Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Laatste commentaren
Jacq Heijenrath
de familie Mijn belevenissen...
22-02-2015
Mijn Levensverhaal
Mijn levensverhaal
Als ik de verhalen moet geloven
was het een heel koude maand toen ik geboren werd. November is van zich al een
koude maand maar dat jaar moet november erg koud zijn geweest. Hoe het ook zij
ik heb er niets van gemerkt. Mijn moeder zorgde wel dat we niet koud hadden.
Eigenlijk was het helemaal niet de bedoeling, zo heb ik achteraf begrepen, dat
ik en mijn jongste twee zusjes er nog kwamen. Er waren er immers al zes. Ja in
die tijd waren grootte gezinnen heel normaal.
Van de eerste levensjaren kan ik
me, net als alle anderen, niets herinneren. Mijn herinneringsver- mogen begint
als wij gaan evacueren
In 1940 waren de Duitsers
Nederland binnen gevallen en hadden dat, gelijk veel andere landen in Europa
bezet. Het was de Tweede wereldoorlog. Na vier jaar bezetting hadden de
Amerikanen , Fransen en Engelsen, samen vormden ze de geallieerden, Europa te
bevrijden van het Duitse juk. Voor mij en ieder ander van mijn leeftijd had dit
alles geen betekenis. Ik was in ieder geval net voor mijn 4de
levensjaar of daar omheen toen het front van de oorlog steeds korter bij kwam.
Wij, dat wil zeggen ons gezin woonde in Bleijerheide in de Theresia-straat op
nummer 14. in de Bouwerwei heette het daar. Kerkrade moesten we verlaten voor
onbepaalde tijd want het lag in de frontlijn en er blijven was veel te
gevaarlijk. Het broodnodige werd ingepakt en de kostbare dingen werden in de
kelder gebracht, sommige dingen had pap en de broers ingemetseld in de kelder
en er waren nog enkele kippen die de oorlog over leefden onder de vloer van de
keuken. Een broer van mijn moeder was niet weg gegaan en heeft die kippen toen
wij weg waren verzorgd in ruil daarvoor mocht hij de eieren houden.
Zoals gezegd nadat het
broodnodige was opgeladen op een trekkar vertrokken we van onze woonplaats
richting Schifferheide en de stoet evacués werd alsmaar groter en groter. Via,
via ging het richting Valkenhuizen en trekkend over de Wijnweg richting
Ubachsberg. Op de Wijnweg hadden we nog een nare ervaring. Terwijl een stoet
burgers vluchtte voor het oorlogsgeweld kwamen er Duitse vliegtuigen over die
begonnen te schieten op de vluchtende mensen en meerdere zijn toen getroffen
hoe veel weet ik niet, wel hebben we de doden langs de weg zien liggen en mam
en pap vonden dat we maar vlug door moesten lopen en daar niet naar moesten
kijken. Kijken en vertellen wat er gebeurd was, was misschien beter geweest.
Tot op vandaag zie ik nog steeds die dekens in de berm van de weg waar lichamen
half onder verborgen waren
Wij hebben`s avonds in Ubachsberg
in een schuur geslapen en de nacht doorgebracht.de volgende dag ging het verder
richting Schin op Geul daar zijn we enkele dagen gebleven toen kwam een broer
van mijn vader ons ophalen en bracht ons naar de Heksenberg en daar hebben we
ongeveer een half jaar in een woning van de mijn gewoond. Op die plek is
tegenwoordig de hoofdingang van de Sigrano en kwartsmeelgroeve.
In dat huis beleefden menig een
van onze familie avonturen die hun hele leven bij hun zijn gebleven, ieder zijn
eigen avontuur vergeet niet in die tijd had ik vier oudere zussen waarvan er
drie de leeftijd hadden dat de soldaten die daar gelegerd waren er welbevinden
aan vonden. Het bleef dan ook niet uit, `s avonds hadden wij vaak bezoek en er
kwamen de nodige cadeautjes door in huis waar anders niet aan te komen was
zoals zeep, chocolade, sigaretten en nog meer voor die tijd luxe artikelen.
Mijn vader en moeder waakten
echter als een waakhond over alles en hielden met argusogen alles in de gaten.
De tijd hier ging ook weer voorbij
en wat ik van dat huis nog levendig voor me zie waren de druiven die langs de
gevel groeiden en die je uit het slaap- kamerraam kon plukken. Op een dag was
het dan zover de Duitsers waren teruggedrongen ver over de grens en wij konden
weer terug naar Bleijerheide. Dezelfde oom die ons naar de Heksenberg had
gebracht, bracht ons nu terug naar Bleijerheide maar deze keer met paard en
wagen. Het paard met de kar, een open platte kar trouwens had hij gecharterd
bij de bakkerij Odekerken op Heerlerheide dat waren kennissen van hem. Open of
dichte kar de rit terug naar ons huis was voor ons allen een avontuur. Daarbij
kwam nog dat we niet wisten of ons huis geen schade had en dat moesten we maar
afwachten
Hoofdstuk 2
Terug in ons huis op Bleijerheide
ging het leven denk ik gewoon door en kregen mijn ouders de zorg om het huis in
orde te maken. Ondanks dat het front in de buurt had gelegen was het meeste
toch aan ons voorbij gegaan op enkele ruiten na was noch alles in tact.
Voor ons kinderen zorgde
hoofdzakelijk Billa, die beschouwd werd als de huissloof. Billa was tijdens het
bezoek van de soldaten met een of andere Canadees op stap geweest en die had
wat bij haar achter gelaten hetwelk in die tijd gold als een grote schande.
Billa had namelijk een kindje gekregen wat later Cathoce werd gedoopt. Daar het
kindje onecht was mocht het niet in de kerk gedoopt worden dat moest dan maar
in de sacristie van de kerk. Door de hoofdingang mochten we ook al niet binnen
en zo moesten we door de kloostertuin. Ja zo was dat toen der tijd.
Hoe het ook zij, het was een leuk
kindje en het werd door iedereen verwent, haar is echter geen lang leven
beschoren geweest en veel ellende die, die zogenaamde oorlogskinderen later hadden is haar door een vroegtijdige
dood bespaard gebleven. Dat het kindje van Billa was wisten de kinderen thuis
helemaal niet. Ik was al twintig jaar geweest toen ik er achter kwam dat het
kindje niet van mijn moeder was wel was ons dat altijd voorgehouden.
Langzaam ging de tijd verder het
is net alsof jeugdjaren langer duren als bejaarden jaren. In ieder geval ik kan
me de dag dat ik naar de kleuterschool moest nog herinneren als heden. Wat vond
ik dat erg, ik heb alles bij elkaar geschreeuwd. Nu denk ik destijds moet heel
Bleijerheide hebben gedacht wast is die vrouw Heijenrath met dat kind aan het
doen. Klappen kregen wij nooit, in ieder geval niet op de manier zoals je dat
in die tijd vaak hoorde en zoals het ook geaccepteerd en normaal was. Kreeg je
klappen dan heugde je, je dat je hele leven. Zo had ik een keer wat uitgespookt
waar de meester van de school voor bij mijn vader was geweest. Dus ik kwam aan
de voordeur en terwijl die normaal altijd aan stond, je kon zo naar binnen
lopen, moest ik die keer bellen. De deur ging open en ik naar binnen, de trapjes
van de stoep had ik net genomen toen het was alsof een bom in mijn hoofd
ontplofte. Ik kreeg een draai om mijn oren die ik nooit in mijn leven heb
vergeten. Als je, je dan voorstelt dat de helft van de gang vijf meter lang was
en dan de trap naar boven begon kun je, je voorstellen dat ik toen ik gevlogen
was tot de helft van de trap en behoorlijke mep had gekregen. In die tijd
vroegen ze je niet wat gebeurd was. Een oudere en nog wel de school- meester
had thuis iets verteld over mij en dat was reden genoeg straf te geven.
Straf volgde hier op. Voor mij
betekende dat een extra beurt met hout hakken en de weg in de tuin opharken.
Dat moest iedere zaterdag gebeuren, de tuin diende er netjes bij te liggen.
Toen ik dat had gedaan kreeg ik een pluimpje dat ik het goed had gedaan en dat
hield in dat ik nu geacht werd dit elke week maar te doen net zoals het
houthakken en morgens de asla van het fornuis leeg maken. Al heel vroeg hadden
we allemaal in huis onze taken. De meisjes moesten meestal de was opvouwen, strijken
deed mam zelf. Aan de strijkbouten mochten we (nog) niet komen die dingen waren gloeiend heet,
immers die werden op het fornuis verwarmd. Er waren ook al elektrische
strijkbouten hoor en thuis hadden ze er twee een gewoon en een stoomijzer. Ze
werden echter hooguit in de zomer gebruikt als het fornuis niet aan was, die
dingen gebruikten veel elektriciteit. Bij ons thuis waren ze heel
vooruitstrevend in verhouding met schoolvriendjes waar je wel eens kwam. De
meeste mensen hadden twee slaapkamers een keuken annex woonkamer. Vaak werd er
met meerdere families een toilet gebruikt. Bij ons thuis hadden ze een apparte
keuken een woonkamer en een zondagse kamer. Verder waren er slaapkamers voor de
ouders, de meisjes en de jongens. Er was een kolenkelder en een opslagkelder,
daar stond alle geweckte groente en fruit. De derde kelder was voor de huurder
boven, ook hadden die een aparte stal. Later is dat de konijnenstal geworden.
Ook hadden we thuis altijd kippen en er is een tijd geweest toen hadden we ook een
varken. Dat is maar eens geweest toen was de hide eraf. Het beest werd gewoon
niet vet omdat er altijd mee gespeelt werd. Trouwens toen de tijd rijp werd om
te slachten stond de hele familie te grienen.
Ook een van de karweitjes was mee helpen in de tuin. Jaarlijks werden er
zoveel groenten in de tuin geplant dat
mijn moeder geen groenten en fruit hoefde te kopen. Wij waren zoals
velen toen echte zelfverzorgers.
Zoals gezegd langzaam kwam het
normale leven weer terug, bij ons echter niet. Een oom en tante waren in de
oorlog fout geweest en die oom was bij de NSB geweest en nu zaten die met hun
kinderen in een interneringskamp ergens in het Noorden van het land. Mijn
moeder, die de goedheid zelf was, had medelijden met de kids en heeft die naar
ons thuis gehaald. Stel je maar eens voor ons gezin had negen kinderen en dat
waren ook nog eens vijf kinderen. In die tijd was er geen kindergeld en geen
sociale uitkering, zo moest alles gedeeld worden en toen die kinderen aankwamen
hadden ze niets, bijna bloot en geen schoenen aan de voeten. Ondanks zorgde
mijn ouders voor ze. Verder kan ik me van die hele geschiedenis weinig meer
herinneren en dat is maar goed ook, vind ik zelf.
In negentienhonderdzevenenveertig
ging mijn oudste zus Gertruud trouwen en ik deed de H. Communie. We hadden toen
een hele week feest, de hele buurt en alle familie was uitgenodigd mijn mam had
gebakken en ze had op de een of andere manier wit meel weten te kregen.
Mijn ouders hadden de
bovenverdieping van ons huis verhuurt. Eerst had er de een of andere opa, ik
meen van mijn moeder de vader gewoond en later hadden ze het aan een vrouw met
dochter en zoon verhuurt. De familie Mayntz zoals ze heette heeft bij ons heel
wat jaartjes gewoond want de zoon Willie is later met mijn oudste zus getrouwd
Willie is inmiddels al heel wat jaren dood, hij was mijn beste zwager. Van Wil
heb ik veel geleerd, hij leerde mij stroom aansluiten, zagen, solderen,
timmeren en alles wat je zoal als jongen leren kon. Wil kwam met zijn familie
uit Roermond en Mien zijn zus heeft nog een tijd met een broer, Toon, ge-
vreeën. De zoon van Wil heb ik later nog aan de vrouw geholpen. Dit zijn nu
onze vrienden Gerda en John, pas geleden zijn we nog samen een paar dagen met
vakantie geweest.
Zoals ieder begrijpt zat ik
intussen op de lagere school en ik was geen knappe leerling. Ik ben ook een
poosje misdienaar geweest, dat was belangrijk. Op de eerste plaats maakte je
elk jaar een gratis schoolreisje. Dan, je liep mee op een belangrijke plaats in
de jaarlijkse processie, die was altijd met kermis. Verder werden er met pasen
eieren opgehaald en die werden onder de misdienaars verdeeld, daarmee hielp je
het gezin ondersteunen. Leren was voor mij moeilijk toch wou ik graag maar men
stelde er geen belang in. Graag wou ik elektricien worden. Mijn vader vond dat
maar niets en had besloten dat ik met veertien jaar naar de ondergrondse
vakschool zou gaan. Daar leerde je het vak van mijnwerker. De struikelpaal was
dat ik de lagere school met dertien jaar had doorlopen en het nog vijftien
maanden duurde voor ik veertien werd. Dus werd besloten dat ik de zesde klas
maar dubbelde. Toen bleven er nog drie maande over en die ging ik naar het
voortgezet onderwijs. Waarom dit niet direct gebeurde heb ik nooit begrepen. In
ieder geval een week of twee voor ik veertien werd stapte ik bij pap achter op
de fiets en reden wij samen naar de opleidingsschool voor ondergrondse
mijnwerkers. Aangekomen moest ik in de hal op een bank plaats nemen en mijn pap
had een gesprek met de chef van de opleiding. Na hun gesprek mocht ik ook even
binnen. Ik zei: Goedendagen hoorde dat ik de volgende dag naar de Domaniale
Mijn moest om te keuren. Om een lang verhaal kort te maken op 22 november, een
zondag, werd ik veertien jaar en de drieentwintigste november ging ik naar de
drie jaar durende opleiding voor mijnwerker. Nooit, geen enkele dag ben ik met
plezier naar de mijn gegaan. Ook later niet, maar dat komt nog.
Ouders verwijt je niks en dat doe
ik ook niet ik vind het alleen jammer dat in die tijd geen gehoor werd gegeven
aan jou verlangens of wensen. Ik weet zeker dat ik het ver had kunnen schoppen
als ik de juiste begeleiding had gehad.
Omdat ik ben geboren toen mijn
ouders al ouder waren denk ik dat het allemaal zo is gelopen. Kijk toen ik op
de wereld kwam was mijn vader 38 jaar, is dat dan oud. Ja in die tijd wel. Als
je nu een ouder ziet van vijftig, zie je een vrij jeugdig persoon,doch die
mensen toen waren getekend door het leven. Nu worden mannen gemiddeld 78 jaar.
Toen was dat 57 ½ jaar. Mee denken met
jou kon niet en je moet natuurlijk ook de verschillen zien. Na de tweede
wereldoorlog is de techniek en ontwikkeling in een stroomversnelling geraakt.
In de jeugd van onze ouders was er geen haast. Toen wij jong waren kwam de rock
en roll en daarmee veel uit de Nieuwe wereld, Amerika, naar ons toe. Veel vernieuwingen deden hun
intrede. Radio had nu iedereen, voor de oorlog maar een enkeling, de tele-
visie deed zijn intrede en van uitzendingen van enkele uren per week groeide
het medium uit tot dagvullende programma`s. met de T V kregen we de wereld in
de huiskamer. Auto`s werden gemeengoed en telefoon was iedermanszaak geworden.
Het kon allemaal niet meer op. Van geverfde vloerplanken in de kamer gingen we
naar kamerbreed tapijt. We hadden een badkamer met lavet in plaats van die
zinken kuip waar we met zijn allen om beurten in gingen. De kleinste eerst en
zo in leeftijd oplopend tot de ouders toe. Het water werd steeds weer gebruikt
alleen kwam er af en toe wat warm water bij dat eerst op het kolenfornuis en
later op het gas werd verwarmd. Op de zaterdag ging de hele familie voor het
wekelijkse bad in die kuip. Nu maakten we geregeld gebruik van de douche op
gewone wekelijkse dagen. Gebreid ondergoed, wat overigens lekker warm was, was
out en er kwam nylon voor in de plaats. De heren- overhemden waren niet meer
van linnen maar van Non Iron , strijken was er niet meer bij en zeker niet
zoals mijn moeder altijd had gedaan die dingen stijven. De was machine werd
vervangen door een automaat die de was zelf deed volgens een van te voren
ingesteld programma. De eerste volautomaat die we kregen kwam de hele familie
bezichtigen en we zaten wel twee uur voor het ronde raam in de wasautomaat te
kijken hoe hij de was deed.
De jaren gingen zo voorbij en ik
kreeg een vriend; John, die ook al niet meer leeft, hij zat achter mijn zusje
Lenie aan. Maar ik kreeg ook mijn eerste vriendinnetje, zij ruilde mij in voor
een veel oudere jongen waar ze later ook mee getrouwd is. Ik kreeg intussen een
nieuw vriendinnetje en oh jongen wat was ik verliefd. Het meisje echter in
kwestie mocht niet met mij omgaan want ik had een broer die gescheiden was.
Wat een diepe ellende, ik dacht dat de hele wereld onder mijn voeten uit ging.
Ik zocht mijn heil bij de verkenners en samen met vriend John gingen we, als ik
de fiets van mijn oudere broer mocht hebben en John de fiets van zijn vader
kreeg, naar plaatjes als Ruhrberg en Woffelsbach, in de Eifel, kamperen. Soms
gingen we wel met zo`n tien man.
Met achtien jaar, of beter een week
ervoor, leerde ik Annie mijn huidige vrouw kennen. Wij hebben drie jaar
verkering gehad en gingen toe trouwen. Ons trouwe was een prachtig feest. Annie
was een mooie bruid in een lange witte jurk met een bruidsboeket van witte
anjers. We hadden een paar grote Amerikaanse auto`s gehuurd en die brachten ons
naar de kerk waar ons huwelijksfeest was voltrokken. Wettelijk waren we al
getrouwd, maar in die tijd telde dat hier in het zuiden niet.de vader van Annie
vond het m eigenlijk maar niets dat zijn dochter trouwde. Wel was het zo dat
hij me altijd heeft geholpen, maar zijn hart heb ik nooit kunnen stelen.
Wij gingen wonen op kamers in de
Krichelstraat en daar waren wij tweetjes heel gelukkig. Een jaar later werden
onze nachtelijke escapades beloond met een prachtige zoon. De mensen waarbij we
woonden echter niet. Nooit hadden ze er rekening mee gehouden dat er een kindje
kon komen en dat Annie in verwachting was namen ze haar heel kwalijk. Wij
moesten zorgen voor een andere woning. Bij de vrijer van Lenie mijn jongere zus
hadden ze meerdere huizen, in die tijd kwam je echt heel slecht aan een woning,
en een woning kopen was zo makkelijk niet. Die toekomstige zwager zorgde dat
wij een woning kregen. Wat een krot, het was er donker vochtig en alles was oud.
De voordeur viel er bijna uit en Annie had er angst. Nog steeds werkte ik op de
mijn, ons besluit stond echter vast. Ik zou mijn militaire dienstplicht
vervullen en daarna zou ik onmiddellijk van de mijn af gaan en ander werk
zoeken. Welk werk dat zou worden wist ik nog niet.
Ik ben toen in militaire dienst
gegaan, voor je nummer heette dat. Achtien maanden was er ik er eerst in Grave,
toen naar Ede van hieruit ging ik naar Wezep, weer terug naar Ede en toen
parate troepen. Voor mij werd dat eerst Krefeld in Duitsland dat was een NATO
onderdeel en later overplaatsing naar Möngen Gladbach ook NATO. (Mijn militaire dienstijd eindigde
als korporaa) Die militaire tijd is een onderdeel apart disciplinair is het
goed voor mij geweest maar de eerste keer alleen tussen stadse en nog wel
jongere jongens was niet zo best voor mij. Daar in dat kamp gold de Engelse
wetgeving. De Engelsen hadden toen wel is waar nog een dienstplicht maar het
leger bestond voor negentig procent uit beroeps militairen. Doorgewinterde knapen
die vaak al in heel wat landen op de wereld hadden gezeten. Het leger kende ook
vrouwenafdelingen en dat was iets moois echt het grootste uitschot van Engeland
zat er in. Hoe het ook zij de grootste verdienste van het leger is geweest ik
heb er mijn rijbewijs gehaald en dat voor nop.vrouwen waren daar dus bij de
vleet en bijna iedereen hield er een vriendin op na al was het maar om ergens
voordeeltjes uit te halen. Zo was ik goed bevriend met de vrouw die in de NAFI
werkte. Van haar kreeg ik altijd voordeeltjes zoals extra sigaretten kaarten en
drank die ik dan kon verkopen om aan extra geld te komen. Een van de vrouwen in
de keuken bezorgde vaak eieren en brood en op de kamer hadden we een
kookapparaat waar we dan eieren met brood bakten. Die vrouwen waren allemaal
net kerels.
In het Engelse kamp moest je
zorgen dat men je respecteerde anders was je het haasje. Respect kreeg je als
je goed bij de wijven viel en in alle clubs en pubs kwam. Dat laatste lukte me
wel en daarom had ik veel van die kennissen daar.
Toen mijn tijd kwam op te stappen
heb ik nog overwogen beroeps te worden. Ik was echter getrouwd en een getrouwd
leven en het leger ging niet samen. Je moet beroeps zijn en een vrouw zoeken
nooit andersom.
Eenmaal uit het leger moest ik
weer terug naar de mijn ik heb direct bij mijn eerste bezoek maatregelen
genomen op te kunnen stappen. Maar dat was niet zo makkelijk, die mijn, of
beter gezegd de mensen die daar aan het bewind zaten dachten nog steeds dat ze
over je te vertellen hadden. Jij was niets en toen ik mijn ontslagbewijs vroeg
kreeg ik prompt te horen dat mij dit werd geweigerd.
Ik besloot gewoon de termijn aan
te houden die ik me had genomen, zes weken uitwerken. Stom van mij was dat ik
dat niet schriftelijk kenbaar maakte.
Na die bewuste zes weken ging ik
dus gewoon niet meer en ging op zoek naar nieuw werk.graag wou ik de bouw in
voordat ik echter werk vond in de bouw kreeg ik echter een oproep van het
Arbeidsbureau dat ik daar moest melden. Van de daar aanwezige ambtenaar kreeg
ik verteld dat ik geen geldig ontslagbewijs had en nergens anders mocht gaan
werken. Op mijn vraag wat ik dan nu moest was het antwoord terug waar je
gewerkt hebt. Daar ik dat weigerde had ik dus geen werk en ook geen inkomen. Ik
kluste hier en daar wat om te leven en we hebben toen een heel zware tijd
gehad. Klussen deed je voor twee gulden per uur en ze hadden je meestal maar
twee of drie uur per dag nodig.
Bij een van de bezoekjes aan het
arbeidsbureau riep een oudere ambtenaar, die voelbaar medelijden met mijn situatie
had, me bij zich op kantoor en op een bijna fluisterend toon gaf hij mij de
tip, omscholing aan te vragen. Als je een maal toestemming tot omscholing hebt,
zo zei hij, kun je doen en laten wat je wil. De mijn moet je een ontslagbewijs
geven en je kunt overal gaan werken. Bij de pinken vroeg ik dan nu meteen maar
omscholing aan en de goede man vulde met mij de daarvoor vereiste formulieren
in. Hij wenste me verder veel succes en ik bedankte hem voor zijn goede zorgen.
Twee weken later kreeg ik bericht
dat het ontslag in behandeling was genomen en een week later bericht dat ik het
ontslagbewijs en het laatste tegoed aan loon af moest halen op de mijn.
De man die me het ontslag had
geweigerd zat er ook nu triomfantelijk gooide hij een stuk papier voor me door
het loket waarop stond dat ik wegens willekeurig verzuim was ontslagen. Een beetje benepen en
slikkende vertelde ik hem dat dit niet de waarheid was en ik een ander eiste.
Eisen, zei de man, denk je dat jij iets te eisen hebt, dit of niets. Voor mij
stond vast dan geen en omdat ik zo wie zo een opstandje was had hij het stuk
papier in zijn gezicht hangen voor hij iets verder kon doen.
Toch was hij nog snel hij haastte
zich het loket te sluiten en op de knop voor de mijnpolitie te drukken. Even
later kwamen de mannen van Hermandad dan ook binnen en een rechts en een links
droegen ze me bijna tot buiten het mijnterrein en daar zetten ze me op de
stoep, met de mededeling dat ik nooit meer het terrein op mocht. Toen ik hen
vertelde dat ik nog geld kreeg werd de procedure in omgekeerde richting
herhaald.
Ik was nu weg op de mijn en kon
het vrije beroep in, maar dat viel tegen. Werken en werken, zo hard had ik op
de mijn helemaal niet hoeven werken. Onder andere omstandigheden ja. Maar niet
zo hard. Omdat ik niets geleerd had werd ik dus aangenomen als sjouwer,
handlanger heette dat. Ladder op en af met stenen op je schouder of een bak
specie. Ik heb echter altijd een goed spraak- orgaan gehad en altijd wist ik er
gebruik van te maken. Op het werk in de bouw zocht ik altijd naar mensen die
voor me konden betekenen, zo ook bij mijn tweede werkgever, een Maastrichts
bedrijf dat toen kasteel Ehrenstein restureerde. De uitvoerder die er was mocht
mij wel en gaf mij de kans het vak van metselaar te leren naast het sleepwerk.
Als ik klaar was met mijn werk mocht ik met een al wat oudere metselaar of een
timmerman klusjes doen. Het probleem was echter dat ik geen tekeningen kon
lezen, eens toen ik een jaar of zeventien was heb ik een cursus radiomonteur te
volgen. Dus nu volgde ik een cursus tekeningen lezen en later nog een cursus
bouwkundig tekenen. Het viel niet mee, werken,
leren en getrouwd zijn. Ronnie, ons zoontje begon inmiddels te groeien
en ook daar wou ik tijd aan besteden. Veel dingen deden we in die tijd samen;
Annie Ronnie en ik. Het was een prachtige tijd. Annie had nu eindelijk een vast
inkomen, het enige wat nog schortte was een fatsoenlijke woning.
Op de gemeente was een man die
getrouwd was met een nichtje van Annie en die nogal wat in de melk te brokkelen
had op de woonruimte verdeling. Toen die bij ons in dat oude huisje was
geweest, die Peter want zo heette hij, beloofde hij dat hij zou zorgen dat we
spoedig een andere woning hadden. We hebben die woning ook gekregen en we zijn
verhuisd naar de Ailbertuslaan voor Annie en Ronnie begon hier een leven zoals
het hoort. Geen angst meer voor Annie en voor de kleine man opgroeien in een
fatsoenlijke buurt, waar kinderen waren en scholen en alles wat bij de
opvoeding van kinderen hoort. Het enige wat er ontbrak was de sociale binding
die een buurt moet hebben. Daar bedoel ik b.v. een verenigingsleven mee. Er was
geen of bijna geen middenstand, geen winkels tot op de rand van het gebied.
Maar ja daar was het ook niet voor gebouwd, het was een tijdelijke oplossing
zoals op zoveel plaatsen in Nederland. Door de oorlog was er veel gebouwd en er
was een baby boom geweest en er was woningnood. Trouwens je moet je eens
voorstellen in welke luxe je terecht kwam door deze woningen. Het waren z.g.
maisonnettes begane grond was er een voor die tijd grote woonkamer van vijf
meter lang met een raam dat al vier meter was, verder een separate keuken,
toilet en berging. Op de verdieping waren drie slaapkamers en een groot bad
tevens een balkon. Dit alles in de aanvangperiode voor de prijs van
achtenveertig gulden. Dit zou volgens de huidige Euro iets van drieentwintig
Euro zijn. Je zou dan wel de inflatie mee moeten nemen e.d. het was overigens
maar om een indicatie te geven.
Toen wij er kwamen had je een
kruiwagen nodig om zo`n woning te kunnen krijgen. Nu worden ze, ze aan de
straatstenen niet kwijt. Reeds enige tijd zijn ze de woningen gefaseerd aan het
slopen. Als alles klopt zijn er over vijftien jaar niet meer en dan is het
Rolduckerveld ook niet meer wat het eens was, momenteel gaat het richting boven
modaal terwijl het ontstaan is uit sociale noodzaak.
Voor mij heeft de woning en de
buurt nooit aangeslagen. Ik kon me er niet bewegen en voelde me opgesloten
binnen de vier muren en bij tijd en wijlen vluchtte ik dan ook naar de onder de
bouw gelegen bergruimte daar kon ik dan wat hobby en.
Ik zag er mijn zoon groot worden
hij deed er de Eerste Communie en kwam er met het eerste vriendinnetje thuis.
Alles wat wij niet hadden gehad een beschermd huis en alles wat de moderne tijd
mee bracht probeerden we hem te geven. Materiële dingen zoals een fiets een
brommer, een stereo- installatie eigen televisie en toen hij achtien werd mocht
hij het rijbewijs halen en hij kreeg dan ook de eerste en tweede auto van ons.
Voor de derde heeft hij wel wat moeten doen maar toen had hij de dienstplicht
al achter de rug. Wat wij alle twee altijd heel erg hebben gevonden was de dag
dat Ron naar huis kwam en ons vertelde dat hij de keuze voor zijn latere leven
had gemaakt hij had besloten zilversmid te worden en de opleiding was in
Schoonhoven. Mijn God waar was dat snel werd er de atlas bijgehaald en in
Nederland waren twee plaatsen met die naam. Uiteindelijk bleek het, het
Schoonhoven in Zuid Holland te zijn. De deur uit, Ron was net zestien jaar
geweest. Voor ouders ondoenlijk dit te begrijpen. Ron vond dit echter gewoon
zoals de meeste jongeren staan ze niet stil bij hun daden. Hoe het ook zij, het
was zijn wens en wij gaven hem alle medewerking die nodig was zijn doel te
bereiken. Mijn inkomen voldeed niet om de kosten die op ons afkwamen te
voldoen. Na veel geharrewar vonden we in Schoonhoven een gastgezin voor Ron.
Voor de prijs van 600 gulden per maand had hij daar een kamer voor vijf dagen
per week met kost. Dat betekende dus ieder week end naar huis en dan kosten
ook nog 250 gulden per maand.zondagsgeld was ook nodig en 50 gulden per maand
was geen werkelijk groot bedrag, maar er zat niet meer in. Dan kwam er het
school en materiaal- geld. Het verplicht schoolreisje en vervoer ter plekke.
John bracht hiertoe de fiets van Ron met de aanhanger achter de auto naar
boven. Tegen betaling mocht hij van bij die mensen eens de week bellen. En
wij, wij waren eenzaam. Daar de kosten zo hoog waren besloot Annie te gaan
werken en ze ging naar Aken naar een koekfabriek. Zij verdiende daar wat Ron
koste. De ellende was dat het avondwerk was en zo was ik tot elf uur iedere
avond alleen. In die tijd kwam de z.g. 27 mtr. band in opgang en ik kreeg zo`n
bakje om daar mee met anderen te praten. Zo kregen we een paar kennissen waar
we voor die tijd iets heel aparts een liedje schreven en er later een single
van maakten dit bracht ons veel vertier en plezier, maar intussen Wat misten
wij dat jong in huis door hem was er altijd leven geweest. Hij kwam altijd
thuis met vrienden en vriendinnen en plotseling was dat allemaal voorbij. Wij
waren nu weer op ons zelf aangewezen, maar wij waren min of meer uit elkaar
gegroeid zoals dat in de meeste gezinnen is. Door dat er kinderen zijn gaat de
eerste aandacht altijd naar hen. Hoe het ook zij, ik was intussen afgekeurd
voor mijn werk in de bouw. (in de
tussenliggende periode heb ik nog iets meer als drie jaar bij een zwager in de garage
gewerkt. Twaalf en veertien uur per dag was meer regelmaat dan uitzondering.
Het was de tijd dat er beloftes van bedrijfsovername waren, doch plotseling was
ook dit weer voorbij. Het bedrijf had ik opgebouwd met een record aan
benzineverkoop, service en alles wat bij een bedrijf hoorde. Mijn beloning in
loon was karig en ver onder het minimum, daar tegenover stond de afspraak dat
ik het bedrijf zou overnemen. Doch plots was neen geheime vriendin in het leven
van mijn zwager die pleitte voor haar man en zie ik had het nakijken. Zo`n
pleit win je immers nooit. De illusie was wederom voorbij) Ik werkte reeds enige tijd in een sociale
werkplaats. Mijn werk in de bouw was altijd mijn een en alles geweest ik had
een leidinggevende functie gekregen en was zo voor veel mensen toch iemand waar
je tegen op keek. In de beste jaren had ik zo`n tachtig man onder me. Altijd
heb ik geprobeerd boven de gemiddelde man uit te groeien en nooit is me dat
gelukt. Ooit heb ik eens geprobeerd een eigen bedrijf op te starten. Hier was
echter geld voor nodig en dat had ik niet. Pioniersgeest had ik genoeg doch
door gebrek aan middelen om moeilijke perioden te kunnen overwinnen liep het
spaak en moest ik terug naar af.
In die tijd kon je geen beroep
doen op sociale uitkeringen en meer van die hulp.
Onze zoon moest eigenlijk drie
jaar daar in Schoonhoven blijven maar door zijn ijver en vlijt kon het in twee
jaar. Eindelijk was het zo ver en we gingen naar de diploma uitreiking. Wat een
feest, Ron kwam weer naar huis, maar dat bracht ook veel verandering mee. Wij
twee waren onze eigen weg beginnen te gaan. Ik zoek alleen een verklaring als
ik zeg dat veel teleurstellingen in mijn leven hebben geleid tot mijn
levenswandel. Ik zocht mijn vertier buiten de deur, in het cafe en Annie dronk
thuis.
Wij leefden niet meer zoals het
hoorde we waren twee marionetten geworden die zich het liefste niet voor de
voeten liepen.
Veel drinken in het cafe deed ik
eigenlijk niet. Een paar pilsjes, wel gokken. Gokken op die speelkasten die
toen kwamen. Waarom, ik weet het niet. Het gekke was dat ik wist dat er niets
op te halen was. Als je al iets won verspeelde je het direct erna alweer.
Iedereen wist dat en toch werd er op gespeeld. Altijd heb ik gezocht naar de
oorzaak, het enige waar ik achter kwam was het feit dat gokken in de familie
voorkwam en dat de gokkast mij de mogelijkheid gaf me af te zonderen. Hoe het
ook zij, ik heb veel geld verkwanselt op die kasten, en op een gegeven moment
kwam ik er zelf niet meer uit. Annie is toen een goede steun voor mij geweest.
Zij heeft mij toen geholpen om terecht te komen bij het CAD. Waar ik door met
anderen in groepen spreken over het probleem eruit ben gekomen. Intussen was
Annie in een praatgroep van de AA.
De ellende was dat Annie zich
veel had aangetrokken van de dood van haar zus Kitty die zelfdoding had gedaan
door middel van pillen. Die meid kwam na haar scheiding niet meer uit de
problemen en maakte een einde aan haar leven. Jammer, het was een mooie vrouw
en ze had beslist de draad weer kunnen oppakken, had ze wat steun geaccepteerd.
Na haar scheiding vond ze dat ze had gefaald, zo vertelde ze mij dat op een
keer. En dat was dat. Altijd had haar huwelijk bij onze schoonouders als
voorbeeld gestaan en opeens was het uit. Frans haar echtgenoot had een nieuwe
liefde en tot overmaat van ramp was dat ook nog de moeder van de vrijer van
haar dochter.
Intussen was Ron dus weer thuis
en hij ontmoete na veel omzwervingen
weer zijn bijna eerste vriendinnetje, waar hij na verloop van tijd mee
ging samenwonen en later mee is getrouwd. Anja was in het begin voor ons een
vreemde vogel. Het meisje had een heel andere opvoeding als wij gewend waren.
Ten opzichte van die meid leefden wij achter de maan. Het heeft dan ook lang
geduurd voor wij Anja accepteerden zoals ze was. Nu moet ik zeggen zijn wij
eigenlijk wel oke met onze schoondochter.
Ik kan me dag als gisteren nog
herinneren toen morgens de telefoon ging, het was op een maandag, en Ron zei:
ik moet jullie wat vertellen, ik kom dadelijk even bij jullie langs. Het
duurde dan ook niet lang en Ron kwam samen met Anja. De verassing was dat Anja in verwachting was.
Ik geloof dat wij beiden
schrokken, hoe moest dat Ron pappa en
Anja mamma. Dat kon toch niet dat waren toch zelf nog kinderen. Ik
geloof dat we toen een grote fout maakten, in plaats van verheugd en blij te
reageren is onze reactie fout geweest. Met alleen maar, ja , spreek je niets
uit. In ieder geval op dat moment woonden die twee gewoon samen en gaven ze te
kennen dat ze voor de geboorte van het kind trouwen wilden.
Zo is het ook gebeurt.
Het eerste kindje van hen is bij
de geboorte overleden en dat heeft een grote impact op hun maar ook ons leven
gehad. Ze woonden op Haanrade en waren een echt dolblij gezin. Maar steeds als
het goed gaat komt er wel weer iets opduiken. Ron werkte in die tijd als
zilversmid bij Bert Kreijen op de Holz en dagelijks ging hij middags naar huis
om te eten. Tot op die bewuste middag dat het noodlot toesloeg en hij een
aanrijding kreeg. Zij linkerhand was verbrijzeld en volgens deskundigen was dat
het einde van zijn loopbaan. Hij kon niet meer werken en kwam thuis te zitten.
De uitkering was niet groot en voorheen kon hij thuis nog wat werken doch dat
ging nu ook niet meer. Intussen waren ze bevriend geraakt met een jonge dame
die Ron al van schooltijd kende en die nu een gevierde Fysiotherapeute was.
Door oefeningen en veel inzet heeft zij ervoor gezorgd dat hij eindelijk weer
enkele uren kon werken. Na verloop van tijd echter wilden ze weg van Haanrade
en gingen wonen op Bleijerheide. Nu kreeg hij nieuw werk op een zilversmederij
in Beek. Het huis in Bleijerheide hebben
we met de schoonvader, een vriend van ons en wij, Annie en ik, bewoonbaar
gemaakt en verbouwd ze wonen er nu nog en alweer ben ik daar aan het verbouwen
nu weer met een kennis die me bij het zware werk helpt.
Nu hebben we een kleinkind ze is
drie en twintig waar we veel plezier aan hebben gehad toen ze klein was. Ik
denk dat die vreugde geduurd heeft tot haar achtiende of negentiende levensjaar
Jana gaat nu haar eigen weg en daar past oma en opa niet meer in. Het doet ons
veel verdriet maar we hopen op de toekomst.
Intussen zijn heel wat jaren
voorbij gegaan. Annie en ik zijn nu oud. Van de vele vrienden die we hadden is
niets overgebleven. De meeste zijn verre kennissen geworden.
In het verleden heb ik jaren van
vrijwilligerswerk aan mij zien voorbij trekken. Jaren van plezier en zorgen. In
verschillende verenigingen ben ik dienstbaar geweest in alle bestuurlijke
taken. Van bestuurslid tot secretaris en voorzitter.
De leukste periode van
vrijwilligerswerk was als Beheerder van een speeltuin. De zwaarste; Voorzitter
van een Huurderbelangen Vereniging. Dat ik die taken op mij kon nemen had te
maken dat ik rond mijn vijftigste besloot een nieuwe toekomst op te bouwen.
Daarvoor moest ik de schoolbanken induiken. De keuze was gevallen op een MEAO
opleiding die gaf mij dan de mogelijkheid een HBO opleiding te doen richting
Sociale Dienstverlening ( Universiteit Brabant dependance Sittard) . Iets meer als twee en een half jaar heb ik
daar op gezeten. Tot ik plots tot de ontdekking kwam dat ik te oud was en met
teveel bagage van andere mensen naar huis ging. Ik heb toen onmiddellijk
besloten te stoppen.
Ik ben nu vijfenzeventig jaar oud
en na drie Hartinfarcten en de ellende dat Annie zit met botontkalking gaat de
tijd aan ons voorbij, terwijl al veel vrienden bekenden en leeftijdgenoten zijn
heen gegaan.
De wereld van de moderne technologie heb ik
aan me voorbij zien flitsen en met die kennis heb ik besloten niet meer jong te
willen zijn, zoals vele leeftijdgenoten wel eens zeggen. Ik heb mijn taken naar
beste eer en geweten volbracht, voor mij is het goed geweest.
Ik dank mijn vrouwtje nog voor de
vele jaren die wij samen in vreugd en leed hebben mogen door brengen