Een stront met een strikje errond stinkt even hard als een stront zonder strikje
Liefde gaf u duizend namen
Het zou de moeite lonen om te onderzoeken over hoeveel bladzijden de Markies van het Reve zijn revisme heeft uitgesmeerd en hoe weinig bladzijden over andere zaken handelen. De verrukkingen van wat hij liefde noemt, worden steeds weer op dezelfde bombastische wijze bezongen, want sinds De Taal der Liefde is Reve niet meer aan een andere molen gaan staan. Hugo Bousset zal hem om die reden ongetwijfeld een schrijver van een opus noemen, maar voor ons is hij een herkauwer, een koekoekszanger, kortom: een cliché van zichzelf.
Reve heeft zichzelf constant herhaald, dat geeft iedereen toe, maar men moet erkennen dat hij voor bepaalde onderdelen van zijn activiteiten een vindingrijke gevarieerdheid aan de dag legde. Voor zijn belangrijkste orgaan bij voorbeeld, waarvan hier enkele voorbeelden (cursief van FD):
-Mijn ongehoorde Zeeroversdeel zit vol schrale plekken, waar mijn stoere metselknuisten het vel er zowat af geschaafd hebben. (Brieven aan Matroos Vosch)
-Ik denk aan hoe jij je Matrozen Liefdesdeel en Mededogenloze Enterhaak in een door mij voor jou medegebracht kampeerjongetje zijn lieve, bange vosseholletje stoot. (Brieven aan Matroos Vosch)
-Toen ging ik zijn vallei binnen met mijn geweldige, keiharde, geoefende mannenknuppel. (De Taal der Liefde)
-Trek maar voort, aan je prachtige gouden blonde schuiftrompet. (De Taal der Liefde)
-Maar nu zit mijn Geheime Deel aan het eind vol met zweren, en dat kan nooit goed zijn, hoewel de schrijning die het bij het 'fors raketten' geeft wel verrukkelijk genoemd mag worden. (Het lieve leven)
-Ik zal mijn karabijn maar eens aan mijn bekwame lijfarts Groothuyse voorleggen. (Het lieve leven)
-Ik schoof, duizelend van verrukking, mijn deel in haar liefdesgrot naar binnen, die zijn angel, zíjn liefdesdolk ontvangen en gediend had... (Den vierde man)
Enzovoort enzoverder Pure mystiek dat alles. Zuivere onversneden schoonheid. Schroom noemt Brusselmans het, want hij beschrijft de seks niet expliciet, maar abstract, wellicht uit een soort schroom. Woorden als liefdeswapen, tweede mondje en jongensheuvels overstijgen de homoseksualiteit. En de kampioen van de Vlaamse viespeukerij kan het weten natuurlijk!
Zo rein als een communiezieltje
En over zuiverheid gesproken. Er zijn zelfs van die halve zolen die het woord kuisheid laten vallen. Zoals ene Jos Bloemkolk, zangeraar en Parooljournalist (cursief van FD):
De stijl van Reve was, ondanks de soms hevig seksuele inhoud, altijd wonderlijk kuis. De lul of de pik zal men tevergeefs in zijn werk zoeken, tenzij het over het grove effect van die woorden gaat. Reve verkoos het Geheime Deel.
In De Taal der Liefde is mooi te zien hoe zorgvuldig hij het voor de geilheid dodelijke woord onderbroek omzeilt. Gerard vertelt aan Woelrat een verhaal over een erotische ontmoeting op een schip. Wat Reve zelf droeg in deze 'ongehoord treurige scheepshut der oceanen': 'alleen een dun paars overhemd en een dun wit linnen onderbroekje, net als een tennisbroekje'. Vanaf dat moment is de onderbroek geheel verdwenen. Gebleven is het tennisbroekje.
In het latere Oud en Eenzaam bedrijft hoofdpersoon Gerard de liefde nu eens met een vrouw, Jane. Ook daar die kuisheid: 'Een nieuwe reeks van krampachtige schokken doorvoer haar, en een nieuw, hees gegrom ontsteeg aan haar keel. Ze was ten tweede male de waarheid des levens binnen getreden. Driemaal is scheepsrecht, mompelde ik.' Er zijn lelijkere manieren om het woord orgasme of klaarkomen te vermijden. (Het Parool, 10.04.06)
Vastgebonden in een stoel aan het raam eet hij een banaan
Ondanks die kuisheid begon het vanaf 1997 met het echtpaar Reve-Schafthuizen bergaf te gaan. Bij Grijze Wolf openbaarden zich de eerste tekenen van Alzheimer en na een hartoperatie het jaar daarop ging het vrij snel achteruit. Vanaf december 1999 zou de Meester zijn (schrijf)pen niet meer beroeren. Hij wist zelfs zijn eigen naam niet meer.
Begin november 2003 werd de Koninklijke Volksschrijver opgenomen in een ziekenhuis. Vlak voor zijn 80ste verjaardag (14 december) kwam hij weer naar huis, maar in februari 2004 werd hij opnieuw in het hospitaal opgenomen. In hagiografische termen luidt dat: Liefdevol thuis verzorgd door Schafthuizen zo lang het nog kon.
Eind mei is hij van het ziekenhuis naar het verpleegtehuis Sint-Vincentius in het Belgische Zulte gegaan, waar Joopie hem iedere dag bezocht om de mysticus wat op te beuren - waarbij ik me niet durf voor te stellen hoe dat wellicht verliep. Die verandering maakte hem aanvankelijk agressief en onhandelbaar, zegt verpleger Joop maar later was hij gewend en heel tevreden.
Wat Joop verstaat onder gewend en heel tevreden is niet zo duidelijk. Want wanneer in juli 2004 Volkskrantredacteur Remco Meijer aan Reve een bezoek brengt, zit hij (vastgebonden) in een stoel aan het raam en wijst () naar buiten en zegt: Mooi hè, die lucht. Het verdere bezoek gaat op aan het eten van een banaan, het aantrekken van schone kleren, een paar trekjes van een sigaret en wat gesprekflarden.
De volledig demente, zieke Koninklijke Volksschrijver gaf de geest op zaterdag 8 april 2006 om 20.45 uur op de gezegende leeftijd van 82 jaar..
Reve is dood, leve Reve
En zie, de Revianen stonden klaar met hun trompetten: Reve is dood, leve Reve! De LLLiteratuur stond op zijn kop. Ronkende titels vlogen om de hoofden van de argeloze krantenlezers. De Weldenkende Auteurs schaarden zich in gesloten falanx achter de handige jongen, die met zijn droge, vaak vulgaire humor de hele literaire winkel wist te bedotten.
Vooral de binnenvaartschippers wisten met hun hoogdravende droefheid geen blijf. Erwin en Tom en Jeroen, enfin al die Blije Jonkers die eindelijk hún Heilige Flikker op een sokkel konden plaatsen. Maar ook achterlijke klojos die borstel en steel nog gebruiken voor datgene waarvoor ze in feite ook dienen, zongen de lof van de Markies. Brusselmans bij voorbeeld: Hij is voor mij met afstand de beste Nederlandse schrijver. Hij heeft geen enkel slecht boek geschreven.
Het kon niet op, de kranten reserveerden nog méér bladzijden dan voor de verjaardag van Walter Van den Broeck. Voor nog grotere fotos. Het ging over de ontluisterende schande die de betreurde schrijver aan het slot van zijn bewuste leven nog ten deel gevallen is. En over de gehele mensheid die van hem afscheid heeft kunnen nemen.
Ook Monseigneur Daneels deed zijn duit in het zakje: Gerard Reve was een zeer groot stilist, jazeker, een alternatieve aanwinst voor Onze Moeder de Heilige Kerk. En voor wat betreft zijn levensstijl, ach, een fenomeen valt moeilijk te beoordelen en Gods mededogen is eindeloos, dat had His Masters Voice toch zelf gezegd. (Godfried-met-de Blozende-Kaken kan dat allemaal zo zalvend zingen, ik hoor hem graag bezig, ja. Om zijn Schaapstal maar met één Lid te vermeerderen, zou hij zelfs een ezel die een catechismus op zijn gat geplakt heeft, onder zijn staart strelen.)
En Zijne Excellentie Minister Ansjo was minstens even bevlogen: Met zijn immense oeuvre zal hij onze generatie en de generaties die na ons komen inspiratie bezorgen. Enzovoort, bim-bam-beieren-de-klokken-leggen-eieren. Jaja, Bertje ging wis en zeker De Nachten nog eens herlezen! En nu van voren naar achter!
Alleen Jeroen Overstijns viel een beetje uit de toon. Die onverlaat durfde een strontje laten in zijn artikel Heer van stand: Reve bleef wel altijd deftig. Schrijvend over de vunzigste vormen van de liefde, maar met de ongenaakbare pretenties van een heer van stand. (De Standaard 10.04.06) Jammer dat W.F. Hermans een bloemhoveke op zijn buik heeft, want contrabas zoals hij was, zou hij zijn vroegere woorden wel herhaald hebben: Zijn bijzonderste intellectuele prestatie is dat hij het onderscheid tussen schijnheiligheid en ironie bijna volledig heeft weten uit te wissen.
Erwin Mortier en Tante Truus
Ook Erwin Mortier legde getuigenis af van wat de Grootmeester voor hemzelf maar ook voor een belangrijk deel van de Vlaamse en Nederlandse bevolking had betekend, en niet alleen voor zijn katholieke medegelovigen, neenee, voor elkeen die vatbaar is voor het mysterie van het menselijk bestaan, en niet alleen voor de letterkunde, maar voor heel de maatschappij. (Cursief van FD)
Ja, hij kende Gerard, want in 1997 had hij met zijn Tante, ene Lieven Vandenhaute, een week op diens Geheime Landgoed in het Zuiden van Frankrijk mogen logeren. En hij had die week toch wel een dagboek bijgehouden, zeker, met één oog op de Toekomst en het andere op De Bezige Bij, waar het boekje onlangs verscheen (zie afbeelding). Humo was er als de kippen bij om op 20 februari jl. in nummer 3468 enkele royaalbetaalde bladzijden af te drukken. Ongecensureerd en onbewerkt, of wat dacht je? Ter illustratie van het niveau van Mortiers dagboek over de ontluisterende vakantie, met een totale deconfiture van de destructieve Reve, een paar fragmentjes:
-De dag begint met de mededeling van Gerard dat hij een grote drol van stront wil maken uit zijn eigen achterste. () Hij laat zijn kont van op het deksel van een teerput boven de brem en wilde rozenstruiken in het ravijn hangen.
-Als je de roede wast, dan gaat ze pas stinken, (zei Reve FD). De schrijver heeft zich sinds zijn aankomst niet meer gewassen. Hij begint te ruiken. De lucht in de nauwe kamers van het Landgoed slaat soms zeer onfrisse aromas in mijn neus.
-Ik voel voortdurend de aanvechting om hem (de geur FD) van mij af te spoelen, maar de aanblik van het douchehok met het trechtervormige gat op de bodem, waarin een kakbruin uitgeslagen toiletborstel rust, roept nog meer afkeer op.
-We keren in de vooravond terug en treffen Gerard aan in zijn rozige onderbroek (). Zie je hoe ik schrijd? Alleen jammer dat de roze onderbroek onder het schrijden steeds verder afzakte. Ik kon zijn reet zien.
Als ik de deur van het huis openduw, wordt de stank bijna onverdraaglijk. Gerard ligt poedelnaakt en buiten westen op zijn bed, een fles rum van 45 procent zo goed als leeg op de vloer, naast een omgevallen glas op het doordrenkte vloerkleed.
Jawel, zegt zelfs Mortier, de Gerard Reve die we tot op heden kenden, een minzaam, geestig kankerend mens, lijkt hier, in dit hondenhok op de bergkam, niet meer te zijn dan een laag slecht aangebrachte plamuur (). Maar toch kan hij het niet laten aan deze vuile onderbroek een bloemig pijpje te breien: Het werk van Reve is de persoonlijke metafysica van een gekweld mens. Ja, dat zal dan wel, zeker
Frans Depeuter
Lees het ganse artikel (24 kwartopagina's) in Heibel, jg. 12, nr. 2
* 24 voor 3 nummers van elk minstens 100 kwartopagina's
* los nummer 10 (beperkt beschikbaar)
Te storten op rekening 979-3986331-24 van Frans DEPEUTER