Dag 1
Ik vertrek wat later naar mijn werk vandaag. Ik ben nog moe dus blijf wat langer liggen, en besluit om om 9 uur in Leuven te zijn om een brace voor mijn elleboog te halen, want ik blijf last hebben. Als ik opsta is Seppe ook nog thuis. Hij heeft problemen met zijn gsm (rekening niet betaald) en vraagt of hij de mijne mag meenemen vandaag. In eerste instantie wil ik niet, stel dat ik eens iets aan de hand heb. Maar dan geef ik hem toch af, ik zal wel niets aan de hand hebben. Ik werk ook wat later, want ik ben later begonnen; rond 6 vertrek ik naar huis.
Ik
kom thuis en er staat geen enkele auto: Michel is nog niet thuis en
Seppe is ook weg. Het is woensdag, tennisavond voor Michel, maar dit is
toch echt vroeg dat hij vertrokken is. Het licht in de garage brandt, de
keukendeur is niet op slot en er is niemand thuis. Er ligt een brief op
het aanrecht van Seppe. Papa is opgenomen in spoed. Collega's hebben
hem binnen gebracht. Het is niet goed met hem. Mijn wereld stort in, ik
wens in de auto dat het niet te ernstig is, dat hij nog leeft. Ik kan
niet bellen want ik heb geen gsm. Ik rijdt als een zombie naar GHB.
Gelukkig mag ik direct naar Michel. Hij zit recht in zijn bed. Oef, een
opluchting. Hij herkent mij, maar kan amper spreken. Drie woorden: Ja,
Nee en Twee. Ik probeer vragen te stellen, maar kom er lang niet altijd
uit wat hij bedoelt. De kinderen vertellen me dat het veel erger was,
geen herkenning, geen spraak, niks, gewoon weg van de wereld, maar wel
bewustzijn.
Een
verpleegster toont ons hoe erg het is: ze stelt Michel de vraag om zijn
armen in de lucht te steken. Hij buigt zich voorover. Ze vraagt het
nogmaals. Hij steekt zijn tong uit. Hij begrijpt ons dus niet. Na 5-6
maal vragen, doet hij het juist.
De
prof komt langs om te bespreken wat ze tot nu weten. Een zwelling in de
hersenen. Of we nog niks gemerkt hadden? Ik vraag of het een
hersenbloeding of beroerte is? Negatief. Een zwelling, de rest moeten ze
verder onderzoeken. Ik vraag hem om zeker ook de longen na te kijken,
omdat Michel al een tijd hoest. 's Morgens, een rokershoest, maar wel al
lang. Intussen krijgt Michel medicijnen en zal de taal van Michel wel
verbeteren zegt hij. Hij wordt naar een kamer gebracht, en tegen vrijdag
zullen we de prof terug zien voor verdere uitleg.
Net
voor we naar de kamer worden gebracht begint Michel te ratelen. Veel
woorden, maar niks zinnigs. Ik laat hem met pijn in het hart achter. De
kinderen vluchten. Amber blijft bij Mario slapen, Seppe wil iets gaan
drinken en met vrienden praten.Thuis bel ik naar mijn chef. Ik huil, ik
ben bang. Ik krijg nog verschillende telefoontjes, van familie en
vrienden die Amber al gebeld had. En ik bel naar Moeke. Die nacht
vloeien er veel traantjes en kan ik amper slapen.
|