Ze vernederen ons , gebruiken ons, kleineren ons, misbruiken
ons, verwerpen ons, vertrappelen ons, verwoesten ons, bespelen ons, Ze doen
ons kwaad, zoals niemand anders dat kan. Ze zijn de duivels van onze ziel en de
martelaars van onze harten. Heel soms zijn ze zelfs de misbruikers van onze
fragiele lichamen en meer dan vaak zijn ze de gebruikers van onze goedheid,
onze goedgelovigheid die ze maar al te graag bespelen. Ze zijn slecht, oh zo
slecht en ze zullen nooit veranderen Toch moeten ze ook iets goeds bezitten,
iets wonderbaarlijks, iets ongewoon dat we nergens anders weervinden. Ze moeten
ons op één of andere manier versteld doen staan, ons doen beseffen dat we
hulpeloze wezens zijn, ook al zijn we nog zo zelfstandige vrouwen. Ze moeten
iets bezitten dat ons breekt, onze zielen en harten openlegt, ons lichaam
verlamt en ons onszelf blindelings in hun handen laat leggen. Ze moeten
bijzonder en onmisbaar zijn, anders zouden ze ons nooit zo verliefd en zo
gelukkig kunnen maken. Anders zouden we nooit dat magische gevoel dat alles op
zijn plaats valt kunnen voelen door hen. Ze kunnen ons verwoesten, maar ze
zouden ons nooit kunnen verwoesten indien ze ons niet zouden kunnen helen en
opbouwen, ophemelen en beminnen. Die mannen, die ondanks hun lustigheid, hun
geslepen sluwheid, hun harteloze geweten en hun bruutheid die al vele vrouwen
tegen de grond heeft geworpen toch kostbaar moeten zijn, onmisbaar en, geloof
het of niet, goed moeten zijn
Hoe kunnen ze dan zo goed zijn als ze zo slecht zijn ? Ze
zijn goed omdat ze ons goed maken. Ook al maken ze ons soms kapot, ze laten ons
ook dingen voelen die ons verheven naar hogere sferen, die ons intens gelukkig
maken of het leven intens laten beleven. Ze kunnen ons kapotmaken omdat ze ze
ons kunnen verrijken en helen. Die mannen zijn de strelende, ruwe handen langs
onze gezichten, ze zijn het wegwrijven van onze tranen, ook al zijn ze even
vaak de aanleiding van onze tranen. Ze zijn de stevige handdruk, de ruwe
vingers die onze lichamen aftasten. Ze zijn de goedbedoelde troostende woorden
of soms gewoon de ingebeelde luisterende oren die ons het gevoel geven dat we
niet alleen staan met onze gevoelens en complexe belevingswereld waarmee iedere
vrouw worstelt. Ze zijn diegene die relativeren wat wij opblazen, zetten ons
met beide voeten op de grond. Ze zijn de dreigende ogen die ons vertellen dat
we moeten ophouden met het drama dat we zo graag opvoeren. Ze zijn het kortaf
bevelen dat we moeten stoppen met zagen omdat we er toch niets mee bereiken. Ze
zijn de stevige schouders die ons het gevoel geven veilig te zijn in de
overweldigende wereld. Ze zijn de robuuste lichamen die ons het gevoel geven
dat we kleine, fragiele wezens zijn die zich mogen laten beschermen. Ze geven
ons het gevoel dat er iemand is die voor ons zorgt, ook al moeten wij eigenlijk
vaak voor hen zorgen. Ze kunnen de hemel zijn, omdat ze ons aanvullen,
liefhebben op een mannelijke manier die wij niet begrijpen maar wel enorm nodig
hebben. Ze zijn onmisbaar omdat ze ons aantrekken met hun verleidelijkheid aan
mannelijkheid die wij instinctief aanbidden. Ze zijn onmisbaar omdat ze ons het
gevoel geven dat we kostbare, opmerkelijke vrouwen zijn, ze ons het gevoel
geven dat iedere vrouw wil voelen: zich mooi en gegeerd voelen. We hebben ze
nodig omdat we, hoe zelfstandig en onafhankelijk we ook willen zijn, we ze
nodig hebben om ons aan te vullen, ons te beschermen, beminnen en voor ons te zorgen.
Want een man is naast de martelaar van je hart, ook de redder van je zelfvertrouwen,
je zelfbeeld en je gevoel van waardevol zijn. Ze zijn diegene die ons het
gevoel geven nuttig te zijn in het leven. Mannen kunnen heel erg slecht zijn
voor ons, maar we hebben ze nodig om
niet verloren te lopen in onze hectische wereld vol verwarde gevoelens, op hol
geslagen hormonen en driften en lusten die enkel zij kunnen bevredigen. We
hebben ze nodig om het gevoel te hebben dat er een reden is waarom wij er zijn,
namelijk de reden dat mannen ons nodig hebben om niet verloren te lopen in hun
oppervlakkige, ruwe, uitbundige wereld, om niet verloren te lopen met hun eigen
driftigheid . En zo hebben we elkaar nodig, zijn we de perfecte aanvulling voor
elkaar en zijn we elkaars redders. Tevens zijn we ook daarom vaak elkaars
ondergang. Beide seksen zijn dus even slecht , even goed en even nodig voor
elkaar. We hebben elkaar nodig, ook al botst dat soms onwaarschijnlijk hevig en
zorgt het voor immense pijnen. We zijn onvoorwaardelijke gemaakt voor elkaar,
en daarom is er die onverklaarbare aantrekking, daarom hebben mannen een vrouw
nodig en daarom hebben vrouwen wel een man nodig !
Miserie krijg je altijd. Nooit
in verhouding met je goed of slecht zijn, maar wat is dat ook: goed zijn ?
Miserie is er dus. Verdriet, teleurstelling, angst, zullen impressionant veel
je leven domineren. t Leven zal zelden zijn wat je ervan verwacht of wat je er
van hoop te hebben, zelfs al verwacht je niet veel. Wat je hebt aan kostbaars
zal je vroeg of laat weer verliezen, of het zal jouw verliezen. Wat je opbouwt
zal je vroeg of laat weer afbreken, of het zal door een ander afgebroken
worden. Jouw geluk zal vroeg of laat omkeren in ongeluk, en dat zal op zijn
buurt weer omkeren in geluk, als je tenminste geluk hebt En zo gaat het leven,
met vallen en opstaan, met verder stappen en weer terug stappen, met
openbloeien en verwelken Je zal steeds moeten vechten om iets moois, iets
goeds of iets kostbaars te hebben dat je dan later weer zal verliezen in je
strijd met het leven.
t Leven gaat hem dus niet om
een lange tocht die jij steeds verderzet, die jij beter en grootser maakt
doorheen de tijd. t Leven gaat hem om kleine tochtjes, sprintjes naar geluk en
bevrediging, naar het bereiken van doelen. t Leven gaat hem om t intens
beleven en koesteren van de overwinningsvreugde achter elke finish der geluk
van zon tochtje. Want achter ieder finish, er veraf of dichtbij, ligt een
nieuwe startplaats die je van nul af aan zal laten vechten in een nieuwe toch
naar geluk, bereikte doelen en bevrediging. Waar het leven dan echt om draait
is het voelen van het kleine geluk tijdens je tochtjes, en niet enkel te
focussen op het grote geluk aan de finish. Want in t leven is deelnemen
belangrijker dan winnen. Onthoud dus
steeds dat het leven draait om doelen, doordoen met een focus, gebruiken en
gebruikt worden en alleen jezelf vertrouwen. Want t leven kloot je vroeg of
laat, en dan zal alleen jijzelf en je focus op doelen de redding, de zekerheid
en de oplossing zijn.
Plots
wordt het hart gebroken. Vertrappeld, verbrijzeld, verwoest. De hartverwarmende
liefde slaat om in ijzige kilte. Je ziel wordt ondergesneeuwd, lijkt af te
sterven. Je hart trekt samen en je tranen zijn je enige trouwe gezellen.
Eenzaamheid komt zich bruut over je heen werpen en je verstikt in die ruwheid
aan kilte. Eenzaamheid omarmt je, en jij zit gevangen in het verlaten hoekje
met de enkele herinneringen op je schoot. Vlinders, rooskleurigheid, het
liefhebben, romantische momenten, ze zijn allemaal vervlogen, als pluisjes die
door een hevige wind ver weg worden geblazen. Je huilt uren aan een stuk,
droogt je tranen en huilt vervolgens weer verder. Je verdriet lijkt
ontroostbaar, gadeloos en onverslaanbaar.t Voelt onverdoofbaar, ontroostbaar en onverwoestbaar. Je vecht tegen
de realiteit, maar de realiteit duwt zich doorheen jouw wensen en herinneringen
en slaat je recht in het gezicht. Je wilt dit niet, je wilt de relatie niet in
het verleden, je wilt je geliefde in het heden. t Besef het einde in het nu te
hebben doet tranen langsheen je hart lopen, doet je doldraaien van verdriet.
Jouw hart wil dit niet aanvaarden omdat het nog vol liefde zit voor diegene,
ondanks alles. Omdat het koestert wat zo mooi was. Dit is de ergste pijn die je
ooit lijkt gevoeld te hebben, dit is de pijn die wanhoop in zich meedraagt en
zo overheersend is. Dit is pijn die voelt als pijn die nooit helemaal zal
weggaan. Het is een pijn die het leven waardeloos maakt. Het is
hartverscheurende pijn, onverwoordbaar pijnlijk. Je vergaat van de pijn, de
pijn om wat voorbij is, maar in jouw hart nog steeds verder gaat.
Liefdesverdriet
is voorbijgaand verdriet
Na een
tijdje sta je op en tracht amusement te scheppen. Maar toch weet je dat diep
vanbinnen die krassen op je ziel je belemmeren echt gelukkig te zijn. Je
drinkt, danst, rookt, flirt, omdat vluchten naar een andere wereld je even
doet vergeten hoe diep de wonden zijn.Je zoekt je vrienden op. Je huilt bij ze,
je lacht bij ze, je vindt troost bij ze en je ondervindt dat zij de enigen zijn
die de kracht bezitten om met hun warmte de kilte te verdrijven. Je herontdekt
vriendschappen, verliest vriendschappen en bouwt er nieuwe op. Je luistert naar
liedjes die pijnlijke herinneringen met zich meedragen of schreeuwt mee met de
songteksten van een hoopgevend lied waarin je kracht lijkt te vinden om door te
gaan. Je vertelt je verhaal aan
vrienden, familie en kennissen, omdat het je helpt alles te plaatsen. Je
luistert naar troostende woorden van bekenden en onbekenden ofkrijgt onder je voeten omdat je niet doorgaat
met je leven. Je krijgt een hartverwarmende arm om je heen of een afkeurende
blik omdat je triestigheid uitstraalt. Je roept uit hoe liefde alles verneukt,
omhult jezelf soms in eenzaamheid en wanhoop. Andere keren voel je je de
bevrijde geliefde, en zie je de tekortkomingen van de beëindigde relatie, de
redenen waarom het beter zo is. Soms lijkt de wereld aan je voeten te liggen.
Dan besef je dat de vrijheid van het vrijgezellenleven een kans kan zijn op
onvergetelijke belevingen. Dan besef je dat je het leven kan proeven op een
andere manier.
Uiteindelijk
leer je te huilen als het moet, op tijd je tranen droog te vegen en te zoeken naar wat vreugdevol is.Je leert jezelf koesteren, leert hoe je weent
in eenzaamheid en hoe je die eenzaamheid kan aanvechten. Je leert dat liefde
genadeloos is, dat liefdesverdriet voorbijgaand verdriet is.Je
leert dat leven doorgaan is.
Doorheen
de pijnen en de bijhorende tranen die over je geworpen werden zal een positief,
hevig schijnend licht stralen. De
innerlijke kracht die jezelf naar boven duwt en die het neerhalen aanvecht
zal sterker dan ooit zijn. Ondanks de vele verliezen die zich sterk uitdrukken
in jouw bestaan zal je nog steeds een grootste rijkdom hebben, de rijkdom aan jezelf. Zij die je uit
de weg duwden en jouw bestaan probeerden uit te wissen zullen vertrappeld
worden onder diegenen die je omarmden en vreugde boden.
En op
een dag, wanneer je zonlicht op je gelaat voelt vallen of een nieuwe
liefdesgolf je leven overspoelt, zal je beseffen dat je gevochten hebt.
Gevochten voor het beetje hoop op liefde dat je nog had, gevochten voor jezelf.
Daar stonden ze dan, als primitieve mensensoorten te dansen
rond een auto die al lang geen auto meer was, maar eerder iets weghad van een
attractie in een pretpark. Het ding wiegde heen en weer, hevige muziekklanken
bonkten eruit en de veringen van die auto werden gebruikt om wipje te spelen op
dat ding. Even was het zelfs een podium, want de grootste durver (lees meest
dronken) waagde zich aan een solodansje op het dak van het heen en weer
wiegende ding dat ooit een auto was. De anderen dansten errond, als indianen
rond een kampvuur, als kabouters rond een paddenstoel, als kinderen die een
stoelendans dansen. Hadden ze dit op een doorsnee avond gedaan, in hun doorsnee
kledij en met de gebruikelijk hoeveelheid alcohol en andere verdovende middelen
in hun bloed, dan had geen enkel mens dit amusant gevonden. Dan had geen enkele
mens dit zijn eigen goede gevoel laten verhogen. Maar dit was geen doorsnee
avond, al helemaal geen doorsnee dag. Dit was een historisch moment
Hun gebruikelijke kledij hadden ze ingeruild voor rode
voetbaltruitjes, hun jassen waren vervangen voor de Belgische driekleur, hun
gelaat was het schilderdoek geworden waarop een Belgische chauvinist zich had
uitgeleefd. En ze waren niet de enigen, overal waar je kon kijken, of het nu op
de stoep was of aan de toog, of het nu aan de kust was of in de Ardennen, was alles zwart-geel-rood gekleurd. De
Belgische driekleur was nog nooit zo geliefd, werd behandeld als hemelse
kleuren. Niemand zou een regenboog nog mooi vinden, want zwart-geel-rood was,
is de nieuwe ultieme kleurenpracht. Hun individualiteit was ingeruild voor het
gevoel allen tot diezelfde groep te behoren, allen een trotste Belg te zijn.
Want dat is iedereen opeens weer: een Belg, zo een inwoner van het land der
Rode Duivels. Geen Vlaming of geen Waal, maar een trotste Belg die meer dan
ooit uit volle borst het volkslied meezingt, die de Belgische driekleur bijna
boven zijn bed zou gaan hangen en die het helemaal niet meer erg vindt dat er
Frans en Nederlands gepraat wordt. Want wanneer die helden van het Belgische
elftal hun parlé in het Frans houden, wordt Frans ineens een oorstrelende taal,
wordt een Franstalige geen minderwaardige of onbegrepene meer. Vlamingen en
Walen drinken samen nen Jupiler en eten een pak friet in het Koning
Boudewijnstation of voor een groot scherm dat op talrijke plaatsen wordt
opgetrokken, allen even rijkelijk versierd met zwart-geel-rode attributen. Wat
politici al jaren proberen te hechten is nu plots vanzelf versmolten tot
elkaar
Die avond daar vloeiden menige vatten bier doorheen de
tapkranen, werden Belgische vlaggen doorheen de lucht gezwierd alsof ze godsgeschenken waren. Menige ogen volgenden
nauwgezet die bal, menige monden riepen ooohs en ahhs uit. De stemmen
juichten zoals nooit tevoren. Iedere goal was niet zomaar een goal, t was de
aanzet voor een innerlijk feest in de gevoelswereld van iedere supporter. Een
intens gevoel van overwinning, trots , vreugde en opluchting barste open in
ieder Belgenhart toen het fluitsignaal weerklonk en we konden aanschouwen hoe
die helden een gat in de lucht sprongen omdat ze weldra het vliegtuig naar
Brazilië mogen nemen. En alle supporters sprongen mee, want niemand spreekt van
zij die naar Brazilië gaan, iedereen spreekt van wij die naar Brazilië gaan.
Misschien is het gewoon de combinatie van bier en jolige
liedjes, maar het moet gezegd zijn: voetbal is meer dan een feest. t Is de
heropleving van t ultieme groepsgevoel, van het gemeenschappelijk trots zijn.
Wat n sfeer, wat n vreugde, dit moet wel voetbal pur sang zijn, zoals alleen
de Belgen dat kunnen . En door hun stemmen bleef maar klinken: brazil
lalalalalaaaaaa, lalalalalalaaaa . Want WIJ gaan naar Brazilië, WIJ gaan
geschiedenis schrijven, WIJ zijn Belgen, zon Belgen van het land der Rode
Duivels die helden zijn, omdat ze topvoetbal leveren, maar ook omdat, vooral omdat ze met hun buitengewone
voetbalpassen de bal der België-gevoel deden rollen
Als het
gerinkel van de wekker alweer een gewoonte is geworden, als de ochtend even
donder is als de nacht, als t fietsen steeds meer en meer koele wind in de
haren brengt en als binnen enkele maanden het jaar er alweer op zit, dan weet
je dat oktober zich langzaam in de tijd laat glijden. Oktober drukt meer dan
ooit het einde van de zomer uit en kondigt soms heel erg plots het begin van de
herfst aan. Zoals elke maand zich uitdrukt in schoonheden der natuur en soms
wonderbaarlijke verschijnsels, drukt ook oktober zich op een hartverwarmende en
misschien ook wel confronterende manier uit in de vorm van vallende bladeren,
trieste regenbuien, het avondrood van een herfstavond, het loslaten van de
oogst door velden, De herfst is echter zoveel meer dan wat mooie, warme
kleuren of donkere regenbuien. De herfst staat symbool voor loslaten, voor
herontdekken hoe zeer we warmte nodig hebben, voor het laten vervagen wat
onnodig is, wat vervallen is, zodat er plaats is voor nieuw, pril geluk.
De herfst is
dus het symbool voor loslaten. Samen met het vallen van het eerste herfstblad
zal immers het besef komen dat er in mijn leven dingen zijn die ik moet
loslaten, zoals een boom zijn bladeren loslaat. Het loslaten van bladeren dat
de boom op het eerste zicht triestiger en armer maakt, maar uiteindelijk een
verrijking zal zijn voor nieuw leven, nieuw geluk dat nog moet geboren worden. Zo
moet ook ik sommigen personen in mijn leven loslaten, ik moet ze verbannen uit
mijn gedachten die teveel rond die personen draaien. Personen die me hebben
laten bloeien, die me een geweldige, hartverwarmende lentes en zomers aan geluk
hebben laten beleven, maar die nu moeten plaats ruimen omdat ze me meer
belasten dan dat ze me verrijken. Ieder bloem verwelkt, iedere maiskolf komt op
een punt van over rijpheid en ieder blad aan een boom kent een beperkt bestaan.
En zo zijn er ook relaties in mijn leven geweest die ongelooflijk mooi en
verrijkend waren, die me onvergetelijke tijden hebben laten beleven, maar die
nu nooit meer kunnen bloeien zoals ze dat deden. Ze zijn op, en dus moet ik ze
loslaten, want dat doen bomen ook met hun bladeren. Niet om er vanaf te zijn,
wel uit respect voor het eindig zijn van alles wat waardevol is.
Herfst staat
ook gelijk aan oneindig lijkende regenbuien, donkere wolken, een hemel die maar
niet lijkt op te klaren, Toch kunnen deze verschijnselen die in de eerste
plaats een mens ongelooflijk moe, wanhopig en triest maken, ook een symbolische
betekenis hebben. Voortaan zal ik iedere regenbui niet meer proberen te zien
als aanzet voor een slecht, ellendig gevoel, maar wel voor het wegspoelen van
tranen, voor het loslaten van tranen en voor het opluchtende gevoel dat daarna
komt. Regen en donkere dagen moeten symboliseren dat de weg naar geluk, of naar
zonneschijn, nooit zonder donkerte en pijnen gaat.Want zeg nu zelf, een regenboog of
opgeklaarde hemel zou maar half zo mooi zijn mocht er geen donkere regenbui aan
vooraf gegaan zijn. De herfst staat ook symbool voor het herontdekken hoe zeer
we warmte nodig hebben in onze harten wanneer hevige winden razen door kalle
bomen. De herfst kan daarom eenzaam zijn..
Op het einde
van oktober zullen alle bomen zo goed als kaal zijn, zal t landschap ruwer
zijn en zal ijzige kilte regelmatig langsheen de ingeduffelde gezichten
glijden. De vraag is of al die donkerte en kilte zal kunnen overtroffen worden
door de warmte aan herfstkleuren, pompoensoep en de eerste smeulende houtstronken
op de openhaard. Want zoals de herfst wezen is loslaten, zoals de herfst wezen
is durven vervallen in leegte. En dat vervallen in leegte kan heel erg kil
aanvoelen, kan je warmte in het hart afnemen. Daarom zal deze herfst voor mij
kouder dan anders aanvoelen. Zal wind ook langs mijn ziel blazen als bittere
eenzaamheid. Deze herfst zal ik me moeten induffelen om mijn lichaam warm te
houden en om mijn hart te verwarmen. Ik zal mezelf meer dan ooit moeten
koesteren en zal iedere opkomende herfstzon als bron van hoop moeten zien. Ik
zal beseffen dat ieder weg naar pril leven dat de lente met zich meedraagt,
naar geluk, nooit zonder donkerte of pijnen is. Toch zal deze herfst ook
hoopgevend zijn, want iedere kale boom vertrouwd erop dat er in de lente weer
bloesems komen, ieder leeg veld weet dat het weldra weer bezaaid zal worden, en
zo zal ook ik moeten vertrouwen op het prille geluk dat na het loslaten en na
het kille leegte gevoeld te hebben zich opnieuw zal uitdrukken in mijn leven.
Doorheen de gehaastheid van de maatschappij ben je een
speelbal van de tijd. Je stroomt mee met de tijd en omringt je door drukte. In
een vaak veel te kille wereld zijn we allen vaak afstandelijke, kille mensen
geworden die tederheid, fragiliteit en genegenheid voor zichzelf en voor
anderen hebben teruggedrongen naar een minimum. Onze geesten werken
onophoudelijk door om het intellectuele te kunnen aanpakken, om te kunnen
blijven piekeren over zorgen en om te kunnen nadenken over dingen waar we
eigenlijk beter niet zouden over nadenken. Onze lijven blijven trappelen over
het aardoppervlak. We putten ze uit door het blijven doorgaan, tegen beter
weten in. We horen zo vaak het gegeeuw van onze lichamen, maar negeren het
omdat onze wil te presteren ons onder druk zet. Onze lijven zijn vaak uitgeput,
uitgeblust en moegewerkt, te vaak. We gunnen ze wel slaap en rust, maar niet
voldoende. We gunnen ze wel ontspanning, maar die ontspanning is te miniem om
de inspanning te kunnen compenseren. Onze harten en onze zielen zijn te vaak
ondergesneeuwd. Onder donkere gevoelens van verdriet. Onder pijnen als gevolg
van kwetsende personen in onze omgeving. Onder gevoelens van minderwaardigheid
en ontevredenheid. Onze harten kennen teveel koude, te weinig warmte.
Smachtende naar naastenliefde en hartverwarmende momenten baden onze harten te
vaak in eenzaamheid. De zielen zijn bijgevolg zielen die donkere plekjes
bevatten geworden waardoor liefde geven en ontvangen ons moeilijker lijkt dan
het eigenlijk is. Waardoor we het begrip tederheid niet meer, of toch te
weinig, kennen. De drukte van de maatschappij met al haar eisen, normen,
ideaalbeelden, zorgde ervoor dat velen onder ons evolueerden tot deze soort
mensen. Mensen die hun lichaam, geest en hart voorbijlopen doordat ze teveel
gefocust zijn op de prestaties, het materiele, de donkere gebeurtenissen en het
streven naar een onrealistisch geluk in hun bestaan. En dus is het tijd dat we
onze problemen onder ogen zien, we een rem zetten op onze eigen drukte en
gehaastheid. We die impressionante druk die constant op ons staat onder ogen
zien en bestrijden. Tijd voor tijd voor onszelf
Trek er op uit, naar een plaats waar geen mensen zijn die
stress uitstralen. Naar een plaats waar je kan zien hoe mooi en wonderbaarlijk
de wereld is. Naar een plaats waar je niets hebt behalve jezelf. Daar zal je
geconfronteerd worden met jezelf en zal je bijgevolg geconfronteerd worden met
je drukke, donkere levensstijl die jou beetje bij beetje verstikt. Problemen en
pijnlijke gevoelens die je eerder wegduwde zullen bovenkomen. Je zal doordat je
tot jezelf komt voelen waar je hart mee bezig is. Je zal de donkere plekjes op
je hart moeten onder ogen zien. Je ziel zal zich verluchten en met jou praten
over de schrammen en krassen die ze op zich heeft gekregen door pijnlijke
ervaringen. Je zal leren nadenken,
nadenken over jezelf en je leven. Nadenken over je gedrag. Je hart, ziel en
geest zullen voor één keer samenwerken, werken aan jezelf. Nadat jij hebt
geluisterd naar jezelf zal je aan jezelf kunnen leren wat echt belangrijk is.
Je zal beseffen dat er uiteindelijk maar enkele dingen echt belangrijk en écht
kostbaar zijn, en dat ben jijzelf, je geluk en de naastenliefde die je geeft en
ontvangt. Je zal leren wat rust is & hoe je die vindt. Je zal leren houden
van jezelf en van je leven omdat je eindelijk zal weten wie je bent, wie je wil
zijn en hoe je wil leven.
Weldra is
het zover Begin september zal ik na 6 jaar, met een treurig en uitgeput
voorkomen te zijn binnengestrompeld op het Atheneum in het stilaan marginaal
wordend Zottegem, niet langer bij die
bende van scholieren die begin september als het begin van het einde zien
behoren. Dit jaar zal ik die eerste schooldag met de nodige gelukzalige
gevoelens me om 11.30u nog eens induffelen in het warme donsdeken om dan
vervolgens na een half uur snoezen dan toch eens te bekijken wat ik met mijn
dag zal doen. Geen fake rode lopers aan de schoolpoort van het o zo gastvrije
Atheneum meer voor mij. Geen ellelange files en dubbel geparkeerde autos van
ouders die doen alsof ze het moeilijk hebben met het feit dat hun kind opnieuw
die grote wereld moet binnentreden maar eigenlijk gewoon zo opgelucht zijn dat
ze nu weer 10 maanden verzekerd zijn van opvang. Geen overstresste, gespannen
en beschaamde eerst jaartjes met boekentassen die even groot zijn als zij zelf.
Wat heb ik zo vaak medelijden gehad met die kindjes die daar op die reusachtige
koer stonden en niet beseften dat ze weldra zouden transformeren in pubers die
eigenlijk nog geen pubers zijn maar wel doen alsof, in opstandige kinderen die
denken volwassenen te zijn, in stoere jongeren die met wansmaak een sigaretje
aan de schoolpoort roken omdat ze er dan écht als een puber uitzien. Die arme
kindjes, die enkele maanden voordien nog knutselden en dansten op schoolfeesten
zouden weldra volgestouwd worden met onnodige kennis en hun uiterlijk zou de
gadeloze puberstreken moeten ondergaan. Geen eerste schooldag voor mij betekent
ook geen krijsende kleutertjes die mijn hart verscheuren omdat ik maar al te
goed besef hoe wanhopig die kindjes moeten zijn wanneer ze zien dat zelfs
mensen die 10 jaar ouder zijn als hun, nog altijd in die gevangenis met de naam
onderwijs zitten. Hun troosten zat er niet echt in, want ik kon die arme
sukkeltjes moeilijk gaan vertellen dat ik ook ooit zo stond te krijsen omdat ik
het kleuterklasje niet in wou, dat ik vervolgens ook krijste toen ik de lager
school iedere dag moest betreden en dat ik eigenlijk in het middelbaar nog
altijd krijs wanneer ik de schoolpoort binnenstap, alleen gebeurde dat de
laatste jaren gewoon in mijn hoofd en bleef mijn aangezicht even slaperig als
anders eruit zien. Ondanks de lichte heimwee naar het atheneum die ik ooit nog
wel eens zal voelen zal ik de gelukkigste mens van de wereld zijn dat ik op de
grote, belangrijke eerste schooldag gewoon lekker lui en onbezorgd mag zijn.
September is niet langer de maand van afzien bij het horen van de wekker of een
klote lessenrooster in handen krijgen en beseffen dat het alweer zon irritant
schooljaar wordt. September is vakantie ! Vakantie zoals juli en augustus niet
konden zijn. Vakantie die nog zaliger voelt omdat de meerderheid van de mensen
rond je verzuipt in het werk en alleen maar kan achteromkijken naar een
afgelopen vakantie terwijl jij nog kan voorop kijken naar die eindeloos lijkende
vrijheid en tijd die het laatste deel van je vakantie je nog biedt. September
zal me dus dit keer, voor het eerst in mijn leven, beschamend goed bevallen.
Maar
september zal ook ten einde lopen, en nog voor oktober zijn eerste
herfstbladeren laat vallen zal ik met mijn trillende benen en hevig kloppend
hart de aula van de universiteit al meerdere malen hebben betreden. De
faculteit Psychologie en Pedagogie zal mijn nieuwe kennisoord worden en hoe
groot ik mezelf ook mag gevoeld hebben, daar zal ik opnieuw het kleine meisje
zijn dat ik ook was toen ik de peuterklas startte, toen ik naar het eerste
leerjaar ging en toen ik als schuchtere 12-jarige de grote koer van het
atheneum op strompelde. Ik zal wellicht opnieuw in stilte een lichte krijs
uiten in mijn hoofd, een krijs van opwinding en angst, een krijs die
terzelfdertijd me zal nog meer energie geven om er voluit voor te gaan. Ik zal
me klein voelen in een grote stad die nog zoveel geheimen voor me heeft, in een
bende jongvolwassenen die ieder op zich een eigen pittige motivatie hebben
waarom ze daar zijn. Ik zal ondergedompeld worden in de grote, academische
wereld waarin je nooit teveel kan weten of leren, waarin je streeft naar kennis
als de grote geluksbron. Alle soorten studenten zal ik daar kunnen waarnemen: er zijn
die enthousiaste beginnelingen, de overgemotiveerden, de opnieuw proberen na
opnieuw geprobeerd te hebben, de we-zullen-wel-zien- jongeren, de
lichtgemotieerden met de 'we zullen er allesinds het beste van maken '-
mentaliteit, de bange jongelingen en de ridders die hun roeping najagen En ik,
wie zal ik zijn ?