Aah, wat heerlijk, de kerstmarkten zijn vanaf begin december weer geopend. Doorheen geheel Europa sleept het goede volk zich bepakt en financieel bezakt naar centrale pleinen met een grote verlichte kerstboom. Alhoewel we ons in de donkere dagen voor kerst bevinden flikkeren er duizenden kerstlampjes op de kerstmarkten in Boedapest, Rotterdam, Hoogeveen en Balatonfüred. En welke activiteiten verricht het goede volk bij al die sfeerverlichting en de voortdurend aanwezige kerstmuziek? Één bezoek aan een kerstmarkt levert dromen op die we bij ontwaken haarscherp kunnen herinneren: Bing Crosby zingt White Christmas. Niet één keer, maar 1000 keer. Repeterende dromen dus.
Tja, vreten en drinken op aarde! Naast alle goedbedoelde rotzooi voor sky high prijzen te koop en bewapende security-lieden kan men van allerlei culinaire geneugten genieten. Moet je eerst nog wel de diverse roadblocks omzeilen die zijn neergepoot om eventuele idiote Jihadchauffeurs tegen te houden. Soms zoals in Boedapest staat er zelfs een knaller van een zwaar bewapende pantserwagen bij de ingang van de met kerstslingers versierde poort. Maar daarna kan de portemonnee getrokken worden om de eerste glühwein inclusief vette hap te consumeren. Inderdaad, verzucht de kerstmarktbezoeker: het is hier écht vrede op aarde.
Het fenomeen Adventmarkt of Weihnachtsmarkt maakte ik voor het eerst mee in Duitsland. In de tachtiger jaren moest je voor kerstsfeer immers nog naar de oosterburen afreizen. In het calvinistische Nederland kenden we in die tijd slechts de oliebollenkraam die de luiken een paar dagen voor oudjaar opende. Dat kunnen die millennials zich zich nu niet eens voorstellen! Zelf schijn ik van de X- generatie te zijn, geboren tussen 1961 en 1980. Wie die term bedacht heeft? Waarschijnlijk iemand die teveel naar de TV serie X-files heeft gekeken .
All over Europe zien de kerstmarkten er bij de ingang ongeveer hetzelfde uit: (kerstje)boompje huisje zijnde de stal van Betlehem -, beestje. Ja, beestjes zijn er volop: os, ezel, schapen én kamelen! Eigenlijk is de kerstmarkt de imaginaire eigen vergrote tuin en huiskamer van de verrukte kraampjesbezoekers. En de vergrote keuken natuurlijk. Welke lekkernijen vind je niet zoal bij al die eetstandjes?
Mmmh, eerst maar eens een Glühwijntje bestellen. Tegenwoordig in alle en soorten en maten te krijgen op de Hollandse/Hongaarse kerstmarkten. Overigens vraag ik me af hoelang het duurt dat een Nederlands gemeentebestuur officieel besluit dat de volgende kerstmarkt de naam wintermarkt zal dragen. Dit om andere religieuze gezindten niet te discrimineren. Onzin? Na de uit de hand gelopen Zwarte Pietstrijd verbaas ik me nergens meer over ..
De verAmerikanisering van West-Europa is al jaren in volle gang en Midden-Europa haakt maar al te gretig aan. McDonalds, KFC, allerhande coffeeshop ketens etc etc zijn niet uit het Europese straatbeeld weg te slaan. Het concept kerstmarkt heeft bij mijn weten geen Amerikaanse oorsprong, de alom aanwezige kerstman uiteraard wel. Met dank aan Coca Cola Maar al die kerstmarkten ademen in min meer dezelfde mate dezelfde sfeer uit. Gelukkig, gelukkig bestaan er nog verschillen.
Op elke Hongaarse kerstmarkt vind je kürtõskalács kraampjes. Vertaald is deze versnapering te benoemen als schoorsteencake. De betekenis van kürtõ is schoorsteen en inderdaad, de vorm van de kalács (zie foto boven) is met enige fantasie met een schoorsteen te vergelijken. Als deze vers van het houtskoolvuur wordt aangeboden aan den Hongerigen Hongaar walmt de schoorsteen nog welriekend ook. Oorspronkelijk schijnt de lekkernij afkomstig te zijn uit een bepaald gebied in Transsylvanië, Szeklerland genoemd. Dit aangenomen feit draagt alleen nog maar bij aan de nostalgische gevoelens die de Hongaarse burger overvallen tijdens het kerstmarktbezoek. Men voelt zich even weer in de pre-Trianonperiode zullen we maar zeggen ..
Kürtõskalács vind je dus waarschijnlijk niet op de kerstmarkt van Sint Annaparochie in het noordwesten van Friesland. Ik noem nog wat versnaperingen die onvindbaar zijn in Sint Annaparochie en daarbuiten: gebakken ganzelever, opgebakken varkensbloed met uien, 50% alc. vruchtendestillaat, pálinka genaamd en de Hongaarse pannenkoek die de naam lángos draagt. Opgelegd met rode uien en/of tejföl (zure room), spekkaantjes, knoflookmengsel etc. Verder is ook een knaller van een kalkoenepoot niet te versmaden.
Wat stelt de Nederlandse kerstmarkt hier als onmiskenbaar Hollands tegenover? Eh, eh, oliebollen misschien? Mis, dat is oudejaarsvoedsel, iets anders bedenken dus. Appelflappen? zelfde laken een pak, het hele jaar verkrijgbaar. Kwast dan. Kwast? Een verfkwast? Nee, dit is een drankje van heet water met ciroensap eventueel aangevuld met suiker of honing. Een ouderwets Hollands drankje dat ik in eerste instantie echter associeer met de ouderwetse koek-en-zopietent. Inderdaad, op natuurijs, maar dat schijnt er volgens de klimaatactivisten wel nooit meer te komen. Maar kwast is als drankje hier en daar teruggekeerd, alhoewel het natuurlijk een gereformeerd-calvinistische vloeistof betreft. Waarom? Het bevat geen alcohol
Wafels gevuld met met slagroom? Tja, niet typisch een kertstmarktproduct en bij mijn weten afkomstig uit België. Ok, dat is kürtõskalács ook niet maar wel afkomstig van Hongaarse bodem. Ach, doe mij dan maar een frikandel speciaal, das tenminste nog echt een authentiek product uit de polder. Wat zegt U, dat verkopen ze niet op de Nederlandse kerstmarkt? Misschien een bordje snert erwtensoep dan? Ook niet? Snel maor op huus aan dan. En meteen even bellen met moeder de vrouw dat ze frituurpan uit de provisiekast mag halen. Wordt het toch nog gezellig tijdens deze donkere dagen
In verband met de gezellige zoetsappigheid van de kerstmarkt hierbij mijn zoetsappige boodschap aan U:
Lichtpuntjes, soms zijn ze groot, soms zijn ze klein. Je hoeft ze niet te zoeken, je kunt ze ook zijn.
Deze tegeltjeswijsheid is uiteraard niet door mij bedacht. Ik heb er wel 200 tegeltjes van laten maken die U kunt kopen voor euro 24,95 per stuk bij de glühweinstand in Sint Annaparochie. In Hongarije geef ik er één gratis weg. Aan wie? József Kiprich, oud voetballer van Feyenoord. Die begrijpt nog steeds een beetje Nederlands. Maar niets meer van het huidige beleid van de stadionclub .
Bron: Keek op de week