Knippen, zei ze. Maar eigenlijk bedoelde ze snijden. Tenminste, zo heb ik het begrepen. Ik wil niet snijden. Wie wil er nu zijn arm of been afsnijden, laat staan zijn hart eruit snijden. Hoeveel bloed moet daar niet gepaard mee gaan? Wat moet je trouwens met dat kloppende orgaan dat je in je handen houdt? Kijken naar de trillingen? Weggooien? In iemand anders handen duwen? Laten vallen? In een doosje opbergen?
Misschien bedoelde ze de navelstreng. Mijn onkunde blijft dezelfde.
Het zijn woorden die veelal beginnen met een 'in': inboeten, indammen, indijken, inhouden, inkorten, inperken, inschieten, insperren. 'In' heeft hier altijd de betekenis heeft van een overgang naar een nieuwe toestand, meer bepaald als eerste lid ter aanduiding van een vermindering van omvang of grootte in samengestelde werkwoorden.
Voor iemand die gericht is op het teveel, het erover, het overtreffende is dit niet eenvoudig. Die blijven liever hoogzwanger in plaats van te bevallen.
Een metafoor gebruiken is overdrachtelijk taalgebruik gebaseerd op een vergelijking. De ontvanger percipiëert het soms als zich verstoppen, zich ongezien laten, geen vrije doorgang geven. De zender bedoelt het soms als zich versluieren, zich ondirect laten zien, een bedekte doorgang geven.
Ik weet het niet. Het is in ieder geval een stijlfiguur, met als doel het teweegbrengen van effect. Dat laatste kan ik volmondig beamen.
Omhelzen. Wie doet dat nog? We schudden handen, we geven drie kussen, we zwaaien, we knipogen, we roepen salut, we sms'en, we mailen, we kijken, we luisteren, we telefoneren, we zitten op de trein, we rijden met de auto, we stappen over straat, we kopen brood, we gaan naar de film, we eten, we slapen, we schrijven. We bloggen zelfs.
Maar omhelzen? Wie neemt daarvoor nog uitvoerig de tijd?
Kent u het gevoel dat iets kan eindigen nog voor het begonnen is? Een bloemknop, een kind, een liefde, een kans dat sterft voor het tot bloei is gekomen?
Een rationeel mens kan zich daarbij neerleggen vanuit het beroemde citaat van Heraclites. Een emotioneel mens kan er zich nooit bij neerleggen, eveneens vanuit het beroemde citaat van Heraclites. Het citaat? "Pantha rei"
Alles stroomt: men kan niet tweemaal in dezelfde rivier stappen, want het is steeds weer vers water dat u tegemoet stroomt. Ofwel leg je de nadruk op de mogelijkheden van het tweede gedeelte, ofwel op de onmogelijkheid van het eerste gedeelte. Kiest u maar zelf.
De film "Des hommes et des dieux' vertelt het verhaal van acht paters die in een dorp van het Atlasgebergte met hun islamitische dorpsgenoten vreedzaam samenleven. Ondanks hun toenemende angst voor zowel terroristen als leger besluiten ze te blijven.
Deze film gaat niet over God, niet over dienstbaarheid, niet over de zin van het leven, zelfs niet over de liefde. Deze film gaat over uiterste trouw aan jezelf. Niet geschikt voor ongeduldige kijkers.
Wraak wordt in onze westerse christelijke cultuur doorgaans als negatief bestempeld. In ons hoofd zit bovendien nog het ideaal van het toekeren van de andere wang. Zoniet in sommige andere culturen. Wraak is daar een vergelding voor de aangetaste eer van zichzelf of van zijn geliefden. In hun visie geldt het ideaal van het haast letterlijke oog om oog.
Vanuit een 'passionele houding' kan ik mij perfect bij beide benaderingen aansluiten. In de eerste benadering slaat passie dan op (vrijwillig) lijden, in de tweede benadering op (onvrijwillige) hartstocht.
Neem van deze passionele mens aan dat bovengenoemde idealen je nergens zullen brengen.
Vraagt u zich waarom een bedrogen partner bozer is op 'de derde partij' dan op de partner die bedriegt? Ik geef u graag het antwoord. In concreto: Y is de partner van X1 maar bedriegt haar met X2. X1 is bozer op X2 dan op Y. Waarom? Zijn beide niet even schuldig aan overspel?
X1 is boos op Y omdat hij een ander begeert. X1 is bozer op X2 omdat zij Y, die van haar is, afpakt.
Wat is de logica? Zij vindt haar bezitten van de partner belangrijker dan zijn begeerte voor een ander. Het tiende gebod 'Begeer nooit iemands goed' lijkt ons meer te raken als het goed van ons is.
macht over mensen sommigen onder u benoemen het als verantwoordelijkheid anderen onder u zien het als deel van maatschappelijk engagement met goede wil kunnen we het als respectvolle beïnvloeding beschouwen met slechte wil doen we het af als egotripperij het zou niet mogen niemand onder u zou het willen als u de onmacht zou kennen niet als verliezer in een strijd maar als kwetsbare mens
U weet dat er een slang in het paradijs was. Ik weet niet wat uw interpretatie daarvan is maar de mijne is de volgende. Als er slang in het paradijs was, dan heeft God, als schepper en almachtige, die daar zelf en bewust geplaatst. Het was dus zijn bedoeling dat de mens van de boom van goed en kwaad at. Opdat ze steeds een keuze zouden kunnen maken.
Belangrijker dan dat is dat de slang deel uit maakte van het paradijs, van de schepping, van God zelf. Het Goede draagt per definitie het omgekeerde in zich. Aan de herautsstaf van Mercurius zijn twéé slangen bevestigd.
Ik beken het niet graag maar Boeddha had gelijk: - de oorsprong van het lijden is begeerte want deze veroorzaakt de vernieuwing van het bestaan, in combinatie met vreugde en lust. - de beëindiging van het lijden is het afwijzen van de begeerte of het zonder restant laten verdwijnen en ophouden.
Weet dat beide als 'edele waarheden' beschouwd worden.
Niets is zo vreselijk als onzekerheid. Ik bedoel niet de onzekerheid over jezelf maar de onzekerheid over de ander. Onzeker heeft meerdere betekenissen: 1) weinig vertrouwen of wantrouwen 2) veranderlijk of geen staat op te maken 3) niet met voldoende zekerheid bekend of waarvan men niet weet of het heeft plaats gehad. 4) rondtasten. Ik bedoel met onzeker ook niet de eerste en tweede betekenis omdat je de andere dan beter aan de zijkant zet.
Fascinerend hoe de derde en vierde betekenis zo uiteenlopend zijn. Rondtasten heeft immers iets 'tastbaars', iets reëels, iets echt. Maar niet weten of iets heeft plaats gehad is toch wel van een heel ongrijpbare orde. Ik hou het heel graag op het 'rondtasten'.
Zwijgen. Wat zegt er zoveel dan zwijgen? Wat spreekt meer tot de verbeelding dan niet-spreken? Dat komt omdat spreken altijd een keuze inhoudt. Als je iets zegt, dan zeg je enkel datgene wat je zegt. Al het andere heb je dan niét gezegd maar al dan andere betekent haast niets in vergelijking met het enige wat je wél hebt gezegd.
Zoniet met zwijgen. Bij zwijgen kan alles verondersteld worden. Er is geen keuze gemaakt en alles wat niét gezegd wordt, blijft allemaal in aanmerking komen om eventueel nog gezegd te worden. Alles blijft open, niets word beslist. Mijn felicitaties aan wie met deze onzekerheid kan leven.
Ik ben daarbij niet geïnteresseerd in de uitbarsting ervan, hoewel dat wel indrukwekkend is: stromen lava die naar boven opborrelen en als hete brijen in golvende pulsies naar beneden dalen; spetterende vonken die naar boven schieten en blijkbaar, maar dat ziet men veel minder op mooie spectaculaire foto's: veel stof en as. Mij leek het boeiender om het 'voor en na' ervan te kennen. Ik citeer wikipedia: Voor Lichte aardbevingen in de buurt van vulkanen wijzen vaak op een naderende eruptie. Aan de andere kant kunnen vulkanen ook zonder voorafgaande aanwijzingen ineens actief worden. Na Als een hete aswolk in grote hoeveelheid in de buurt van de vulkaan naar beneden komt kan het het bewoond gebied verwoesten. Vulkanische as en lava zijn echter ook zeer vruchtbaar.
Sommige mensen voelen zich minderwaardig: ze achten zichzelf 'minder waard'. De vraag die gesteld moet worden is: ten aanzien van wie? Het antwoord is doorgaans: ten aanzien van anderen die men dan altijd méér waard acht. Met deze mensen valt niet te redetwisten. Pogingen om hen te overtuigen dat ze ook hun eigen waarde hebben, om in twijfel te trekken of die anderen dan werkelijk zoveel meer waard zijn, om hen te laten inzien dat het zich vergelijken met anderen een zinloze zaak is, zijn allemaal pogingen die niets uithalen. Probeer het zelf maar: u zal er niet in slagen.
De enige uitweg is om 'ten aanzien van anderen' te wijzigen naar 'ten aanzien van zichzelf''. Immers, als ze zichzelf als referentiepunt nemen, dan voelen ze zich minder waard ten aanzien van wie ze zijn of nog zouden willen/kunnen zijn. Mensen die zich minderwaardig voelen hebben geen behoefte aan bevestiging van hun waarde maar aan bevestiging van het zelfbeeld dat ze voor ogen hebben.
De minderwaardigheid is ten aanzien van hun eigen 'ambitie'. Laat mij dat vooreerst toepassen op mezelf.