Onzeker en angstig. Een fijn telefoongesprek, een tochtje naar een winkel met net zo fijne babbeltjes onderweg. En toch knal je erna opnieuw keihard in de duisternis. De koude nacht. De pijn. Verdriet. Willen begrijpen. Willen verklaren. Het lukt niet.
Ik moet standhouden. Maar wat is het moeilijk. Ontwaken en de dag moeten beginnen, .... opnieuw zo moeilijk. Ik mis dat tikkeltje moed of zin. Er is niets anders dan er tegen vechten. Je gedachten stoppen.
De nachtmerrie voelt compleet. Zoveel is veranderd. En verdwenen.
Wat doet 'afgewezen worden' pijn. Wat doen al die verwijten pijn. Het dubbele. Kan ik me niet verdedigen? Of gaf ik het op? Zoals ik nog meer opgaf. De overmacht blijft groeien.
Stand houden. Vasthouden aan die handen die je toegestoken worden. De handen vergeten die je wreed wegduwen. Die je afschilderen als 'iets' wat je niet bent, als 'iemand' die je niet bent, niet was ook.
Het doet pijn om te beseffen hoe ze alles op jouw rekening willen schuiven. Het doet pijn dat ze al jaren wreed handelt naar je toe.
Als je niet slikt, word je vergooid. Het dubbele erin is moordend. Het lukt me niet meer om het te verdragen.
De zondebok. Tegenover de slachtoffers... .
Moe van dit leven. Moe van de spelletjes die er gespeeld worden. Moe hoe mijn leven ondermijnd wordt. Ik moet wat me stilaan helemaal de vernieling injaagt, stoppen. Nu. Een dag langer wachten. Mezelf bij elkaar rapen en moedig dit het hoofd bieden.
Het moet. Dat andere zal nooit ophouden.
|