De teksten op dit webblog zijn authentiek. Mogen wij u dus daarop wijzen dat iedere overname van tekst een schriftelijke toelating vereist van de auteur. De redactie.
Langs de IJse Lente - Smeerwortel - Look-zonder-look - Fluitenkruid - Witte dovenetel - Hondsdraf - Vergeet-mij-nietje
Nest van koolmees
HULDENBERG
Vroeger en nu
17-10-2009
De kloosterkapel van het Keyhof 3
De kloosterkapel van het Keyhof te Huldenberg - 3
Honderd jaar geleden, in 1909, werd de huidige kloosterkapel van het Keyhof in gebruik genomen.Wij grijpen deze unieke gelegenheid aan om dit stijlvolle architecturale kunstwerk in het grootste gebouw van Huldenberg in de kijker te stellen.
(Wenst u de eerste delen van dit artikel te lezen, dan gaat u best naar het menu onder 'Monumenten: Keyhof'.)
De glasramen
De glasramen dateren uit de bouwperiode.Zij zijn in neogotische stijl uitgevoerd en hebben hun eigen symboliek.
In het hoogkoor, achter het hoofdaltaar, bemerken we driemaal twee hoge ramen waarboven nog drie rozetten prijken.De hoge ramen refereren naar de mariale spiritualiteit van de orde.
(eigen foto)
Centraal worden het H.Hart van Jezus en van Maria uitgebeeld.
(foto V. Fransen)
Links staan de H. Laurentius en Sint-Jozef afgebeeld.
Sint-Laurentius is één van de patroonheiligen van de congregatie.Hij wordt afgebeeld met in de rechter hand de martelaarspalm, in zijn linker hand een schrift en linksonder het rooster waarop hij werd verbrand. (Hij zou, volgens de legende, gezegd hebben dat hij op een gegeven ogenblik aan één kant gaar was en omgedraaid willen worden). De heilige Laurentius wordt voorgesteld in een rode mantelpallium.
Sint-Jozef draagt zoals altijd een baard en een lang blauw gewaad.Hij wordt afgebeeld met zijn attributen: de timmermanszaag en de bloeiende lelietak. Dit attribuut verwijst naar de zuiverheid maar ook naar de legende over de keuze van Maria: toen Maria niet wist met wie ze in het huwelijk moest treden, liet de hogepriester alle gegadigden hun wandelstok in een bak met nat zand steken; de stok van Jozef begon onmiddellijk te bloeien.
(foto V. Fransen)
Rechts bevinden zich de H. Johanna en Sint-Franciscus van Assisi.
De heilige Johanna is in blauw-groene kloosterkledij.Zij omarmt met haar twee handen het kruis en met haar voet vertrapt zij de koninginnetroon.
Sint-Franciscus van Assisi is ook een patroonheilige van de congregatie.Hij draagt een donker bruin habijt, omgord met een koord met drie knopen: gelofte van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid en een kap op de rug.Tegen de borst drukt hij een kruis, op de rug van zijn handen zijn duidelijk de stigmata te zien.
(foto V. Fransen)
De rozetten bovenaan verwijzen naar de eucharistie:
(fotos V. Fransen)
Het lam Gods- het misofferHet kruis- het kruisofferDe pelikaan- de offerspijs
Sicut agnus ad occisionem ductus Omnia trahan ad me ipsumComedetis carnes et saturabimini
In de zijbeuk rechts wordt in een dubbel glasraam de boodschap van de engel aan Maria uitgebeeld.
De aartsengel Gabriël, verkondiger van Gods besluiten, verschijnt gekleed in lange blauwe tunica, zoals het hoort een scepter in de hand, met onderaan de klassieke spreukband waarop staat: Ave Maria, gratia plena, Gegroet Maria, vol van genade.Dit wordt de aanzet van het weesgegroet dat verder in de kerk kan gelezen worden:
Dominus tecum: benedicta tu in muliéribus,
Et benedictus fructus ventris tui Jesus,
Sancta Maria Mater Dei,
Ora pro nobis peccatoribus, nunc et in hora mortis nostrae, Amen.
Als tegenhanger merken we in de ramen van de linker zijde van de kerk de tekst van het Angelus :
Angelus Domini nuntiavit Mariae
Et concepit de Spiritu Sancto
Ecce Ancilla Domini. Fiat mihi secundum verbum tuum
Et verbum caro factum est . Et habitavit in nobis
Maria wordt knielend, biddend voorgesteld met boven zich de duif (de Heilige Geest) en naast zich een bloeiende lelie.(foto V. Fransen)
Verder in de zijkapel wordt onze aandacht gevestigd op de rozetten die boven de ramen prijken.
Zij stellen de tien deugden van Maria voor, zoals zij in het evangelie staan.
Links merken we:
Een passiebloem (medelijden), een zonnebloem (gehoorzaamheid), een kroon-imperiaal (godsvrucht), een palmtak (geloof) en een purperen roos (geduld).
Rechts in de kapel staan in de rozetten
telkens een engel met lelie (reinheid), granaatbloem (armoede), tulp (liefde), violet (nederigheid), blauwe hyacint (voorzichtigheid).(fotos V. Fransen)
(wordt vervolgd)
Jean-Pierre Van Binnebeek
Onze dank gaat naar de zusters Annonciaden van het Keyhof voor hun hartelijk onthaal, in het bijzonder eerwaarde zuster E. Brants voor het ter beschikkingstellen van de nodige documentatie.
Dank tevens aan Valère Fransen voor de unieke fotos en aan pastoor-deken Jaak Bertmans voor het herlezen van de teksten.
Bronnen:
Het archief van Keyhof te Huldenberg.Verschillende documenten, o.a.
- de kapel, ruimte van spiritualiteit van menswording
- Zusters annonciaden van Huldenberg
- Monumentendag 1996 Kapel van Keyhof
JP. Van Binnebeek R. Hallet. De getuigen van het verleden van Neerijse. Leuven 2005.
J. Claes, A. Claes, K Vincke. Sanctus. Meer dan 500 heiligen herkennen. Davidsfonds. Leuven. 2004
Schilderijen uit de collectie van René dOverschie
Verschillende documenten van Internet, o.a. Benediktiner Erzabtei St. Martin zu Beuron im oberen Donautal
Honderd jaar geleden, in 1909, werd de huidige kloosterkapel van het Keyhof in gebruik genomen.Wij grijpen deze unieke gelegenheid aan om dit stijlvolle architecturale kunstwerk in het grootste gebouw van Huldenberg in de kijker te stellen.
(Wenst u de eerste delen van dit artikel te lezen, dan gaat u best naar het menu onder 'Monumenten: Keyhof'.)
Beuroner stijl
Dankzij het herstel van een monastieke traditie kende de tweede helft van de 20ste eeuw een vernieuwing die gepaard ging met nieuwe buitenlandse invloeden.
Vanuit Solesmes werd in 1863 de benedictijnenabdij van Beuron in Zuid-Duitsland door schilder en beeldhouwer pater D. (Peter) Lenz gesticht en van hieruit werd de abdij van Maredsous gebouwd. Daaruit ontstond in 1899 in Leuven de abdij Keizersberg.
Pater Desiderius Lenz (1832-1928), stichter van de Beuroner Kunststijl.
(foto internet)
Beuron is o.m. gekend omdat er in de bibliotheek van de Benedictijnenabdij 200 middeleeuwse gedichten en gezangen gevonden werden, die aanleiding gaven tot Carmina Burana, het kunstwerk van Carl Orff.
De Beuroner Kunstschule is in de geschiedenis van de christelijke kunst van de 19e eeuw van cruciaal belang. In 1868 riep Desiderius Lenz in zijn klooster een religieuze kunstschool in het leven; Deze school richtte zich tegen het individualisme van de religieuze kunst van die tijd en tevens tegen het schijnrealisme van sommige strekkingen.
Hij geloofde, met de hulp van de esthetische geometrie, in een proportieleer, die gebaseerd was op het vastleggen van goddelijke geometrische wetten; deze kunst was terug te vinden Egypte, bij de Grieken, de Byzantijnen en in de vroeg-christelijke kunst. De godsdienstige motieven moesten, volgens hem, aanzetten tot aanbidding en gebed. Het beeld was symmetrisch opgebouwd en beperkt tot de essentie, met amper enig perspectief.
Verder in de tijd verwaterde deze kennis.Deze stijl werkte meer inspirerend dan vernieuwend.
Zijn ideeën schreef hij neer in het boek "Zur Ästhetik der Beuroner Schule.
Esthetische geometrie in de Beuroner kunststijl (bron internet)
De Beuroner kunst manifesteerde zich vooral in de beeldhouw- en schilderkunst.
Mariabeeld, bijgenaamd Maria mit der Kugel, marmerkleurig geverfd gips, naar ontwerp van D. Lenz (circa 1900-1925) (bron internet)
Oscar Algoet (1862-1937)
In 1921, twaalf jaar nadat het bedehuis in gebruik genomen was, werden in de kapel schilderingen aangebracht. Zij werden in Beuroniaanse stijl uitgevoerd.
De schildering van de kapel is één van de meest opvallende elementen die bijdraagt tot het eclectisch geheel van het bedehuis.
Er is een beroep gedaan op Oscar Algoet, een neogotische schilder uit Leuven.Oscar Algoet heeft op zijn actief de decoratie van zowel kerkelijke als burgerlijke gebouwen in en buiten Leuven. Hij was een kenner van de middeleeuwse kunst ; daarnaast ontwierp hij tal van interieurs in verschillende recentere stijlen.
Vandaag is de kloosterkapel van Keyhof één van de enige plaatsen in België waar de Beuroner stijl in al zijn pracht te bewonderen valt.
In het volgende deel worden tot in de details de schilderingen van de kapel besproken.
(wordt vervolgd)
Jean-Pierre Van Binnebeek
Onze dank gaat naar de zusters Annonciaden van het Keyhof voor hun hartelijk onthaal, in het bijzonder eerwaarde zuster E. Brants voor het ter beschikkingstellen van de nodige documentatie.
Dank tevens aan Valère Fransen voor de unieke fotos en aan pastoor-deken Jaak Bertmans voor het herlezen van de teksten.
Bronnen:
Het archief van Keyhof te Huldenberg.Verschillende documenten, o.a.
- de kapel, ruimte van spiritualiteit van menswording
- Zusters annonciaden van Huldenberg
- Monumentendag 1996 Kapel van Keyhof
JP. Van Binnebeek R. Hallet. De getuigen van het verleden van Neerijse. Leuven 2005.
J. Claes, A. Claes, K Vincke. Sanctus. Meer dan 500 heiligen herkennen. Davidsfonds. Leuven. 2004
Schilderijen uit de collectie van René dOverschie
Verschillende documenten van Internet, o.a. Benediktiner Erzabtei St. Martin zu Beuron im oberen Donautal
Honderd jaar geleden, in 1909, werd de huidige kloosterkapel van het Keyhof in gebruik genomen.Wij grijpen deze unieke gelegenheid aan om dit stijlvolle architecturale kunstwerk in het grootste gebouw van Huldenberg in de kijker te stellen.
(Wenst u de eerste delen van dit artikel te lezen, dan gaat u best naar het menu onder 'Monumenten: Keyhof'.)
De beuroniaanse schildering
Laten we de beuroniaanse schildering van dichterbij bekijken.
We beginnen met het gewelf waar we verschillende medaillons ontwaren.Boven het koor zijn de vier emblemen van de evangelisten afgebeeld : de engel, de os, de leeuw en de arend met de vier openingswoorden van hun evangelie: De arend (Johannes) "In principio erat Verbum" 'In het begin was het woord. (foto V. Fransen)
De engel (Mattheüs) Liber generationis 'Het boek van de generatie'
Of Geslachtslijst (van Jezus-Christus)
(foto V. Fransen)
De leeuw (Marcus) Initium Evangelii Het begin van het Evangelie (foto V. Fransen)
De os (Lucas) "Quoniam quidem multi" 'Reeds velen hebben getracht' (foto V. Fransen)
(wordt vervolgd)
Jean-Pierre Van Binnebeek
Onze dank gaat naar de zusters Annonciaden van het Keyhof voor hun hartelijk onthaal, in het bijzonder eerwaarde zuster E. Brants voor het ter beschikkingstellen van de nodige documentatie.
Dank tevens aan Valère Fransen voor de unieke fotos en aan pastoor-deken Jaak Bertmans voor het herlezen van de teksten.
Bronnen:
Het archief van Keyhof te Huldenberg.Verschillende documenten, o.a.
- de kapel, ruimte van spiritualiteit van menswording
- Zusters annonciaden van Huldenberg
- Monumentendag 1996 Kapel van Keyhof
JP. Van Binnebeek R. Hallet. De getuigen van het verleden van Neerijse. Leuven 2005.
J. Claes, A. Claes, K Vincke. Sanctus. Meer dan 500 heiligen herkennen. Davidsfonds. Leuven. 2004
Schilderijen uit de collectie van René dOverschie
Verschillende documenten van Internet, o.a. Benediktiner Erzabtei St. Martin zu Beuron im oberen Donautal
Honderd jaar geleden, in 1909, werd de huidige kloosterkapel van het Keyhof in gebruik genomen.Wij grijpen deze unieke gelegenheid aan om dit stijlvolle architecturale kunstwerk in het grootste gebouw van Huldenberg in de kijker te stellen. (Wenst u de eerste delen van dit artikel te lezen, dan gaat u best naar het menu onder 'Monumenten: Keyhof'.)
De Beuroner stijl (vervolg)
Boven het middenschip nemen we de beeldnamen voor Maria waar.Deze beeldnamen zijn aanroepingen uit de litanie van O.-L.-Vrouw. Links zien we volgende afbeeldingen:
Rosa Mystica
De mystieke roos
Porta coeli De deur des hemels
Oliva Specio De enigmooie olijf
Domus aurea Het gulden huis
Sicut Lilium Een lelie gelijk
Fons aquarium Bron van water
Cantate Dominum Zingt de Heer
(wordt vervolgd)
Jean-Pierre Van Binnebeek
Onze dank gaat naar de zusters Annonciaden van het Keyhof voor hun hartelijk onthaal, in het bijzonder eerwaarde zuster E. Brants voor het ter beschikkingstellen van de nodige documentatie.
Dank tevens aan Valère Fransen voor de unieke fotos en aan pastoor-deken Jaak Bertmans voor het herlezen van de teksten.
Bronnen:
Het archief van Keyhof te Huldenberg.Verschillende documenten, o.a.
- de kapel, ruimte van spiritualiteit van menswording
- Zuster annonciaden van Huldenberg
- Monumentendag 1996 Kapel van Keyhof
JP. Van Binnebeek R. Hallet. De getuigen van het verleden van Neerijse. Leuven 2005.
J. Claes, A. Claes, K Vincke. Sanctus. Meer dan 500 heiligen herkennen. Davidsfonds. Leuven. 2004
Schilderijen uit de collectie van René dOverschie
Verschillende documenten van Internet, o.a. Benediktiner Erzabtei St. Martin zu Beuron im oberen Donautal
Honderd jaar geleden, in 1909, werd de huidige kloosterkapel van het Keyhof in gebruik genomen.Wij grijpen deze unieke gelegenheid aan om dit stijlvolle architecturale kunstwerk in het grootste gebouw van Huldenberg in de kijker te stellen. (Wenst u de eerste delen van dit artikel te lezen, dan gaat u best naar het menu onder 'Monumenten: Keyhof')
De Beuroner stijl (vervolg)
Boven het middenschip nemen we de beeldnamen voor Maria waar.Deze beeldnamen zijn aanroepingen uit de litanie van O.-L.-Vrouw. Rechts zien we:
MR
Maria Koningin
Tiga Jesse Twijg van Jesse
Stella Matutina
De morgenster
Cedrus exaltata
De verheven ceder
Turris Davidica
De toren van David
Electa ut Sol
Uitverkoren als de zon
In chordis et organo
met snarensspel en orgel
(wordt vervolgd)
Jean-Pierre Van Binnebeek
Onze dank gaat naar de zusters Annonciaden van het Keyhof voor hun hartelijk onthaal, in het bijzonder eerwaarde zuster E. Brants voor het ter beschikkingstellen van de nodige documentatie.
Dank tevens aan Valère Fransen voor de unieke fotos en aan pastoor-deken Jaak Bertmans voor het herlezen van de teksten.
Bronnen:
Het archief van Keyhof te Huldenberg.Verschillende documenten, o.a.
- de kapel, ruimte van spiritualiteit van menswording
- Zuster annonciaden van Huldenberg
- Monumentendag 1996 Kapel van Keyhof
JP. Van Binnebeek R. Hallet. De getuigen van het verleden van Neerijse. Leuven 2005.
J. Claes, A. Claes, K Vincke. Sanctus. Meer dan 500 heiligen herkennen. Davidsfonds. Leuven. 2004
Schilderijen uit de collectie van René dOverschie
Verschillende documenten van Internet, o.a. Benediktiner Erzabtei St. Martin zu Beuron im oberen Donautal
Honderd jaar geleden, in 1909, werd de huidige kloosterkapel van het Keyhof in gebruik genomen.Wij grijpen deze unieke gelegenheid aan om dit stijlvolle architecturale kunstwerk in het grootste gebouw van Huldenberg in de kijker te stellen.
De boom van Jesse
We zetten onze zoektocht verder, meer bepaald op de muren van de kapel die met schilderingen uit dezelfde periode als die op het gewelf bedekt zijn.
Eén van de opvallendste schilderingen is de boom van Jesse ; hij bevindt zich vooraan links in de kapel en is een bijbelse benaming voor de nakomelingen van (de Hebreeuwse naam) Isaï (vertaald in het Grieks en het Latijn als Jesse).
De boom verbeeldt de geschiedenis van het volk waaruit Jezus is geboren.Uit zijn wortels ontspringt de boom met op zijn takken de twaalf koningen van Juda als volgt weergegeven: David, Salomon, Asa, Roboam, Josaphet, Joas, Osias, Joathan, Manasse, Ezechias, Josias en Joachas. De top van de boom wordt gevormd door Maria. In Jesaja 11,1 staat: "Een twijg ontspruit aan de stronk van Isaï (Jesse), een telg ontbloeit aan zijn wortels.
Verder ontdekken we als schildering:
- symbolen van de eucharistie omringd door druivelaars: de kelk met hostie en het Christogram (koor);
- de werktuigen van het lijden: trektang en hamer, geselkolom en roede, kruis met spons en speer, doornenkroon, drie nagels, omkranst met gestileerde passiebloemen (schip);
- Marias naam (SM) en de koninginnekroon, omkranst met Franse lelies, die verwijzen naar de H. Johanna.
In september 1923 heeft kardinaal Mercier de kapel tot kerk geconsacreerd.
Jean-Pierre Van Binnebeek
Onze dank gaat naar de zusters Annonciaden van het Keyhof voor hun hartelijk onthaal, in het bijzonder eerwaarde zuster E. Brants voor het ter beschikkingstellen van de nodige documentatie.
Dank tevens aan Valère Fransen voor de unieke fotos en aan pastoor-deken Jaak Bertmans voor het herlezen van de teksten.
Bronnen:
Het archief van Keyhof te Huldenberg.Verschillende documenten, o.a.
- de kapel, ruimte van spiritualiteit van menswording
- Zusters annonciaden van Huldenberg
- Monumentendag 1996 Kapel van Keyhof
JP. Van Binnebeek R. Hallet. De getuigen van het verleden van Neerijse. Leuven 2005.
J. Claes, A. Claes, K Vincke. Sanctus. Meer dan 500 heiligen herkennen. Davidsfonds. Leuven. 2004
Schilderijen uit de collectie van René dOverschie
Verschillende documenten van Internet, o.a. Benediktiner Erzabtei St. Martin zu Beuron im oberen Donautal
Oktober 1959. Huldenberg maakt zich op voor zijn eerste druivenfeesten.
Middensstand en druivenhandelaars hebben de handen in elkaar geslagen en willen er iets groots van maken.
Op 4 oktober 1959 wordt aan de ingang van het kasteelpark de gedenkzuil Felix Sohie onthuld.
René Spreutels metselde de zuil en Harry ElstrØm (°1906 - 1993)maakte de bronzen gedenkplaat.
Waarom staat deze zuil aan de kasteelpoort?
Baron de Peuthy gaf in 1861-1862Felix de toestemming om in de kleine serre van het kasteel proeven te doen met druivenkweek onder glas.
Na vele jaren van vallen en opstaan lukte het hem.
Hij verliet het kasteel en begon in Hoeilaart zijn eerste travaux serren in 1865. In 1878 begonnen de gebroeders Danhieux in Overijse en wat laterwas Emiel Vandenschrieck de eerste inHuldenberg.
Geleidelijk aan breidde de druiventeelt zich uit en rezen de serren overal op.
De druivenstreek: Huldenberg, Hoeilaart, Overijse, Duisburg en Tervuren
Was een schittering van de serren in de zon. Men sprak zelf van de glazen dorpen. Begin de jaren 50van vorige eeuw waren er ongeveer 30000. Vandaag(2009) nog hooguit 200.
Serres afgebroken, en de gronden verkocht als bouwgrond. Kinderen nemen de zaak niet meer over want het is intensief werken. De energieprijzen rijzen de pan uit. De overheid heeft weinig belangstelling voor deze unieke teelt.
Vandaag zijn de gevolgen van dit alles te zien.
WIE IS FELIX SOHIE?
In Hoeilaart wordt op 14 januari1841 Felix Sohie geboren als vierde kind.
Hij behaalt zijn diploma in 1860 aan de tuinbouwschool van Vilvoorde. School die nu nog steeds bestaat en bij de ouderen beter gekend als kuulkrabbersschool. Na het behalen van zijn diploma mag hij beginnen in het Kasteel van Huldenberg bij baron de Peuthy. Het liefst werkt hij in de kleine serre. Men kweekt er bloemen, perziken en druiven.
Het is nu juist de druif die zijn aandacht trekt en het wordt zijn hobby. Temeer dat hij van de baron de toelating kreeg om te experimenteren.
Op de plaats waar de serre stond, staat nog steeds een halve serre( niet meer de originele) tegen de muur. De ranken die er in groeien zijn reeds zeer oud.
In 1865 bouwt hij zijn eerste serre in Hoeilaart op De Berg. Zijn broers helpen hem vanaf 1866. Door het durven lenen van een grote som geld hebben ze reeds elf serren. Ze verbouwen Frankenthal, en Chasselas de Fontainebleau.
In 1867 voorzien zij reeds een eerste verwarmingsysteem en is er in elke serre een waterput om te kunnen sproeien.
In 1878 beginnen de gebroeders Danhieux hun eerste serren in de Scheidhaagstraat nu de gebroeders Danhieuxstraat.
In 1891krijgt de druivenkweek een opdonder van je welste. De serristen zijn als de dood voor een hagelbui. Op 1 juli van dat jaar worden 200000 ruiten verbrijzeld door de hagel.
In 1892 worden de eerste druiven uitgevoerd naar Engeland en hebben de gebroeders meer dan 200 serren.
Er zullen nog meer serren komen maar ook aanverwante nevenbedrijven: vervoer van mest en steenkool. Voor de bouw van een serre is hout, ijzer, glas, lijnolie en krijt ( voor het bereiden van de mastiek). Ook voor de verpakking was hout, papier, en watten( meer gekend als fiber).
Felix Sohie overleed in 1929. We mogen wel zeggen dat hij onze streek een ander gezicht gegeven heeft. Al blijft er niet veel meer van over.
Toch is de druif nog altijd een fantastische vrucht. Zeker nu ze BOB is. Van Europa kreeg ze inderdaad de titel Beschermde Oorsprong Benaming.
De feesten in Huldenberg op 4 oktober 1959.
Het waren de eerste druivenfeesten in Huldenberg de van start gingen op 3 oktober. Er was een hele delegatie van Boerenbond, Politiekers, vertegenwoordigers van de middenstand een afgevaardigde van minister Van den Boeyenants.
Het begon met een tentoonstelling in de zalen Mariakring en Philips. Gevolgd door de drukbijgewoonde prijsuitreiking.
Op zondag 4 oktober werd dan de gedenkzuil Felix Sohie ingehuldigd aan de poort van het kasteel.
In stoet vertrok men van op Koxberg en dit onder begeleiding van de twee muziek maatschappijen: De IJsschegalm en de Ware vrienden.
De personaliteiten namen de stoet in ogenschouw van op de trappen van het kasteel.
Een afgevaardigde van de minister onthulde het beeld.
De muziekmaatschappijen gaven nog elk een concert ten beste.
De Oudemansgilde verschoot haar pijlen op de staande wip; ( ze staat er nog altijd.)
Huldenberg was echt in feest.
Dit jaar staat er de gedenkzuil dan ook 50 jaar. Zuil die er kwam als herdenking aan een man die voor de streek veel betekend heeft.
Norbert mosselmans 09/2009
INFO:
Fotode heer Hagens Wouter ( dank voor het mogen gebruiken)
Gegevensover de zuilde heer Roeikens Robert
Gegevens over Sohie:artikel van A. Veiller in HET VOLK van dinsdag 6 oktober 1959
GEMEENTE: Ottenburg LIGGING: Tekkerstraat LENGTE: 150 m
Dit is de straat die uitmondt in de Tekkerstraat (knikker?) en doodloopt in het veld in casu heide. De Langenheidestraat is de andere grens van die heide.
Los. Woord dat vele betekenissen heeft;
Een los of lynx: katachtig roofdier. Is niet van deze streek Niet gebonden! Roerende goederen niet gesloten! Geen deel ( losse afleveringen) uitmakend van een geheel ! Niet compact (los zand). Buiten verband (losse aantekening). Niet stijf ( een losse tred). Los van tong: babbelachtig zijn. Los van zeden (geen uitleg nodig) Een losse slaap. Ze leven er maar op los.Het regent er op los. Hij heeft een vijs los!
Zo zouden we nog een hele tijd kunnen doorgaan.
Zoeken we verder in het woordenboek dan komen we het woord losweg wel tegen. Met als betekenis: op lichtvaardige wijze, zonder zich te bedenken, zo maar. Maar dat zal zeker niet de verklaring zijn van onze Loswegstraat.
We gaan dat woord, zoals de stratenmakers eens open smijten (maar het zal binnen de kortste keren terug dicht zijn hoor).
Straat: dat kennen we ; komt van het Latijn strata (via) betekent geplaveide weg. Weg: Smalle strook grond in het landschap geschikt gemaakt en gebruikt voor het verkeer. De verbinding van de ene plaats tot de andere. In deze straatnaam is dus een dubbel gebruik van weg aanwezig: straat en weg.
Blijft ons woordje: LOS. In de woordenboeken vinden we niet echt een verklaring voor het woord.
We gingen omdat het om gronden gaat ons licht dan eens opsteken bij de rechtspraak. Er van uitgaande dat waar gronden samenkomen ongewild kweddelen ontstaan. Men kent dat ;dat is van mij en gij blijft er af. Anders
Maar er is evenwel geen enkele wettekst waar het begrip LOSWEG omschreven wordt. Het is dus nergens materiaalrechterlijk geregeld. Het is een kwalificatie die rechtspraak en rechtsleer in de loop der tijden aan bepaalde terreintoestanden zijn beginnen te verlenen. Losweg is een begrip met een precair karakter. Het allerprilste begin vindt men terug in het basisarrest van het hof van cassatie d.d. 25 februari 1841. Bijna 200 jaar geleden schreef men:
Verschillende aangelande eigenaars, die elk geen rechtstreekse uitweg hebben naar de openbare weg kunnen, liever dan gehinderd te worden in de uitbating van hun erven, overeenkomen om een strook grond tegen de grens van hun terreinen in gemeenschap brengen en zo tot gemeen gebruik komen opdat alle aangelande erfeigenaars langs deze tot de grens van hun erven gelegen grondstrook een uitweg kunnen nemen naar de openbare weg.
In moderne taal gezegd:
Wanneer van verschillende grondeigenaars hun stukken zo gelegen zijn dat er voor sommigen geen uitweg is naar de openbare weg, dan kan er een strook grond , in onderlinge afspraak, vrijgemaakt worden, die langs de verschillende percelen loopt en die zo toegang geeft tot de openbare weg.
Er kan dus geen sprake zijn van losweg wanneer elke grondeigenaar daar gelegen een uitweg heeft naar de openbare weg. Als is die weg soms verschillend en misschien zelfs alom. Een losweg impliceert dus de behoefte aan een toegang - en uitweg naar de openbare weg, zonder dat de aanpalende eigendommen zelf toegangen hebben tot deze weg. Tegenwoordig lost men dat op met ruilverkavelingen.
LOSWEGSTRAAT: is dan ook een straat die niet van gisteren dateert en waarvan men zeker mag zijn dat er in die heide eigendommen lagen die van geen kanten aan een openbare weg kwamen en waarvoor men dan verplicht was een uitweg te geven. Denk maar aan kerkgronden of andere gronden die dikwijls ingesloten lagen omdat het schenkingen waren en de omliggende gronden door erfenissen op de duur ergens anders terecht gekomen waren.
norbert mosselmans
foto: Jean-Pierre Van Binnebeek dank: NYS VIRGILE : kadastrale lengte van de straat
We vertrekken aan de J. Vandervorstlaan en behandelen de rechter kant.
In een nieuwbouw wonen Denis van den Doere (Denise Van Loo) en Oscar François.
Hogerop vinden we Marcel Baus en Annie Van Aerschot.
Martine va Marcel va Geeter (Martine De Keyser) en Jacques De Bois zijn de buren.
Dan vinden we Rossen Talle (Vital Philips) en Clara Van Loo.
Maria Verboomen was eerst getrouwd met Robert Philips, daarna met Gilbert Roekens.
José va Rosalé van den Oïsel of José va Lowie va Stoffeles vinden we iets verder met echtgenote Jeannine Van Aerschot.
Mariët van de Bruffoert (Mariette Vanderlinden) woont in het huis hoger met Armand vaJules va Peites of Armand va Fin (Armand Van Aerschot).
Dan vinden we Sarah Baus en Christophe Devroey.
We merken enkele vakantiehuisjes ; verder wonen Marcel va Geeter (Marcel De Keyser) en Serafin va Dolf va Peites (Séraphine Van Aerschot).
Iets hoger woont Hilda va Marcel va Geeter (Hilda De Keyser).
Dan merken we het huis van Linda va Pijp (Linda Vanderlinden) en Marc Vaeremans.
---=oOo=---
We steken de straat over en nemen de overkant onder de loep.
Daar wonen Willy va Marcel va Geeter (Willy De Keyser) en Christiane va Robert vaFloere (Christiane Roeykens).
Enkele huizen lager wonen Frans va Jukke Coelewoert (Frans Sterckx) en Maria va Frei (Maria Michaux).
Ernaast vinden we Dolf va Peites (Adolf Van Aerschot) en Melenee va Pestéves (Melanie Meeus).
Josefin van de Champetter (Josephine De Coster) woont ernaast.Zij was getrouwd met Lowie va Dolf va Peites (Louis Van Aerschot).
Jules va Peites (Jules Van Aerschot) en Fin Hernalsteen waren de buren.Het pand is verkocht en verhuurd.
Jom va Koster (Guillaume De Coster) woonde iets lager met Celien De Braeckeleer.Nu is het de woonst van kleindochter Carine en echtgenoot Gilbert
Dan merken we het huis van Jean De Coster en Jeannine Derom.Het is inmiddels verkocht.
Dit werk is het resultaat van de samenwerking en de inbreng van volgende personen: Paul Craps, Gerarda Verhoeven en Joséphine De Coster. Jean-Pierre Van Binnebeek zorgde voor de tekst en de eindredactie.
De voorbije zomer was er eentje die er mocht zijn. Heerlijk droog. Een lucht , blauw als in de Provence en vooral een temperatuur die ons echt opkikkerde.
Zo een zomer noodt tot terrasjes, zalig niets doen, een BBQ en een lekker glaasje wijn .
Maar men is pas en goed aan al dat heerlijks begonnen ofZZZZZZ In duikvlucht wordt de aanval op al het lekkers dat op tafel staat aangevat.
Ze zijn er: de wespen. t Is alsof ze het ruiken en ergens in een hoekje van tuin of terras hun moment afwachten. De strijd tussen hen en de mens begint. Verjagen, wegwaaien, slaan Hoe meer men het doet hoe meer er komen en hoe agressiever ze zijn.
Het kan de gewone wesp of de Duitse wesp zijn. De gewone wesp heeft op het kopschild een ankervormig zwart vlekje. De Duitse heeft 3 zwarte vlekjes op het gezichtsschild. Beide hebben een spits lichaam dat geel en zwart geringd is. Ze worden ongeveer 22 mm lang.
Wie ze observeert stelt vast dat ze geen zuigslurf hebben zoals de bijen maar wel kaken die alles vermalen.
In het voorjaar en de voorzomer hebben we weinig last van deze insecten. Ze jagen dan op bladluizen en rupsen waarmee ze hun larven voeden. De wespen voeden zich op hun beurt met het zoete speeksel dat de larven produceren.
De koningin stopt bij het eind van de zomer met eierleggen. Het gevolg is dat er geen larven meer zijn die zoet speeksel voortbrengen. Gevolg: de wesp gaat op zoek naar zoet en vindt het dan bij ons: onze drank, fruit, confituur, limonade, ijs Dan begint de strijdt tussen hen en ons.
Zij bouwen hun nest meestal ondergronds. Het nest, in dit geval de raten, wordt opgebouwd uit geknaagd hout. Vandaar dat die nesten de indruk geven van uit papier opgebouwd te zijn. In de raten komt geen honing: zij verzamelen die niet.Maar in elke raat legt de koningin een eitje waaruit dan een werkster of een mannetje (dar) komt. In de herfst sterven de werksters en de mannetjes en zoeken de bevruchte nieuwekoninginnen een schuilplaats om te overwinteren.
Een wespenkolonie telt ongeveer 5000 individuen terwijl er in een bijenkorf tot 50000 kunnen samenhokken.
Dat de wesp geen vriendje is heeft ze aan zichzelf te danken. Ze kan agressief zijn en bezit als verdedigingsmiddel een vlijmscherpe angel waarmee ze tot 10x toe kan stekenzonder er hinder van te vinden. Steekt de bij (die bijlange niet zo agressief is) dat moet ze sterven. Haar angel heeft twee weerhaakjes die in de huid blijven zitten en daardoor worden en angel en gifklier uit het lichaam gerukt met de dood tot gevolg.
De wespen gebruiken die angel in de eerste plaats om prooidieren, insecten, te doden. Maar daarnaast ook als verdedigingswapen tegen vogels, hagedissen en mensen.
In feite is de wesp een nuttig diertje omwille van zijn inzet om schadelijke insecten te verdelgen. Maar zo ervaren wij dit diertje niet: het is een ferme lastpost.
Uitzicht nest Nest
WAT DOEN?
Terroristen van de slaapkamer. Plaaggeesten van een picknick. Bijen en wespen, zij kunnen voor onaangename momenten zorgen. Bijen of wespen steken meestal uit zelfverdediging, een enkele keer om zich te voeden met menselijk bloed. Tijdens de steek brengen ze een giftige stof in de huid. Afhankelijk van iemands gevoeligheid en het aantal steken (dat de hoeveelheid gif bepaalt) vindt een reactie plaats. Bij kinderen is deze vaak iets heftiger dan bij volwassenen. Meestal ontstaat slechts een plaatselijke reactie in de vorm van een rode, jeukende, soms pijnlijke bult, die na enkele uren of dagen weer verdwijnt. Soms echter veroorzaakt het gif een forse reactie in de directe omgeving. Dan ontstaat een uitgebreide rode zwelling die warm aanvoelt en pijnlijk is. Dan is binnen enkele uren alles rond de steekplaats rood, gezwollen en pijnlijk. En het duurt meestal meerdere dagen voordat die klachten verdwenen zijn. Uitermate vervelend maar gelukkig ongevaarlijk.
Alleen als u overgevoelig (allergisch) bent voor bijengif of indien u door zeer veel insecten tegelijk bent gestoken kan uw gezondheid in gevaar komen. Dan blijft de reactie op het gif niet beperkt tot de steekplaats zelf of de directe omgeving maar het hele lichaam reageert. Een dergelijk allergische reactie kan zich uiten in:
een algemene huidreactie waarbij de huid op vele plaatsen rood wordt, hevig jeukt en zwelt.
een reactie van de luchtwegen: hierdoor ontstaat een piepende ademhaling.
een reactie van de darmen met braken en hevige diarree.
In het ergste geval kan de bloeddruk sterk dalen en een verminderd bewustzijn optreden.
Dit gebeurt meestal binnen 20 minuten na de steek.
Wat kunt u zelf doen?
Een achtergebleven angel kunt u met uw nagel eruit schrapen of met een kleine pincet verwijderen. Als het gifzakje er nog aan zit knijp er dan niet in anders komt er nog meer gif in de huid. Het nut van uitzuigen is nooit aangetoond.
Tegen jeuk helpt koelen met ijs op de gestoken plaats (ijs niet direct op de huid maar bijv. gewikkeld in een doekje). Ook mentholpoeder kan de jeuk verlichten. Als de reactie in een arm of been zeer uitgebreid is kunt u het best de arm of het been enige tijd hoog leggen en koelen.
Wanneer moet u direct naar de dokter?
Bij een steek in de mond, de tong of de keel
Als u weet dat u allergisch bent voor bijen of als u de vorige keer een forse reactie hebt gehad op een bijensteek.
Als zeer kort na een steek algemene verschijnselen optreden (overal rode gezwollen plekken, benauwdheid, diarree, flauwvallen).
Enkele tips om een ontmoeting met deze vliegende terroristen te voorkomen.
Dek zoete etenswaren af.
Eet niet op een plek waar bijen of wespen graag zijn, zoals in de buurt van bloemen of voedselafval.
Loop niet op blote voeten in het gras, vooral oppassen met klaver.
Sla niet naar wespen, dan komen ze juist naar u toe!
Drink niet uit een flesje of blikje, geef kinderen een rietje.
Draag beschermende kleding met lange mouwen, lange broek of sla een kleed om de benen.
Draag niet iets zwarts of gebloemds. Iets wits, groen of bruin is het beste.
Gebruik geen geparfumeerde artikelen. Smeer je zo nodig in met een middel als autan of citronellaolie, bij de drogist of apotheek verkrijgbaar.
Een grootmoedermiddeltje: kneus het blad van een weegbree en wrijf er de ontstoken plaats mee in.
Weegbree
WIST JE:
dat de Italiaanse scooter VESPA zijn naam te danken heeft aan de terreur van ons gezellig samenzijn. De Latijnse naam van het insect luidt: VESPULA vulgaris. Het lawaai van de scooter doet aan een wesp denken.
De Wymingenstraat is een weg die verschillende eeuwen oud is.Zo vinden we in 1690 Wijnegemstraat, in 1753 Wijligen Straete en Wijneghem straete, in 1766 Weyningestraete, in 1790 Wijninge heyde en in de 19e eeuw Wijninsche straet.
De naam Wijnegem zelf is evenwel van Frankische oorsprong en betekent "woning of woonplaats van de lieden van Wini". Wini was het hoofd van een Germaanse familie die zich tijdens de zogenaamde Frankische landname of kolonisatie vestigde.
De Wymingenstraat loopt op het grondgebied van Ottenburg en Sint-Agatha-Rode.
In de volksmond werd dit gebied De Boeken genoemd wellicht door de aanwezigheid van een familie die deze bijnaam droeg.
.
In Ottenburg troffen we een viertal huizen.
Hier woonde Maurice Criegers samen met Léa Vanbever. Dit was het ouderlijk huis van Léa. Haar ouders, Pieke va Jommes (Petrus Vanbever en Treen Klak (Catherina Nowé) hebben er gewoond.
We vonden er tevens Méneke Moeen (Zjèf Goossens) getrouwd met Maria Duerinckx. In dit huis zouden 'De Boeken' vroeger gewoond hebben.
We troffen er ook Narre va Kloske (Léonard Vanpee) die er samenwoonde met Mareeke Brug (Marie Berckmans).Nu is dit huis bewoond door Lutgarde Geysegoms en Stefaan Steeno.
Suske va Kjelle (Franciscus Berckmans) woonde hier met Louise Vanmeerbeek.
Talleke va Kjelle (Vital Berckmans) getrouwd met Florence Verhoeven was in de vierde woning gehuisvest.
Sint-Agatha-Rode De Wymingenstraat
Hier woonde Valentin va Lamme Ardâ (Valentine Vrebosch) die getrouwd was met Paul Vanderstraeten.De mensen zeiden tegen hem Tu tamuses, een uitspraak die hij vaak gebruikte tijdens zijn jeugd als hij het ene of het andere meisje op een dansavond trof.
De twee zonen, Elie en Lucien, wonen er nog.
Deze tekst kwam tot stand dankzij de samenwerking van volgende personen: Raf Steeno en Léa Minnoye, David Rosier, Simonne Lagois en Romain Maes.
Op een braakliggende grond, een bouwruïne, een laar (openplaats in het bos), een kapvlakte, afgebrande terreinen, langs de spoorwegbermen vind je het wilgenroosje rond deze tijd wiegend in de wind. Met haar frêle roze bloempjes schittert ze in de zon.
Het is een echte pioniersplant. Waar ze een opening vindt, schiet ze als paddestoelen uit de grond en in een mum van tijd is de hele ruimte ingenomen.
Zo was ze na de tweede wereldoorlog de eerste om zich te vestigen op de puinen van de gebombardeerde steden en met haar roze bloempjes weer nieuw leven in te blazen.
Vanwaar die snelle opmars? De plant zaait zich voort maar ook de wortelstok( heeft jaarringen kan 25 jaar oud worden) brengt nieuwe planten voort.
In de zomer en de herfst zijn het de langwerpige doosvruchten pluizige zaden( die vele jaren kiemkrachtig blijven) los die door de wind ver meegenomen worden. Eens ontkiemd op de nieuwe standplaats gaat de plant zich via zijn houtige wortelstok razendsnel uitbreiden. Ze kunnen zo dik staan dat andere planten geen kans krijgen. De bladeren lijken op die van de wilg. Vandaar de naam wilgenroosje. . Het blad gaf de naam: wilg en de kleur de naam: roos. Dus: wilgenroosje. De plant kan tot 150 cm hoog worden en bloeit van juni tot september. De ree is verzot op deze plant. Andere namen: bastaardwederik, dondertoren, kattenstaart( de echte is wel een andere plant), sint-antoniuslelie, vuurkruid. Gebruik: de pluizen van de zaden werden vroeger gebruikt als vulmateriaal of als bijmengsel bij wol of katoen. In de geneeskunde werd het niet veel gebruik. Al heeft het wilgenroosje adstringerende samentrekkende en verzachtende eigenschappen. Van de wortelstok trok men een thee tegen tongblaar (aften). De jonge scheuten werden rauw of gekookt gegeten. In Rusland vervangen gedroogde bladeren de thee.
de liefde tussen een elfje en een kabouter In de zomer zijn vele vlakten en open plekken prachtig rozerood gekleurd door de bloemen van het wilgenroosje. Het ontstaan van het wilgenroosje is een romantisch verhaal, luister:
Lang, lang geleden leefde aan de rand van het bos, te midden van prachtige bloemen een elfenfamilie in een wilde rozenstruik. Op warme zomerdagen speelden de kleine elfjes in de koele schaduw van het bos, aan de rand van een meertje. Op een mooie dag speelde een elfje aan de voet van een oude grote wilg, toen ze blij verrast een klein kaboutertje naar beneden zag klimmen. Sinds die dag speelden het elfje en het kaboutertje op alle warme dagen samen in het koele bos. Toen zij groter groeiden werden ze verliefd op elkaar. Zij vertelden hun ouders dat ze samen wilden gaan wonen. De verbazing en ontzetting bij de wederzijdse ouders waren zo groot dat ze het hun kinderen verboden. Elfen en kabouters trouwen niet met elkaar! Elfen trouwen met elfen en kabouters met kabouters. Het bedroefde elfje en de verdrietige kabouter vroegen de elfenkoningin om raad en goedkeuring. Deze zei: "een kabouter en een elfje op één kussen, daar zit de duivel tussen". De kabouter ging terug naar zijn wilg en treurde wekenlang, waardoor zijn wilg in een treurwilg veranderde. Ook het elfje ging terug naar haar rozenstruik aan de rand van het bos en huilde dagenlang. De elfenkoningin kon deze droefenis niet aanzien en trok op een heldere herfstdag naar de kabouterkoning voor overleg. Gezamenlijk besloten zij in grote wijsheid dat de twee voor altijd samen mochten leven, maar niet in de gedaante van elf en kabouter maar in een nieuwe gedaante: in de vorm het Wilgenroosje. Dankbaar en gelukkig aanvaarden ze het voorstel. En zo leefden ze nog lang en gelukkig en kregen vele nakomelingen.
Op de hoek van de Kapelweg en aan de voet van de Kapelbergstraat staat de in 1733 gebouwde slotkapel van de baronnen van Neerijse, opgetrokken in classicistische stijl, met enkele herinneringen aan de barok. Op de voorgevel kan je het blazoen van de familie zien en
de kapel heeft een houten peerspits.
De prachtige Kapel van Onze-Lieve-Vrouw ten Pui is een beschermd monument en wordt tijdens de meimaand nog steeds gebruikt.
Onze-Lieve-Vrouw-ten-Pui
De kapel heeft haar ontstaan te danken aan een wonderbaarlijke gebeurtenis.Een herder trof langs de weg in het struikgewas een houten lievevrouwbeeldje aan. Hij nam het mee en borg het thuis op in een kist.De volgende morgen was het beeldje echter verdwenen en de herder vond het opnieuw tussen de struiken. Dat herhaalde zich nog een paar keer. Tenslotte zette de herder het beeldje bij de vindplaats op een pui. Daar komt de benaming vandaan.
Arthur Gottignies liet in 1611 een kapel bouwen en de familie dOverschie liet er in 1733 een nieuwe kapel bouwen. Tegen de zijgevel bevindt zich een vierkante sacristie.
De Kapelweg is een onverharde weg naar het Kasteel van Neerijse en leidt tevens naar de Eygenstraat en de Lindenhoflaan.De weg werd vroeger veel gebruikt door de bewoners van het kasteel.Nu vind je langs de weg twee huizen in de bosrijke kanten.
In één van de huizen woont Xavier Gilis . Hij is de kleinzoon van Emile Gilis van de
Rattenberg uit Huldenberg. Mensen van Neerijse hebben hier nooit gewoond.
In het midden van de weg loopt het nog steeds goed onderhouden bospaadje door dat de Eygenstraat met de Beekstraat verbindt en passeert langs het Lindenhof.
De omgeving van de kapel Onze-Lieve-Vrouw ten Pui is beschermd dorpsgezicht.
We vertrekken links aan de voet van de Kapelbergstraat.
Eerst zien we het gesloten uitstalraam en ingang van het vroegere voedingswinkeltje van Wieva Mister (Louis Van Elsen) en Merja va Beire Smekke (Maria Meeus).
Daaraan vast staat een hoeve van het langgeveltype. Dit is een beschermd monument. Het is het ouderlijk huis van Merja.Haar ouders waren Beire Smekke (Albert Meeus) en
Rozaleeva Franchei (Rosalie Jorge).
Later werd het huis verkocht aan wat men in de volksmond de commune noemde. Wie of wat dat waren weet niemand !
Waar nu een beetje verscholen achter de hoeve de eerste nieuwbouwwoning staat, stond vroeger het oude huisje van Teur va Nuis (Arthur Michiels) en Finke Dest (Josephine De Volder). Zij hadden twee zonen: Janneke Peti (Jean Michiels), hij was beroepsmilitair en klein van gestalte en Kamil va Deske (Camiel Michiels).Het huis werd afgebroken en de bouwgrond werd in twee gedeeld.
Op het andere deel van de eigendom staat nu ook een nieuwbouwwoning van
de kleinzoon van Teur en Finke, de zoon van Kamil.
Zo komen we aan de rijhuizen met beschermde gevels die zo typerend zijn voor de Kapelbergstraat en het uitzicht domineren.
Het eerste rijhuis met grijze gevel was van Mil va Deske (Emilius De Volder) en Martha Van Nieuwenhoven. Nu woont hun zoon Morris va Deske (Maurice De Volder) er.Hij is wat men in de volksmond een jongman noemt. Hij was metser.
Daarnaast woonde in het rode gevelhuis den Witte Roeie, vrouw ongekend.Hun zoon Sussevan den Witte Roeie (Franciscus Goossens) bleef er wonen en was ook jongman.
Toen werd het huis verkocht aan Jan va Jommeke Moes (Jean Leonaer) en Del (Adèle Craps). Hij was schrijnwerker. Haar vader is ooit burgemeester van Loonbeek geweest.
Nu woont er een kleindochter van Delleke, Ilse Leonaer.Zij baatte een tijd lang het ijssalon uit in de Stationsstraat te Overijse.
Het rijhuis met afgekapte gevelsteen is van de Witte Jeus (Petrus Berthels). Zijn dochters Irma va de Witte Jeus (Irma Berthels) en Lein van de Witte Jeus (Helena Berthels) zijn er blijven wonen.
Nu woont de dochter van Torre va Jommeke Moes (Victor Leonaer), Lusija va Torre vaJommeke Moes (Lucia Leonaer) er samen met haar echtgenoot Gert Van Beneden.
Dan komen we bij het witte huis van Lamme va Maf (Guillaume De Poorter) en Zjan (Jeanne De Mulder). Zij kwam van Leefdaal.Hun zoon Rik va Lamme (Henri De Poorter), ook jongman, bleef er wonen en verblijft momenteel in het rusthuis. Het huis staat leeg.
In het scheidingshokje vinden we een nis met een lievevrouwbeeldje.
Het volgende witte gevelhuis is van Flaurius (Florius Debaetselier) en Merja (Maria De Greef). Merja is ook in het rusthuis en het huis staat ook leeg.Zij hadden een klein landbouwbedrijf met enkele serres.
In hetlaatste huis in de rij woonden Susse Staf (Franciscus Debaetselier) en Kerleen (Caroline Muller). Zij waren de ouders van Flaurius. Nu woont de zoon van Flaurius er, Charlie Debaetselier en zijn vrouw Lutgarde Moeys. Hij is vierde schepen van de gemeente Huldenberg.
Zo komen we aan het laatste huis voor de top van de Kapelbergstraat.
Hier woonde Weeke va Treis (Louis Vanderborght).Zijn zoon Mil va Weeke va Treis (Emile Vanderborght) en Floor va Pa Vos (Florence ) waren de volgende bewoners.Zij hadden serres met druiven en groenten en deden ook in chrysanten voor Allerheiligen.
---=oOo=---
Aan de rechterkant verscholen achter de bergkant vinden we twee huizen terug dicht bij de top.
Het is het huis van Zjul va Fille Gelas (Jules Taverniers) en Meree (Marie Decoster).
Nu woont Kamil va Paik (Camiel Michiels) er. Hij was getrouwd met hun dochter Mereelowisva Fille Gelas (Marie-Louise Taverniers). Zij is overleden.
Het huis op de kop van den berg was van Zjef va Paik (Jozef Michiels) en Zjan va Veus (Jeanne Verstraeten).
Deze tekst kwam tot stand dankzij de medewerking van volgende personen: Lisa Beersaerts, Julien De Volder en Yolande De Volder.
Bronnen voor geschiedkundige gegevens:
De Getuigen van het verleden van Neerijse.2005. J.-P. Van Binnebeek R. Hallet.
De tekst en de eindredactie zijn van Yolande De Volder. De foto's zijn van Yolande De Volder en Jean-Pierre Van Binnebeek