We lopen nu al maanden in het bos. We proberen de kust te bereiken omdat we hebben gehoord dat daar de oplossing tegen alles te vinden is. Ik weet niet hoe lang ik dit nog kan volhouden. Het is nu al 5 dagen geleden dat Ronnie is gestorven en ik merk dat Ian het ook niet meer lang zal volhouden. Hij begint al veel te vergeten en kan nog moeilijk stappen. In een uur hebben we nog maar 500 meter afgelegd. Ian moet namelijk vaak pauzeren. We zijn te traag. We zullen er beiden niet geraken met dit tempo. Ik begin ook al lichtjes dingen te vergeten dus probeer ik tijdens het stappen zoveel mogelijk herinneringen op te noemen om mezelf te controleren. Ian en ik namen even een rust pauze. Ik viel in slaap maar dat had ik beter niet moeten doen want toen ik opstond was het avontuur geëindigd voor Ian...
Ian en ik hebben beslist om naar de stad te gaan om voedsel te halen. We moesten snel zijn en we mochten niet te veel opvallen tussen de rest. We besproken wat we nodig hebben zodat het stadsbezoek zo snel mogelijk kon verlopen. We liepen zo veel mogelijk langs de zijkant van de straten om zo minder op te vallen. We gingen een winkelcentrum binnen omdat we geen andere winkels zagen in de buurt. Ik voelde me bekeken. Zouden ze allemaal doorhebben dat ik een kopie ben? Ik keek om me heen en kon mijn ogen niet geloven. Ik zag mijn moeder, vader en mezelf. Ik kon me niet bedwingen en liep naar ze toe. Ik riep hun naam maar ze deden alsof ze niks hoorden. Ik keek rond me en zag dat een KB'er achter me stond. Ik liep weg samen met Ian maar zag dat er nog een andere jongen achter ons liep. Toen we terug in het bos waren vroegen we wie hij is. 'Ik ben Ronnie, een kopie net als jullie'.
Ik vlucht weg maar zie dat een busje me achtervolgd. Ik zit vol met vragen. Zijn dat mijn echte ouders? Waarom lijkt die jongen op mij? Waarom word ik achtervolgd? Ik ren snel naar het bos. Ik hoop dat ze daar stoppen met me te achtervolgen. Ik had zelfs geen last meer aan mijn dij tijdens het lopen, ik was te afgeleid. Ik keek achter me en zag dat het busje stopte maar ik bleef doorlopen. Na ongeveer een uur te lopen, ruste ik even. Ik hoorde takken kraken. Ik keek om me heen en zag de jongen die ik al eerder in het bos ben tegen gekomen. 'Wat moet je van mij', riep ik. Hij keek me aan en vertelde dat hij net als ik was. Hij vertelde dat ik achtervolgd werd door KB'ers of anders gezegd kopiebestrijders. 'Ik ben Ian', vervolgde hij. Hij bleef herhalen dat we hetzelfde zijn. We zijn allebei kopieën. 'Je ouders hebben je niet meer nodig. Je was maar een tijdelijke vervanging'.
Ik snap het allemaal niet meer. Toen ik aan mijn huis was aangekomen belde ik aan maar niemand deed open. Ik dacht dat het een flauw grapje was van mijn ouders dus belde ik nog eens aan maar opnieuw geen reactie. Ik begon te twijfelen of ze wel thuis waren maar hun auto's stonden allebei in de garage dus ze waren zeker thuis. Ik stapte naar de achterdeur om te kijken of die open was maar helaas. Het begon me te irriteren maar toen dacht ik dat ze misschien een verrassing aan het klaarzetten waren. Een feestje? Een hond? Ik begon mijn geduld toch te verliezen en begon op de deur te kloppen. Ik zag dat mijn vader eindelijk de deur kwam open doen. 'Rot op', riep hij. Ik begreep het niet en begon nerveus te lachen. Hij keek me boos aan en gaf me een duw. Ik draaide me terug om en kon mijn ogen niet geloven. Ik zag mijn moeder, ik zag mijn vader en ik zag mezelf...
Hallo, mijn naam is jonas en het leek me een leuk idee om een blog te beginnen om te vertellen over mijn leven. Ik had vandaag een voetbalwedstrijd. Het ging super! We zijn gewonnen! Ik hou van voetballen en ik hou van winnen. Het was vandaag een perfecte dag. Het was mooi weer, ik heb een goede match gespeeld en ik heb met Maria gesproken. Maria is geweldig! Ze is mooi, lief, aardig... Ze kwam vandaag na de match naar me toe om me te feliciteren. Ze vroeg me ook hoe het met mijn dijbeenblessure ging maar ik voelde mijn blessure zelfs niet meer toen ze met me begon te praten. Ze stak haar hand in haar zak en gaf me een sleutelhanger in de vorm van een schildpad. De sleutelhanger was vuil en dof. Ze heeft het op de grond gevonden vertelde ze maar het was toch het leukste wat ik ooit van iemand heb gekregen. Ik maak altijd een omweg als ik terug naar huis moet. Ik loop dan graag door het bos omdat ik nog te veel energie heb na een wedstrijd. Ik zag in de verte een jongen met wit haar. Hij zag er nogal mysterieus uit. Ik keek even weg en toen ik terugkeek was hij verdwenen. Het was vreemd maar ik zat met te veel andere zaken in mijn hoofd om me er zorgen over te maken.