De leerlingen van 5 STWB van Virgo Sapiens Londerzeel wagen zich aan het schrijven van sprookjes. Lees hier hoe het hen vergaat.
18-11-2009
Er was eens
een prinses Mia en een prins Edward.
Prinses Mia
wordt verliefd op Edward maar ze wist niet dat Edward een prins was,ze dacht
dat hij een simpele jongen was.
Ze waren
jong toen ze elkaar voor het eerst zagen. Het was liefde op het eerste gezicht.
Ze
ontsnapte uit haar raam om hem te zien,want haar vader wou niet dat ze met
elkaar omgingen. Haar vader kreeg door dat ze af en toe verdween.
Hij had
iemand zijn dochter laten volgen met als gevolg dat hij wist dat Mia en Edward
elkaar no
regelmatig zagen.
Toen hij
dit te weten kwam sloot hij Mia op in het kasteel,ze mocht niet buiten zonder
begeleiding.
Edward
probeert nog enkele pogingen om Mia te zien,maar dat lukt hem niet.
Mias vader
ziet dat Edward nog pogingen gaat ondernemen en besluit een brief te schrijven
naar zijn dochter in de naam van Edward.
In de brief
zegt hij dat Edward haar niet meer wil zien,dat ze niet samen kunnen zijn,en
dat hun relatie een vergissing was.
Wanneer Mia
de brief op haar balkon leest,begint ze heel hard te huilen en ze snapt er
niets van.
Op dat
moment komt Edward vanachter een struik en weet niets af van die brief. Hij
verteld dat hij een prins is en dat hij met haar vader wil praten.
Mia beseft
dat die brief van haar vader komt.
Op dat
moment komt Mias vader haar kamer binnen. Hij ziet Mia en Edward samen en is
razend.
Mia toont
de brief en hij zegt dat ze haar niet moet moeien met zijn zaken. Ze zegt dat
het haar zaak wel is,want ze houdt van Edward en Edward van haar.
Edward zegt
tegen Mias Vader dat hij wel een prins is en bewijst dat met een koninklijk
juweel. Hij wil hem spreken.
De koning
kijkt verbaasd en geeft hem een kans op te spreken onder 4 ogen.
Mia wacht
ongeduldig op haar balkon.
Wanneer
Edward terugkomt,knielt hij op de grond en vraagt haar ten huwelijk en zegt ik
heb je vader gesproken en heb zijn toestemming gekregen om met jou te trouwen.
Mia zegt
ja. Ze trouwden en leefden nog lang en gelukkig.
Er was eens een prinsesje Liesje die ergens in het bos een plekje had gevonden waar ze de lekkerste appels kon plukken. Op een dag ging ze naar het bos om appels te gaan plukken. Soms komt ze de knappe jonge prins Athur daar tegen maar die dag hoorde ze iets vreemds.. Ze hoorde een luid gehinnik en ging kijken. Daar zag ze een beeldschoon wit paard Spikkel genaamd. Ze ging op Spikkel af en streelde daar zijn witte manen. Ze merkte dat Spikkel honger had en gaf het een van haar lekkere appeltjes. Wat Liesje echter niet wist was dat het geen gewone appel was, maar een magische wonder appel. Waardoor Spikkel kon praten. Al gauw ontstond er een hechte vriendschap tussen hen.
Na een paar weken kwam Spikkel hysterisch aangelopen en vertelde Liesje dat Arthur ontvoerd was door de gemene tovenaar Jeroen. Ze besloten om samen op zoek te gaan naar hem. Urenlang trokken ze door het grote bos en opeens kwamen ze de gemene tovenaar Jeroen tegen. Hij had Arthur gevangen. Als ze de prins terug wouden moesten ze de tovenaar verslaan. Dit kon maar op een manier, ze moesten een tovenaardrank maken. Ze gingen op zoek in het bos naar speciale kruiden, deze mixte ze en brachten het naar de tovenaar. Hij dronk het drankje op maar er gebeurde niets dus moesten ze weer het bos in op zoek naar kruiden. Er moest iets extra aan toegevoegd worden waardoor ze de tovenaar zeker zouden verslagen. Spikkel kwam op het idee om er een van de wonderappels aan toe te voegen. Weer mixte ze al de kruiden en deze keer deden ze de appel erbij. Ze gaven het aan de tovenaar. De tovenaar viel in slaap en zo konden Arthur bevrijden.
Arthur bedankte Liesje en Spikkel. Hij wou hun belonen. Hij trouwde met Liesje en zo was Spikkel ook gelukkig. Ze leefden nog lang en gelukkig.