De titel van de biënnale van de schilderkunst in de musea Dhondt-Dhaenens en Roger Raveel. Volgens van Dale betekent subliem 1) de schoonheid in haar hoogste vorm of graad vertonend, in hoge mate verheven of mooi 2) zeer hoogstaand, zeer bewonderenswaardig.
Wat is dat 'voorbij' de schoonheid ?
Ik ken 'de schaamte voorbij'. Dat betekent zonder terughoudendheid. Ik versta onder zonder terughoudendheid niet hetzelfde als schaamteloos of zonder schaamte. Zonder terughoudendheid betekent dat de schaamte overwonnen is en geïntegreerd is in de persoon. In die zin te begrijpen dat iemand zichzelf kent en begrijpt en van daaruit geen schaamte meer vertoont over hoe hoe hij/zij is en voordien niet van zichzelf begreep; *
Aldus betekent voorbij het sublieme niet 'zonder schoonheid', laat staan het lelijke. Nee, voorbij de schoonheid betekent 'zonder' het hoogste, het verhevene, het hoogstaande, het bewonderswaardige of, anders gezegd, het betreft het gewone, het alledaagse, het menselijke. Maar dan wel het gewone en het alledaagse menselijke waarin 'het sublieme' wel degelijk is gekend, begrepen, overwonnen en geïntegreerd.
Het sublieme voorbij is een aanrader.
* Voor een goed begrip: schaamte is niet hetzelfde als het daadwerkelijk schuld hebben aan iets. Er bestaat schaamte zonder schuld en schuld zonder schaamte.
Als u graag de betekenis van het woord verstomming in geluid wil zien, ga dan naar de film 'La cantante de tango'.
De film gaat over het verliezen van de liefde op het moment dat men de wereld aan het winnen is. Over het verdriet, de woede, de ontzetting. Voor sommigen betekent het winnen van de wereld niets in vergelijking met het verliezen van de liefde.
Als u die verstomming wil beleven, weet u waar u moet zijn.
Liefde en lijden. Of beter, Liefde IS lijden. Om de eenvoudige reden dat Liefde altijd groter is dan onszelf en het ervaren van het grotere dan onszelf ook steeds het ervaren van het kleinere van onszelf met zich meebrengt. En dat is lijden.
Ik beken het graag: ik hou meer van het oude dan van het nieuwe testament. In het nieuwe testament worden we geconfronteerd met een Jezus die bijzonder goddelijk is. We kunnen er niet om heen: Hij is in zijn relatie met mensen zo rechtvaardig, zo goed, zo onevenaarbaar, zo onbereikbaar, zo hoopvol.Wij daarentegen zo hopeloos.
In het oude testament zien we een God voor ons die bijzonder menselijk is. Buiten zijn eerste standvastige woorden: 'Er zij licht' wordt Hij door zijn relatie met de mens voortdurend uit balans gebracht. Elk interactie tussen Hem en de mens heeft te maken met beloftes, het niet nakomen ervan, ontrouw, woede, vergelding, berouw en steeds opnieuw beginnen. (Jack Miles, God. Een biografie. Uitgeverij Anthos, Amsterdam, 1996).
U hoort mij niet zeggen dat ik het nieuwe testament minder belangrijk acht. Nee, ik acht er mij alleen nog niet rijp genoeg voor. Enkel diegene die zich volledig in het menselijke herkend heeft, kan kiezen voor het nieuwe.
Ik hou van walsen. Walsen in 2010 kan je best op een nummer uit de CD 2010 van Wim Mertens: 'According to the real'.
Brengt het walsen iemand in overeenstemming met het werkelijke? Of is het overeenstemmen met het werkelijke zoals walsen? Beide vragen weerspiegelen elkaar maar ik twijfel geen seconde: ik verkies de eerste versie zeker boven de tweede.
Woede, haat, afgunst en nijd zijn emoties die allen afstammen van de basiskracht tot vernietiging. Er zijn maar twee basiskrachten: schepping en vernietiging.
Het oude testament staat er vol van: de schepping gevolgd door de zondvloed; de plaatsing in de tuin van Eden gevolgd door de verdrijving, de geboorte van het eerste menskind gevolgd door de eerste moord, het geschenk van een zoon gevolgd door de eis tot opofferring en ga zo maar door.
Blijkbaar gaan ze altijd gepaard, in evenredige mate en in oneindige afwisseling. Wees waakzaam over wie u liefhebt en voor diegene die u lief heeft.
Het begint er al mee dat ze beide de 'be' als beginklank hebben. Het uitspreken van de be-klank heeft iets dat tegelijk zwoel en zwaar op beide lippen ligt. Een voorloper op het feit dat beide woorden eenzelfde sfeer oproepen. De sfeer van het verlangen, het zinnelijke, de aantrekking en de verleiding.
Het schilderij 'De bekoring' van Gustave van de Woestyne maakte mij recent duidelijk dat beide termen desondanks een heel andere oorsprong hebben. Op het schilderij van de Woestyne zit een man (in een net pak) aan een tafel waarop een fles wijn en een glas staan. Zijn handen twijfelen tussen rusten op de tafel en uitreiken naar de wijn. Doet hij het of doet hij het niet is een vraag die kan gesteld worden.
Bekoring ontstaat uit het aantrekkelijke van het andere; de verleiding gaat uit van het andere. Maar de man kan blijkbaar nog kiezen. Begeerte komt voort uit het zelf. Begeerte is puur en op zich. Ik weet niet of daarbij nog te kiezen valt.
Het boek van A. Khlukhun Alle mensen heten Janus gaat over het verbond tussen wetenschap, filosofie, kunst en religie. Hij beweert, zoals vele andere auteurs vóór hem, dat de mens twee kenwijzen heeft: een in-de-wereld-staan (participerende kenwijze) en een-kijken-naar-wereld (objectiverende kenwijze) en dat deze in hun onverenigbaarheid complementair zijn.
Daarmee hij probeert te zeggen dat het leven een evenwichtsoefening tussen enerzijds het vrouwelijke, ontvangende, verbindende, lichamelijke, moederlijke, emotionele, gevende, relationele, hartstochtelijke, transformerende en inspirerende en anderzijds het mannelijke, energetische, onderscheidende, geestelijke, vaderlijke, redelijke, nemende, individuele, beheersende, behoudende en beslissende. Doorgaans een gematigd proces.
Mijn vraag is of het verantwoord is om bewust en gericht, in tegenstelling tot onwetend en toevallig (waarbij de noodzaak de zinvolheid bepaalt) de grenzen van die oefening op te zoeken en de bestaande harmonie te verstoren, als puur verzet tegen het gematigd proces.
De waarheid is als een stoel of als een bal of als een ander driedimensionaal voorwerp. Wanneer ik ernaar kijk, zie ik bijvoorbeeld de voorkant. Waneer jij kijkt, zie je de achterkant en nog een ander kan de onderkant zien. Discussies over wie nu het ware beeld ziet, zijn van geen enkel nut. We kunnen slechts aan elkaar vertellen wat we zien en vanuit welke perspectief dat gebeurt, beseffend dat ieders visie en standpunt per definitie beperkt is. In het beste geval kunnen we proberen om ons de positie van de anderen voor te stellen en van daaruit een ander beeld dan het onze te construeren. Echter, niemand kan ooit de gehele stoel of de gehele bal vanuit alle perspectieven tegelijk bekijken en vertellen. De gehele waarheid als feitelijke en/of psychische constructie is als een conglomeraat maar helaas, een beperkt menselijk wezen kan haar nooit in zijn totaliteit bevatten.
Voor alle duidelijkheid, deze visie hoort niet onder het post-modernisme. Het is niet omdat de gehele waarheid niet door een mens bevat kan worden dat alle perspectieven slechts een relatieve waarde hebben. Elk perspectief is wel degelijk een waar perspectief maar daarom is de waarde van die verschillende perspectieven niet dezelfde. Het perspectief met de hoogste waarde is het perspectief met de breedste scope. Anders gezegd: diegene die zich in het grootst aantal mensen tegelijk kan inleven, die zou het hoogste woord mogen hebben.
Laat mij in jou verblijven, eerst opensnijden aan de buitenkant, dan dichtritsen aan de binnenkant
Scherm mij af van de wereld als je dronken wordt van jezelf Neem mij mee onder water dat het stof en as afspoelt Luister naar de klaagzang van Dido als je droomt in je slaap
Laat mij in je buik verblijven Onder het kloppen van je hart
Volgens Henk Rijckaert (in zijn voorstelling 'Het experiment') verwerven mensen die leugens verspreiden, macht over anderen wat een vorm van plezier oplevert. Los van het morele oordeel over liegen, denk ik dat deze uitspraak juist is.
Er dienen vooreerst twee situaties te worden uitgesloten. In het geval dat de andere partij pertinent zeker is dat het om leugen gaat, roept de leugenaar enkel ergernis, medelijden op lachlust op. In het geval dat het slachtoffer onwetend is over feiten of het volle vertrouwen geeft aan de leugenaar, dan maakt de leugen deel uit van een opzettelijk bedrog. In beide situaties heeft het slachtoffer geen verweer wanneer er sprake is van een hiërarchische relatie.
Het vertellen van een leugen gaat gepaard met het verwerven van macht wanneer mensen in oorsprong gelijkwaardig waren. Juist de leugen doet deze situatie teniet doordat de ene kennis met meerwaarde schijnt te hebben die de ander niet heeft. Die nieuwe kennis brengt het slachtoffer in verwarring. Wanneer de nieuwe kennis bovendien niet strookt met de eigen vooronderstellingen, komt het slachtoffer op een dwaalspoor terecht. Het ondermijnt zijn zelfvertrouwen en maakt hem afhankelijk. Een situatie van afhankelijkheid schept een situatie van macht.
Een leugen is een verhaal dat niet strookt met de werkelijkheid maar een verhaal uit het hoofd van de leugenaar. Daar de leugenaar eigenaar is van een verhaal dat anderen waardevol vinden, dan wordt de leugenaar ook eigenaar van de gedachten van anderen. Of beter, de anderen laten de leugenaar eigenaar worden van hun gedachten. Met andere woorden, zijzelf geven de leugenaar die macht.
Als anderen het verhaal uit je hoofd waardevol vinden, dan ga je jezelf ook als persoon waardevol achten. Ik kan niet ontkennen dat het plezierig is om waardevol te lijken.