Aan een boomreus met vier stammen, en in elkaar gevingerde luchtwortels, verslikt ons hert zich aan de jonge blaadjes van de theezakplanten. Het dier kijkt ons recht in de ogen vooraleer het weer onderduikt in de groene schaduw. Twee dames plukken ijverig door als we gelukzalig dieper afdalen. Ze leggen een lange stok op de struiken. Alle blaadjes die er boven uitsteken, worden vakkundig geplukt en in de draagzak op de rug gegooid. Een specht krest vlakbij van plezier. Een isabelkleurige roofvogel wenkt onbekend voorbij. We zetten onze schattenjacht verder. Met onze buideltas rijk gevuld aan waarnemingen vatten we de terugtocht aan langs de ijzeren weg. Zo vermijden we uitlaatgas en toeterlawaai. De weersgarantie van het ochtendgebed duurt slechts tot de vroege namiddag. In onze schuilkamer schrijf ik een volgend artikel voor deze blog als er pijpenstelen uit de lucht vallen.