Wetenschap is zowel systematisch verkregen en geordende objectieve menselijke kennis, als het proces van kennisverwerving en de gemeenschap waarin deze kennis wordt vergaard. Deze gemeenschap heeft haar eigen wetenschappelijke methodes en conventies. Wetenschap en technologie zijn belangrijke elementen van de moderne geïndustrialiseerde samenleving. Men onderscheidt vaak fundamentele wetenschap, die streeft naar fundamentele kennis en begrip van de werkelijkheid, van toegepaste wetenschap die nadrukkelijk is gericht op toepassing van kennis en beïnvloeding van de werkelijkheid. Het onderscheid is gradueel.
Algemeen
Er bestaan verschillende betekenissen en interpretaties van wetenschap.In het dagelijks leven gaat het echter meestal om twee betekenissen:
- het weten over of kennis hebben van iets ('hij of zij heeft geen wetenschap van wat er vroeger is gebeurd').
- het systematisch geordende geheel van het weten en van de regels, wetmatigheden, theorieën, hypotheses en systemen waarmee verdere kennis verkregen kan worden, vaak gekoppeld aan een speciaal vakgebied en de beoefenaars hiervan.
In dit lemma gaat het om de tweede betekenis, maar ook daarbinnen zijn verschillende interpretaties, mede afhankelijk van het vakgebied, de beroepspraktijk of opvatting over wat wetenschap is.
Beroepspraktijk
n de wetenschappelijke - academische - beroepspraktijk ziet men de wetenschap als een onderdeel van de maatschappij dat zich ten doel heeft gesteld kennis te vergaren. Dit onderdeel heeft een heel eigen karakter, en de beoefening ervan is onderworpen aan eigen wetten, methoden en conventies. In deze praktijk worden met het begrip wetenschap verschillende zaken aangeduid. Bergsma & Van Petersen onderscheiden drie aspecten:
- Het instituut der wetenschap: de universiteiten, de hoogleraren, de organisatie, enz. Wetenschap in deze zin heet ook wel wetenschapbedrijf.
- De wetenschappelijke activiteit; elke wetenschapper houdt zich in meerdere of mindere mate bezig met meten, registreren, waarnemen, en experimenteren, ordenen en interpreteren, begripsvorming en verwoording, afleiding en voorspellen, hypothesevorming en -toetsing, evaluatie en planning. Wetenschap in deze zin heet ook wel wetenschapsbeoefening.
- De wetenschappelijke producten van deze activiteit, de wetenschappelijke kennis. De wetenschappelijke kennis vormt een reconstructie van een deel van de werkelijkheid, opgebouwd met een bepaalde methodiek. Deze reconstructie is systematisch in de zin dat men steeds tracht series gelijkvormige vragen te beantwoorden en lacunes in de kennis op te vullen.
Opvattingen
Het begrip wetenschap is dus in de wetenschappelijke praktijk de benaming van zowel het instituut, als het werk en het product van het wetenschapsbedrijf. Hiernaast is in de wetenschappelijke theorie al eeuwen een discussie gaande over de vraag: Wat zou wetenschap moeten inhouden?. Deze discussie wordt gevoerd door natuurwetenschappers, filosofen, geschiedkundigen en andere belanghebbenden over de aard van de wetenschap. Volgens Lindberg (1995) zijn hierbij diverse opvattingen over de wetenschap naar voren gekomen:
- Wetenschap wordt beschouwd als gedragspatroon waarmee de mens zich controle over zijn omgeving verschaft.
- Wetenschap wordt gezien als zowel theoretische kennis en technologie als de toepassing van theoretische kennis bij het oplossen van praktische problemen.
- Wetenschap wordt gekenmerkt door de vorm van haar beweringen - universele wetmatige beweringen, bij voorkeur in wiskundige taal gesteld.
- en objectiviteit. Sherlock Holmes gebruikte aldus, bij het bestuderen van misdaden een wetenschappelijke methode.
Geschiedenis
Bij wetenschap gaat het om opzettelijk en doelgericht onderzoek en verwerving van kennis op een bepaald terrein of vakgebied of vakwetenschap. Deze vorm heeft in de Westerse wereld sinds Plato maar vooral in de loop van de Middeleeuwen een geïnstitutionaliseerde vorm gekregen in academies of universiteiten en in speciale onderzoeksinstituten of -laboratoria.
|