Volgens Pi werkt religie volgens hetzelfde principe. De leer van elke godsdienst is zo bijzonder dat het moeilijk te geloven is, maar indien men er zich toch aan overgeeft is alles mogelijk. Het verhaal met de dieren is zo bijzonder mooi dat het ook moeilijk te geloven is. Iedereen beslist wat voor hem het mooiste of het meest logische is. Dat men na dit verhaal in God kan geloven lijkt misschien overdreven maar het is toch een ontzettend inspirerend verhaal.
Zovele jaren later komt een schrijver aan in India. Hij zocht een een nieuw verhaal en dat dacht hij in India te kunnen vinden. Maar opnieuw werd het niks. Per toeval ontmoet hij de oom van Pi. Die man zegt dat hij iemand kent met een verhaal dat hem in God zal laten geloven. De schrijver gelooft dit en keert terug naar Canada waar hij Piscine Molitor Patel ontmoet, kortweg Pi. Pi vertelt zijn levensverhaal en de schrijver is onder de indruk.
Na de aanspoeling op het strand wordt Pi naar het ziekenhuis gebracht. In het ziekenhuis komen er 2 mannen van het Japanse ministerie langs om enkele vragen te stellen over hoe het schip is kunnen zinken. Pi vertelt dat hij het niet weet, maar hij vertelt wel het indrukwekkende verhaal over de tijger, de zebra, de hyena en de orang-oetang. De Japanners geloven zijn verhaal absoluut niet, ze denken natuurlijk dat hij hen blaasjes wijsmaakt. Pi vertelt daarom een ander verhaal waarin de zebra een matroos met een gebroken been, de moeder van Pi de orang-oetang, de kok de hyena is en Pi zelf de eigenzinnige tijger is. Pi vertelt erbij dat de Japanners zelf mogen kiezen welk verhaal ze willen geloven.
De schrijver kan nu zijn boek gaan schrijven. Ook hij mag beslissen welk verhaal hij wil geloven, of welk verhaal hij het mooiste vindt.
Na de stormachtige nacht zoekt Pi een manier om samen te leven met die wilde dieren. Het wordt al snel duidelijk dat de hyena zeer hongerig en ongeduldig is. De gekwetste zebra en de wijze orang-oetang zijn al snel een simpele prooi voor de hyena. De Bengaalse tijger Richard Parker houdt zich voorlopig nog afzijdig, hij lijkt zich op de een of andere manier voor te bereiden. Pi kan de dood van de orang-oetang en de zebra moeilijk verwerken, daarom wil hij de hyena maar al te graag doden. Richard Parker voelt aan wat Pi zo graag wou, hij doodt de hyena zonder medelijden. Pi moet nu zien samen te leven met een tijger op een reddingsboot. Uit angst voor het wilde beest besluit Pi om toch maar een vlot te bouwen dat hij daarna aan de boot vasthangt. Af en toe waagt hij het toch om de boot op te gaan voor eten of drinken maar Richard Parker lijkt de boot opgeëist te hebben. Het avontuur duurt een pak langer dan verwacht. Onderweg leert Pi niet alleen zichzelf beter kennen. Het leven lijkt hem nu ook te kennen. De eenzaamheid is voor hem ontzettend angstaanjagend. Na een grote golf veroorzaakt door een enorme walvis en een zware storm is zijn vlot helemaal verwoest. Pi zoekt nu benadering tot Richard Parker, hij voedt hem en probeert met hem samen te leven. De tijger lijkt te appreciëren wat Pi voor hem doet, hij aanvaardt het dat ze samenleven op de boot. De vriendschap tussen de Indiase jongen en de Bengaalse tijger is ontzettend mooi. Samen overleven ze en spoelen ze na 227 dagen aan.
Pi is een jongen die zeer gemakkelijk geïnspireerd wordt. In de zoo van zijn ouders heeft hij vele mensen ontmoet van verschillende godsdiensten. Hierdoor wordt Pi aanhanger van het christendom, de islam en het hindoeïsme. Dit lijkt heel vreemd maar voor Pi is het dat helemaal niet. Elke godsdienst heeft zijn eigen betekenis maar uiteindelijk hebben ze hetzelfde doel. Daarom kunnen ze in Pi zijn gedachten perfect naast elkaar leven. Gedurende het volledige verhaal voel je dat godsdienst aanwezig is en een belangrijke rol speelt. Het antwoord op het volledige verhaal van Pi is tevens religie maar daar kom je zo meteen meer over te weten.
Piscine Molitor Patel is geboren in Puducherry, India. Die naam lijkt op het eerste zicht heel vreemd. Piscine is namelijk vernoemd naar een zwembad in Parijs waarover zijn beresterke oom zeer enthousiast was. Zelf vindt hij die naam zeer lelijk, hij wordt er zelf mee gepest. Daarom besluit hij zichzelf de schuilnaam Pi te geven. Zijn ouders zijn zeer harde werkers en hebben een dierentuin in hun bezit. Pi leeft samen met zijn broer Ravi als het ware tussen de dieren. De Bengaalse tijger genaamd Richard Parker is het boegbeeld van de dierentuin. Op een dag besluit Pi's vader om de dierentuin te verkopen, de economie draait namelijk heel slecht. Het gezin besluit daarop om alle dieren te verkopen aan dierentuinen in Amerika. Ze emigreren dus naar Amerika per schip, met de volledige dierentuin aan boord. Onderweg komt het schip in een heuse storm terecht. Pi is de enige die zich weet te redden door op een reddingsboot te springen. Op die reddingsboot is Pi niet alleen, ook Richard Parker, een zebra met een gebroken been, een orang-oetang en een hyena zijn aan boord. Dit betekent de start van een ongelooflijk fabelachtig verhaal.
Het leven van Pi
