Na het ontbijt vertrekken we richting Oudtshoorn, hoofdstad van de struisvogels. We verlaten de kust en rijden over de Outeniqua Pass de halfwoestijn van de Kleine Karoo binnen. Helaas zien we niet veel van het berglandschap en de halfwoestijn, want sinds vannacht regent het en beperkt mist het uitzicht.

Op één van de struisvogelboerderijen (4500 ha) maken we kennis met deze vreemde, verziende maar domme vogels. Door het slechte weer zit een ritje op een struisvogel er niet in. Je mag trouwens niet meer dan 70 kg wegen en met al dat lekker eten hier komen er altijd maar kilo's bij.

's Middags genieten we van een lekkere lunch: uiteraard staat er struisvogelsteak op het menu: baie lekker. 

We logeren in het Queens Hotel in Oudtshoorn, een charmant hotel in koloniale stijl, een herinnering aan vervlogen tijden. Ertegenover een ijssalon met heerlijk reuze-ijscoupes. Iemand kan aan de verleiding niet weerstaan!

Vannacht heeft het "cats and dogs" geregend. De regen roffelde op het dak als Afrikaanse drums.

Vanmorgen gaan we toch op stap. De Mississippiboot brengt ons in een half uur over de Knysna-lagune naar het aards paradijs: het Featherbed Nature Reserve. Het houdt gelukkig op te regenen. Een 4X4-trailer brengt ons naar boven, the Western Head. Onderweg en boven genieten we van adembenemende uitzichten. Dit hebben we nog nooit gezien. Een wandeling van 2,2 km onder leiding van een gids brengt ons terug naar beneden, door het bos, langs smalle paadjes, met een enorme variatie van bloemen en planten, langs holen en rotsen, waartegen de zee beukt en brandt. Om lyrisch van te worden.

Terug beneden genieten we van de late lunch. De Mississippiboot brengt ons terug naar Knysna. Daarna is er vrije tijd om door het stadje te kuieren, cadeautjes te kopen en te genieten van mojito's en andere cocktails.

Vanmorgen zitten we al om 8 uur op het vliegtuig voor een binnenlandse vlucht van Durban naar Port Elisabeth. Daar wacht ons de bus op voor het tweede deel van onze rondreis. We rijden door de Oostkaap, tussen de kust en de Tsitsikammabergen. Aan de Storms Rivier houden we even halt om een blik te werpen in de canyon.

Tegen de middag komen we in het Tsitsikamma National Park aan. We maken een grote wandeling langs rotsklippen, met zicht op de ontstuimige branding. De overtocht over de canyons via twee lange, swingende hangbruggen is voor de durvers. Dat is even zweten. Maar onze moeite wordt beloond: wat een schitterende natuur. Dit is het begin van de tuinroute, die we verder zetten in de Westkaap.

We komen aan in Kynsna en logeren aan de Waterfront. Het weer is nu niet zo denderend: bewolkt en regenachtig, maar dat kan ons niet deren.

Vanavond dineren we in een restaurantje aan de zee. En morgen mogen we eens lekker uitslapen.

Vandaag krijgen we slaaptijd tot 7 uur: wat een luxe. Na het ontbijt vertrekken we richting Durban, dwars door Zoeloeland en langs de kust. Ondertussen vertelt gids Ben honderduit en onnavolgbaar over de bloedige strijd tussen Zoeloes en Britten. Het is duidelijk dat hij geen rooinek is.

Na de lunch in Ushaka is er tijd om wat cadeautjes te kopen. Weer de bus in en dan naar en door Durban, een stad van zo'n 4 miljoen inwoners. Verder naar Umhlanga, een badplaats gelegen aan de Dolpin Coast op ongeveer 30 minuten rijden van Durban. De rest van de dag is vrij en we genieten van het strand en het zicht op de Indische Oceaan.

We staan weer vroeg op, we zijn het intussen al gewoon en vertrekken naar het Hluhluwe-Umfolozi National Park, één van de oudste wildparken ter wereld dat vooral beroemd is voor de grote populatie witte neushoorns. In vergelijking met de eerste safari's zien we minder dieren. Toch wel weer zebra's, giraffen, buffels, neushoorns, aapjes ... En ik ontdek als volleerde spotter-Ranger een olifant in de bosjes. Het landschap is ongemeen mooi, gewoon fantastisch. Zo'n natuurpracht hebben we nog niet gezien.

We rijden naar Santa Lucia, een dorpje gelegen aan de ongerepte kust van Kwa Zulu Natal en toegangspoort naar het  iSimangaliso Wetland Park.  Onze gids prijst er de king- en queenscampi aan. Hij heeft gelijk, ze zijn overheerlijk.

Na de lunch begeven we ons naar het estuarium van St. Lucia voor een boottocht van twee  uur. We gaan op zoek naar krokodillen en nijlpaarden.  Het zit er vol van die vervaarlijke beesten.

We gaan nog even pootjebaden en daarmee zit deze dag er op. We verlangen naar de douche, want het is warm geweest. En snakken naar het aperitief.

Wij kunnen vanmorgen wat langer slapen. Na het ontbijt rijden we door Swaziland langs uitgestrekte rietvelden en kleine dorpjes. Wat een prachtige natuur. We hadden ons dit land niet zo mooi voorgesteld.

We verlaten Swaziland weer en komen terug in het paradijs, zoals onze gids het zegt, in de provincie Kwa Zulu Natal. Dit is het land van de Zoeloes. Wij komen aan in Dumazulu Traditional Village. Eerst bezoeken het park met slangen en krokodillen.  Daarna doen we onze intrede, mannen eerst en daarna de vrouwen, in een traditionele Zulu-kraal. We worden geïnitieerd in het Zululeven en worden vergast op betoverende Zulu-dansen.

We logeren vanavond in het Protea Hotel Umfolozi River.

Vanmorgen staan we om 4.15 uur op (ja, zo vroeg), want we moeten naar het Krugerpark en er aankomen voor de grote files. Dat lukt! In een grote jeep rijden we door het wereldberoemde park, dat een oppervlakte van 20.000 km² of 2/3 van België beslaat. 

Aanvankelijk krijgen we weinig te zien, maar onze rit wordt uiteindelijk goed gemaakt bij het zien van olifanten, buffels, giraffen en zebra's. Enkel het luipaard, een van de big 5, laat zich niet zien.

Na de game drive wacht de bus ons op aan Malelane Gate, dat vol krokodillen zit, en gaat het verder naar Swaziland. We doen er de verplichte grensformaliteiten en rijden het land van Koning Mswati III binnen op weg naar de hoofdstad Mbabane.

We komen er wel aan in de mist.