Het Belgisch ringprogramma bestaat uit 3 onderdelen waarop begeleider en hond beoordeeld worden:
- Gehoorzaamheid
Twee volgoefeningen (aangelijnd en in vrijheid) Uitvoeren van drie houdingen op bevel Weigeren van aangeboden voedsel Een minuut blijven liggen in afwezigheid van de geleider Apporteren van een door de geleider weggeworpen voorwerp Vereenzelvigenen aanbrengen van blokje hout dat door de geleider tussen gelijkaardige blokjes geplaatst werd Vooruitlopen op aangeven van de geleider.
- Springwerk
Een sprong over de 'haag'(hoogtesprong) Een sprong over de 'gracht'(vertesprong) Een sprong over de 'haag met gracht' (hoogte- en vertesprong, verkorte gracht) Een sprong over het schutsel (hoogtesprong)
- Verdedigingswerk
Bij de oefeningen verdediging worden een aantal aanvallen op de pakwerker uitgevoerd en een onderbroken aanval (de hond mag niet inbijten). Daarbij komen nog het opzoeken van de pakwerker, het meesterverdedigen en bewaken van een voorwerp.
|