Foto
Inhoud blog
  • Busójárás: een festival in Mohács
  • BUEK - Gelukkig Nieuwjaar- Búèk üdv 2024
  • Reactie van Vladimir Ronin op het artikel: Zijn de Hongaren een Turks volk?
  • Zijn de Hongaren een Turks volk?
  • We vonden de zoon van József Stadler en zijn gezin: "We erfden een auto en een leeg stuk grond van onze vader"
  • Voetbal in het midden van het niets - 25 jaar geleden ontdekt J Stadler dit spelletje - Een merkwaardig verhaal van een merkwaardige man in Akaszto
  • Who are the Székelys? Meer info over dit Hongaarse volk
  • "Chinees "vredesplan" voor Oekraïne? Laat me niet lachen! door Andras Csengö
  • Újévi kívánságok
  • The Female Soldier - Dit ikonische beeld van een "heldin" is een symbool van de opstand van de Hongaren in 1956
    Archief per jaar
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 1975
  • 1974
  • -0001
    MIJN FAVORIETEN
  • EVERBEEK- BOVEN
  • AKASZTO
  • KOCSOLA
  • OPBRAKEL
  • BRAKEL
  • THE CROWD
  • ENCOUNTERS
  • HALACSARDA
  • TOURISME BRAKEL
  • GOD IN HONGARIJE
    VRAAGBAK
  • ALLES OVER HONGARIJE
  • TOERISTISCHE DIENST HONGARIJE
  • HET WEER
  • K M I
  • WEERBERICHTEN HONGARIJE
  • MEDIA
  • HET LAATSTE NIEUWS
  • HET NIEUWSBLAD
  • DE TIJD
  • 2de HANDS
  • E-BAY
  • CHEW
  • HONGARIJE VANDAAG
  • BALATON ZEITUNG
  • BUDAPESTTIMES
  • CULTURE. HU
    ROUTEPLANNER
  • MICHELIN
  • MAPPY
  • GOOGLE MAPS
  • E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Foto
    Zoeken met Google


    Startpagina !
    Blog als favoriet !
    HONGAARS - VLAAMSE club, BRAKEL Be
    Belevenissen in het land van de Magyaren - Kalandok a magyarok országában.
    Deze blog gaat over Hongarije (Magyarország), voor velen onder ons een vrij onbekend land, ver van mijn deur. Daarom tracht deze blog ons een beter inzicht te geven in dit land, zijn tradities, zijn cultuur, de anekdotes, de lokale gebruiken en evenementen, het landschap en vooral zijn boeiende geschiedenis . - Ez a blog Magyarországról szól, sok külföldi szemében egy ismeretlen ország, amely messzén áll az otthonunktól. A weboldal sok érdekes kérdést megmagyaráz erről az országról, a hagyományairól, a kultúrájáról, viccekről, a helyi hagyományokról és eseményekról, a tájról és mindenekelőtt Magyarország feltűnő történetéről mesél.
    31-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een weekje te gast bij Belgische vrienden in Hongarije, een echte revelatie !

    Kocsola-Akaszto. Eind februari kregen wij van onze Everbeekse jeugdvriend Godijn Robert en zijn vrouw  Olga plots een mailtje met het voorstel om hen van 06 tot 13 maart te vergezellen naar hun vakantiehuis in Hongarije met het vliegtuig. Hoewel dit verzoek  voor ons als een volslagen verrassing kwam, hapten wij onmiddellijk toe . Voor mijn vrouw Andréa en ikzelf zou het onze eerste luchtdoop zijn, onze maidenvlucht,  en bovendien ons eerste bezoek aan een Centraal-Oost-Europees land. Vol verwachting leefden wij naar de vertrekdatum toe.Onderweg naar Charleroi–Airport was de spanning bij Andréa en mijzelf te snijden, dit plotse avontuur zou werkelijkheid worden.Ook veteraan Robert had duidelijk met wat stress te kampen, hij had alles zelf geregeld, zou alles wel zonder problemen verlopen? Maar feilloos geraakten we in de vertrekhal van het vliegveld. Met onze bagagekoffer aan de hand volgden we Robert naar de incheckbalie van Wizzair, de Hongaarse maatschappij waarmee we zouden vliegen. De drukte in de hal en het aan- en afrijden van de vliegtuigen daarbuiten deden de adrenaline bij Andréa stijgen. Toen was het nog een half uur aanschuiven tot aan de eindpoort voor een laatste identiteitscontrole, waarna wij te voet naar ons toestel stapten en onze zitplaats uitkozen. Op tien minuten tijd liep het tuig vol met 180 passagiers.

    Om 17.40 uur gingen de vliegtuigdeuren voor goed dicht en kregen wij de gebruikelijke veiligheidsinstructies van de stewardessen. Daarop begonnen de motoren aan te zwellen.  Vanaf nu was er geen weg meer terug. Het toestel nam grote snelheid en oeps, in een mum van tijd maakten wij ons los van de begane grond. Eens op vlieghoogte viel de avond alras in, hier en daar konden wij  nog de verlichting ontwaren van steden of dorpen diep beneden ons. Het was een rustige vlucht, edereen leek wat in te dommelen bij het lichte geruis van de machine.  Na zowat een anderhalf uur begonnen we aan de  langzame afdaling naar Boedapest.Toen het toestel voet aan grond zette hadden wij een gevoel van grote opluchting,  doch onmiddellijk daarop ging bij ons de stemming  op van: hoe zal het ons hier vergaan, 1500 km ver weg van huis ? Na het ophalen van onze bagage gingen we samen naar de verhuurstand van Hertz om onze bestelde huurauto, een  nieuwe Opel Meriva, af te halen.  Koffers ingeladen, even uittesten van de boordapparatuur en Robert vertrok met ons op weg naar zijn dorp Kocsola, nog zowat 180 km verder zuidwaarts van Boedapest. Onze doorwinterde chauffeur was hier duidelijk in zijn  sas en bracht ons in twee uur tijd langs goede maar donkere wegen naar onze eindbestemming. Rond 22.00 uur reden we zijn poort in Kocsola binnen. We hadden nauwelijks onze bagage uitgeladen en naar onze kamer gebracht of daar kwam nog de Hongaarse buurvrouw Terry beleefd aankloppen met een schotel warm avondeten. Hongaarse gastvrijheid!  De toon was meteen gezet, we voelden ons als het ware thuis. Rond 23.30 kropen we onder de dekens,  voldaan over het geslaagde vliegavontuur en de lange autotrip, meteen ook vooruit denkend aan wat ons  hier allemaal te  wachten zou staan.


    De foto's.


    De Airbus A320-200, net geland, meldt zich aan, het avontuur kan beginnen.


    De spanning is af te lezen, Olga houdt een oogje in het zeil. Nog een paar minuten, er is geen terugweg meer.


    De Opel Meriva van Hertz, die ons heel de week trouw diende.

    Donderdag : Verkenning van Kocsola en omgeving.

    6.00 uur in de morgen: de klaarte van de dageraad priemde door hethalf-opgetrokken rolluik en maakte mij wakker. In alle stilte ging naar buiten om de geuren van de oosterse dageraad op te snuiven. Het was bewolkt ener vielen enkele schaarse regendruppels, aan de horizon lonkte evenwel reeds de zon. Een kwartier later zag ik onze gastheer Robert in de keuken, druk bezig met koffie te zetten en te zorgen voor het ontbijt. Terwijl onze vrouwen Olga en Andréa nog wat uitsliepen, besloot Robert om met mij een kort ochtendritje te maken in het dorp, kwestie van een eerste indruk op te doen. Hetgeen mij direct opviel was het rechthoekig patroon van de bewoning, een paar rechtehoofdstraten met evenwijdige zijstraten die er op uitgaven, alle woonpercelen van dezelfde grootte van een 20 op 100 m, pastelkleurige huizen aan de straatkant met hekwerk afgesloten, de voordeur steeds op de zijkant. De mensen hier leven eenvoudig, maar zijn uiterst vriendelijk. Overal waar we Hongaren tegenkwamen werden wij spontaan begroet met “Jó napot” (goeie dag). Aan het uiteinde van het dorp, langs een aardeweg nabij het bos leven nog enkele families in minder fraaie behuizing, doch even vriendelijk. 
     
    Bij onze terugkeer hadden Olga en Andréa reeds ontbeten en we maakten ons klaar – het was intussen 10.00 uur- voor een kort marktbezoek in de stad Tamasi,  15 km ten noorden van onze stek. Het uitzicht en het leven in de stad heeft veel weg van bij ons:  brede straten,druk verkeer, appartementsblokken, diverse winkels, komen en gaan van mensen in moderne klederdracht.  Robert haalde samen met Olga en Andréa een pakket Hongaarse Forint uit de muur. Daarop kuierden we wat rond op het marktterreinen,kochten ons daarna een belegd broodje. Het was onze bedoeling om vandaar naar het plaatselijke fürdö (thermaal bad) te gaan, doch wegens onderhoudswerken was dit vandaag gesloten. Geen nood, Robert reed daarop naar een andere spastad, Igal, zo een 30 km westwaarts.  Hier konden wij genieten van de zalige onderdompeling in het heilzaam warme water, een belevenis op zich. Na deze kuur van een anderhalf uur lieten wij ons een lekker Hongaars biertje “Dreher”voorschotelen en vertrokken dan terug naar onze thuisbasis Kocsola. Nadien, rond 18.30 uur vertrokken wij opnieuw, ditmaal 20 km zuidwaarts naar de stad Dombóvár. In de supermarkt Tesco kochten wij onze proviand voor ’s anderendaags en reden dan naar de rand van de stad voor een lekker uitgebreid avondmaal in het eethuis  Scizilia.  Als aperitief dronken we een Hongaars biertje Soproni. Onze gastheer en ikzelf kozen voor een stoofpotje,  Olga voor een visschotel en Andréa voor hertgebraad.  We kregen grote porties voorgezet en lieten ons een fles heerlijke rode wijn serveren, dat alles voor de prijs van 4500 Forint of 15 € per persoon, voor ons spotgoedkoop ! Rond 22.00 uur reden we terug naar Kocsola. Onze tweede dag zat er op.

    De foto's.


    Ady Endre, 30, Kocsola, onze uitvalsbasis.


    Genieten van de zon en warm thermaal water van 38° warm , wat is dit zalig! Het thermaal bad van Igal.

    Vrijdag: Uitstap  naar het  Balatonmeer.

    De morgenzon lokte ons uit bed.  Na een stevig Belgisch ontbijt vertrokken wij 50 km westwaarts naar het Balatonmeer, met zijn 12 km breedte en zijn 80 km lengte  het op één na grootste binnenmeer van Europa. Tijdens de zomer krioelt het hier van het volk, nu was het echter uiterst  kalm, er was nog geen kat te bespeuren. Onderweg  genoten wij van de prachtige vergezichten over de dalen en heuvels van het Bakonygebergte, weidse akkers met verspreide typische boerderijen (vroegere Kolchozen). Na een korte koffiestop in Andocs  reden wij onder de hoge pijlers van de snelwegbrug  door, van de autoweg M7 die van Boedapest naar o.a.Slovenië en Kroatië loopt. In Zamardi, niet ver van het meer, stopten wij even aan een openluchtmuseum om een vluchtig kijkje te nemen op oud Russisch legermateriaal.  Vier km verder belanden wij aan de oever van de grote plas, in Szántod waar we wachtten op de aankomende veerboot. We staken met die overzetboot het blauwgroene meer over naar het tegenover liggend schiereiland Tihany, met hoog boven het meer de gelijknamige abdijkerk en crypte toegewijd aan de gewezen koning Andras.

    Van hieruit volgden we de prachtige en toeristische rechteroever . Onderweg maakten wij even halt aan het eethuis Fék voor een lichte maaltijd. Na de middag reden wij door naar de bekende spastad Héviz.  Hier gingen Robert, Olga en Andréa een duikje nemen in het 38 m diepe kratermeer, met thermaal water van rond de dertig graden, een avontuur dat niet aan mij besteed was, echter voor mijn metgezellen een unieke belevenis.  Via  de stad Keszthely draaiden we rond het meer naar de zuiderkant om vandaar koers te zetten naar huis.  Even verder stilden we nog even onze dorst met  een Dreherpils in het baancafé Panorama, waar we konden genieten van het prachtig rode gordijn dat door de ondergaande zon over het meer werd opgehangen. Hier  verlieten wij voorgoed het meer en kozen de richting Marcali. Vandaar ging het naar Dombóvár, waar we in de Spar onze inkopen deden voor ’s anderendaags.  Vermoeid door het vele rijden bereikten wij rond 21.00 uur Kocsola.

    De foto's.


    Het Balaton meer strekt zich aan onze voeten uit.


    De prachtige abdijkerk van Tihany.


    Genieten in het thermaal bad van Héviz. Dat is pas een belevenis.

    Zaterdag  09 maart : Bezoek  aan de mediterraan-ogende stad  Pécs.  

    Vandaag zouden we naar de zuidelijke provincie Baranya trekken, de streek van het Mecseckgebergte en de Villánywijn. We bezochten er de hoofdplaats  Pécs,  de stad van de vermaarde Szolnai keramiek.  De kraaknette straten en pleinen ademden een oosterse sfeer uit. Het historisch centrum wordt gedomineerd door de St.-Pieterskathedraal met zijn vier torens en het Bisschoppelijk Paleis met het standbeeld van de Hongaarse componist Ferenc Liszt. Tal van mooie pleinen en majestueuze. met bladgoud bezette gevels van musea en administratieve gebouwen als het Városháza ( het stadhuis) en het Megyeház (het provinciehuis) bekoorden ons danig.  De moskee op het Szecheny-plein getuigde van de vroegere aanwezigheid van  de Turken. De verkeersvrije  utca Kiraly (Koningsstraat) puilde uit van architectonische staaltjes. Tussendoor genoten wij van een lekker stuk taart met koffie in een van de vele "kávéház" (koffiehuis).  We sloten ons bezoek af met een klein middagmaal in het restaurant Fugado.  Rond 14.00 uur reden we terug naar Kocsola. Bij onze doortocht door Dómbóvár gingen wij nog even een kijkje nemen in het fraaie treinstation met zijn van houtsnijwerk voorziene loketten en de oude stoere stoomlocomotief die vóór het gebouw ten toon staat.  Olga en Andréa kochten een fles witte wijn en een doos pralinen voor het bal later op de avond in Kocsola ter gelegenheid van vrouwendag. Toen we rond 15.30 thuis kwamen stelde Robert voor om nog een paar uur naar het thermaal bad van Tamasi te gaan. Om 19.00 uur waren de badgasten terug en konden we gezamenlijk een broodmaaltijd  nemen als avondmaal. Daarop maakten de vrouwen zich op om met de buurvrouw Terry en de overbuur Magdy naar het bal te gaan, in de sporthal 50 m verder in onze straat. Robert ging de man van Terry, Janosz roepen om ons, eenzame mannen, te komen vergezellen.  Janosz moest het geen twee keer gezegd krijgen en kwam gewillig mee. Het werd ten huize van Robert  een avond “Cursus Hongaars”.  Samen met Janosz  bogen wij ons over de Hongaarse  wegenkaart en probeerden met  gebarentaal  uit te leggen waar we overdag allemaal geweest waren. Af en toe probeerde Robert met behulp van Google-vertaling  tolk te spelen. Tijdens die taalcursus  werden 2 flessen rode wijn soldaat gemaakt. De klok wees 23.30 uur aan toen Olga en Andréa in alle stilte de voordeur opendraaiden en Janosz langs de achterdeur verdween en zijn Terry weer ging opzoeken. We hadden allemaal gedronken en een lekkertje wijntje bevordert de goede nachtrust. 

    De foto's.


    De Sint Pieter kathedraal van Pécs.



    Vrouwenbal in Kocsola. Ter gelegenheid van 8 Mei, vrouwendag, komen alle vrouwen van het dorp samen in de sporthal. Ze brengen zelfgemaakte patisserie en allerlei drankjes mee. Ze maken er een gezellige avond van.

    Zondag: Te gast bij de buren Terry en Janosz voor het zondagsdiner

    Regenachtige dag. Iedereen was op tijd wakker, zonder koppijn evenwel. Om 9.15 uur vertrokken we naar Dómbóvár. Hier heeft iedere eerste zondag van de maand op een grote open weide een speciale marktdag plaats van inheemse planten, groenten, fruit, textiel, schoenen, toeristische prullen en dies meer. Een typische Hongaarse bedoening en niet te missen als folkloristisch element. De regen was echter spelbreker zodat we het er niet lang uithielden. Olga en Andréa hadden enkele  spulletjes gekocht als cadeautjes  voor het thuisfront. Vandaar reden we nog vlug naar de Lidl om een mooie orchidee voor Terry en een fles goede rode wijn voor Janosz te kopen als geschenk voor hun uitnodiging  naar het zondagsdiner die middag bij hen.  Klokslag 12.00 uur meldden wij ons aan.  We schoven met  12 personen aan tafel: de gastheren Terry en Janosz, hun zoon Lazlo, dochter Gaby, kleindochter Adriana en vriend David, de buren van rechtover, Magdy en Arnó , en wijzelf onze vieren. Het was huisje vol. Terry en Adriana waren  druk in de weer met het toedienen van de lekkere Hongaarse spijzen: Gulyas Léves (Hongaarse goulashsoep met afgekookt vlees en worteltjes), Pörkölt (stoofpotje) met Krumpli (aardappelen), een kom Galuka (pasta), witte doordrenkte kool en komkommersneetjes in yoghurt. Iedereen liet het zich naar harte smaken. Ondertussen deed Janosz geregeld de navette tussen zijn wijnkelder en de eetplaats met een karaf rode en witte wijn. Er werd verteld en gelachen, en er kwam veel gebarentaal aan te pas.

    Om 15.15 uur werd er plots getoeterd vóór het huis: Eric en Rita, de Opbrakelse vrienden van Robert  waren net bij hemgeland. Zij waren met hun auto op weg naar Akasztó, zo een honderd  km hier vandaan en waren door Robert uitgenodigd om bij hem hier te overnachten vooraleer door te rijden naar de provincie Bács-Kiskun in de poesta. Ook zij moesten van Terry komen meepeuzelen. Eric en Rita kennen Hongaars zodat het er vanaf nu wat luidruchtiger aan toeging.  Als dessert kregen wij van  alle soort gebakjes voorgeschoteld, van eigen bereiding.   Met een overvolle maag en enigszins beneveld door de goede wijn namen we rond 18.00 uur afscheid van ons gastgezin en bedankten ze hartelijk voor hun gastvrijheid. Samen met Eric en Rita trokken we naar het huis van Robert.  Na wat conversatie onderling en wat TV-kijken gingen Andréa en ikzelf slapen terwijl Robert en zijn vrienden de living omtoverden tot slaapplaats. Rond 24.00 uur werd  het muisstil ten huize van Robert en Olga.

    De foto's.


    De maandelijkse markt van Dómbóvár, hier kan je van alles kopen. Planten, kleding, gereedschap, voeding enz.


    Te gast ten huize Terry en Janosz, Ady Endre 28, Kocsola..


    Dat was pas gezellig en lekker samen zijn. De wijn vloeide nogal 'rijkelijk'!
     

    Maandag: Onze laatste dag in Kocsola  

    Rond zeven uur werd ik wakker en begaf mij naar de keuken voor het zetten van de koffie. Een kwartier daarna kwam Robert ook te voorschijn, naar zijn zeggen met een wat houterige kop. Beiden kwamen we tot de vaststelling dat onze proviand danig geslonken was, zodat wij eerst naar het winkeltje in het dorp de nodige aankopen moesten gaan doen : brood, boter,vlees ,kaas,  yoghurt... Ondertussen waren Olga, Andréa, Rita en Eric ook voor de pinnen gekomen.Tijdens het ontbijt stelden Rita en Eric voor dat wij onze vieren de dinsdag bij hen naar Akászto op bezoek zouden gaan om vandaar uit naar Boedapest te rijden voor onze terugvlucht naar België. Robert liet aan ons de keuze en wij stemden er gewillig mee in : het was voor ons immers een unieke gelegenheid om bovendien een andere streek van Hongarije te zien, de immens uitgestrekte poesta. Dit bracht mee dat het vandaag onze laatste verblijf dag in Kocsola was en Robert moest zien dat hij zijn vooropgestelde planning kon aanpassen.
     
    Na het ontbijt vertrokken Eric en Rita 100 km verder. Om 10.00 uur hadden Olga en Andréa een afspraak in het massagesalon Ildiko in de Dombóváristraat in Kocsola voor een gezichtsbehandelingen gingen er te voet naar toe. Kostprijs : 3000 Forint per persoon of 10€. We besloten om in de namiddag nogmaals uit winkelen te gaan in Dombóvár. Terwijl onze twee vrouwen flaneerden langs de uitstalramen deden Robert en ik ons in de bar van het hotel “Dombóvár“ tegoed aan een grote Dreherpils. Na een tijdje kwamen Olga en Andréa ons vervoegen en dronken er eentje mee. Vandaar keerden we terug naar Kocsola. We zouden ons op ’t gemak klaar maken voor de afreis van morgen naar Akasztó.Toen we aankwamen had Terry weer spontaan voor avondeten gezorgd en bracht ons gebakken bloedpens met zoet-zure wittekool. Wij lieten het ons oprecht smaken.Janosz had zijn inventaris van het gastmaal gisteren bijgehouden : we hadden samen zo maar liefst 11 liter  rode en witte wijn naarbinnen gewerkt. We vulden onze avond met wat navertellen en TV-kijken.  Tot onze verbazing zagen wij  op TV Vlaanderen met wat voor winterweer men in België zat: ijskoud en overvloedige sneeuwval, terwijl wij genoten van temperaturen tussen de 15 en 20 graden. De wereld scheen omgedraaid.

    De foto's.

    Ontbijt ten huize Olga en Robert.


    Afscheid met een traan. Terry en Janosz, tot ziens beste vrienden, we zullen jullie missen!

    Dinsdag: Op bezoek bij Eric en Rita in de poesta.

    Zonnig. Iedereen was vroeg wakker, bijtijds aan het ontbijt. Daarna de gebruikelijke zenuwachtigheid bij het inpakken van onze koffers. Om 9.00 uur stond iedereen klaar en kon er afscheid genomen worden van de buren Terry en Janosz. Bij degroepsfoto kon ik mijn emoties niet bedwingen en pinkte een traan weg bij het afscheid van deze gastvrije mensen. Als afscheid gaf Andréa nog een bloemenruiker aan Terry als dank voor haar gastvrijheid jegens ons als vreemde personen. Het laatste  afscheidswoord was voor Robert en zijn Olga. Vislát (tot weerziens) Terry, Janosz, vislát Kocsola ! We vertrokken  noordwaarts via Tamasi, over Simontornya , naar Dunaföldvár aan de Donau. Hier kochten we een gebakje dat we in een café met een lekkere koffie naar binnen werkten. Robert reed even tot aan de oever waar we mooie kiekjes namen van die machtige brede stroom die Hongarije als het ware in twee stukken verdeelt: ten oosten van de Donau, de Grote Laagvlakte of poesta waar we naartoe reden en de landstreek ten westen ervan, Transdanubië van waar wij kwamen. Wij reden de lange ijzeren brug over naar Solt, waar we terug zuidwaarts afdraaiden richting Kiskörös. Het landschap was hier totaal verschillend van de streek van Kocsola in de provincie Tolna: hier geen heuvels en valleien meer, maar één grote effen grasvlakte, met hier en daar een kolossale boerderij ingeplant.

    Op het grondgebied van Akasztó aangekomen brachten we nog een kort bezoekje aan het Halascsárda domein, een moderncomplex met talrijke grote visvijvers, wandelpaden en een klasse restaurant. Wij dronken daar een koffie en reden dan meteen bij Eric & Rita in het dorp Akasztó.
    Nadat onze koffers terug uitgepakt waren had Rita voor een lichte broodmaaltijd gezorgd. In de namiddag zouden onze gastheren met ons een verkennende rondrit maken van een 50 km om zich een beeld te kunnen vormen van de provincie Bács-Kiskun. We begonnen met een ritje door enkele straten van Akasztó zelf. Hierbij viel ons op dat wij hier te maken hadden met een groot en levendig dorp, brede wegen, winkels van alle slag, een wijndorp ook. Indrukwekkend was het mega voetbalstadion op de uitkant van de gemeente, met een capaciteit van 20.000 plaatsen, een hotel, restaurant, casino en al wat erbij hoort, destijds gebouwd door ene zekere miljardair Joseph Stadler maar hij werd opgepakt voor allerlei fraudes. Grootheidswaanzin ten top. Intussen is dit stadion een evenementplaats geworden. We reden daarna naar Kiskörös, de stad van de Hongaarse dichter Sándor Petöfi. We wipten even binnen in het wegenbouw museum waar kolossale machines uit het verleden te kijk staan. We volgden onze kameraden verder naar Kecel, waar we rond een immens groot Russisch legervoertuigenpark reden, allemaal legermateriaal uit de Sovjetperiode: van gewone pantservoertuigen tot Scutbatterijen en Mig-straaljagers, indrukwekkend. Onze tocht ging verder naar de stad Soltvadtkert, gelegen aan een belangrijk wegenkruispunt. Van hieruit rijden dagelijks enorme konvooien transporteurs naar alle hoeken van het binnen-en buitenland. Dit gebied heeft een rijke fauna en er wordt ook aan wijnbouwen fruitteelt gedaan. Hier in het centrum bezochten wij een van de bekendste ijssalons in Hongarije, in een prachtig interieur, tal van verschillende smaken, om zijn vingers af te likken. We keerden via Kiskörös terug naar onze vertrekplaats Akasztó en maakten ons op om naar hetHalascsárda-restaurant te rijden voor een laatste gezamenlijk avondmaal. Met een goed gevuld buikje trokken we dan huiswaarts. Alvorens onder de lakens te kruipen informeerden we ons nog eens goed over het uitzonderlijke winterweer in onze heimat, we moesten immers morgen terugvliegen.


    De foto's.


    Aan de oever van de beroemde Donau. De Duna hid (Donau brug) in Dünafoldvar ligt majestueus achter ons.


    De Puszta in de buurt van Akaszto, met zijn grote boerderijen.


    Akaszto,  bij onze vrienden Eric en Rita.


    Lekker tafelen in het Halascsarda restaurant.


    Onbijt bij Eric en Rita.

    Woensdag:Terug naar onze heimat in Everbeek 

    Wij waren allen tijdig uit de veren voor het ruim ontbijt. Hoewel ze ons nog een uurtje bij hen wilden houden en ons gerust wilden stellen dat we alle tijd van de wereld hadden om naar Boedapest te rijden was ik van hetzelfde gedacht als Robert: zeker spelen en op tijd aanzetten, je weet maar nooit ! We namen afscheid van Eric en Rita. Robert en Olga kenden ook de overburen Julia en Laszlö en wuifden ook hen uit. Onze terugtocht liep over Solt en Kecskemét, waar we de M5 namen naar de hoofdstad Boedapest .We hadden nog een korte koffiestop in Felsöcsalános. De terminal-2 van de vlieghaven lag aan onze kant zodat we slechts een klein deeltje van de ring rond Boedapest op moesten. Dichtbij het vliegplein moest Robert de gehuurde wagen voltanken alvorens hem te kunnen afleveren.Hij reed ons vóór de grote vertrekhal, waar hij ons de bagage overhandigde en ging daarop de wagen terugleveren. Hetzelfde scenario van inchecken en veiligheidscontrole had plaats zoals de woensdag tevoren in Charleroi. Doch eind goed, al goed: we werden om 14.45 uur met de bus naar het vliegtuig gebracht. Om 15.30 stipt vertrok de machine richting België (Charleroi). Hoewel het deze keer klaarlichte dag was konden wij niets zien onder ons, het vliegtuig vloog boven de wolken, midden in de zon. Het  was een prachtig schouwspel van de natuur, bij wijlen verblindend, ’t was alsof men over de onmetelijke sneeuw van de Noordpoolschoof. Een uur en driekwart later, toen we begonnen aan de landing en het tuig weer onder de wolken kwam, konden we goed de besneeuwde terrils en de autoweg rond Charleroi zien. Klokslag 17.30 zette de machine voet aan de grond. Ons vliegavontuur was over, het ijs was gebroken, de vrees achterhaald. En nu terug naar het winterse besneeuwde Everbeek.

    De foto.



    Koffietje op de Ferenc (Frans) Liszt 2 luchthaven.

    Slotbeschouwing.

    Dit weekje Hongarije is voor ons een echte openbaring geweest. Via een paar optredens van Hongaarse folkloristische dansgroepen voordien hier te lande kenden wij alleen de naam Hongarije, maar verder reikte onze kennis (zoals trouwens bij vele Belgen) van dat land niet. Door toedoen evenwel van Robert, Olga, Eric en Rita hebben wij mogen proeven van de vele facetten die dat land rijk is. Het bezoek aan de streek rond het grote Balatonmeer, de mooie heuvelachtige provincie Tolna waar Robert zijn optrekje heeft, de zuidelijke berg- en bosgebieden van de Baranya, de diverse thermaalbaden,de eindeloze vlakte van de poesta, waar Eric en Rita verblijven, en vooral het warme contact met de plaatselijke landelijke bevolking, in het bijzonder met Terry en Janosz, geburen van onze gastheer Robert, heeft op ons werkelijk een onvergetelijke indruk gemaakt en onze honger naar dat mooie land nog aangescherpt. De ons toegemeten tijd was echter te kort om bovendien nog de mooie hoofdstad Boedapest met zijn schat aan architectuur te bezoeken,de toeristische plaats bij uitstek in Hongarije. Wij hebben het leven van de Hongaar te lande gezien, doch zonder deze citytrip is het moeilijk zich een totaalbeeld van de Hongaarse cultuur te vormen. Beslist iets voor de toekomst. Wij kunnen echter Robert en Olga niet genoeg bedanken, en ook Eric en Rita,voor de aanzet die ze ons met dit korte bezoek hebben gegeven en voor de spontane gastvrijheid die wij bij hen ginder mochten ervaren. Deze onbaatzuchtige houding zal ons bijblijven. Wij weten uiteraard niet wat de toekomst ons brengt, doch stilletjes zijn wij in gedachten gaan dromen van nog meer Hongarije.

    Köszönöm (dank) Robert en Olga , kösczönöm  Eric en Rita. Het ga jullie goed!
     
    Bron: tekst en foto's: Claude en Andréa Gijselinck – Dupont.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    T -->

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs