'Vijf-zes glazen melk per dag' = Een interview over de Hongaarse kindertreinen
Bron: Orsolya
Réthelyi/Magyar Narancs
26-05-2020
Door Anita Markó
Dit is een bewerking van een interview dat oorspronkelijk in het Hongaars is
verschenen in het politieke-culturele weekblad Magyar Narancs.
Bron: https://magyarnarancs.hu/sorkoz/napi-ot-hat-pohar-tej-128363
Honderd jaar geleden vertrokken de eerste kindertreinen onder meer naar
Nederland, waar gezinnen enkele maanden lang hulpbehoevende kinderen ontvingen
die verschrikkingen van de oorlog meemaakten. Het onderzoek kwam pas kort
geleden echt op gang en brengt veel nieuwe zaken aan het licht.
Magyar Narancs (MN): Lange tijd was de geschiedenis van kindertreinen alleen
bekend uit familieherinneringen. Wat betekende deze actie, wat wachtte de
kinderen?
Orsolya Réthelyi (OR): Na de Eerste Wereldoorlog en de revoluties was er vooral
in Hongarije een enorm tekort aan van alles: voedsel, medicijnen, kolen. Hier
hadden de zwaksten, dus ook de kinderen, het meeste last van. Verschillende
landen hebben daarom besloten om niet alleen ter plaatse hulp te verlenen, maar
ook om kinderen in nood op te nemen in het kader van een humanitaire actie, om
fysiek en mentaal te herstellen van de verschrikkingen. Zo vertrok op 8
februari 1920 de eerste trein naar Nederland met 600 kinderen vanaf het
Ooststation in Boedapest. Het programma groeide uit tot een brede
internationale samenwerking: er werden kindertreinen gestuurd naar Zwitserland,
Engeland, Zweden en vanaf 1923 ook naar België. Meer dan 60.000 Hongaarse
kinderen gingen op reis, de meesten naar Nederland of België. Het doel van onze
onderzoeksgroep is om deze transnationale geschiedenis te verkennen: we onderzoeken
niet alleen de Hongaarse, maar ook de Nederlandse en Belgische aspecten.

Orsolya Réthelyi,
neerlandica en historica is universitair hoofddocent Nederlandse letterkunde en
cultuurgeschiedenis, tevens vakgroepshoofd van de Vakgroep Neerlandistiek van
de Eötvös Loránd Universiteit Boedapest (ELTE)
MN: Hoe durfden de ouders in de onzekere internationale situatie de
kinderen naar een wildvreemd land te sturen?
OR: Er was sterke positieve propaganda in de pers, maar er was aan beide kanten
ook veel bezorgdheid over. Vanuit Nederlands oogpunt bestond Hongarije
praktisch niet, de landen moesten elkaar verkennen. De eerste trein kon
aanvankelijk niet worden gevuld. Aan Nederlandse kant werden Duitse en
Oostenrijkse kinderen al opgevangen in soortgelijke acties, dus meldden veel
mensen zich als gastgezin, maar Hongaarse ouders waren bang om hun kinderen weg
te sturen. Uit ons onderzoek bleek dat degene die daar toe overgingen, dat vaak
deden uit wanhoop de eerste deelnemers kwamen vaak uit vreselijke ellende.
Aan de andere kant stuurden ook hooggeplaatste mensen hun kinderen met deze
eerste trein mee om een voorbeeld te geven. Het verblijf van de kinderen was in
eerste instantie voor zon drie maanden gepland, maar de gastouders vroegen hen
vaak om langer te blijven. Omdat de ellende van de ouders in Hongarije
ondertussen meestal niet afnam, moest in veel gevallen worden besloten dat het
voor het kind beter zou zijn om iets langer in het buitenland te blijven.

De omslag van het boek van G. Terlingen: Ilonka de eerste Heilige
Communie van een klein Hongaartje
MN: Naar schatting bleef ongeveer een tiende van de kinderen echt in het
buitenland. Wat is er met de teruggekeerden gebeurd?
OR: Elk verhaal is uniek, maar er zijn terugkerende elementen. De meeste
kinderen leerden ongelooflijk snel Nederlands, maar tegelijkertijd vonden ze
het steeds moeilijker om zich goed in het Hongaars uit te drukken, hun
herinneringen aan hun eigen familie en vaderland werden vaak wazig.
Herintegratie na hun terugkeer was vaak moeilijk. Sommigen gingen terug naar
Hongarije, maar werden door hun Nederlandse pleegouders elke zomer uitgenodigd
- ze voelden zich in beide landen thuis. Ook zien we dat in moeilijke historische
situaties - na de Tweede Wereldoorlog, onder het communisme of na 1956 - velen
direct naar Nederland vertrokken. Interessant is ook het verhaal van de
kinderen die in Nederland bleven: zelfs als ze in goede omstandigheden leefden,
ervoeren ze toch vaak een leemte in hun leven, ze hadden het gevoel dat hun
echte familie hen had opgegeven. Ze gaven dit verdriet en deze pijn door aan
hun kinderen, soms zelfs aan hun kleinkinderen. Het was voor mij
schokkend om te ervaren hoe mensen van mijn leeftijd die van de derde generatie
zijn over deze leemte vandaag de dag vertellen.

De omslag van het Nederlandse kinderboek van Co van der Steen-Pijpers
uit de jaren 50 in de traditie van de kindertreinen: het hulpbehoevend magere
'Hongaartje' Zsigmond wordt bijgestaan door zijn Nederlandse vriend Barendje
OR: Dit is een
vergissing. Aan Hongaarse zijde werd het namens de staat geregeld door de
Országos Gyermekvédő Liga (Landelijke Liga voor Kinderbescherming = Liga) en
waren ook staatsfunctionarissen vertegenwoordigd in de organisatie, zodat ze op
ministerieel niveau contact hielden met Nederland. De OGYL had ook intensief
contact met religieuze geloofsgemeenschappen, maar niet alleen met
protestanten, ook met katholieken en andere groepen. In het begin werd er zeker
gebruik gemaakt van het al lang bestaande netwerk van protestantse kerken van
de twee landen, aan de ontvangende kant speelden katholieke groepen en civiele
initiatieven een even belangrijke rol. De bepaling van de religieuze
achtergrond van de kinderen was vooral belangrijk omdat in Nederland de
katholieke en protestantse bevolkingsgroepen strikt gescheiden waren. Hiermee
werd rekening gehouden bij de verdeling van de kinderen over de gastgezinnen.

(Bron Orsolya Réthelyi - 2020)
Fotocollage met Hongaarse kindertreinen uit de jaren 1920
MN: Hoe werden de kinderen geselecteerd, wie kon er gaan?
OR: In de eerste aankondigingen werden kinderen tussen de 6 en 14 jaar
gevraagd, met als belangrijkste aspect de hulpbehoevendheid. Er werd een
medisch onderzoek uitgevoerd om te zien of het inderdaad om een verzwakt, maar
gezond kind ging. Aanvankelijk was kennis van de Duitse taal ook een voorwaarde
en het was bekend dat de Nederlandse partners vooral kinderen uit de
middenklasse wilden. Het was namelijk vooral de middenklasse die zich als
gastouder opgaf. Hoewel men arme kinderen wilde helpen, wilde men het liefst
kinderen die op hen leken, als het ware. Volgens de Nederlandse pers had
namelijk de verarming van de oorlog vooral gevolgen voor de middenklasse. Aan
de andere kant was in Nederland destijds veel aandacht in het nieuws voor de
antiklerikale acties van de communisten in de periode van de rode terreur, dus
was er aandacht voor dat de arme Hongaarse kinderen in hun eigen land hun
religie ook niet konden beoefenen dan maar hier bij ons! In de praktijk
werden de gestelde richtlijnen echter vaak overschreden. Er waren ook kinderen
op de treinen gezet die niet ouder waren dan twee en een half jaar, of ouder
dan veertien jaar. Er werd ook al snel afgezien van de taaleisen. Na de
aanvankelijke bezorgdheid werd het programma zo populair in Hongarije dat er
snel wachtlijsten ontstonden. De organisatoren probeerden de verzoeken van
invloedrijke families niet te veel mee te laten spelen in de selectie.
MN: De kindertreinen waren in de eerste plaats een humanitaire actie.
Hoeverre gaf dit een mogelijkheid aan een land dat de oorlog verloren had om
diplomatieke contacten weer op te bouwen?
OR: Primair ging het erom hulp te bieden, maar Hongarije ontdekte al snel dat
dit een goede gelegenheid was om uit het internationale isolement te breken. De
kinderen boden een uitstekende mogelijkheid om de gevoelens van sympathie te
laten ontstaan voor dit land. En dat is precies wat er gebeurde. Niet alleen de
kinderen, maar ook het land Hongarije werd geliefd bij de Nederlanders. In de
jaren van de kindertreinen werd het toerisme intensiever en ook de
economische-, politieke- en culturele betrekkingen versterkten zich. Er
ontstond een golf van literaire vertalingen in beide richtingen. Om een
voorbeeld te noemen: er verschenen in die tijd vier geschiedenissen van de
Hongaarse literatuur in het Nederlands, en elke auteur was verbonden met
kindertreinen. Tegelijkertijd begon Hongarije ook zijn klachten over de
onrechtvaardigheid van het vredesverdrag van Trianon (1920) en zijn streven naar herziening
hiervan te exporteren. Nederlandse nieuwberichten en Hongarije-enthousiasten
namen dit vaak over als teken van liefde voor de Hongaren en steunden dit met
propagandistische publicaties en meningen. Het beeld is dus erg complex: alles
kreeg er een plaats in, van de puurste, door de burger geïnitieerde humanitaire
hulp tot de pragmatische dagelijkse politieke doelstellingen.

(Bron Orsolya
Réthelyi - 2020)
Hongaarse kinderen vertrekken met de kindertrein naar Nederland vanaf het
Ooststation (Keleti pályaudvar) te Boedapest. (Collectie: BTM-Kiscelli Múzeum
inv.nr. 13156-28.)
MN: Waarom was Nederland juist het eerste gastland?
OR: Nederland bleef in de Eerste Wereldoorlog neutraal en profiteerde zelfs
financieel van de oorlog, dus de Nederlanders beschouwden het in zekere zin als
hun plicht om hulp te bieden. Aan de andere kant is het een sterk onderdeel van
hun zelfbeeld. Sinds de reformatie werden regelmatig vluchtelingen uit
Hongarije ontvangen, dus liefdadigheid en specifiek steun geven aan de Hongaren
zijn onderdeel geworden van hun nationale identiteit. In de Nederlandse
kinderboeken vindt men bijvoorbeeld opvallend veel Hongaarse personages, maar
circa negentig procent van deze personages is een vluchteling of
hulpbehoevende. Het Hongaarse kind in nood werd een literaire topos in
Nederlandse kinderliteratuur. Dit is ook de reden dat er in Nederland
tegenwoordig weinig begrip voor is dat de Hongaren hekken bouwen tegen de
vluchtelingen. Het wordt niet begrepen dat dit volk, wiens inwoners altijd
welkom waren in Nederland in tijden van nood, zelf niets doet als iemand anders
hulp nodig heeft

(Bron KADOC-KU
Leuven en Museum Hoogstraten - 2020)
Uiteindelijk
vertrokken er tussen juni 1923 en december 1927 meer dan 40 treinen vanuit het
Ooststation van Boedapest naar België. Op de foto verpleegsters die de kinderen
tijdens de treinreis begeleidden in 1925
MN: Waar zijn sporen van de kindertreinen in het gedeelde geheugen
bewaard gebleven?
OR: Hoewel er veel verloren is gegaan, is het materiaal verbazingwekkend rijk,
kinderboeken, gedichten, liedjes, films en artefacten bewaren de herinnering
aan het programma. Ik heb onder andere onderzoek gedaan naar het ontstaan van
het 'Hongaarse Raam', een prachtig kunstwerk dat in het atelier van de beroemde
glasschilder, Miksa Róth gemaakt is, gebaseerd op de plannen
van Sándor Nagy. Dit wordt bewaard in het Koninklijk Paleis Noordeinde in Den
Haag en werd gemaakt als een geschenk voor koningin Wilhelmina. Het raam werd
zelfs met een kindertrein vervoerd van Boedapest naar Den Haag. Kindertreinen
werden letterlijk en figuurlijk een kanaal voor culturele overdracht: ze reden
regelmatig heen en weer met kinderen tussen 1920 en 1930, maar ook gastouders
kwamen op bezoek met georganiseerde reizen. Natuurlijk was er ook een enkeling
die van dit kanaal heeft proberen te profiteren, het gebeurde ook dat sommige
begeleiders er misbruik van maakten door te smokkelen. Daarmee vreesden de
organisatoren dar het programma in de pers een slechte naam zou krijgen.
MN: In persoonlijke verhalen werd Nederland vaak als Kanaän gezien, vloeiend
met melk en honing. Hoe hebben de kinderen de reis ervaren?
OR: Er zijn zowel veel grappige als hartverscheurende verhalen. Zo beschrijft
Barna Nagy in zijn dagboek over zijn verblijf in Nederland dat ze bij aankomst
in Nederland al een vreemde gele kifli (Kipferl is een langwerpig,
gebogen gebakken product dat voor het bakken tot een sikkel wordt gerold en
gevormd) van een van de passagiers had gekregen, maar niet wist wat hij ermee
aan moest - aangezien hij nog nooit een banaan had gezien. Het is
hartverscheurend om te lezen dat sommige kinderen die uit een arme families
komen, basisvoedsel zoals eieren en vlees niet herkenden. In de meeste brieven
is te lezen, hoeveel extra gewicht de kinderen hebben gekregen, dat ze 5-6
glazen melk per dag krijgen melk was in die tijd een schaars product in
Hongarije dus het werd een symbool van welzijn in het buitenland - chocolade,
cacao, brood besprenkeld met een dikke laag suiker ...
MN: Waarom is deze grootschalige actie, waar meer dan zestigduizend kinderen
aan meegedaan hebben juist nu een onderzoeksonderwerp geworden?
OR: Nederland nam in 1947 opnieuw Hongaarse kinderen op, maar het programma
eindigde in 1948. De communistische regering heeft verklaard dat Hongarije de
hulp van het buitenland, vooral het Westen, niet nodig heeft. Het programma
werd stopgezet met een lelijke poging om het te diskwalificeren in het oog van
het publiek: het werd bestempeld als misbruik, een zelfvoorzienend initiatief
voor de kerk. Uit het archiefmateriaal van de geheime dienst zien we dat
volwassenen die probeerden de contacten met Nederland blijven behouden vaak het
doelwit werden van de geheime politie. Zo werd het verhaal van de kindertreinen
een bewust vergeten onderdeel van de Hongaarse geschiedenis. Ons onderzoeksteam
begon de actie in internationaal verband te onderzoeken zodat we met resultaten
klaar zouden staan voor het 100 jaar bestaan van het programma. In 2018
organiseerde de Vakgroep Neerlandistiek van de Eötvös Loránd Universiteit een conferentie,
waar Nederlandse, Belgische en Hongaarse onderzoekers elkaars resultaten konden
leren kennen en bespreken. Voor deze gelegenheid hebben we een
kamertentoonstelling georganiseerd en een bijbehorende tweetalige catalogus
gemaakt samen met de historicus Maarten J. Aalders. Het conferentiemateriaal
is begin dit jaar gepubliceerd in een boek dat in het Hongaars en het
Nederlands tegelijkertijd verschenen is. Maar we vonden het al op de
conferentie van 2018 belangrijk om ook de nazaten van de kindertrein kinderen
uit te nodigen, en niet alleen de onderzoekers, om meer te weten te komen over
de individuele verhalen.
We verzamelen materiaal op vele manieren: we interviewen de nazaten van de
deelnemers, we verzamelen en analyseren eerder gemaakte interviews, memoires,
historische en literaire bronnen, dagboeken voor kinderen, brieven,
archiefgegevens. Een collega van mij doet bijvoorbeeld onderzoek naar de
ontwikkeling van Nederlands-Hongaarse woordenboeken die mede door de actie
begonnen te verschijnen. Een eerste voorbeeld, een lijst van woorden en
uitdrukkingen gedrukt op één pagina, die op die door Liga aan kinderen werd
gegeven voor hun reis naar Nederland om de communicatie met de gastouders te
versoepelen. Door een nauwkeurige analyse van archiefmateriaal in Nederland
ontdekte Maarten J. Aalders dat in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht
in Hongarije , niet de Nederlandse overheidsinstanties of de koninklijke
familie de grootste voorstanders van het programma waren. Het Nederlandse Ministerie van Arbeid (met een afdeling voor
de volksgezondheid) probeerde de actie zelfs tegen te werken, omdat men bang
was voor epidemieën, juist toen er een einde kwam aan de Spaanse griep. Daarom
waren ze er tegen om massaal kinderen naar Nederland te laten reizen. Hij heeft
laten zien dat de kindertreinen-actie dus een burgerinitiatief was, van onderop
begonnen. Dit is een mooi voorbeeld van nieuwe gegevens die door het onderzoek
aan het licht gebracht zijn.
(Foto Gábor Rusznák - 2019)
Maarten J. Aalders is freelance historicus en houdt zich in het bijzonder bezig
met de Nederlandse kerkgeschiedenis vanaf 1795. Sinds januari 2016 richt hij
zich op de relatie tussen Nederland en Hongarije gedurende het Interbellum.
Regelmatig is hij in Budapest om zijn onderzoek te vervolgen
We zijn overigens
nog steeds heel blij als mensen contact met ons zoeken die ons over hun
voorouders kunnen vertellen of brieven en documenten over de kindertreinen
bewaren. We zijn nu een kindertreinen website aan het bouwen met een database
van de gegevens over de kinderen die deelnamen aan deze actie. Samen met de
studenten Neerlandistiek van de ELTE zijn wij ook een aantal individuele
verhalen uit privébronnen aan het reconstrueren. Binnenkort hopen we dat
iedereen zelf op deze site informatie kan zoeken over de kinderen die met
de trein naar het buitenland reisden, waar ze aankwamen en door wie ze
ontvangen zijn.
Orsolya Réthelyi, neerlandica en historica is universitair hoofddocent
Nederlandse letterkunde en cultuurgeschiedenis, tevens vakgroepshoofd van de
Vakgroep Neerlandistiek van de Eötvös Loránd Universiteit Boedapest (ELTE).
Naast haar onderzoek naar de culturele herinnering van de kindertreinen is haar
huidige onderzoek gericht op interculturele transfer tussen de Lage Landen en
Oost-Europa, de verspreiding van oudere en moderne literatuur door middel van
vertaling en bewerking, en op de literatuur van migratie.
Bron Orsolya Réthelyi - 2020)
De omslag van het boek 'De Hongaarse kindertreinen een levende brug tussen
Hongarije, Nederland en België na de Eerste Wereldoorlog' door Maarten J.
Aalders, Gábor Pusztai en Orsolya Réthelyi

Levende brug 100 jaar geleden
De Hongaarse kindertreinen. Een levende brug tussen Hongarije, Nederland en
België na de Eerste Wereldoorlog is samengesteld van de bijdragen aan een
internationale conferentie ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de
eerste kindertrein. Het boek, geredigeerd door Maarten J. Aalders, Gábor
Pusztai en Orsolya Réthelyi, werd tegelijkertijd uitgegeven door de uitgeverijen
Verloren (in het Nederlands) en L'Harmattan (in het Hongaars) in 2020. De
geschiedenis van de kindertreinen opent een buitengewoon boeiend en divers
onderzoeksonderwerp dat tot nu toe vrij onbekend is gebleven. Als onderdeel van
deze humanitaire actie na de Eerste Wereldoorlog konden meer dan 60.000
Hongaarse kinderen naar het buitenland reizen en enkele maanden bij
gastgezinnen doorbrengen. Uit de studies en rijke beeldmateriaal van het boek
kunnen we leren hoe dit programma tot stand is gekomen en welke impact het
heeft gehad op het leven van kinderen in nood. We kunnen van individuele
verhalen naar een bredere historische context gaan en meer te weten komen over
de rijke culturele, wetenschappelijke en economische verbindingen die zijn
ontwikkeld door middel van kindertreinen, en de sporen hiervan die nog steeds
bestaan.
Lees ook: 'Kindertreinen'
tussen Hongarije, Nederland en Vlaanderen 100 jaar geleden
Bron: Amstelveenweb.com
|