Het enige nadeel aan het hotel dat we vanmorgen verlaten was het warme water dat waarschijnlijk rechtstreeks uit de bronnen kwam en ons een onaangenaam zwavelgeurtje meegaf. We zijn nu om 6u30 gewekt en om 8u vertrokken, richting Akureyri, de grootste stad van Noord-Ijsland. Het valt op hoeveel paarden er op het eiland rondlopen in de wilde natuur (Ijslanders). Bossen zijn er niet en bomen zijn heel zeldzaam. We volgen de kustlijn langs de fjorden, een adembenemend mooie rit. We stoppen in Hofsos, een prachtig gelegen vissersdorpje en rijden nu naar Sigrufjordur, het meest noordelijk gelegen punt dat wij zullen bereiken in Ijsland en dat toch nog zo'n 100 km onder de poolcirkel ligt. We bezoeken er het mooie haringmuseum en rijden verder naar Akureyri, waar we, na een bezoek aan de botanische tuin, ook gaan eten. Via Laufas (met interessante turfboerderij) gaat het naar Godafoss, de waterval van de goden. Avondmaal aan het Myvatn-meer, waar we morgen een volledige dag wandelen. De nachten worden hier nooit helemaal donker. Bij de foto's voeg ik een plannetje, waarop onze reisroute uitgetekend staat tot vandaag.