brand zijn meer van 2300
jaar later nog steeds te zien. Een kwartier voor ons vertrek realiseer ik me
pas dat ik vanop de heuvel achter de stad een mooi overzicht moet hebben. Het
heuveltje was och arme enkele 100 m hoogte. Dus in versnelde pas de steile
helling op, in de brandende zon. Toen ik boven aan kwam was ik buiten adem en
ik kon geen foto nemen. Mijn lichaam trilde te hard door de inspanning. Dus eert
even genoten van het zicht en dan realiseer ik me sdat het impressionante zicht
verknoeid wordt door een heel set golfplaten daken die men over de bas-reliëfs
geplaatst heeft met de bedoeling ze te beschermen tegen weer en ontij. Niets aan te doen. Ik heb toch maar tegen
beter weten en tegen het zonlicht in een panorama foto genomen. Enne, mijn hart gaf geen krimp.
s Avonds zelfde scenario: de buschauffeur uitgenodigd en
hij mocht restaurant en menu kiezen. Alhoewel er geen speciale menu geserveerd
werd, was het weer een schot in de roos.
Fluks op weg naar het mausoleum van Iraans grootste dichter
Hafez. Ik kan hem moeilijk smaken wegens te weemoedig en te melig naar mijn
smaak. Maar ja, wie ben ik. Zijn praalgraf is een mooi prieeltje in een
aangename en verzorgde tuin. Zijn albasten zerk onder het prieeltje meet 2m bij
0,5 m bij 0,5 m. Dat zijn serieuze afmetingen voor een Iranees. Ofwel was dat
een vent zo groot als ik ofwel zijn de wanden van zijn albasten zerk 20 cm dik.
Kweetnie. Tijdens ons bezoek lossen ze een contigent pubermeisjes op
schooluitstap. Mannen, mannen zo een gekrijs. Ik zat precies in eenrestaurant in China. Horen en zien verging.
De wachters van het mausoleum hebben met behulp van hun (metalen) fluitjes de
bende moeten kalmeren. Het was overduidelijk dat wij, de niets vermoedende
toeristen, misschien dan wel niet de directe oorzaak maar dan toch wel de indirecte
aanleiding waren. Vroeg of laat barst hier een seksuele revolutie: zo een
erotische spanning is niet meer gezond te noemen. Dan met de gids nog eens een
luxueus koopmanshuis van begin vorige eeuw bezocht. De familie Naranjestan-e
Ghavan moet verdorie een wel heel welstellende familie geweest zijn. Zoveel
pracht en praal te midden van zoveel armoede in de wijken rondom hen . Ik vraag
me af of zij wel echt gelukkig waren met hun overdadige welstand. Ik vrees van
niet.
En dan, dan worden wij vrij gelaten. Ik scheur als een
vogeltje dat eindelijk de open deur van zijn kooi gevonden heeft, als een
bliksemschicht er vandoor. Het gevoel vrij te zijn en te gaan en staan aar ik
wil, doet me echt deugd. Ik heb me dan ook eens goed laten gaan.Eerst moest de Bazar Vakil er aan geloven.
Heb enkele hermetisch gesloten zakjes safraan gekocht. De duurste die hij had,
in de hoop dat ie mij niet al te veel bedrogen heeft. De gids zei me later dat
het een goede keuze was. Allez hup. Vervolgens de aanpalende Masjed-e Vakil
Moskee bij verrassing overrompeld om de prachtige zuilengaanderij eens te
kunnen bewonderen. Dan moest het Pars Museum zwichten met de Nazar Garden in één
moeite erbij. Tot slot ging ook de citadel Karim Khan voor de bijl. En dat
allemaal op 3,5 uur tijd. De meeste Ollanders, jonger dan ik, zijn die namiddag
op hun bed gaan liggen. Het was te warm, ze moesten wat rusten vooraleer ze er
weer tegen konden. Watjes ja.
Vanavond heb ik met de Nederlandse dame Hette, die intussen naar
Zweden geëmigreerd is, de chauffeur van
de bus uitgenodigd om met ons en op onze kosten te gaan eten in een restaurant
naar zijn keuze. Het initiatief was een schot in de roos: hij tevreden en wij
zaten in een goed restaurant onder zijn deskundige begeleiding. Bovendien sloeg
ons idee aan en waren we met zn negen. Ieder moest dan ook maar 1/9 van de
chauffeur zijn maaltijd betalen. Morgen herhalen we dat en gaan we in een Soefi
restaurant eten. Er zijn dus ook
verstandige Ollanders, ook al emigreren ze.