omgeving middels een "getrainde" roofvogel wordt bejaagd. Het gaat voorbij het doel van deze pagina om diepgaand op details van alle methoden en gebruiken in te gaan. De gegeven uitleg is dan ook een summiere samenvatting en derhalve niet volledig. Tevens gaat de tekst voorbij aan eventuele Nederlandse wetgeving. Hiervoor kunt u desgewenst met het Ministerie van LNV kontakt opnemen.
Voor het gemak noemen we roofvogels die voor Valkerij worden benut, "getrainde" roofvogels, maar feitelijk is dit een verkeerde definitie omdat de roofvogels voor de Valkerij niet echt worden getraind (zoals bijvoorbeeld bij honden gebruikelijk is). Sommigen noemen de Valkerij ook wel eens "Valkenjacht". Dit is echter een foutieve benaming want Valkenjacht zou de jacht op valken inhouden, iets dat een verwerpelijke bezigheid zou zijn.
Roofvogel demonstraties (zoals wij zelf ook doen) hebben feitelijk niets met valkerij te maken. Want tijdens demonstraties wordt met roofvogels niet gejaagd, hooguit op een nepprooi. Sommige zaken vanuit de valkerij hebben echter wel zijdelings met demonstraties te maken zoals o.a. de trainingmethodes van de roofvogels. Strikt en formeel gezien is iemand dus eigenlijk pas valkenier als hij in staat is met een jachtvogel, succesvol een prooi te bejagen. Ziet u dus iemand ergens met een kerkuil rondlopen dan is dit geen valkenier. Ziet u deze persoon ook nog in een winkelstraat lopen dan is het een ego tripper. Klinkt erg bot, maar helaas dwingen door ons geconstateerde excessen ons om tot deze mening te komen.
Feitelijk doet de roofvogel van de valkenier precies hetzelfde als wat een wilde roofvogel in de vrije natuur zou doen. Het enige verschil tussen een getrainde roofvogel en zijn soortgenoot in het wild, is dat de getrainde roofvogel de valkenier is gaan accepteren als hulpmiddel bij de jacht. Er heerst tussen de jachtvogel en de valkenier een vorm van wederzijds respect.
De valkenier heeft de roofvogel niet geleerd te jagen en/of te doden. Dit wordt instinctief door de roofvogel gedaan. De roofvogels zijn (ondanks dat ze in gevangenschap zijn gefokt) ook niet gedomesticeerd zoals bijvoorbeeld honden. De valkenier kan worden beschouwd als begeleider van het leerproces dat de roofvogel doormaakt.
Zoals reeds vermeld, is de valkenier voor de roofvogel een hulpmiddel bij het vinden en bejagen van geschikte prooien. Dit alles in een omgeving die zoveel mogelijk aan de juiste vereisten voldoet om een succesvolle jachtvlucht te kunnen uitvoeren. Deze vereisten zijn onder andere;
 |
-
Het moet veilig zijn voor de roofvogel om te jagen (dus niet nabij een snelweg)
-
De prooi- en het terrein moeten voor de betreffende jachtvogel geschikt zijn. Maar ook de weersomstandigheden moeten in overweging worden genomen.
-
De mogelijkheden voor dekking die de prooi eventueel zoekt, moeten worden overwogen. Als de prooi namelijk vrijwel direkt de dekking induikt heeft de roofvogel geen kans en is een jachtvlucht zinloos. |
Bovenstaande zijn slechts een aantal factoren waar de valkenier rekening mee dient te houden bij het uitoefenen van de Valkerij. U merkt misschien al dat Valkerij meer inhoudt dan simpelweg even een roofvogel loslaten.
Zoals vermeld heeft de roofvogel zelf al de benodigde instincten voor de jacht. De valkenier begeleidt dit alleen. Net als bij kleine kinderen die moeten leren lopen, moeten ook roofvogels leren om hun jachtmethoden te perfectioneren teneinde meer succes op een prooi te behalen. Bovendien moeten het topatleten zijn omdat ze anders alleen al door gebrek aan spierkracht, geen kans maken. Met name bij valken is dit het geval. Valkerij is derhalve een zeer tijdrovende bezigheid omdat een valk bij voorkeur elke dag moet worden gevlogen zodat de spieren zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Veel mensen denken dat de jachtvogel zijn/haar prooi netjes apporteert, maar zo zit het niet in elkaar. Zodra de vogel een prooi heeft bemachtigd wordt deze afgenomen, echter zoveel mogelijk zonder dat de vogel dit bemerkt. Daarom wordt de prooi bedekt met de handschoen waarin een aantrekkelijk stukje vlees wordt vastgehouden als ruil voor de prooi.
Pro/Anti Jacht?:
In de moderne maatschappij van vandaag de dag is er altijd veel discussie gaande over de jacht. Voor- en tegenstanders wisselen elkaar af met argumenten, vaak louter geleid door emoties en niet door feiten. Zonder hierop diep in te gaan, kan wel iets ter overweging worden gegeven voor diegenen die hun bedenkingen tegen de Valkerij als jachtmethode hebben.
Valkerij is een eerlijke vorm van jacht waarbij wild door zijn natuurlijke vijand wordt bejaagd en een eerlijke kans heeft. Het is een natuurlijk proces waarbij eigenlijk het enige verschil wordt gevormd door het feit dat de valkenier erbij als toeschouwer aanwezig is. Wat er ook gebeurt;- de roofvogel neemt uiteindelijk de beslissing en voert de definitieve handelingen uit. Zelfs natuurlijke selectie wordt door de roofvogel toegepast waarbij prooien met afwijkingen vaak de voorkeur genieten. Daarnaast heeft de Valkerij een cultuurhistorische waarde die diep in de geschiedenis van onze samenleving is geworteld.
Als u een Torenvalk een muisje ziet slaan en u bent hiervan dus toeschouwer, ondergaat u feitelijk hetzelfde als een Valkenier. Het enige verschil is dat de Valkenier zijn/haar jachtvogel weer zal meenemen na het al dan niet succesvol ondernemen van een jachtvlucht. Tevens zal de Valkeniersvogel ook na een "misvlucht", aan het eind van de dag te eten krijgen. Een wilde roofvogel zal echter met een ongestilde honger moeten leven als de kans op een prooi is verkeken.
Daarbij komt dat voor de meeste Valkeniers de grootte van het tableau niet echt van belang is. Kortom; het gaat er niet om dat er veel wild is bemachtigd. Iemand die de jacht wil uitoefenen om een groot tableau te krijgen met veel wild, zal bij de Valkerij bedrogen uitkomen en kan beter voor de geweerjacht kiezen. Bij Valkerij is het voor de valkenier vaak belangrijker zijn/haar vogel tijdens een jachtvlucht te zien vliegen, dan het uiteindelijke resultaat; een geslagen prooi. Voor de jachtvogel in kwestie is het overigens WEL van belang dat er regelmatig succes wordt geboekt. Anders kan het zelfvertrouwen van de jachtvogel worden aangetast. Bij de hoge vlucht is het geen uitzondering dat een jachtdag wordt afgesloten zonder één enkele prooi te hebben bemachtigd. In tegendeel tot wat vaak wordt gedacht, kan het dan toch een zeer geslaagde dag zijn geweest. Vaak laten roofvogels de mooiste vluchten zien als hun prooien net iets slimmer of behendiger zijn. Daar komt bij dat ook een dag zonder prooi een enorm leerzame dag kan zijn voor zowel mens als dier.
Jachtmethoden:
In de Valkerij kent men vogels van de hoge vlucht en de lage vlucht. Als men over de hoge vlucht spreekt worden doorgaans valken bedoeld waarmee op veerwild (vogels) wordt gejaagd.
De lage vlucht wordt o.a. met Haviken, Buizerdachtigen en Arenden etc uitgevoerd om bijvoorbeeld konijn of haas te bejagen. |
 |
De Hoge Vlucht
|
|
 |
Bij de hoge vlucht is één van de mooiste technieken de aanwachterij. Dit spreekt ook vaak het meest tot de verbeelding vanwege de duizelingwekkende duikvluchten die de valk daarbij vaak gebruikt om haar prooi te slaan. Van nature hebben veel roofvogels de eigenschap om te gaan "aanwachten". |
Hieronder wordt verstaan het op grote hoogte rondcircelen op zoek naar een prooi. Doet zich een kans voor, dan zal de vogel een duikvlucht benutten om haar prooi te slaan. Als Valkerij al een perfect samenspel tussen mens en dier is, dan is de aanwachterij hier misschien wel het mooiste voorbeeld van.
Allereerst wordt een staande hond het veld in gestuurd op zoek naar veerwild (bijvoorbeeld patrijs of fazant). Deze hond mag in GEEN geval zelf achter het wild aan gaan. Op het moment dat de hond gaat "voorstaan" (ten teken dat er wild is gelokaliseerd dat zich schuil houdt), zal de valkenier de valk laten opstijgen en daarna beoordelen of de valk op de juiste hoogte is (andere factoren zoals wind etc spelen hierbij ook een rol). Als de valk goed staat, geeft de valkenier de hond het teken om het gevonden wild uit de dekking te drijven. Daarna zal de valk een poging wagen het wild te slaan.
Zoals dit is beschreven klinkt alles redelijk statisch. Het is tenslotte slechts tekst en geen enkele tekst (hooguit iets van poetische aard) kan het gevoel van bewondering en opwinding benaderen die zich van de mens meester maakt op het moment dat de valk haar jachtvlucht uitvoert.
Een andere vorm van jacht met een Valk is "vanaf de vuist". Vaak wordt deze methode gebruikt om kraaiachtigen te bejagen. Door de valkenier wordt gezocht naar een geschikte kans om de valk een kraai te laten slaan. Op dat moment wordt de valk vanaf de vuist losgelaten waarna deze direct de achtervolging inzet. Vaak worden valken ook vanuit een auto losgelaten om ze al enigszins een voorsprong te laten genieten en hun prooien te laten overstijgen. Bij deze vorm van jacht is het ook zeer van belang de mogelijkheden tot dekking in te schatten. De meeste valken met uitzondering van o.a. Saker, Lanner en Luggervalken slaan doorgaans geen kraaien uit een boom. De Kraai weet dit en zal dus dekking in bomen zoeken. Daardoor heeft het vaak weinig zin met bijvoorbeeld een Slechtvalk kraaien te bejagen nabij een bosrand.
De Lage Vlucht:
Vaak wordt deze vorm van de Valkerij benut voor om zoogdieren te bejagen zoals konijn en haas (in sommige landen zelfs kleine antilopen).
De lage vlucht wordt doorgaans uitgeoefend met Arenden, Buizerds en Havikachtigen zoals o.a. Havik- en Sperwer.
De Buizerd-achtigen die voor de lage vlucht worden gebruikt zijn doorgaans soorten die vallen onder de ruigpootbuizerden.
Onze eigen gewone Buizerd (Buteo Buteo) is vanwege zijn beperkte mogelijkheden vrijwel ongeschikt.
Bij de Lage Vlucht draagt de Valkenier de jachtvogel, bijvoorbeeld een Havik, op de vuist, lopend door het jachtgebied en vaak vergezeld van een hond zoals bijv. een Springer.
De hond heeft als functie om wild dat zich boven de grond in de dekking bevindt, uit de dekking te drijven. Zodra dit het geval is, zal de jachtvogel een poging wagen.
De jachtvogel weet vanuit ervaring dat hij het hondje goed in de gaten moet houden omdat dit zijn kansen vergroot. Veel Valkeniers vinden deze vorm één van de leukste jachtmethoden.
Eén met de natuur, met hond en vogel wandelend maar steeds alert op wat komen gaat. |
 |
Vaak wordt ook gebruik gemaakt van een Fret. In zo'n geval wordt een jachthond gebruikt die de konijnenholen afspeurt en aangeeft of een hol/pijp "belopen" is. Zo ja, dan wordt de Fret in het hol geplaatst die het konijn eruit drijft. Daarna kan de jachtvogel een poging wagen het konijn te vangen. Het spreekt voor zich dat een Valkenier die ook met een Fret werkt, haast niet zonder assistent - de Fretteur - kan.
Zoals vermeld heeft de roofvogel zelf al de benodigde instincten voor de jacht. De valkenier begeleidt dit alleen. Net als bij kleine kinderen die moeten leren lopen, moeten ook roofvogels leren om hun jachtmethoden te perfectioneren teneinde meer succes op een prooi te behalen. Bovendien moeten het topatleten zijn omdat ze anders zowieso geen kans maken. Met name bij valken is dit het geval. Valkerij is derhalve een zeer tijdrovende bezigheid omdat een valk bij voorkeur elke dag moet worden gevlogen.
Veel mensen denken dat de jachtvogel zijn/haar prooi netjes apporteert, maar zo zit het niet in elkaar. Zodra de vogel een prooi heeft bemachtigd wordt deze afgenomen, echter zoveel mogelijk zonder dat de vogel dit bemerkt. Daarom wordt de prooi bedekt met de handschoen waarin een aantrekkelijk stukje vlees wordt vastgehouden als ruil voor de prooi.
Jachtvogels:
Voor de Valkerij zijn tal van roofvogelsoorten geschikt, maar vaak zal de roofvogel die door de valkenier wordt gekozen, afhankelijk zijn van de jachtmogelijkheden die hij heeft. Het is natuurlijk niet zomaar toegestaan ergens te gaan jagen zonder toestemming, vergunning etc. Een Valkenier die uitsluitend zijn jachtgebied in een bosomgeving heeft, zal geen Slechtvalk kiezen omdat deze vogel voor dat terrein ongeschikt is.
Overigens is onze eigen Nederlandse Buizerd (Buteo Buteo) hiervoor niet geschikt. Populaire jachtvogels voor de lage vlucht zijn o.a. de Woestijnbuizerd (Parabuteo Unicinctus), Roodstaartbuizerd (Buteo Jamacencis) en de Havik (Accipiter Gentilis). Daarnaast worden ook kleinere jachtvogels zoals o.a. de Sperwer (Accipiter Nisus) voor de Valkerij benut.
Havik (Accipiter Gentilis) |
 |
|
Woestijnbuizerd (Parabuteo Unicinctus) |

|
Valken zijn echte vogeljagers en worden hiervoor dan ook vaak ingezet. Onder veel valkeniers wordt de Slechtvalk (Falco Peregrinus) als ideale valk beschouwd, dit mede door de razendsnelle vluchten en het doorzettingsvermogen die deze vogel kan tonen. Bovenstaande en ook andere soorten valken die voor Valkerij worden benut zijn o.a.
Sakervalk (Falco Cherrug) |
 |
|
Lannervalk (Falco Biarmicus) |

|
|
|
|
|
|
Slechtvalk (Falco Peregrinus) |
 |
|
Barbarijse Valk (Falco Pelegrinoides) |

|
Feitelijk kan elke roofvogel voor Valkerij worden "getraind", alleen kan men zichzelf afvragen of het zin zou hebben met bijvoorbeeld een Kiekendief op muizen te jagen. De Barbarijse valk (Falco Pelegrinoides), voorheen beschouwd als ondersoort van de Slechtvalk, is zo ongeveer de snelste onder de valken.
Afkomst:
In vrijwel alle landen worden roofvogels voor de Valkerij in gevangenschap gefokt. Zogenaamde wildvang is niet toegestaan en ook niet noodzakelijk omdat roofvogels voor de Valkerij zich in gevangenschap uitstekend kunnen voortplanten middels methoden en huisvesting die door de kennis van valkeniers is opgedaan. De eerste vereiste voor een vergunning is in de meeste landen dan ook dat de gebruikte roofvogels aantoonbaar in gevangenschap zijn gefokt.
In tegenstelling tot wat soms wordt beweerd heeft een zichzelf respecterende valkenier er geen enkel belang bij om een roofvogel illegaal uit het wild te halen omdat hij deze via de normale, hem bekende kanalen, legaal kan aanschaffen. Zou hij toch overgaan tot het illegaal betrekken van roofvogels uit het wild, dan is het vragen om problemen want zo'n illegaal verkregen vogel is (gelukkig) niet te legaliseren. Gefokte roofvogels zijn namelijk gedocumenteerd met door de overheid uitgegeven officiële papieren en dienen tevens gekenmerkt te zijn. Deze gegevens worden bij elke vergunninghouder doorgaans jaarlijks door de A.I.D. gecontroleerd. Bezit van illegale vogels is dus zeer eenvoudig aan te tonen. Daarnaast is zo'n persoon ook geen valkenier.
De roofvogels in de vrije wildbaan dienen te worden beschermd en elke rechtgeaarde valkenier zal dit dan ook beamen. Dankzij speciale fokprogramma's van valkeniers is de Slechtvalk in de Verenigde Staten weer terug op een minder bedreigde populatie en kon deze recentelijk van de rode lijst worden verwijderd. Valkeniers zijn in de eerste plaats gepassioneerd van roofvogels. Ookal gaan ze dagelijks met hun vogel(s) om, dan nog valt hun mond open van bewondering als in de vrije wildbaan een wilde roofvogel een prooi slaat.
In tegenstelling tot wat veel mensen vaak denken, worden roofvogels voor de Valkerij niet als kuiken uit het nest gehaald. Ze worden meestal in totale afzondering gefokt en pas uit de "voliëre" gehaald als ze volledig vliegvlug (droog in de pennen) zijn. Op dat moment zijn ze wild en hebben ze nog nooit een mens gezien. Het wordt daarna de taak van de valkenier om de vogel te doen inzien dat hij geen bedreiging voor hem vormt.
Waarom komt de roofvogel terug bij de valkenier?
Het is een misvatting te denken dat valkeniersvogels uitsluitend op honger worden gevlogen en alleen daarom bij de valkenier terugkeren.
Het bewijs hiervoor kunt u zelf leveren;- probeer in het vroege najaar (als de natuurlijke selectie van de Havik plaatsvindt) maar eens met een duivenborstje in het bos te wapperen. Duif is voor de Havik een delicatesse en een "getrainde" Havik zal er direct op af komen. En omstreeks dat jaargetijde zijn er tal van jonge Haviken die haast omkomen van de honger. Maar er zal niet één wilde vogel op u afkomen om dat lekkere stukje vlees te halen, ookal zou dit zijn laatste kans op voedsel zijn. De reden? De vogel vertrouwt u niet! (geef hem eens ongelijk). Het verschil met de valkeniersvogel is dat deze heeft geleerd de valkenier te vertrouwen. Dat vertrouwen in combinatie met een soort van "lekkere trek" zorgt ervoor dat de vogel terug keert.
Valkeniersvogels worden op een zogenaamd geconditioneerd gewicht gevlogen. Dit gewicht staat niet vast, maar is het gewicht waarop de vogel het beste presteert en toch nog voldoende appel houdt om bij de valkenier terug te keren. Feitelijk wordt de vogel gevlogen op een soort van "lekkere trek", gecombineerd met vertrouwen. Dit vertrouwen is "heilig". Zou bijvoorbeeld de valkenier een prooi in het zicht van de roofvogel afpakken, dan wordt wantrouwen in de hand gewerkt. Het gevolg kan dan zijn dat de vogel een volgende keer gaat "trossen", dat wil zeggen dat de roofvogel er met de prooi vandoor gaat zodra de valkenier nadert. Een zeer slechte gewoonte die de vogel moeilijk is af te leren.
Als valkeniers het over de conditie van hun vogel hebben, gaat het vaak niet alleen maar over het uithoudingsvermogen, maar zeker ook over het gewicht van de vogel. Een roofvogel die moddervet is heeft niet de motivatie om te gaan jagen. Bovendien is een vette roofvogel ook niet in staat om een prooi effectief te bejagen, simpelweg omdat het de vogel aan spierkracht ontbreekt.
Tussen de valkenier en zijn/haar vogel(s) ontstaat een hechte band, maar niet zoals bij een hond of papegaai. Lorre vindt koppiekrauw misschien wel prettig, maar een valk is er doorgaans niet van gediend. Het resultaat is dan vaak een klein maar pijnlijk wondje aan de vinger. De band die de valkenier dan ook met de vogel(s) heeft is er eentje van wederzijds respect. Zowel de valkenier als de roofvogel respecteren elkaar en weten wat ze aan elkaar hebben. Bovendien;- het aaien van vogels is nooit aan te raden. Zeker bij roofvogels is het van essentieel belang dat het verenkleed goed verzorgd blijft. Door het vet (van nature) aan de menselijke hand, wordt de beschermlaag van de veren aangetast, dus moet dit zoveel mogelijk worden voorkomen.
Welzijn/huisvesting:
Ookal vliegen de vogels van valkeniers in vrijheid; bij terugkeer wordt de vogel weer thuis gebracht op z'n vaste verblijfplaats. Kortom; de vogel wordt door de valkenier gehouden. Deze heeft dan ook als taak om uitstekend voor de vogel(s) te zorgen, iets dat geenszins kan worden vergeleken met het houden van kanaries, parkieten of papepaaien. De enige vergelijking die zou kunnen opgaan met zogenaamde kooivogels is dat de roofvogels voor valkerij net als parkieten en kanaries in gevangenschap zijn gefokt en dus niet uit de vrije natuur worden gehaald.
De echte valkenier kent zijn/haar vogel als geen ander en voelt dus ook gedragswijzigingen aan. Verder is men altijd alert op onregelmatigheden bij de eetlust, ontlasting of andere veranderingen die mogelijk kunnen wijzen op ziektes, parasieten of ander onraad.
De verzorging van roofvogels is specialistisch werk waar niet lichtzinnig over moet worden gedacht. Omdat het vleeseters zijn, dient altijd veel zorg aan hygiëne te worden besteed. Daarnaast moet een gevariëerde voeding worden verstrekt maar dit is bij de meeste dieren van toepassing.
De huisvesting van de vogels verschilt ook van andere vogels. Zo is het normaal gebruik dat valken op een standaard, genaamd "valkenblok" worden geplaatst. Hieraan worden ze middels een langveter (een koord) bevestigd. De Havik en Buizerd-achtigen worden doorgaans op een boog- of sprenkel geplaatst. Voor getrainde roofvogels zijn dit veilige methoden waarbij ze zichzelf niet of nauwelijks kunnen beschadigen. Uiteraard moet de vogel voldoende beschutting tegen de elementen hebben. Het spreekt voor zich dat alleen getrainde vogels op deze wijze kunnen worden gehouden en dan ook nog alleen als er regelmatig mee wordt gevlogen. Is dit niet het geval, dan moet de vogel bij voorkeur in een vliegruimte worden geplaatst waarin voldoende bewegingsvrijheid beschikbaar is.
Het is altijd aan de vogel(s) van de valkenier te zien hoe het met de verzorging is gesteld. Vogels die flinke beschadigingen aan het verenkleed hebben, worden vaak niet juist gehuisvest. Uiteraard is dit vaak ook giswerk want er zijn ook voorbeelden van vogels waarbij alle omstandigheden perfect zijn en er toch iets mis is gegaan. Een ervaren valkenier ontwikkelt een soort van extra zintuig die vertelt hoe het met de gezondheid van een vogel is gesteld.
Het verenkleed van de jachtvogel kan als heilig worden geclassificeerd. Zelfs een kleine beschadiging aan het einde van 1 slagpen kan voor de vogel al negatieve gevolgen hebben bij het vliegen. Mocht er onverhoopt toch een slagpen breken, dan heeft een valkenier de kennis in huis om deze weer aan te steken, maar liever zal zoiets worden voorkomen.
Valkerij: iets voor u?:
Vrijwel dagelijks (en zeker bij demonstraties) wordt de vraag voorgelegd hoe te beginnen als men Valkenier wil worden. In eerste instantie begin ik dan altijd even met een preek. Zo lijkt het althans. Maar ik ben verplicht aan de mijns inziens mooiste wezens ter wereld om zo'n preek te houden want over Valkerij en/of het houden van Roofvogels moet niet lichtzinnig worden gedacht.
Iemand die op wat voor manier dan ook aan Valkerij begint (of hij nu wel of niet jaagt is daarbij nog niet eens van belang) dient er rekening mee te houden dat zijn/haar jachtvogel vrijwel dagelijks moet worden gevlogen. Dit het jaar rond. Dus zowel bij 25 graden boven nul als bij 25 graden onder nul. Daar komt bij dat vakantie een probleem kan worden want wie verzorgt de jachtvogel dan? Tevens zijn roofvogels absoluut GEEN huisdieren! U kunt ze dan ook niet op die wijze behandelen.
Aaibaar zijn ze niet. Lief zijn ze ook niet, want het zijn van nature zeer efficiënte doders. Dit klinkt zeer negatief, maar zo is het niet bedoeld. Ze MOETEN efficiënte doders zijn omdat ze anders simpelweg niet zullen overleven. Van valken die hun prooi met de snavel doden, kan een beet flink pijnlijk zijn tot bloedens toe. Buizerdachtigen en Haviken doden hun prooien met de handen (klauwen). Een "klap" van 1 klauw kan al voldoende zijn om uw arm te perforeren. Een valkenier moet dus ook de lichaamstaal van de vogel leren begrijpen om ongelukken te voorkomen en altijd participeren op wat komen gaat. Het behoeft geen uitleg dat de verzorging uitstekend geregeld moet zijn.
Over verzorging gesproken; roofvogels eten vlees, dus zaken als eendagskuikens, muizen, duiven, kwartels etc. De Valkenier heeft tot taak een gevariëerd voedselprogramma voor zijn/haar vogel te realiseren. Veel Valkeniers worden hierdoor haast een soort van poeliers of slagers omdat ze het voedsel voor hun jachtvogel moeten voorbereiden. Kortom; vieze handen zijn standaard. Daarnaast moeten niet alleen vieze handen schoon worden gehouden maar ook de vertrekken van de jachtvogel(s). Hygiëne is een absolute vereiste want ziektes liggen altijd op de loer.
Verder met alle respect aan dierenartsen; maar de meest dierenartsen hebben geen kennis van Roofvogels (afgezien van wat standaard kennis). Op zich niet zo vreemd natuurlijk in onze honden- en katten maatschappij. Maar wat doet u dan als er ondanks goede zorgen, met de vogel toch iets mis is? Zelfs officiële vogelopvangcentra weten vaak niet eens hoe ze op effectieve wijze, wilde roofvogels moeten revalideren en uitwilderen. Vaak ook omdat het aan de juiste voorlichting ontbreekt.
Met name de jeugd vind het natuurlijk fantastisch om met een Valk rond te lopen. Maar daar gaat het bij de Valkerij nu juist niet om. Na 1 dag is een Valk misschien leuk, maar ook na 1 jaar moet het nog leuk zijn. Valkerij komt vaak van binnen uit en zit in de ziel van mensen verweven.
De eerste vereiste om een roofvogel te houden is niet het kiezen van de vogel of het geld hiervoor voorhanden te hebben. De eerste vragen moeten zijn: waar breng ik hem onder, hoe verzorg ik hem, heb ik de kennis ervoor, de fournituren, de lektuur, voeding, geduld, zelfbeheersing, etc etc en zeker ook: heb ik voldoende vrije tijd ervoor? Dan is nog niet eens de wetgeving aan bod geweest.
Wetgeving in Nederland:
Valkerij is in de Nederlandse wetgeving enorm beperkt, mede vanwege argumenten die reeds lang zijn gedateerd en in de huidige maatschappij eigenlijk allang niet meer van toepassing zijn. De voor de Valkerij toegestane jachtvogels in Nederland zijn de Havik en Slechtvalk. En hiervoor worden beperkt vergunningen afgegeven. Op dit moment ca. 1-2 stuks per jaar als gevolg van een wachtlijst regeling die door het Ministerie van LNV in de jaren tachtig is ingesteld. Er zijn namelijk 200 vergunningen beschikbaar.
Mede vanwege de strakke wetgeving en beperkte jachtmogelijkheden is er onder valkeniers onderling vaak veel haat en nijd sluimerend aanwezig. Eigenlijk vreemd omdat al die mensen tot op zekere hoogte toch hetzelfde doel nastreven.
Daarnaast vormt de wetgeving uiteraard een blamage. Elke persoon die met het geweer wil gaan jagen kan een zogenaamde jachtakte behalen na het voltooien van de benodigde opleiding. Daarna kan middels een geweer worden gejaagd op allerlei prooien binnen het kader van de wetgeving. Bij valkeniers is dit echter niet het geval. Iemand die met een roofvogel wil gaan jagen, dient de benodigde opleiding te voltooiien, maar daarna is er nog steeds geen garantie op het verkrijgen van de valkeniers akte. Voor zogenaamde jachtaktes voor het jagen met het geweer bestaat geen beperking. Voor valkeniers dus wel, vanwege de beschikbaarheid van slechts 200 aktes. Feitelijk is dit absurd. Zeker als we bedenken dat valkeniers doorgaans al blij zijn als ze per jachtdag 1 prooi hebben gevangen met hun vogel. Een geweer is echter nooit moe. Bij een rijk aanbod aan konijn op een jachtveld, hoeft een geweer nooit te pauzeren. Een valkenier is echter al blij als 1 konijn met de jachtvogel is gevangen. Hierover kunt u zelf verder filosoferen. Extreem gesteld zou een geweerjager zijn veld kunnen 'leegschieten' qua wildaanbod. Een valkenier zal dit vrijwel nooit lukken. Begrijp ons niet verkeerd;- wij zijn niet tegen geweerjacht, mits weidelijk en dus correct uitgevoerd. Wij zijn echter wel tegen het beleid van het Ministerie dat met twee maten meet. Want laten we eerlijk zijn;- wat geeft een prooi een eerlijker kans? Een natuurlijke predator die op dat wild jaagt en dus de prooi een eerlijke kans biedt, of een geweer, benut door een kundige jager dat direkt raak schiet zodra het wild in het vizier is?
Hoe leer ik het dan?
Sinds 1 april 2002 is de nieuwe flora en fauna wetgeving van kracht. Hierin is opgenomen dat om voor een valkeniersakte in aanmerking te komen, men minstens twee jaar stage moet hebben gelopen bij een mentor van een erkende valkeniers vereniging. Tevens dient een theoretische cursus, vergelijkbaar met de jachtcursus, te worden doorlopen. Meer informatie over dit onderwerp kunt u vinden bij het Ministerie van LNV via www.minlnv.nl. Zie tevens de pagina's over het jachtbesluit waarin de eisen zijn opgenomen om in aanmerking te komen voor een valkeniersakte.
Valkerij uitoefenen als JACHT is in Nederland vrijwel onmogelijk gezien de huidige wetgeving. Hierin zitten misschien wijzigingen aan te komen, maar hierover valt eigenlijk niets te zeggen. Als alternatief zijn er twee mogelijkheden;
-
U gaat een valk houden uitsluitend om op de loer (kunstprooi) te vliegen (dit is geen "echte" valkerij, maar voor sommigen bevredigend genoeg)
-
U gaat in de ons omringende landen de valkerij uitoefenen. Dit is misschien erg moeilijk en u dient hiervoor uiteraard kontakt te kunnen leggen met de juiste personen.
Hoe leert u alles dan? Begin eens met wat boeken aan te schaffen om erover te lezen. Nadeel voor sommigen is dat vrijwel alle boeken Engelstalig zijn. Maar goede literatuur is dan zeker wel beschikbaar. Falconry Solutions biedt ook de mogelijkheid voor een zogenaamde "experience day", maar dit biedt u uitsluitend een kijkje in de keuken. Valkenier wordt men niet in één dag.
Daarnaast kan het raadzaam zijn uzelf aan te sluiten bij een valkeniers vereniging. Een overzicht van de op dit moment door het Ministerie van LNV en Stichting Jachtopleidingen erkende verenigingen vindt u hieronder;
Nederlands Valkeniersverbond Adriaan Mollen Secretariaat: Dhr. E. Bokhorst De Riethoek 58 3901 KT Veenendaal Internet: www.adriaanmollen.com |
Valkerij Equipage Jacoba van Beieren Secretariaat: Mw. R. Wagenaar Pullen 9 5513 NP Wintelre Internet: www.valkerij-equipage-jvb.nl |
Orde der Nederlandse Valkeniers Secretariaat: Dhr. J. van Keppel Maarten Tromplaan 3 5688 BT Oirschot |
Een beginnend valkenier moet voorbereid zijn op grote teleurstellingen en een ongelooflijk doorzettingsvermogen bezitten. |