Neem 1kg tamme kastanjes en maak een kerf in hun ronde kant. Leg ze 15 minuten in kokend water. Laat ze dan in het kookwater afkoelen en schil ze. Warm 1/2 liter water op en voeg er 1kg suiker en 1 gespleten vanillestokje aan toe. Haal na 20 minuten de pot van het vuur en doe er de kastanjes in. laat ze de hele nacht weken. Haal de kastanjes er de volgende dag met een schuimspaan uit. Laat de siroop 1 minuut koken, draai het vuur uit en doe de kastanjes weer in het water. Herhaal die bewerking vier dagen na elkaar. De laatste dag laat je de siroop 4 tot 5 minuten koken eer je de kastanjes er voor de laatste keer 1 minuut in onderdompelt. Ten slotte wikkel je elke kastanje in een vetvrij papiertje.
Leg van half november tot half maart elke dag op hetzelfde tijdstip wat zaden in de voederhuisjes (zonnebloempitten, gierst,... maar geen mengsel). Zet ook een schoteltje met lauw water, zonder suiker of zout. Leg er een rooster met grote gaten op zodat de vogels zich niet nat maken. Geef ze ook regelmatig stukken appel of peer. Hang tevens wat ongezouten spekvet, slingers ongepelde pindanoten en zelfgemaakte vetbollen op. Kan je niet alle dagen voor eten zorgen? Weet dan dat vogels in je tuin insectenlarven en regenwormen uit de composthoop peuteren en granen of bessen pikken van kaardenbol, kliskruid, vlier, lijsterbes, klimop,...
Heggen zijn natuurlijker en mooier dan bakstenen muren en ijzeren hekken. Ze bieden beschutting tegen de wind en brengen schaduw, koelte en vochtigheid in de zomer. Bovendien maken ze het de dieren makkelijk om van de ene tuin in de andere te komen. Plant inheemse struiken (hazelaar, vlier, meidoorn, hulst, braambes, framboos,...), die uitstekend aan het klimaat en de fauna van jouw streek aangepast zijn. Een gemengde haag is nog beter.
Bomen plant je bij voorkeur in de herfst, maar het kan ook in de rest van het jaar (zolang het niet vriest of niet te heet is). Verkies inheemse of hier reeds lang aangepaste soorten: appelboom, beuk, hazelaar, kersenboom, kriekenboom, lijsterbes, linde, notenboom, perenboom, pruimenboom, berk, esdoorn, haagbeuk, ... Robuuste oude fruitboomrassen zijn gemakkelijker te telen.
Fruitbomen snoeien Bomen planten (zie ook mijn ander bericht) Stelen van zonnebloemen: gebruik ze de volgende lente als erwten- of bonenstaken, of werp kurkdroge stukjes in de houtkachel Maak vogelhuisjes nu schoon. Gebruik kokend water met wat soda erin. Rond deze tijd gaan mezen en mussen al woningen inspecteren. Witlof: snijd het loof tot 5cm boven de grond en dek af met terracotta potten, waarin stroo zit, om de plant voor bevriezing te behoeden. Of graaf telkens wat planten op, laat ze buiten afsterven onder eigen loof. Hak het loof op 5cm boven de wortel eraf. Plant ze in aarde en dan een laag stro. Zet ze in een schuur of koude kas waar ze zullen uitschieten.
Noten en bessen verzamelen Oogst de winterkool, selderij, late bonen en andere groenten die volgroeid zijn Trek wortels, mierikswortels en bieten uit de grond en sla ze op Controleer de opgeslagen groenten en gooi aangetast spul weg Maak de staken schoon en berg ze op Bedek spinazie en peterselie met stolpen Forceer het witlof en de rabarber Snijd het loof van de asperges af en bedek ze met aarde Plantbedden bedekken met composteerbaar materiaal Verzamel compostmateriaal Hark bladeren van het gazon Strooi wit zand over gladde paden Verwijder het afval van de geoogste groenten Maak zeep van gedroogde varens Kleding verstellen Bottelen en jam maken