Ik voel me opnieuw in de steek gelaten. Met mijn 'verstand' weet ik dat ik niet door mijn hulpverlener in de steek gelaten werd. Maar het gevoel wil niet mee. Het is vaak ondraaglijk. Telkens die pijn opsteekt duw ik alles in mijn hoofd weg. Alsof ik me in een gruwelijke nachtmerrie bevind. De al aanwezige beperkingen, de problemen, ziekte, depressie, toen de virusellende begon was er nog steun. Al was dat enkele maanden telefonisch, amper 3 maanden verder had ik onverwacht en zonder voorgaan geen therapie meer. De zin verdween en de pijn van vroeger is plots weer opgedoken.
Iedere dag is het vechten tegen een monster dat je naar beneden sleurt. Gedachten op stop, gevoelens ook. Het loopt mis.
De ene moment kan er nog een opflakkering zijn van hoop of van uitkijken naar, het volgende ogenblik lijkt dit iets vreselijks te zijn waar ik liever van wegblijf.
Vertrouwen in zoveel verloren. Ook in mezelf.
Het liefst kwam ik niet meer uit mijn bed, stopte ik met eten en met drinken en wenste ik dat ik voor eeuwig kon slapen.
Maar ik mag niet toegeven aan dat gevoel, me voor ogen houden dat ik hier nog moet blijven voor die waarvan ik nog warmte kan voelen.
Het doet me verschrikkelijk veel pijn en verdriet dat ik door de anderen bij het afval gegooid werd. Het is alsof ik daar door de jaren heen nooit van hersteld ben en nu er zieker door voel dan ooit. De hulp die 4 maanden geleden wegviel, is er teveel aan.
Onzeker en angstig. Een fijn telefoongesprek, een tochtje naar een winkel met net zo fijne babbeltjes onderweg. En toch knal je erna opnieuw keihard in de duisternis. De koude nacht. De pijn. Verdriet. Willen begrijpen. Willen verklaren. Het lukt niet.
Ik moet standhouden. Maar wat is het moeilijk. Ontwaken en de dag moeten beginnen, .... opnieuw zo moeilijk. Ik mis dat tikkeltje moed of zin. Er is niets anders dan er tegen vechten. Je gedachten stoppen.
De nachtmerrie voelt compleet. Zoveel is veranderd. En verdwenen.
Wat doet 'afgewezen worden' pijn. Wat doen al die verwijten pijn. Het dubbele. Kan ik me niet verdedigen? Of gaf ik het op? Zoals ik nog meer opgaf. De overmacht blijft groeien.
Stand houden. Vasthouden aan die handen die je toegestoken worden. De handen vergeten die je wreed wegduwen. Die je afschilderen als 'iets' wat je niet bent, als 'iemand' die je niet bent, niet was ook.
Het doet pijn om te beseffen hoe ze alles op jouw rekening willen schuiven. Het doet pijn dat ze al jaren wreed handelt naar je toe.
Als je niet slikt, word je vergooid. Het dubbele erin is moordend. Het lukt me niet meer om het te verdragen.
De zondebok. Tegenover de slachtoffers... .
Moe van dit leven. Moe van de spelletjes die er gespeeld worden. Moe hoe mijn leven ondermijnd wordt. Ik moet wat me stilaan helemaal de vernieling injaagt, stoppen. Nu. Een dag langer wachten. Mezelf bij elkaar rapen en moedig dit het hoofd bieden.