Omdat we geen foto hebben deze keer voor de match voor Nederland gebruiken we maar de tekst van Hayat ;-)
Collega's
alvast ter voorbereiding, we
hebben nog iets minder dan twee uur om het in te
studeren :p
Eerste couplet Wilhelmus van Nassouwe ben ik,
van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den
dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij, onverveerd, den
Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
Tweede
couplet In Godes vrees te leven heb ik altijd
betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God
zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in
mijnen regiment.
Derde couplet Lijdt u, mijn onderzaten die
oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij
nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende
dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Vierde
couplet Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn
broeders hoog van namen hebben 't u ook vertoond: Graaf Adolf is
gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in 't eeuwig
leven verwacht den jongsten dag.
Vijfde couplet Edel
en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks
verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord
geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel
bloed gewaagd.
Zesde couplet Mijn schild ende
betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik
bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik doch vroom mag blijven, uw
dienaar t'aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart
doorwondt.
Zevende couplet Van al die mij bezwaren en mijn
vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar
dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet
en wassen in mijn onschuldig bloed.
Achtste couplet Als
David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten
zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost
uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer
groot.
Negende couplet Na 't zuur zal ik ontvangen van God
mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk
gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig
rijk verwerven als een getrouwen held.
Tiende couplet Niet
doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet
verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel
Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat
bloedt.
Elfde couplet Als een prins opgezeten met mijner
heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag
verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn
ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Twaalfde
couplet Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had
ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van
hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft
het niet begeerd.
Dertiende couplet Zeer christlijk was
gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in
tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat
Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Veertiende
couplet Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten
nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot
God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen
leven,- 't zal hier haast zijn gedaan.
Vijftiende
couplet Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot
genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den
Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten
obediëren in der gerechtigheid.