Ik meost onlangs een verslag maken voor techniek over gelijk wel transportmiddel, ik heb voor de fiets gekozen. Terwijl ik deze maakte, heb ik zelf heel wat bijgeleerd.
De verschillende soorten fietsen.
1.
1771: velociféra
2. 1817: de houten draisine
3. 1842: de "twijfelachtige" MacMillan
4. 1866: Pierre Lallements patent
5. 1867: de hoge bi
6. 1868:
kettingaandrijving
7.
1885: John Starleys
veiligheidsfiets
Velociférica
Als aller eerste kwam de velociféra in het
jaar 1771 tevoorschijn. Het zou mede de Sivrac zijn, een adelijk persoon die in
de parken van Parijs zou geëxperimenteerd hebben met een loopfiets zonder
besturing. Hij noemde dit eerst de céléfière en later de velociférica. Hij werd
pas in de 20ste eeuw ontdekt dat deze fiets echt bedaacht werd door
een Franse journalist Louis Baudry de Saunier.
De houten Draisine
Deze fiets zou volgens
sommigen de eerste fiets met mechanische aandrijving in 1839 zijn geweest.
De graanhandelaar James
Johnston publiceerde in de jaren negentig van de 19e eeuw een onderzoek waaruit
zou blijken dat zijn familielid en plaatsgenoot Kirkpatrick MacMillan de
uitvinder van de met pedalen aangedreven fiets was. Macmillan zou zijn fiets in
1842 hebben voltooid. De houten wielen hadden stalen velgen, het achterwiel
werd met drijfstangen aangedreven en het voorwiel was bestuurbaar.
Volgens het
verhaal gaf MacMillan na het proces een demonstratie van zijn uitvinding
waardoor de rechter dermate onder indruk raakte dat hij de boete uit eigen zak
betaalde! Uit brieven van Schotse klanten aan Michaux blijkt tevens dat alle
pedaalvoertuigen in 1868 nog tricycles en quadricycles waren. Het is dan ook
zeer waarschijnlijk dat deze "fiets" alleen op papier heeft bestaan
en nooit werkelijk is gebouwd
Pierre Lallements patent 1866
De draisine was letterlijk een voorloper en
er zou een Franse mecanicien aan te pas moeten komen om het voertuig tot fiets
te transformeren. In 1862 inspireerde een passerende loopfiets de kinderwagenbouwer Pierre
Lallement tot het construeren van zijn eigen exemplaar
maar dan met pedalen aan het iets vergrote voorwiel. Hoewel het een
ongemakkelijk en inefficiënt geheel vormde, Hij nam voor de vervaardiging
contact op met de gebroeders Olivier en deze broers richtten samen met de smid Pierre
Michaux een fietsfabriek op.
Hun tweewielers bleken niet erg solide en de
concurrentie vaagde de werkplaats spoedig weg. Met metalen
banden en een gietijzeren frame moet
het langdurig fietsen op dit stuiterend transport hebben geleid tot een
losgeschudde schedel en daarom noemden de Engelstaligen het een boneshaker. Op
de nieuwe Parijse wegen van Macadam (een
vorm van wegverharding) bleek het echter een succes en het ontketende tot de Frans-Duitse Oorlog van
1870 een ware rage. De volgende innovaties, zoals kogellagers en
vaste rubberbanden,
maakten het fietsen uiteindelijk tot een minder schokkende ervaring.
De hoge bi( in 1867)
De pedalen van dit transportmiddel waren
direct aan het wiel bevestigd en daardoor hadden trapas en wiel dezelfde rotatiesnelheid. Om bij deze constructie de
snelheid te verhogen moest het voorwiel worden vergroot en dit resulteerde in
de hoge bi, zonder enige
twijfel de gevaarlijkste fiets.
In het Engels spreekt men wel van
"penny-farthing" (een penny is een grote munt, een farthing is een
klein muntje), vanwege het grote orwiel en het kleine achterwiel. Het massamiddelpunt van de wielrijder
zat zo hoog dat een nodige stop de fietser over het stuur lanceerde. Andere
nadelen waren het moeizame opstijgen, de onmogelijkheid om bij een tussenstop
een voet op vaste grond te zetten en de instabiele wegligging.
Een extra weetje over deze fiets is dat deze
gebruit wel om een fitstocht te maken over de hele wereld. Hij werd afgelegd
door de avontuurlijke fietser : Thomas Stevens. Hij had bijna 22.000 kilometer
fietsend had afgelegd en hij heeft zijn avonturen vastgelegd in het boek met de
originele titel: Rond de Wereld op een fiets. Hiermee is duidelijk dat de hoge bi, ondanks alle moeilijkheden en problmen met
deze fiets, het eerste echt bruikbare rijwiel was.
Ketting aandrijving
In 1868 construeerde de Duitser K. Meyer de eerste fiets
met kettingaandrijving
naar het achterwiel naar tekeningen van de Parijse horlogemaker André Guilmet.
Uit de geschiedenis blijkt dit wel der eerste, maar eigenlijk was het niet
volledig juist hij werd ook nog aangedreven met een pennenketting.Eigenlijk was
de pennenketting ook wel een ketting maar de oudste versie van ene fiets met
ketting aandrijving .
Een penkettingen isde goedkoopste en
eenvoudigste kettingen: de schalmen roteren rond de bus. De buskettingen was een ketting waarvan de schalmen op een bus geperst zaten, maar
roteren t.o.v. een pen. Nadeel is dat de pen telkens op dezelfde plaats belast
wordt.
John Starleys
veiligheidsfiets
John Kemp Starley
introduceerde in 1885 de
eerste fiets die eigenlijk niet verschilt van de moderne fiets. De Rover Safety van
John Starley had een achterwiel met kettingaandrijving,
waardoor de pedaalrotatie niet
meer gelijk hoefde te zijn aan het draaiende wiel en het hoge wiel niet meer
nodig was.
Hiermee kreeg de fiets zijn moderne uiterlijk
dat in wezen sinds 1885 niet meer is veranderd. Doordat de
wielrijder nu veel lager en verder van het stuur zit, is het valrisico
minimaal.Het comfort was echter nog steeds niet optimaal doordat de banden nog
steeds van massief rubber waren, maar dit veranderde reeds in 1888 met John
Dunlops luchtbanden.toen de fiets eindelijk
bruikbaar was verliet de eerste auto
bijna de fabriek).
De vouwfiets
De eerste vouwfietsen
werden reeds ver voor de Tweede Wereldoorlog vervaardigd. Legers zijn dan nog
belangrijke afnemers. De productie van vouwfietsen na de Tweede Wereldoorlog is
eerst door algemene fietsfabrikanten, later ook door gespecialiseerde
bedrijven. Mensen wilden een deel van hun woon-werkverkeer afleggen per fiets
en deze gemakkelijk mee kunnen nemen in de auto of trein.
de latere modellen kwamen
tot eigenstandige ontwerpen met een betere balans tussen trapoverdracht
en wiel, een veranderd wielformaat en een eigen vouwmechaniek die meer was dan
een in tweeën kunnen opklappen.
Moulton kwam in 1962 als eerste op de markt met een fiets met
een uniseks instapframe, kleine wielen met hogedrukbanden, een lange wielbasis,
en voor- en achtervering. Moultons ontwerp kreeg rond 1964 een deelbaar frame
en zou grote navolging gaan krijgen.
Met Bickerton kwam begin jaren 70 een vouwfiets op de markt die
lichtgewicht was en ingeklapt kon worden tot een compact formaat. In 1976
leidde dit tot de Brompton.
De fiets in de 21ste
eeuw.
het hoogwaardige wegennet is
het fietsen
geëvolueerd tot de meest economische manier van voortbewegen en met aanzienlijk
meer gemak dan in de 19e eeuw. In 1817 rolde Karl Drais 13 kilometer in een uur
terwijl Ondřej Sosenka in 2005 bijna 50 kilometer in een uur aflegde. Met een ligfiets
gaat het nog sneller doordat dit rijwiel door de lagere luchtweerstand
efficiënter is dan de standaardfiets. In 2006 reed Fred
Markham met zijn ligfiets
in een uur 86 kilometer. In het dagelijks gebruik is een ligfiets echter nogal
onhandig door de verminderde wend- en zichtbaarheid.
Een extra weetje over de
fiets is dat er jaarlijks ongeveer 100 miljoen fietsen worden geproduceerd.
Ontwikkeling van de fiets in bredere zin.
Ook nu nog altijd is
de fiets aan het evolueren en naar mijn mening zal hij ook blijven evolueren.
Er worden als maar meer verschillende technieken uitgevonden, en er zal als
maar meer technologie in de fiets terecht komen.