Politieagenten komen Paul Copeland halen zodat hij een lijk kan identificeren. Het lijk is Manolo Santiago, een man van dertig tot vijfendertig jaar die vermoord werd. Als Paul hem ziet herken hij hem niet en vraagt om de spullen die Manolo bij zich had te zien. Hij had kranten knipsels over Paul en wat er die bewuste nacht in het bos was gebeurd. Hij had ook kleingeld en een telefoon bij zich. Maar wat Pauls aandacht trok was de meisjesring, her was de ring van zijn zus, Camille. Paul vroeg daarom om de armen van het lijk te zien. Op de linkerarm stond er een litteken. Paul herkende het lijk, het was Gil Perez.