De man aan wie ze haar hart gegeven had.
Hij keek diep in haar Bruine ogen.
Zijn ogen waren nat, alsof hij huilen kon.
Hij plaatste zijn arm op haar onderrug, en trok haar dicht tegen hem aan.
Haar hand legde ze stiekem in de zijne, hun vingers kronkelde in elkaar,
Hij kneep goedkeurend, een walm van geluk ging door haar heen.
Hij tuitte zijn lippen en sloot zijn ogen,
Zijn mooie gelaat kwam dichter in haar buurt,
Ze sloot haar ogen en wachtte op het gevoel waar ze zo lang op gewacht had.
Zijn lippen raakte haar lippen, hun tongen deden de rest.
Het hemelse gevoel diep in haar eindige sneller dan verwacht.
Zijn hand gleed uit de hare, zijn lippen lieten los.
Zijn ogen nat en donker, een traan op zijn lieve gelaat.
Haar tranen kwamen, maar hem tegenhouden kon ze niet..
ze nam afscheid, afscheid van haar geliefde !