(Geef gewoon
een lijst met nummers + oplossing) 'Haec'
en 'hoc' worden soms zelfstandig gebruikt (dit wil zeggen dat er geen
.............(1).............. staat met dezelfde naamval, geslacht en getal).
Als dit het geval is, kunnen we vlot vertalen met ...............(2)...................
De genitief bij aanwijzende voornaamwoorden eindigt op -......(3).......
of - ....(4).... . De datief bij de aanwijzende voornaamwoorden eindigt op -
......(5).....
Als een aanwijzend voornaamwoord bijvoeglijk is, dan heeft het altijd
als functie ..............(6).................
............(7)........... wil zeggen die/dat daar bij jou en
..................(8)............. wil zeggen die/dat daar bij hem/haar.
...............(9).............. drukt een positief gevoel uit (bijv.
bewondering) en .................(10)............ drukt een negatief gevoel uit
(bijv. gemene).
Op het einde van volgende week (dus de eerste zondag van de krokusvakantie) ga ik kijken wie er allemaal gereageerd heeft op dit bericht. De klas die het meest personen heeft (die gereageerd hebben op dit bericht), wint! Je mag (per persoon) maximaal één keer reageren op dit bericht. Speel het spel eerlijk. (Maar je mag natuurlijk via Facebook of sms bijvoorbeeld je klasgenoten aanmoedigen.)
Opgelet: tijdens de les Latijn zal ik hier niet over spreken, dus het hangt volledig af van jullie.
Spannend! Eens kijken welke klas van deze site eigenlijk gebruik maakt, want Suzanne heeft gelijk: als ik hier zoveel tijd in steek en niemand kijkt... dan is het eigenlijk de moeite niet hé.
Ken je nog zo'n twijfelgevallen? Zo ja, plaats ze als reactie op deze site.
Wie kan trouwens de werkwoorden opsommen van de vijfde vervoeging (= de werkwoorden die eindigen op een korte -ere en in de tweede kolom eindigen op -io)?
Op de volgende link kan je zien waar de andere mensen wonen met dezelfde familienaam + hoeveel er zijn in België met dezelfde familienaam. http://www.familienaam.be/
Tip: maak een lijstje met voorzetsels zodat je weet welk voorzetsel + acc. is en welk voorzetsel + abl. Even testen. Plaats erbij +acc. of +abl. en geef de vertaling.
praeter sine sub post apud de inter in cum ante pro ob propter
Onderstreep de bijvoeglijke bepalingen (= BVB's = bepalingen die bijvoeglijk zijn bij een substantief) en trek een pijltje naar de dominant (of: typ de dominant naast het zinnetje.) De vertaling mag je ook altijd typen.
1. Amici tui dominae meae donum da!
2. Servi vestri cottidie miseri sunt.
3. Amicae meae pater numquam me invitat.
Extra vraagjes: - Splits in zinsdelen! (Let op, een genitief is altijd slechts een stukje van een zinsdeel.) - Benoem de functies van de zinsdelen. - Wat is de dominant van... a. een onderwerp? b. een van-bepaling? c. een lijdend voorwerp? d. een meewerkend voorwerp? e. een NWDG? f. een datief van voor- of nadeel? g. een aanspreking? h. een bijg.adj.? - Plaats bij de oefening hierboven (in verband met de dominant) de naamval die je verwacht bij deze functies.
Wie de vorige begrijpend lezen oefening nog eens wil hermaken: je vindt hier de lege versie in de bijlage. Je vindt er ook de correctiesleutel.
Indien vragen, stel ze gerust!
Jullie hebben allemaal heel goed gewerkt, dus ik hoop dat jullie van de vakantie genieten en als je je verveelt... probeer dan eens een cartoon te tekenen voor Latijn ;-).